Ned /

Visies

('gezichtspunten, zienswijzen, filosofieën, darshana's) Een visie, of gezichtspunt houdt in dat men in verhouding tot een bepaalde cultureel overgedragen vorm van kennis, in dienstbaarheid daaraan, met een eigen positieve kijk daarop, bevrijding vindt van een zekere individuele werklast die zowel genetisch als cultureel inherent is aan het als een continue ziel - of zelf van principes - getuige zijn van wisselende materiële omstandigheden.

De intuïtieve basis van de spirituele en analytische filognosie als een middenpunt ingebed tussen de filosofische afwegingen betreffende onze natuur, de wetenschap, de politiek en de religie]] De syncretie van de filognosie, ofwel het naar elkaar toevertalen van de verschillende menselijke zienswijzen in de liefde voor de kennis, resulteert erin dat de kerngedachte ervan als een atoom ingebed is tussen de twee meest opvallende zienswijzen in het leven, de religie enerzijds en de wetenschap anderszijds. De nederlandse expert in de gnosis, Gilles Quispel, formuleerde de gnosis ook als zodanig.

Een derde gezichtspunt dat daarbij in de filognostische hang naar volledigheid naar voren treedt, is die van de methodische overwegingen van de filosofie in relatie tot de menselijke en grotere natuur als onderdeel van het feitenbelang van de wetenschap, en een vierde gezichtspunt is dat van de moderne democratische politiek waarin de commentaren en inzichten van de verlichting in reactie op de meer traditionele, religieuze sociale samenhang en dogmatiek, tot een zelfverantwoordelijk, praktisch, maatschappelijk leiding geven komen. De gnosis immers kan, filognostisch gezien, niet alleen een vorm van denken zijn. De filognosie aldus compleet zijnde als een speciale, uitgebreide vorm van gnosis, als een vorm van spiritualiteit rondom de regulerende principes - het vertalen van de menselijke waarden in gedragsregels -, bestaat in de engere, principiële zin zelf, dualistisch gezien, dan weer uit enerzijds:

  • 1) Een visie die de relatie tussen geest en de stof, tussen de leerling en de leraar beschrijft. Dit noemen we de analytische relatie die model staat voor de fundamentele dualiteit van geest en stof die in liefde voor de kennis, de filognosie dus, tevens een artistieke en educatieve/therapeutische opdracht inhoudt om harmonie en schoonheid tot uitdrukking te brengen en over te dragen en geestelijke en lichamelijke gezondheid te bewerkstelligen en te bekrachtigen.
  • 2) Anderzijds is er gnostisch de spiritualiteit als een cultuur op zich van het niet enkel maar een vorm van transcendentaal weten of ontleden in dualiteiten en elementen zijn, maar ook een discipline zijn om tot stabiliteit in het geluk met die transcendentie te komen.

Traditioneel religieus hadden de monniken die discipline christelijk met de regel van Benedictus in hun greep: gehoorzaamheid, armoede en kuisheid gecombineerd met een vegetarisch dieet. In de twintigste eeuw meer soorten van geestelijk leraren leren kennend drong het tot de Christelijkheid door dat deze regel als twee druppels water lijkt op de yoga-gelofte (de yama) zoals we die van Patañjali kennen.

Aldus intuïtief doorredenerend hebben we samenvattend te maken met zes verschillende visies in en rondom het filognosiebegrip. De filognosie, die 1) naar het principe van de dualitieit van geest en stof analyse heet en 2) naar de transcendentie in de discipline bestaat uit de spiritualiteit van een zekere verbondenheid daarin, beoogt dus ook nog twee zienswijzen die op de persoon zijn gericht: 3) de politiek van het toepassen van de commentaren en 4) de religie van de eredienst voor de held en de heilige persoon, en kent daarnaast verder nog de twee resterende op de feiten gerichte visies van 5) de filosofische redeneertrant van het naar methode rationeel bezig zijn met onze natuur en 6) de paradigmatische wetenschap die daarmee eenduidigheid zoekt in denkmodellen en meetmethoden. In India vinden we deze zes gezichtspunten terug in de z.g. darshana's.


De darshana's

De zes systemen van indiase filosofie worden syncretisch beschouwd als zijnde meer complementair dan in strijd met elkaar, ondanks de uiteenlopende en somtijds tegenstrijdige aard in het neerzetten van de uitgangspunten met de begrippen van âtmâ en brahma (zie ook 12.13: 11-12). Deze orthodoxe zienswijzen delen, samen met de heterodoxe religiositeit van de Boeddhisten, Jains en S'ankaristen waartegen zij in het geweer kwamen ten tijde van de opkomst van het Christendom, a) de upanishadische notie van de cyclische tijd in yuga's en reïncarnaties en b) het begrip moksha of bevrijding van die wedergeboorte middels emancipatie en overstijging. De zes worden vaak samengenomen in de drie fundamentele dualiteiten of basisvisies van de filosofie: de eenheids/methodische (wetenschappelijke), de analytisch/verbondene (spirituele) en de rituele/exegetische (religieuze) benaderingen. Er is ook een suggestie van progressie in de emancipatie van laag naar hoog in deze volgorde.

A: Naar de feiten:

- 1 De Nyâya-visie van de methodische benadering. Filognostisch valt hier ook de filosofie in zijn geheel onder met als het perfecte evenwicht de hindoe-cultuur zelf waar deze zes filosofieën de kern van vormen.
- 2 Vais'eshika, de atomistische, onverdeelde, illusievrije visie op de werkelijkheid. Paradigmatisch een wetenschappelijk model, een meetsysteem of een wetenschap.

B: Naar de principes:

- 3 De Sânkhya-visie van analyse in tattva's in tegenstelling met de purusha. Ook de kunsten vallen hier filognostisch onder.
- 4 De Yoga-visie van overstijging door meditatie in acht 'leden' of anga's. Filognostisch culmineert de yoga bij het Christendom in de gnosis. Het is de bovenzinnelijke verbondenheid in de spiritualiteit.

C: Naar de persoon:

- 5 De Mîmâmsâ-notie van geregelde plechtigheden en rituele diensten. De normale religie. Hier valt filognostisch ook de autobiografie en andere persoonlijkheidscultuur onder.
- 6 De Vedânta-visie van de samenvattende en naar tijd en plaats zich aanpassende bovenzinnelijke commentaren op de purâna, itihâsa en upanishadische literatuur. Deze visie omvat filognostisch ook de politiek.

- De Nyâya en Vais'eshika visies zijn deel van de wetenschap zoals we die ook in het Westen kennen, de Karma-mîmâmsâ is terug te vinden in de zienswijze van de burgerlijke Hindoe met zijn mandirs en pundits, de yoga is de populaire versie van de geestelijke discipline van het zich verbinden met het Absolute en het analytische van de Sânkhya visie is opgenomen in de vedântische uttara-mîmâmsâ benadering die we in het Westen kennen als de Hare Krishna's (zie ook Kapila en yoga).


Gemeenschappelijke kenmerken van de visies

Het is zo, zoals dat is met de oorspronkelijke darshana's, dat ze, naar de omschrijving van wat een visie inhoudt, gemeenschappelijk hebben:

  • 1) Het begrip van een bewust en continuerend zelf of een ziel. (vedisch: âtmâ)
  • 2) Het begrip van het kruis of de werklast te dragen door een individu, familie of volk. (karma)
  • 3) Het perspectief van een oplossing van bevrijd zijn in dienstbaarheid. (moksha)
  • 4) Het onderkennen van de autoriteit van een gevestigde cultuur van schriftuurlijke referentie. (paramparâ)

Zie voor de westers-filosofische aspecten van de visies verder de bespreking van de klassieke referentie onder filognosie.


Zie verder


Links

Categorie: Nederlands | Definities


Deze pagina werd sedert 14 dec. 2007 keer bekeken.