Ned /

Vaishnava


Vishnu, de vierarmige godheid van de Vaishnava's

Een vaishnava, in het Nederlands ook wel vishnuïet of vaishnaviet genaamd, is iemand die de godheid Vishnu, God in de vorm van de behouder, aanbidt (bhakti-yoga). Het vaishnavisme moet men zien als een van de hoofdstromingen van het Hindoeïsme, hoewel sommige meer sektarische vormen zich afzetten tegen deze kwalificatie.


Verschijningsvorm


Er zijn zowel westerse als Indiase vaishnava monniken, kaalgeschoren (mannen) op een z.g. sikha, een toefje haar, na, met tilak-tekens, heilige klei, en in traditionele witte en roze/oranje kleding met bidsnoer in zakje, maar er zijn ook gewone toegewijde burgerpersonen die er normaal uitzien. Een vaishnava houdt zich in principe aan de z.g. regulerende beginselen (de vidhi), d.w.z. aan gedragsregels die enigszins overeenkomen met de regel van Benedictus: geen vlees, vis, eieren, geen intoxicatie, geen illegitieme sex, noch gokken of speculeren met geld. Dagelijks doen ze mantra-meditatie, genaamd japa. Soms spreekt men van vaishnava's in de engere zin als zij die geïnitieerd zijn, zij die een geestelijke naam hebben aangenomen. Jaarlijks organiseert men op verschillende plaatsen een z.g. Ratha Yatra?, een wagenfestival waarmee een bepaalde soort van beeltenissen van Heer Krishna, Zijn halfbroer en Zijn zuster (Jagannâtha, Subhadrâ, Balarâma) door toegewijden en andere hindoes door de stad worden getrokken op een kar.


Vaishnava's in Nederland



Vaishnava's in samenzang.

De bekendste vaishnava's in Nederland zijn de Hare Krishna's van ISKCON (de Internationale Gemeenschap voor het Krishnabewustzijn), maar er zijn ook andere soorten vishnuïeten in het Westen en in India. Men spreekt van verschillende sampradâya's en maths: geestelijke erfopvolgingen en leerscholen. Er zijn vier hoofdstromingen in India: de Lakshmî-sampradâya, de Brahmâ-sampradâya, de Rudra-sampradâya en de Kumâra-samprâdaya. De Hare Krishna's, die de volgelingen zijn van A.C. Bhaktivedanta Swami Prabhupâda, zijn z.g. Caitanya-vaishnava's (Brahmâ-gaudîya-vaishnava Sampradâya), vishnuïeten die de geestelijke erfopvolging volgen die stamt van de Vishnu-avatar, Heer Caitanya.


Praktijk



Krishna, de belangrijkste Vishnu-avatar.

De vaishnava aanbidt God doorgaans met behulp van het doen van puja voor beeltenissen van Krishna en Râdhâ. Maar er zijn ook andere afbeeldingen van leraren en andere Vishnu avatars en godheden. Ze distribueren boeken, zingen samen in de tempel en op straat (kîrtana, harinâm), doen veel predikwerk, delen voedsel uit aan daklozen en chanten zestien ronden japa per dag (het ongeveer twee uur lang bidden door de Gaudîya-vaishnava's van de z.g. mahâmantra waarmee ze de namen van Râma en Krishna herhalen). De huishouders doen dit in hun eigen huis. De monniken kunnen zowel celibatair als getrouwd zijn. Er zijn vier geestelijke afdelingen (âs'rama's): brahmacârî's: celibataire studenten, grihastha's: gehuwden, vânaprashta's: ouderen die zich teruggetrokken hebben uit het huwelijksleven of er nooit aan begonnen zijn en de sannyâsî's, de geestelijk leraren ofwel de âcârya's, 'de leraren van het voorbeeld', de goeroe's van de traditie die het onderrcht verzorgen en van tempel tot tempel trekken. Het bedevaartsoord heet Vrindâvana, de geboorteplaats van Krishna.


Literatuur & Filosofie


De belangrijkste boeken worden gevormd door het Bhâgavata Purâna (de 'Krishna-bijbel" ofwel het S'rimâd Bhâgavatam) en de Bhagavad Gîtâ. Daarnaast leest men in Nederland bij de Hare Krishna's ook het Caitanya Caritâmrita, het 'nieuwste testament' a.h.w., waarin de missie van Heer Caitanya, de avatar van de toegewijde dienst staat beschreven. Het Vaishnavisme benadrukt in het algemeen de letterlijke betekenis van de schriftuurlijke - in hoofdzaak monotheïstische op de God van het behoud gerichte - waarheid (mukhya vritti) terwijl de interpretatie, de indirecte betekenis (gaudya vritti) als secundair geldt. Niettemin staat er in de Bhâgavata Purâna (S'rimâd Bhâgavatam) ook een duidelijke uitleg van een allegorische voorstelling van zaken (het verhaal van Purañjana, S.B. 4.25-28).


Opspraak


De vaishnava's in Nederland, de Hare Krishna's waren (en zijn bij onwetenden nu nog) in opspraak als zijnde sektarisch omdat ze, emotionalistisch en te fanatiek, naar verluid enkel Swami Prabhupâda zouden erkennen en vereren als hun leider en ook alleen maar boeken van hem zouden willen distribueren. Maar meer ingewijd in de materie weet men echter dat Prabhupâda slechts een van de vele leraren van de erfopvolging is. Hij staat hier in het Westen gewoon prominent voorop omdat hij hier het vaishnavisme gebracht heeft en daarnaast ook een vernieuwer was die het toestond dat vrouwen in de tempel mochten wonen. Zijn directe vertegenwoordiger, de volgende leraar in de lijn van leraren hier in Nederland is de in Nederland geboren Swami Kadamba Kanana.

Nederlands bekendste vaishnava is Sri Hayeshvar Das, Hendrik van Teylingen (1938-1998), een filosoof die veel van de vaishnavaboeken die er in het Nederlands zijn vertaalde. Hij sloot nadat Prabhupâda was heengegaan zich aan bij een andere tak van het vaishnavisme.


Zie ook



Externe Link


  • Anand Aadhar Prabhu (René P.B.A. Meijer): Krishna en de Zingende Filosoof - een studie naar de filosofie en de muziek van de Caitanya-vaishnava's in Nederland.

Categorie: Nederlands| Artikelen| Auteur: Rene PBA Meijer


Deze pagina werd sedert 27 april 2008 keer bekeken.