Ned /

PolitiekSpectrum

Kennis van het politieke spectrum is essentieel voor maatschappelijke stabiliteit.

Indelingen....

De politieke partijen vormen tezamen het z.g. politieke spectrum. Het is alleen niet zonder meer duidelijk hoe dat spectrum moet worden beschreven. Men kent verschillende modellen: het Eysenk-model, de Nolan-indeling, het Politieke Kompas, de Pournelle-kaart, de Inglehart-waarden en het Fries Instituut b.v.. Zonder hier dieper op in te gaan kan je zeggen dat geen van de modellen echt een sturende of steunende bijdrage levert in het scheppen van maatschappelijke consensus over ons politieke gebeuren. We spreken gewoon steeds maar van links, rechts, conservatief, liberaal, progressief zonder verder te kiezen voor een academisch beschrijfmodel.

Wat is een politieke identiteit?

Mensen in overeenstemming met hun maatschappelijke positie hebben verschillende gezichtspunten op dezelfde politieke werkelijkheid. Deze verschillende gezichtspunten verlenen de persoon in kwestie stabiliteit en een gevoel van identiteit. Terecht merkt von der Dunk in de Volkskrant van 11nov 2010, p22 echter op dat conservatief en progressief relatieve begrippen vormen. Hebben we aan sociaal-economische samenhang gewonnen dan worden de progressieven weer conservatiever en omgekeerd. En zo is dat gevoel van stabiliteit dat we aan politieke partijen willen ontlenen iets van het rijk der illusies.

Een bewustzijnsprobleem

Wat wil nu de burger en de politicus? Die willen niet zonder meer hetzelfde, ook al vertegenwoordigt de politicus de burger en bewaakt de partij het politieke begrip van de achterban. De politicus denkt ook aan zijn eigen carrière en gezondheid. De partij kan fuseren, een andere weg inslaan of nieuwe leiders krijgen met een ander stempel. Daardoor is er onzekerheid in de identificaties van burgers met politici. De heren en dames in Den Haag en de gemeentepolitiek zijn aan het stoelendansen en de burger mag applaudiseren of boeroepen. Aan het loket al merkt de burger dat hijzelf de stabiele factor is en niet de stoelendansende ambtenaar van discussie. Het politieke spectrum is een caleidoscoop waar doorheen je telkens een ander patroon en andere persoon te zien krijgt met iedere verkiezingsuitslag. Dat kan iets heel gezonds en essentieels voor de democratie zijn.Toch zoeken we naar persoonlijke en maatschappelijke stabiliteit en zekerheid, om van godsvertrouwen nog maar te zwijgen. En dat lijkt strijdig met de noodzaak van de democratische dynamiek. Mensen verlangen naar verkiezingen als naar een voetbalwedstrijd en verkeren groepsgewijze afwisselend in angst en onrust met de uitslag. Onszelf zo kwellen is niet vreemd aan een zekere psychologie. Het is nl. een bewustzijnsprobleem. Hoe kan je je eigen angsten willen? Waarom hou je steeds vast aan de illusies van de politiek? is men zich wel bewust van waar men mee bezig is? Politiek voetbalfan zijn wil en kan niet iedereen. Men verliest vredelievend dan makkelijk zijn 'maatschappelijk engagement' en stemt dan gewoon steeds op de tegenpartij of helemaal niet. 'Of de kat je nou krabt of de hond je nou bijt, wat maakt het uit, het systeem blijft hetzelfde'. Die illusie van winst en verlies moet dan weg. Ook dat is een gezonde reactie.

Een eenvoudig idee van politieke orde

Ter bestrijding van de afzijdigheid, angst en het identiteitsvraagstuk kan men op het volgende letten. Het politieke spectrum zit in wezen eenvoudig in elkaar. Zonder verdere academische analyses is het snel te begrijpen. De Europese Unie spreekt van eenheid in verscheidenheid als haar stelregel, men kan ook zeggen kwaliteit in kwantiteit. Dat is de gezamenlijke mantra van politieke meditatie. Verder weten we dat eenheid, de kwaliteit een concreet iets kan zijn in de zin van samenhang en coördinatie, danwel een ideëel iets kan zijn van een na te streven doel, principe, ideaal of utopie. Verscheidenheid daarentegen kennen we kwantitatief getalsmatig gesproken als het enkele tegenover het vele, als het individuele tegenover het groepsgewijze. Met deze vier posities van eenheid en verscheidenheid kan men het hele spectrum beschrijven: Liberaal/zakelijk is er sprake van een individueel en concreet belang. Confessioneel/conservatief is er sprake van individueel geweten en een ideëel doel. Nationaal/populistisch op de eigen identiteit is men concreet en sociaal gericht. En gericht op gelijkheid en solidariteit, arbeid en een verzorgende staat is men sociaal gekenmerkt op een ideële basis. En de demoraat 'van het midden' tussen dit alles is dan de joker in dit kwartetspel. Zo zie je dan netjes, als we keurige Europese burgers willen zijn, dat we het helemaal niet van elkaar moeten willen winnen, net zomin als je ledematen het van elkaar zouden moeten winnen. Het spectrum is een taakverdeling! We zoeken welzeker de integriteit, evenwichtigheid en stabiliteit van een volwaardig idee van politieke samenhang waarin niemand meer bang hoeft te zijn voor verkiezingen. De burger wil niet door de politiek gevierendeeld worden in zijn eigenbelang. De burger wil het parlement niet in zijn hoofd in discussie hebben steeds. De burger wil een stabiele regering waarin iedereen meedoet en waarmee niemand buiten de boot valt. En dat kan alleen als we de samenhang zien van alle ledematen van het politieke spectrum. En ja, we bewegen graag.

Sanskriet referentie:

purushârta en kshetra.

Zie ook


Externe Links

Categorie: Definities | Nederlands


Deze pagina werd sedert 16 nov. 2010 keer bekeken.