Ned /

Velden

Samenvatting

Er zijn in essentie vier (externe) velden van handelen: het sociale veld van het valse ego zoals ingesteld door de cakra-orde van iemands vrije associatie; het fysieke veld van de materiële elementen als geregeld in iemands individuele ondernemen of zaken doen; het individuele veld van de privé-sfeer zoals geregeld door de religie of religieuze plicht; en het spirituele veld van iemands verenigingsleven dat iemands bevrijding of sociale dienstverlening definieert. De religie dekt de laatste twee velden en iemands concrete materiële belang wordt gedekt door eerste twee. De velden zijn het resultaat van het vergelijken van de kwaliteit van iemands leven met de kwantiteit. Er zijn ook innerlijke velden van handelen die betrekking hebben op de verschillende dimensies van het functionerende brein.


Externe velden


De externe velden van handelen hebben betrekking op de burgerdeugden en het verschil tussen de kwantiteit en de kwaliteit naar de vaishnava zegswijze: 'de mens is kwalitatief gelijk, maar kwantitatief ongelijk aan God'. De innerlijke velden hebben betrekking op het verschil in hersenfunctie dat de dualiteit vormt met het causale. De externe velden resulteren in een vierdeling met de dualiteit van zowel 1) de kwaliteit van het concreet of materieel zijn enerzijds, met het abstract, transcendentaal of metafysisch, of ideëel zijn anderzijds; en 2) de tweevoudige natuur van de kwantiteit van het enkelvoudig of individueel zijn aan de ene kant en het talrijk of sociaal zijn aan de andere kant. De vier opties in een matrix gezet resulteren in vier typen van velden die worden herkend als het individuele belang van het concrete en het ideale, en het sociale belang van het concrete en het ideale. Deze vier komen overeen met de vier velden zoals vermeld door Vyâsadeva in zijn vers in de Bhagavad Gitâ (13: 5-7) wat betreft de velden : het ongemanifesteerde (sociaal ideaal), het valse ego (sociaal concreet), de materiële elementen (het individueel concrete) en de intelligentie (het individueel ideële). Deze velden dekken ook de vier fundamentele burgerlijke deugden (vedisch: de purushârtha's) van het afregelen van de omgang in een club of vereniging (het ideëel sociale), de lust (het sociaal concrete) de economie (het individueel concrete), en de religiositeit (het individueel ideële). De vier velden evenwichtig beheerst maken deel uit van de cakra-orde die de dagen van de zonnekalender toewijst aan het individueel ideële en het sociaal concrete veld, terwijl de dagen van de maan zijn toegekend aan het individueel concrete en het sociaal ideële veld. Een ander belangrijk filognostisch kenmerk van de velden is het idee dat de mens niet evenwichtig zijnde met de velden van handelen zichzelf isoleert in fixaties naar een van de velden en aldus komt tot zijn politieke partijen die in oppositie in het parlement het nimmer eens zijn over een rechtvaardige verdeling van de zetels voor de volksvertegenwoordigers, zodat de zogenaamde status-oriëntatie kiesgroepen (varnâs'rama) en een overeenkomstige herverdeling van ministeries nodig is. De velden in egotistische sociale oppositie staan dan voor de socialisten (sociaal ideëel ), de extreem-rechtse of nationalistisch rechtse partijen (het sociaal concrete), de rechtse liberalen van het zakenbelang (het individueel concrete), en de religieuze, privé-georiënteerde partijen van de conservatieven (het individueel ideële). Deze verschillende partijen in geval van materiële corruptie vervallen in de vier dictaturen van het communisme (sociaal ideëel), militaristisch fascisme (concreet sociaal), elitair kapitalisme (individueel concreet), en het dictatoriaal en terroristisch fundamentalisme (individueel ideëel). Coalities van deze vormen van 'neigen naar de duistere kant' resulteren in wereldoorlogen. De remedie om al deze ellende te voorkomen bestaat uit de filognostische discipline van het leven van het evenwicht naar de velden van handelen volgens de cakra-orde, hetgeen alleen echt goed mogelijk is met de regulerende beginselen (verzaking, yama) en de transcendentie naar de niveaus (de acht leden, ashthânga; zie ook het plaatje van de waarden en de niveaus van transcendentie).


Interne velden

Zie ook de pagina wat betreft de velden, de cakra-orde, de synopis (I-b) en de volledige kalender van orde De interne velden bestaan uit de drie dimensies van het functionerende brein en hebben betrekking op de verdeling van iemands uren gedurende een dag. Deze dimensies betreffen de dualiteit van de frontale/occipitale gebieden van het initiatief of de persoonlijkheid en de ontvankelijkheid of de gebieden van waarnemen (vedisch karmendriya's en jñânendrîya's), het vedische belang van het intellect tegenover dat van de emotionele centra (het jñâna-belang tegenover het bhakti-belang van de yoga) en het laterale, ruimtelijke belang tegenover het tijd-belang (het belang van de ether-beheersing of van akasha, versus de geconditioneerde orde van de tijd genaamd de cakra-orde ofwel van kâla). Ook in deze velden moet het gezonde individu evenwicht houden ten einde niet te corrumperen in persoonlijke perversies of psychopathologie. Met de ontvankelijke gebieden verdeeld naar het laterale komt men uit op de belangen van de natuur (de tijdwaarneming) versus de vorm (ruimte-waarneming) terwijl de actieve gebieden betrekking hebben op de persoon (ruimte-beheersing) en de doener (tijd-beheer). Deze vier afgezet tegen de verticale dimensie van het mentale tegenover het fysieke of emotionele belang resulteert in de acht verschillende hoofdactiviteiten van een normale dag van handelen van een individu: passief mentaal -mediteren naar de natuur en dromen naar de vorm; actief mentaal - studeren en vrijwillige arbeid; ontvankelijk lichamelijk: hobby's naar de eigen aard en het huishouden naar de eigen gedaante; en het actief fysieke - socialiseren naar de persoon en werken voor anderen naar de doener. Het gebrek aan evenwicht tussen de innerlijke velden van handelen van een normaal dagschema - hetgeen resulteert in psychische klachten - maakt de verschillende dagen van studie, vasten en vieren noodzakelijk die compenseren voor een gebrek aan actie wat betreft met name de velden van het vrijwilligers werk of de liefdadige arbeid, het studeren en mediteren, en het socialiseren buitenshuis. Deze worden eveneens gedekt met de cakra-orde van de filognosie.

Vedische referentie

Uit de vedische bron staan ze bekend als kshetra.


Zie ook


Externe Links

Categorie: Nederlands | Definities


Deze pagina werd sedert 14 dec. 2007 keer bekeken.