2.2 Tijdsymmetrie

Prediker 1 De woorden van Prediker, den zoon van David, koning te Jeruzalem.
2 IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!
(1: 2-11)
Want in veel wijsheid ligt veel verdriet en als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart. (Prediker 1:18)
Alles heeft zijn tijd Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug. (Prediker 3: 1-15)
Er is niets nieuws onder de zon. (1:9-11)
Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk, dit is nieuw? Het was er al in de eeuwen die er vóór ons waren. (Prediker 1:10)
Tolle Eckhart: Kijk eens naar een boom, een bloem, een plant. Laat je bewustzijn erop rusten. Wat zijn ze stil, wat zijn ze diep geworteld in Zijn. Laat de natuur je leren wat innerlijke stilte is.

25 jaar ‘The End of History’ De eeuwige terugkeer van de geschiedenis (Casper Thomas De Groene Amsterdammer 18 juni 2014):
Francis Fukuyama voorspelde in 1989 dat de geschiedenis zou eindigen in een wereldwijde liberale democratie.
25 jaar later verkeert de wereld in democratische recessie en wint autoritair kapitalisme terrein.
Ook de als democratische opbouwmissies verkochte oorlogen in Irak en Afghanistan sloegen terug op Fukuyama. In The End of History had hij stellig beweerd dat oorlogen een onderdeel waren van de hegeliaanse strijd om erkenning. De casus Irak, waar de oliebelangen vanaf dropen, paste slecht in de theorie. Bovendien geloofde Fukuyama in een organische evolutie van de geschiedenis.
Liberale democratie afdwingen met een militaire bezettingsmacht telt niet. En dus kwam Fukuyama voor een keuze te staan: afscheid nemen van het neoconservatieve kamp, vanuit waar hij het militair ingrijpen in Irak en Afghanistan van harte had aangemoedigd, of zijn einde-van-de-geschiedenis-these bij het grofvuil zetten. Het werd de eerste optie. Zijn boek America at the Crossroads uit 2006 was zijn afscheidsbrief van het neoconservatisme, dat in zijn ogen een verkeerde afslag had genomen richting het kunstmatig willen forceren van liberale democratie.

 

Eeuwige wederkeer (‘Grondtoon van de waarheid’, Astrologie, Eeuwige beweging, Reciprociteit, 'Levenskunstenaar en Authentiek leiderschap')

Albert Einstein: Je kunt een probleem niet oplossen vanuit hetzelfde soort denken dat tot het probleem heeft geleid.
Ruimte en tijd zijn niet omstandigheden waarin wij leven, maar manieren waarop wij denken.
Albert Einstein: There are no logical paths to these laws, only intuition resting on sympathetic understanding of experience can reach them.
John Maynard Keynes on Isaac Newton: It was his intuition which was preeminently extraordinary. So happy in his conjectures that he seemed to know more than he could have possibly any hope of proving. The proofs were dressed up afterwards; they were not the instrument of discovery.
H.P. Blavatsky Een toelichting op de De geheime leer: stanza’s I-IV
Vr. Maar is het niet juist om te zeggen dat ook in pralaya de ‘grote adem’ bestaat? (p. 10):
Antw.
Zeker: want de ‘grote adem’ kent geen ophouden en is als het ware het universele en eeuwige perpetuum mobile.
Emil Cioran: Het is echter een heldere, cionareske paradox dat de mens juist vanwege de wil tot slagen een eindeloze reeks catastrofen achter zich laat: je manifesteren betekent je door een of andere vorm van volmaaktheid laten verblinden. Denken leidt tot niet-handelen. De utopie houdt volkeren jong en vitaal. Wijsheid maakt hem oud en futloos. Dat zag je al bij de Romeinen. Toen ze ten langen leste door contact met de Grieken beschaafd werden, sloeg de vermoeidheid toe en waren ze een gemakkelijke prooi voor de utopisch gedreven barbaren.

Kosmische Evolutie (H.P. Blavatsky Theosofia mei 2012):
i-9. Maar waar was de dangma toen de alaya van het heelal in paramartha was en het grote wiel anupadaka was? De Dangma is de ziener; Alaya is de wereldziel, de universele ziel, het eeuwig onveranderlijke principe in het universum; Paramartha is Absoluut Zijn en Bewustzijn; de blijvende en onvergankelijke realiteit; Anupadaka is de vormloze, eeuwige, absolute toestand.

Het is de ‘Eeuwige wederkeer’ die de kwintessens tot uitdrukking brengt. De 1e -, 2e - 3e Grondstelling belichten het wederzijdse verband tussen Geest - Ziel - Lichaam.

De S.R.L.M.A. (School for the Revival of the Lost Mysteries of Antiquity) - Alan E. Donant sept/okt 1998:
Geen fysieke school werd ooit met die stenen gebouwd. Hun betekenis wordt echter innerlijk gevoeld door iedere student die is geïnteresseerd in de pogingen die in de loop van de geschiedenis van de mensheid werden gedaan om haar in verbinding te brengen met de levende stroom van de wijsheidstraditie. Iedere cultuur heeft zijn grote leraren gehad; ieder continent heeft op een of ander moment zijn mysterieschool gehad. Het Amerikaanse continent dat een veel hogere ouderdom heeft dan in moderne speculaties eraan wordt toegekend, is de ontmoetingsplaats geworden van oosterse en westerse esoterie. De oude oosterse school van de mysteriën was misschien veel eerder aanwezig dan algemeen wordt erkend. Overblijfselen waaruit de ouderdom ervan blijkt, worden gevonden in de leringen van de Hopi in het noorden en van de Kogi in het zuiden. Westerse esoterie kwam pas veel later. Ze werd geïntroduceerd door de vooruitziende blik van de vrijmetselaar-stichters van de Verenigde Staten van Amerika, een natie die in beginsel werd gevestigd op het ideaal van universele broederschap, zoals wordt verkondigd op het Grootzegel: E pluribus unum ‘Vanuit velen Eén’. Het motto op de achterkant van het Grootzegel zegt alles: Novus Ordo Seclorum – ‘Een nieuwe orde van de eeuwen’. Er werd werkelijk een nieuwe poging in de geschiedenis van de mens voorzien.
Bijna 100 jaar na het stichten van de Verenigde Staten op 4 juli 1776 ging de Theosophical Society officieel van start op 17 november 1875. Door middel van deze organisatiestructuur werkten H.P. Blavatsky, H.S. Olcott, W.Q. Judge, en hun leraren om de eeuwenoude mysterieleringen nieuw leven in te blazen. De geschriften van H.P. Blavatsky vormden de voorhoede van de poging, de geschriften van Judge legden de nadruk op de intuïtieve toepassing van de mysterieleringen die ze had geschetst, terwijl Katherine Tingley de praktische aspecten ervan demonstreerde voor het dagelijks leven.

De zeven heilige planeten (Rotha Bangma Theosofia april 2005 p. 64):
Theseus versloeg het monster en kon toen de weg terug vinden uit de wirwar van gangen door middel van de draad die vastgehouden werd door Ariadne die op hem wachtte. De symboliek van het verhaal begint bij de zeven jonge vrouwen, symbool voor de zeven ronden en rassen van de kringloop van noodzakelijkheid. Daar zij niet weten te ontsnappen aan de valstrikken van het labyrint, wat staat voor de levens door de noodzakelijke kringloop van incarnaties, worden zij gedood door de Minotaurus en bereiken zij niet de bevrijding uit het levenslabyrint.
Het is niet het Ene en Onbeperkte ‘Beginsel’ noch zelfs de
weerkaatsing daarvan, dat schept, maar slechts de zeven Goden (N.B. of de Zeven Heilige Planeten) zijn het die het heelal vormen uit de eeuwige stof, tot objectief leven gewekt doordien de Ene Werkelijkheid zich daarin weerspiegelt”. Dat alle bouwers van de sferen in het universele hogere denkvermogen met elkaar verbonden zijn, is, denk ik, een wetmatigheid in de uitdrukkingen van de Wetten van Bestaan. In Stanza III sloka 10 van De Geheime Leer is die verhouding tussen ster en mens zeer poëtisch verwoord: Vader- Moeder spinnen een web, waarvan het boveneind bevestigd is aan geest - het licht der ene duisternis - en het benedeneinde aan haar schaduwachtige uiteinde ervan, materie (stof), en dit web is het heelal, gesponnen uit de twee substantiën, welke tot een gemaakt zijn.”

Karma en wedergeboorte* (H.P. Blavatsky Sunrise ):
*) Uit De Geheime Leer 2:341-5 (De rassen met het 'derde oog' p. 337) en 1:713-5 (Cyclische evolutie en karma)
Alleen de leer die hieronder kort wordt samengevat, kan ons het geheimzinnige vraagstuk van verklaren en de mens verzoenen met de vreselijke en schijnbare onrechtvaardigheid van het leven. Deze leer omvat de kennis van de voortdurende wedergeboorten van één en hetzelfde individu door de hele levenscyclus heen, en de overtuiging dat dezelfde MONADEN [eenheden van bewustzijn], onder wie veel dhyani-chohans of de ‘goden’ zelf zijn, door de ‘kringloop van noodzakelijkheid’ moeten gaan en door zo’n wedergeboorte worden beloond of gestraft voor het ondergane lijden of de gepleegde misdaden in het vorige leven. Verder zegt deze leer dat juist die monaden die binnengingen in de lege, onbezielde schillen of astrale vormen van het eerste ras, die door de pitri’s [vaders] waren geëmaneerd, dezelfde zijn die nu in ons midden zijn – ja, misschien zelfs wij zelf zijn. Slechts de zekerheid die zo’n leer biedt, kan ons in opstand gekomen gevoel van rechtvaardigheid tot rust brengen.

Het Verdriet van de Veenkoloniën (Tegenwind Human 31 oktober 2021 NPO2):
De komst van een
mega windturbinepark in Groningen en Drenthe speelt mensen uit elkaar, waar ze eerder in harmonie samenleefden. De turbines, met een hoogte van meer dan tweehonderd meter, veroorzaken een tragedie. Wat wordt gewonnen en wat gaat verloren als het oude vlakke land zijn gezicht verliest en de bevolking zich verraden voelt?
Oud-minister Wiebes noemde het
‘bulldozer politiek’, Diederik Samsom sprak over een geweldige ‘mispeer’, want zoals in de Veenkoloniën moet het nooit meer gaan. Het heeft de plaatsing van de molens niet voorkomen. Bewoners voelen zich verraden door de overheid, door de rechtspraak en door boeren, die riante vergoedingen opstrijken. Lokale bestuurders kijken met lede ogen toe hoe het verzet tegen de windmolens verhardt.\\ Tegenwind volgt mensen die de afgelopen tien jaar een belangrijke rol speelden in de strijd tegen deze windparken. Een strijd die ludiek begint, maar grimmig en hard eindigt in ondergronds verzet. Twee prominente woordvoerders worden opgepakt. Een van hen zit maanden vast in voorarrest. Het laat diepe sporen na in de gemeenschap: hoe goedwillende burgers hun vertrouwen verliezen in de overheid en naar 'de buitenkanten van het denken' worden gedreven als ze zich niet gehoord en gezien voelen.

In Taizé leven anno 2005 ongeveer 100 broeders uit 25 landen. In de loop der jaren hebben miljoenen jongeren zich met de thema's van de gemeenschap beziggehouden: naastenliefde, vrede en verzoening. Op aanmoediging van frère Roger Roger Louis Schutz-Marsauche) leven sinds 1951 broeders samen met bezitslozen in gemeenschappen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.
Ik denk dat ik al sinds mijn jeugd
intuïtief aanvoelde dat gemeenschapsleven een teken kan zijn dat God liefde is, enkel liefde. Langzamerhand ontstond in mij de overtuiging dat het belangrijk was een gemeenschap te stichten met mensen die heel hun leven willen geven, die elkaar proberen te begrijpen en zich steeds weer met elkaar verzoenen; een gemeenschap waarin eenvoud en goedheid van hart voor alles centraal staan.”
Ons christenzijn zal in deze tijd bestaan uit slechts twee elementen: bidden en onder de mensen het goede doen. Elk denken en praten en organiseren van christenen moet herboren worden uit dat bidden en dat doen.[2]

De vakjury bestond uit Jacobine Geel (presentatrice KRO-NCRV), Kitty Geerts (boekhandelaar bij boekhandel Haasbeek Zoetermeer) en Marije van Beek (redacteur Trouw). Vorig jaar won Liefdesbang van Hannah Cuppen het Beste Spirituele Boek.
- Als jouw leven een cirkel is, waar sta je dan? van Inez van Oord
- Go East! van Stine Jensen (Ambo|Anthos)
- Sterker dan ooit van Brené Brown (A.W. Bruna)
- Mindful communiceren van Susan Gillis Chapman (Ten Have)
- Altruïsme van Matthieu Ricard (Ten Have).

Pinksteren (Kader Abdolah de Volkskrant 5 juni 2001):
Eeuwen lang zijn we jaloers op Het Hooglied van Salomo, maar nooit jaloers op de tekst die over het neerdalen van de Heilige Geest gaat.
Lees:
'Zie, gij zijt schoon, mijne vriendin, zie, gij zijt schoon: uwe oogen zijn duivenoogen tusschen uwe vlechten; uw haar is als eene kudde geiten die het gras van den berg Gilead afscheren.
'Uwe lippen zijn als een
scharlaken snoer en uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van eene ree, die onder de leliën weiden.'
Groots. De tekst.

The mind of the universe
De schepper (NPO2 7 mei 2017)
De mens is steeds beter in staat de natuur naar zijn hand te zetten. Wat wordt er mogelijk nu we plaatsnemen achter de bedieningspanelen van het leven zelf?

We komen allemaal voort uit de oerknal (Peter Kluit 7 januari 2017):
Genesis = Oerknal
In veel scheppingsverhalen is de kosmos eeuwig en onveranderlijk. Het moderne heelal is – net als in Genesis – niet eeuwig en onveranderlijk, maar in een oerknal uit een grote hoeveelheid energie gevormd. De kosmos dijt uit en is dynamisch. Gedurende de oerknal ontstonden uit energie deeltjes-antideeltjesparen. Hierbij wordt volgens Einsteins beroemde formule E=mc2, materie en massa uit energie gemaakt. Dit gebeurt voordurend in het heelal maar ook in versnellers bij de experimenten op CERN.
Er is een belangrijk punt dat ik nog niet heb aangestipt: de wetenschappelijke vragen waar we geen precies antwoord op weten zoals: hoe kan het dat er zoveel energie beschikbaar was? Was er tijd of ruimte voor de oerknal? Zijn er meerdere oerknallen geweest? Waarom is er materie gevormd en (haast) geen anti-materie? Wat is de aard van de donkere materie in het heelal? Wat veroorzaakt de versnelde uitdijing van het heelal? Wat is de precieze wijze waarop het leven is ontstaan? Niet alleen God maar alles is met de oerknal begonnen. Ik weet niet hoe dit precies in zijn werk ging maar blijf me over dit alles verwonderen.

Science = Art (Martijn Calmthout interviewt Robbert Dijkgraaf (Volkskrant 6 mei 2017 Bijlage Sir Edmund p. 62-67):
8. Natuurkunde: De U van John Wheeler
Topnatuurkundige Robbert Dijkgraaf maakte de tv-serie The Mind of the Universe en dendert hier door liefst zeventien favorieten, zoals zijn Einsteindas.
'John Wheeler was een geweldige theoretisch natuurkundige die ik voor zijn dood in 2008 geregeld heb ontmoet. Hij was de man die de term zwart gat heeft bedacht. Hij tekende soms een grote u op het bord die het universum weergaf. Op een van de poten tekende hij dan een oog.
Het universum dat zichzelf bestudeert. Wij met onze wetenschap zijn dat oog.'

Anton Pannekoek, sterrenmarxist (Martijn van Calmthout Volkskrant 9 juni 2016 p. 25):
Melkweg
Beroemd zijn zijn schetsen van de Melkweg, die decennialang in de Zeiss Planetaria zijn gebruikt, en die dezer dagen de inspiratie vormen voor een expositie van de Duitse kunstenaar Jeronimo Voss in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
'Nog belangrijker is zijn werk aan de atmosfeer van sterren, waar hij de moderne ideeën over hun opbouw formuleert', zegt Pannekoek-kenner Tai. Dat de Amerikanen die inzichten daarna overnamen zonder Pannekoek zelfs maar te noemen, had weinig met zijn politieke kleur te maken. Het was eerder een kwestie van bescheidenheid, denkt Tai. Pannekoek zelf schreef ooit de standaardgeschiedenis van de astronomie en had daarbij de gewoonte opgevat om zijn eigen werk niet te vermelden.

Joanna Macy & Molly Young Brown: Terugkeer naar het leven
Oefeningen en rituelen om ons weer te verbinden met het levensweb
Veel mensen voelen zich diep geraakt door de ernstige schade die de natuur en het leven op Aarde wordt toegebracht. Omdat we ons zo machteloos voelen, leidt deze pijn vaak tot schuldgevoelens of ontkenning, met als resultaat dat we onze geest afsluiten.
Terugkeer naar het leven van Joanna Macy doet ons beseffen dat wanneer we onze pijn om de wereld ontkennen of onderdrukken, we ook onze kracht ondermijnen om bij te dragen aan de heling ervan. Vanuit dit elementaire inzicht heeft zij al sinds de jaren ’70 Het werk dat weer verbindt ontwikkeld. Voor deze methode heeft zij geput uit de systeemtheorie, diepe ecologie, ecopsychologie en verschillende spirituele tradities. 'Het werk dat weer verbindt' helpt de weg voor te bereiden voor de overgang van de industriële groeimaatschappij naar een levensondersteunende samenleving, een overgang die ook wel de ‘Grote ommekeer’ wordt genoemd. Naast een grondige analyse biedt dit boek een schat aan oefeningen en rituelen, die ons helpen ons weer als deel van het grotere levensweb te ervaren en om waarden als moed, solidariteit en engagement nieuw leven in te blazen. In deze geactualiseerde Nederlandse vertaling is een aantal nieuwe oefeningen opgenomen en is gestreefd naar een aanpassing aan de Nederlands-Vlaamse context. 'Het Werk dat weer verbindt' wordt in toenemende mate toegepast in de transition-town beweging.

Zomer en Herfst
Ieder van ons begrijpt in meerdere of mindere mate dat de cyclus van een jaar een symbool is van het leven van de mens, het leven van ieder van ons, en ook van het leven van het heelal. We weten ook iets van de symboliek van de vier heilige jaargetijden, die beginnen met de winterzonnestilstand, gevolgd door de lentenachtevening, de zomerzonnestilstand en de herfstnachtevening. De winterzonnestilstand vertegenwoordigt de geboorte, de lentenachtevening de periode van groei, de zomerzonnestilstand de tijd van volwassenheid en de herfstnachtevening de tijd die voert naar een nieuwe geboorte.

 

June Boyce-Tillman (uitgever) Spirituality and Music Education Perspectives from Three Continents
10.4. Introduction to New Age
(new age). Holistic phenomenon.
The New-Age Issue.
The main theme is “
the transition from one epoch to another”. And this as based on “the attraction of the sun and the moon exerted on the earth as well as on the movement of the earth in cosmic space”. This astronomical phenomenon is based on the almost imperceptible displacement of the vernal point (precession-movement of the equinoxes).- Up to there pure astronomy.
The vernal equinox, i.e. the place where the sun rises at the moment of the spring equinox, passes through a zodiacal sign - always seen from our earth, thus geocentrically
- in more or less 2.160 years. Consequently, it passes through the 360 degrees of the facial horizon in 25,920 years.

In zijn De revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen der hemellichamen) beschrijft Copernicus drie eeuwige omwentelingen. De aarde die elke dag om haar eigen as (centrum) draait en elk jaar een omwenteling rond de zon maakt. De derde beweging heeft op de precessie van de equinox betrekking, die ongeveer 26.000 jaar duurt. Johan Oldenkamp hanteert voor de precessie 25.920 jaar, DGL 25.868 jaar en Avani van Leeuwe in zijn boek Het heilige pad van de leider 26.000 jaar (p. 51/56).

Hipparchus is the earliest known astronomer to recognize and assess the precession of the equinoxes at about 1° per century (which is not far from the actual value for antiquity, 1.38°).[2] The precession of Earth's axis was later explained by Newtonian physics. Being an oblate spheroid, the Earth has a nonspherical shape, bulging outward at the equator. The gravitational tidal forces of the Moon and Sun apply torque to the equator, attempting to pull the equatorial bulge into the plane of the ecliptic, but instead causing it to precess. The torque exerted by the planets, particularly Jupiter, also plays a role.

United Lodge of Theosophists Explanatory Statement
It should be clearly recognized that there is a wide difference between the Theosophical Movement and any theosophical society or organization. Theosophy has existed eternally throughout cycles upon cycles of the past, and will ever exist throughout the infinitude of the future, because Theosophy is synonymous with EVERLASTING TRUTH — established Truth, recorded in various ages, in various climes, throughout an untold series of incessant observations. On the other hand, a society formed for theosophical work is a visible organization, an effect, a machine for conserving energy and putting it to use; it is not, nor can it be, universal, nor is it continuous. Organized theosophical bodies are made by men for their better cooperation, but, being mere outer shells, they must change from time to time as human defects come out, and as the great underlying spiritual Movement compels such alterations.

De theosofie gaat ervan uit dat er een rechtvaardigheidsmechanisme (wet van harmonie analoog aan de wet van vergelding) een zelfreinigend vermogen in het universum zit ingebakken. De wet tot behoud van energie speelt daarbij een cruciale rol. Alle levensvormen zijn aan de Universele Wet van karma, ten goede of ten kwade onderhevig. Als we standvastig blijven in juist denken en juist handelen, voor de hoofdroute kiezen, zal aan het immense lijden in de wereld geleidelijk een einde komen. Boeddhisme kan worden gezien als de ‘oplossing’, die Boeddha na intense meditatie over de vraag van het lijden, heeft ontvangen. Het Boeddhisme maakt gebruik van de allegorie ‘Karma en Sangha’ en het Hindoeïsme van ‘Karma en Dharma’. In de kabbala neemt En-Soph (11e dimensie, het 11e inzicht) de plaats van het heilige, het onkenbare Sangha en Dharma in.

Fohatic Magnetism(s)
The spiritual magnetism or electricity individual to each entity, from subatomic to galactic. The twelve signs of the zodiac each has its own fohatic magnetism which together form the characteristic quality of the galaxy. These twelve magnetisms, which are actually six bipolar magnetisms, are also responsible for the precession of the equinoxes (FSO 140). “Any planetary chain, as well as any globe thereof, is produced not only by its own monadic svabhava, but . . . the twelve fohatic magnetisms of the twelve constellations are likewise intimately involved with these inherent magnetic svabhavas in producing the planetary chains and their respective globes” (FSO 143). (FSO 125, 127, 139)
FSO - Fountain-Source of Occultism (Bron van het occultisme), by G. de Purucker

Voor meer bijzonderheden kan ook worden verwezen naar het boek De natuurlijke tijd (p. 26 en 27) Peter Toonen.
Tijd is als zodanig te vergelijken met de steeds wijder lopende kringen in het water nadat er een steen in is gegooid.
Voor Precessie verwijs ik graag naar Hoofdstuk IV: De Tzolkin p. 96 - 102.
Lawrence E. Joseph behandelt het thema precessie op p. 41-44 van zijn boek Apocalyps – wordt 2012 het voorspelde vernietigende rampjaar?

Lydia Ross, M.D. The Doctrine of Cycles
The doctrine of cycles is a most important, fascinating, and illuminating subject as it is presented in theosophical teachings. In studying it, we find that here is a logical and comprehensive law which not only bears an intimate relation to our daily lives, but also has a universal range of operation. It not only concerns the details of our whole life, but it applies to everything and to every being in the universe. In short, the law of cyclic recurrences proves to be the principle or regulator for timing the events and operations of everything, visible and invisible, in mind and in matter, in time and in space. We find in it, at last, a reason why things happen when they do.
The ancients well understood the vast sweep of the natural law of periodicity, and they included it in the cosmic scheme of unity when they said: "as it is above, so it is below." H. P. Blavatsky pointed out that it taught
the absolute universality of that law of periodicity, of flux and reflux, ebb and flow, which physical science has observed and recorded in all departments of nature. An alternation such as that of Day and Night, Life and Death, Sleeping and Waking, is a fact so common, so perfectly universal and without exception, that it is easy to comprehend that in it we see one of the absolutely fundamental laws of the universe. — The Secret Doctrine 1:17

Omdraaiing van magnetisch veld aarde duurt hooguit 15 jaar (Govert Schilling Volkskrant 19 april 2016 p. 27):
Leonardo Sagnotti lijkt het zelf nog bijna niet te kunnen geloven, maar zijn metingen laten weinig ruimte voor twijfel: de laatste keer dat het magnetisch veld van de aarde omklapte, gebeurde dat in de belachelijk korte periode van 10 tot 15 jaar.
786 duizend jaar geleden
De oriëntatie van het magnetisch veld, die afhangt van de stromingen in de vloeibare buitenkern van de aarde, klapt eens in de paar honderdduizend jaar om - je kompas wijst dan de andere kant op. Voor het laatst gebeurde dat 786 duizend jaar geleden. Altijd werd aangenomen dat zo'n ompoling duizenden jaren in beslag zou nemen. Klopt ook wel, aldus Sagnotti, verbonden aan het Italiaanse Nationaal Instituut voor Geofysica en Vulkanologie: gedurende lange tijd is het aardmagnetisch veld zwak en instabiel, waardoor het leven blootstaat aan gevaarlijke kosmische straling. Maar de feitelijke flip gebeurt dus heel snel.

 

De Geheime Leer 1:17 Deel I Proloog (p. 46):
De ENE WERKELIJKHEID; haar tweevoudige aspecten in het voorwaardelijke Heelal.
Verder stelt de Geheime Leer:
(b) De eeuwigheid van het Heelal in toto als een grenzeloos gebied, periodiek ‘het toneel van talloze Heelallen die zich onophoudelijk manifesteren en weer verdwijnen’ en die ‘de zich manifesterende sterren’ en ‘de vonken van de eeuwigheid’ worden genoemd. ‘De eeuwigheid van de pelgrim'21 is als een oogwenk van het Zelf-bestaan (Boek van Dzyan). ‘Het verschijnen en verdwijnen van werelden is als een regelmatig getij van eb en vloed.’ (Zie Afdeling II, ‘Dagen en nachten van Brahma’.)
21) ‘Pelgrim’ is de benaming die wordt gegeven aan onze monade (
de twee in één ) gedurende haar cyclus van incarnaties. Zij is het enige onsterfelijke en eeuwige beginsel in ons, omdat zij een ondeelbaar onderdeel is van het integrale geheel – de universele geest, waaruit zij voortkomt en waarin zij aan het eind van de cyclus wordt opgenomen. Als men zegt dat zij uit de ene geest voortkomt, moet men een onbeholpen en onjuiste uitdrukking gebruiken, bij gebrek aan meer geschikte woorden in het Nederlands. De aanhangers van de Vedanta noemen haar sutratma (draad-ziel), maar ook hun uitleg verschilt iets van die van de occultisten. Het verklaren van dit verschil wordt echter aan eerstgenoemden zelf overgelaten.
46/47: Deze tweede stelling van de Geheime Leer betreft de algemene geldigheid van die wet van periodiciteit, van eb en vloed, van neergang en opkomst, die de natuurwetenschap op alle gebieden van de natuur heeft waargenomen en beschreven. Een afwisseling zoals tussen dag en nacht, leven en dood, slapen en waken is een feit dat zo gewoon is, zo volkomen algemeen en zonder uitzondering, dat het gemakkelijk is te begrijpen dat wij er een van de werkelijk fundamentele wetten van het heelal in zien.

The Secret Doctrine,the Synthesis of Science, Religion and Philosophy, a book originally published as two volumes in 1888, is Helena Blavatsky's magnum opus. The first volume is named Cosmogenesis, the second Anthropogenesis. It was an influential example of the revival of interest in esoteric and occult ideas in the modern age, in particular because of its claim to reconcile ancient eastern wisdom with modern science.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I, Enkele vroegere theosofische misvattingen over planeten, ronden en de mens(p. 196):
‘Leid het leven dat noodzakelijk is voor het verkrijgen van die kennis en vermogens, en wijsheid zal vanzelf tot u komen. Steeds wanneer u in staat bent om uw bewustzijn af te stemmen op een van de zeven snaren van het ‘universele bewustzijn’; die snaren die zijn gespannen op het klankbord van de Kosmos en die trillen van eeuwigheid tot eeuwigheid; wanneer u ‘de muziek van de sferen’ grondig hebt bestudeerd, pas dan zult u geheel vrij zijn om uw kennis te delen met hen met wie dit veilig is.‘
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 2 De mysterietaal en haar sleutels (p. 342):
Ze bezaten die kennis ongetwijfeld, en op deze ‘kennis’ was het programma van de MYSTERIËN en van de reeks inwijdingen gebaseerd: zo werd de bouw van de piramiden mogelijk, de eeuwigdurende getuigenis en het onverwoestbare symbool van deze mysteriën en inwijdingen op aarde, zoals de banen van de sterren dit aan de hemel zijn. De cyclus van de inwijding was een weergave in het klein van die grote reeks kosmische veranderingen waaraan de astronomen de naam tropisch of siderisch jaar hebben gegeven. Evenals aan het einde van de cyclus van het siderische jaar (25.868 jaren) de hemellichamen terugkeren tot dezelfde stand ten opzichte van elkaar als zij aan het begin daarvan innamen, heeft ook de innerlijke mens aan het einde van de cyclus van inwijding zijn oorspronkelijke staat van goddelijke zuiverheid en kennis herkregen, van waaruit hij begon aan zijn cyclus van aardse incarnaties.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 1 Archaïsche of hedendaagse antropologie? (p. 742):
In onze tegenwoordige tijd is alleen al de bewering dat er een kracht bestaat die menselijke vormen kan scheppen – gereedgemaakte omhulsels waarin de ‘bewuste monaden’ of nirmānakāya’s uit vorige manvantara’s kunnen incarneren – natuurlijk absurd en belachelijk! Wat anderzijds wel als heel natuurlijk wordt beschouwd, is de productie van een monster van Frankenstein, plus moreel bewustzijn, religieuze aspiraties, genie en een gevoel van een eigen onsterfelijke natuur in zichzelf – en wel door ‘fysisch-chemische krachten, geleid door een blinde almachtige evolutie’ (Pedigree of Man). Maar het denkbeeld van de oorsprong van die mens, niet
ex-nihilo, opgebouwd uit wat rode klei, maar uit een levend goddelijk wezen, dat het astrale lichaam met omringende bouwstoffen een vaste vorm geeft – deze opvatting is volgens de materialisten te dwaas om te noemen. Niettemin zijn de occultisten en theosofen bereid hun beweringen en theorieën – hoe onwetenschappelijk en bijgelovig deze op het eerste gezicht misschien ook zijn – wat hun intrinsieke waarde en waarschijnlijkheid betreft te laten vergelijken met die van de hedendaagse evolutionisten. De esoterische leer is dus in volkomen tegenspraak met de darwinistische evolutie wanneer die wordt toegepast op de mens, en gedeeltelijk als het andere soorten betreft.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 711,712):
De waardevolle filosofische opmerkingen van Hegel blijken hun toepassing te vinden in de leringen van de occulte wetenschap, die aantoont dat de natuur altijd werkt met een bepaald doel, waarvan de gevolgen altijd tweevoudig zijn. Dit werd gezegd in onze eerste occulte boeken, in Isis Ontsluierd, Deel 1, blz. 34 (Engelse uitgave), met de volgende woorden:
Evenals onze planeet elk jaar eenmaal om de zon draait en tegelijk in elke vierentwintig uur één keer om haar eigen as wentelt en zo kleinere cirkels beschrijft binnen een grotere, zo wordt binnen de grote saros het werk van de kleinere cyclische perioden volbracht en opnieuw begonnen.
De omwenteling van de fysieke wereld gaat volgens de leer van de Ouden vergezeld van een soortgelijke omwenteling in de wereld van het verstand – want de spirituele evolutie van de wereld verloopt evenals de fysieke volgens cyclussen.
Zo zien we in de geschiedenis een regelmatige afwisseling van eb en vloed in het getij van de menselijke vooruitgang. De grote koninkrijken en keizerrijken van de wereld raken, nadat ze het hoogtepunt van hun bloei hebben bereikt, weer in verval, overeenkomstig dezelfde wet waardoor zij tot aanzien kwamen; totdat de mensheid, nadat ze het laagste punt heeft bereikt, zich weer doet gelden en nogmaals opklimt, waarbij volgens deze wet van cyclisch opklimmende vooruitgang, het bereikte iets hoger ligt dan het punt vanwaar zij daarvóór was afgedaald.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 17 De dierenriem en zijn ouderdom (p. 721):
Pythagoras en na hem Philo Judaeus beschouwden het getal 12 als heel heilig. ‘
De dodecaëder is een VOLMAAKT getal.’ Het is het getal van de tekens van de Dierenriem, voegt Philo eraan toe, die de zon in twaalf maanden bezoekt, en het is ter ere van dat teken dat Mozes zijn volk in twaalf stammen verdeelde, de twaalf koeken (Levit. xxiv, 5) van het toonbrood instelde en twaalf edelstenen plaatste rond het gewaad van de hogepriesters. (Zie De Profugis.)
Volgens Seneca onderwees Berosus het voorspellen van elke toekomstige gebeurtenis en ramp op basis van de Dierenriem; en de door hem vastgestelde tijd voor de grote wereldbrand (pralaya) en die voor een zondvloed blijken overeen te stemmen met de tijd die wordt gegeven in een oude Egyptische papyrus. Die tijd komt bij elke vernieuwing van de cyclus van het siderische jaar van 25.868 jaar. De namen van de Akkadische maanden werden genoemd naar en ontleend aan de namen van de tekens van de Dierenriem, en de Akkadiërs zelf waren er veel eerder dan de Chaldeeën. Proctor toont in zijn Myths and Marvels of Astronomy aan, dat de sterrenkundigen van de oudheid in 2400 v.Chr. een heel nauwkeurig sterrenkundig stelsel hadden verkregen; de hindoes rekenen hun kaliyuga vanaf een grote periodieke conjunctie van de planeten, die 31 eeuwen vóór Christus plaatsvond; en toch waren het de Grieken die behoorden tot de veldtocht van Alexander de Grote, die de Arische hindoes in de sterrenkunde zouden hebben onderwezen!
722: Of de oorsprong van de Dierenriem nu Arisch of Egyptisch is, deze is in ieder geval ontzaglijk oud. Simplicius (6de eeuw n.Chr.) schrijft dat hij altijd had gehoord dat de Egyptenaren gedurende de laatste 630.000 jaar sterrenkundige waarnemingen hadden bijgehouden en opgetekend. G. Massey schijnt door deze mededeling te zijn geschrokken; hij merkt hierover in zijn
Natural Genesis (Deel II, blz. 318) op: ‘Als wij dit aantal jaren als maanden lezen, die de Egyptenaren volgens Euxodus jaren noemden, dan zou dat nog de duur van twee precessiecyclussen (of 51.736 jaar) opleveren.’ Diogenes Laërtius voerde de sterrenkundige berekeningen van de Egyptenaren terug tot 48.863 jaar vóór Alexander de Grote (Proloog, 2). Martianus Capella bevestigt dit door het nageslacht mee te delen dat de Egyptenaren de sterrenkunde meer dan 40.000 jaar lang in het geheim hadden bestudeerd, voordat zij hun kennis aan de wereld schonken (Astronomy of the Ancients, Lewis, blz. 264).

Geoffrey Hodson Kingdom of the Gods
Cell growth
A living cell is able to store up energy which leads to growth and the process of reproduction. Simple materials, unlike themselves but of the same atomic structure, are absorbed as food. Plant cells absorb carbon dioxide, for exam-ple, and under photo-synthesis can build up carbohydrates. A crystal, however, only grows in material which is the same as itself. The more evolved condition than in minerals of the indwelling life of plants is also indicated by the ability of living organisms to react to external stimuli, such as sunlight, and to display powers of self-preservation or maintenance of identity and integrity, and by observed behaviour.
The presence of this indwelling and evolving life is so far undetectable by science but not necessarily by the higher senses of man. It is, however, being regarded as a logical necessity in view of the behaviour of living matter. Whether this life essence universally distributed throughout space is called “cosmoszoa” or
“panspermia”, under right conditions it plays its essential part in giving rise to living matter. In addition, the cell grows by the deposit of electrically-charged particles or ions. Charged molecules are deposited in correct balance so that perfect development may take place for the particular organism.

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen deel 3: 1887 –1889
Hoofdstuk Wat is waarheid? p. 272):
Huxley zegt ook ‘dat als het mij was gegeven om voorbij de afgrond van de geologisch vastgelegde tijd te kijken naar de nog veel verder terug liggende periode, toen de aarde scheikundige en natuurkundige omstandigheden doormaakte die ze nooit meer kan terugzien, ik – op basis van waarschijnlijkheid en niet van bewijs – zou verwachten getuige te zijn van de evolutie van levend protoplasma uit niet-levende stof.’1 Als we de ontwikkeling van anorganische stof volgen naar de vorm die de levende organismen het dichtst benadert, komen we bij die complexe stoffen die ‘colloïden’ worden genoemd, die zoiets zijn als het eiwit van een ei, en het laatste stadium van de opgaande lijn vormen van anorganische stof naar organisch leven. Als we het spoor van het leven terugvolgen, komen we uiteindelijk bij het ‘protoplasma’, dat door Huxley ‘de fysieke basis van het leven’ wordt genoemd, een kleurloze, geleiachtige substantie, absoluut homogeen zonder delen of structuur. Protoplasma is duidelijk de dichtste benadering van het leven tot de stof; en als het leven ooit uit atomaire en moleculaire combinaties is ontstaan, dan was het in deze vorm.
1) Huxley’s toespraak ‘
Biogenesis and abiogenesis’ voor The British Association for the Advancement of Science, 1870.

De hypothese van Panspermia of panspermie (spontane generatie) staat diametraal tegenover Abiogenese, het (hypothetische) ontstaan van leven uit niet-levende materie.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II Stanza 1 De nacht van het heelal (p. 65/66):
(a) Met de zeven ‘eeuwigheden’ worden onafzienbare tijdperken bedoeld. Het woord ‘eeuwigheid’ zoals het in de christelijke theologie wordt opgevat, heeft voor een toehoorder uit Azië geen betekenis, behalve als het wordt toegepast op het ene bestaan; ook de uitdrukking ‘eeuwig voortbestaan’, het eeuwige alleen naar de toekomst, is een onjuiste benaming1. Dergelijke woorden bestaan niet en kunnen niet bestaan in de filosofische metafysica en waren tot de komst van het kerkelijke christendom onbekend. De bedoelde zeven eeuwigheden zijn de zeven tijdperken, of een tijdperk dat in duur overeenkomt met de zeven tijdperken van een manvantara en dat zich uitstrekt over een hele maha-kalpa of ‘grote eeuw’ – 100 jaren van Brahma – en dat in totaal 311.040.000.000.000 jaren omvat. Ieder jaar van Brahma bestaat uit 360 ‘dagen’ en evenveel ‘nachten’ van Brahma (gerekend volgens het chandrayana of maanjaar). Een ‘dag van Brahma’ bestaat uit 4.320.000.000 van onze jaren. Deze ‘eeuwigheden’ behoren tot de meest geheime berekeningen, waarin, om tot het ware totaal te komen, elk getal 7x (7 tot de macht x) moet zijn, waarbij x verschilt naar gelang van de aard van de cyclus in de subjectieve of werkelijke wereld. Ieder cijfer of getal dat betrekking heeft op de verschillende cyclussen, van de grootste tot de kleinste – in de objectieve of onwerkelijke wereld – of dat deze cyclussen weergeeft, moet noodzakelijk een veelvoud van zeven zijn. De sleutel hiertoe kan niet worden gegeven, want hierin ligt het geheim van de esoterische berekeningen, en voor het maken van gewone berekeningen is hij van geen betekenis. ‘Het getal zeven’, zegt de Kabbala, ‘is het grote getal van de goddelijke Mysteriën’; het getal tien is dat van alle menselijke kennis (de decade van Pythagoras); 1000 is het getal tien tot de derde macht en daarom is het getal 7000 ook symbolisch. In de Geheime Leer zijn het cijfer en het getal 4 alleen op het hoogste gebied van abstractie het mannelijke symbool; op stoffelijk gebied is 3 het mannelijke en 4 het vrouwelijke: de verticale en de horizontale lijn in het vierde stadium van de symboliek, toen de symbolen de tekens werden van de voortbrengende krachten op stoffelijk gebied.

De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk De oorspronkelijke manu’s van de mensheid, p. 351,352:
In de elfde crore3 wordt de moeder (de aarde) ondoorzichtig, en in de VEERTIENDE1 vinden de pijnen van de adolescentie plaats. Deze stuiptrekkingen van de natuur (geologische veranderingen) duren ononderbroken voort tot haar twintigste crore van jaren, waarna ze periodiek worden, en met lange tussenpozen voorkomen.
3) Dit is in het tijdperk van de zogenaamde secundaire schepping. Over de primaire, toen er op de aarde drie elementalenrijken waren, kunnen we om verschillende redenen niet spreken; één daarvan is dat men – tenzij men een groot ziener is, of van nature intuïtief – dat wat nooit in bestaande woorden kan worden uitgedrukt, niet zal kunnen begrijpen.
1)
Hippocrates zei dat het getal zeven ‘door zijn occulte krachten neigde tot het tot stand brengen van alle dingen, schenker te zijn van het leven en bron van alle verandering daarin’. Het leven van de mens verdeelde hij in zeven tijdperken (Shakespeare), want ‘zoals de maan haar fasen elke zeven dagen verandert, beïnvloedt dit getal alle ondermaanse wezens’, en zelfs de aarde, zoals wij weten. Bij het kind verschijnen de tanden in de zevende maand en hij wisselt ze als hij zeven jaar is; bij tweemaal zeven begint de puberteit en bij driemaal zeven zijn al onze verstandelijke en vitale vermogens ontwikkeld; bij viermaal zeven is hij in zijn volle kracht, bij vijfmaal zeven zijn zijn hartstochten het verst ontwikkeld, enz. Dat geldt ook voor de aarde. Deze heeft nu de middelbare leeftijd bereikt, maar is daarom toch niet veel wijzer. Het
tetragrammaton, de vierletterige heilige naam van de godheid, kan op aarde slechts worden ontbonden door zevenvoudig te worden door de zichtbare driehoek, die tevoorschijn komt uit de verborgen . Daarom moet men op dit gebied het getal zeven aannemen. Zoals staat geschreven in de Kabbala, ‘De grotere heilige samenkomst’, v. 1161: ‘Want er is stellig geen stabiliteit in die zes, behalve (wat zij ontlenen) aan de zevende. Want alle dingen hangen af van de ZEVENDE.’
354: Daarom ontkent de hedendaagse wetenschap het bestaan van Atlantis. Ze ontkent zelfs
elke heftige verschuiving van de aardas, en zou de verandering van de klimaten aan andere oorzaken willen toeschrijven. Maar deze vraag staat nog steeds open. Ook al beweert dr. Croll dat al zulke veranderingen kunnen worden verklaard als gevolgen van nutatie en de precessie van de equinoxen, er zijn andere geleerden, zoals Sir H. James en Sir John Lubbock3, die meer geneigd zijn het denkbeeld te aanvaarden dat deze door een verandering van de stand van de aardas zijn veroorzaakt. De meeste astronomen maken hiertegen bezwaar.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 18 Over de mythe van de ‘gevallen engel’ in haar verschillende aspecten (p. 549):
De goden van het licht komen voort uit de goden van de duisternis
Nergens is de metafysische waarheid duidelijker, wanneer zij esoterisch wordt verklaard – of meer verborgen voor het gemiddelde begripsvermogen van hen die in plaats van de verhevenheid van het denkbeeld te waarderen, het alleen kunnen verlagen – dan in de
Upanishads'', de esoterische toelichtingen op de Veda’s. De Rig Veda, zoals Guignault deze kenschetste, ‘is de meest verheven voorstelling van de grote wegen van de mensheid’. De Veda’s zijn in de esoterie van de Vedanta en de Upanishads ‘de spiegel van de eeuwige wijsheid’, en zullen dat altijd blijven.
Meer dan zestien eeuwen lang hebben de nieuwe maskers die men de oude goden heeft opgedrongen, hen voor de nieuwsgierigheid van het volk verborgen, maar tenslotte bleken ze toch niet te passen. Toch hebben de metaforische VAL en de even metaforische verzoeningsdood en kruisiging de westerse mensheid langs wegen gevoerd waarop zij tot de knieën door het bloed waadde. Erger nog, zij brachten de mensheid ertoe te geloven in het dogma van de boze geest, duidelijk verschillend van de geest van al het goede, terwijl toch de eerstgenoemde in alle stof leeft en bij uitstek in de mens. Tenslotte werd het godslasterlijke dogma van de hel en de eeuwige verdoemenis geschapen, en werd een dichte sluier gehangen tussen de hogere intuïties van de mens en de goddelijke waarheden; en het meest verderfelijke gevolg van dit alles was dat de mensen onwetend werden gehouden van het feit dat er geen duivels, geen duistere demonen in het Heelal waren vóór het verschijnen van de mens zelf op deze en waarschijnlijk op andere aarden. Van toen af werden de mensen ertoe gebracht als twijfelachtige troost voor de smarten van deze wereld het denkbeeld van de erfzonde te aanvaarden.
De filosofie van die natuurwet die zowel in de mens als in elk dier een hartstochtelijk, ingeboren en instinctief verlangen naar vrijheid en zelfbeschikking inplant, behoort tot de psychologie en hierop kan nu niet worden ingegaan. Om dit gevoel in hogere intelligenties aan te tonen, om het te analyseren en er een natuurlijke reden voor te geven, zou bovendien een eindeloze filosofische toelichting nodig maken, waarvoor hier geen ruimte is.

Michael Gomes Hoe De Geheime Leer tot stand kwam (p. 3)
5: Deze brochure is het artikel van
Michael Gomes, dat hij schreef ter gelegenheid van bovengenoemd feit, en werd gepubliceerd in Theosofia nummer 4 van juli 1988.
Terwijl de meeste theosofen bekend zijn met het feit dat
H.P. Blavatsky's magnum opus, De Geheime Leer, in 1888 werd uitgegeven en op de hoogte zijn van de veelomvattende theorieën over kosmogenesis en antropogenesis welke we daarin aantreffen, zijn de gebeurtenissen die het boek tot stand hielpen komen niet zo goed bekend. Gelukkig bestaat er een aantal verslagen van ooggetuigen die het mogelijk maken om deze periode te reconstrueren. Het boeiendst en het meest gedetailleerd is Reminiscences of H.P. Blavatsky and The Secret Doctrine ('Herinneringen aan H.P. Blavatsky en De Geheime Leer') van gravin Wachtmeister, in 1893, na de dood van HPB, gepubliceerd en door Quest opnieuw uitgegeven.

Primair draait het om Een bij te stellen natuurbeeld, De scala naturae en het fenomeen ‘tijd’ (de 'pijl van de tijd' bestaat echt van Prigogine) zoals Harm Bart in zijn recensie (Civis Mundi 28 oktober 2013) van het boek Nieuwe vensters op de werkelijkheid aan de orde stelt.
Van der Wal is van mening dat dit proces moet worden gekeerd - ook in het belang van de mens zelf. Daarbij betoogt hij dat het klassiek-moderne natuurbeeld - zoals dat na Newton ontstaan is - zelf al geruime tijd niet meer voldoet. Het is een natuurbeeld dat gekarakteriseerd wordt door denken in termen van causaliteit, door een volledige gedetermineerdheid waarin de toekomst restloos wordt bepaald door het verleden. Een natuurbeeld waarin vrije wil en verantwoordelijkheid niet of nauwelijks zijn in te passen. Waarin een fenomeen als (zelf)bewustzijn kan worden afgedaan als een bijverschijnsel, een illusie. Iets waaraan overigens een paradoxaal trekje zit: zonder die bewustzijnsverschijnselen zouden de betreffende kwesties niet eens kunnen opkomen. En ook de wiskunde - essentieel voor de verregaand gemathematiseerde natuurwetenschap en de met haar onlosmakelijk verbonden wetenschappelijke technologie[7] - is in haar vergaande abstractie bij uitstek een product van wat we gemakshalve dan toch maar de menselijke geest noemen.
De scala naturae
In lijn met dit alles besteed Van der Wal ruim aandacht aan het met de systeembenadering verbonden idee van ‘downward causation’. De term zelf al suggereert een zekere gelaagdheid die in de natuur wordt aangetroffen en dat denkbeeld loopt inderdaad als een rode draad door het besproken boek. Een oude gedachte die in deze context ook weer een plaats krijgt is die van de ladder van het zijnde, the great chain of being, die Stufenleiter (ladder van het leven), de scala naturae. Het gaat er om dat in de werkelijkheid lagen zijn te onderscheiden. Daarbij doen zich op ‘lagere’ niveaus ‘voorafschaduwingen’ voor van wat ‘hogerop’ wordt aangetroffen. En van die hogere niveaus gaat als het ware een trekkracht uit waardoor de zaken ook op de toekomst kunnen zijn aangelegd.
Op het hoogste plan - dat van de mens (voor zover ons bekend[10]) - wordt het universum zich als het ware van zichzelf bewust. Het is ook op dat punt waar we de wereld van de eerdergenoemde waarden binnentreden. Waarden die volgen Van der Wal niet straffeloos kunnen worden gereduceerd tot een economische ‘prijs’.
"Met de menswording in de evolutie (antropogenese) wordt die evolutie zich bewust van zichzelf en wordt zij tevens een beschavingsproces. Daarin groeit de behoeft aan reflectie op zin en betekenis ervan".

'Uiteindelijk moet je het zelf doen' (Megan McArdle Volkskrant 6 augustus 2016 p. 26):
Eigenlijk wilde ze romanschrijfster worden, maar na een bachelor in de Engelse literatuur werd het toch de prestigieuze Booth School of Business van Chicago. Een MBA (Master of Business Administration) van de universiteit van Chicago was eind jaren negentig het best denkbare ticket voor een glanzende carrière.
Maar het liep anders voor Megan McArdle, geboren en getogen in New York City. Net toen ze afstudeerde in 2001, stortte de economie in als gevolg van de dotcom-bubble. Naast veel tijdelijke baantjes startte ze een veelgelezen blog over economische onderwerpen voor gewone mensen. Inmiddels is ze economisch commentator voor de website BloombergView.
Haar The Up Side of Down is een buitengewoon origineel boek over misstappen van bedrijven, personen en Megan McArdle zelf. Het gaat over de pijn van het afgewezen worden bij sollicitaties en hoe je die kunt bestrijden. Over kuddegedrag bij het kopen van te dure huizen of aandelen. Over het obsessief je kinderen afschermen tegen alle denkbare risico's en ongelukjes. Over het onvermogen van succesvolle bedrijven om zich aan te passen aan nieuwe marktomstandigheden. Maar ook over de neiging een gebroken relatie tegen beter weten in toch weer proberen te lijmen. 'Falen is altijd een combinatie van drie factoren', licht McArdle toe. 'Pech, slechte omstandigheden en slechte beslissingen van jezelf.

'Herverdeling van inkomen is nodig' (Hans Wansink de Volkskrant 6 augustus 2016 p. 25):
Chrystia Freeland bewoog zich twintig jaar lang tussen de nieuwe rijken over de hele wereld, voor de Financial Times, The Economist en voor financieel expertisebureau Thomson Reuters. Een keur aan miljardairs behoort tot haar vriendenkring, van speculant en weldoener George Soros, via Aditya Mittal van het gelijknamige staalconcern tot Google-tycoon Eric Schmidt.
Haar bestseller
Plutocrats is een schitterend én ontluisterend portret van de superklasse van miljardairs die de wereld over vliegt om de economische en politieke omstandigheden naar hun hand te zetten. De Canadese minister-president Trudeau benoemde Freeland eind 2015 tot minister van Internationale Handel.

Frank Visser verbindt in zijn boek Zeven Sferen, Theosofie als leidraad voor psychologie en levensbeschouwing, Mensbeeld en Wereldbeeld, de mens als zevenvoudig wezen met de leer van de zeven sferen.

K.V.K. Nehru Eeuwige onophoudelijke beweging - Het nieuwe paradigma van de wetenschap Newton, Einstein en wat daaruit volgt
Uit de Tweede Wet van Newton weten wij dat als een kracht F werkt op een massa m, de versnelling (= de mate van verandering van de snelheid) a, wordt weergegeven door de relatie a= F/m. Maar experimenten die uitgevoerd zijn op elektrisch versnelde deeltjes toonden definitief aan dat dit niet het geval is bij zeer hoge snelheden.
Wij merken ook dat sommige inverse sector processen bredere implicaties hebben en relevant zijn voor de levenswetenschappen. Alle bizarre aspecten van de quantum verschijnselen volgen logischerwijze uit de discrete natuur van ruimte en tijd. Bovendien biedt het systeem van theorieën gebaseerd op de universele beweging een rationeel en begrijpelijk beeld van de realiteit die ten grondslag ligt aan de quantum fenomenen, dat de quantum theorie ons niet verschaft.

M.F. Elling Het einde der tijden (p. 346):
Hoofdstuk C.G. Jung Bloeien en wellicht vergaan
Vanaf voldoende afstand zijn Paracelsus zowel als Jung 'wereld'- beroemde medici die hun medische studies en praktijken integreerden met esoterische zaken als astrologie en alchimie. Etc.
De mens is dank zij zijn reflecterende geest boven de dierenwereld uitgetild en demonstreert door zijn geest dat de natuur in hem een hoge premie juist op de ontwikkeling van het bewustzijn heeft gezet. Door het bewustzijn neemt hij bezit van de natuur, doordat hij het er-zijn van de natuur erkent en in zekere zin de Schepper bvestigt. Daardoor wordt de wereld tot verschijnsel, want zonder bewuste reflectie zou zij niet bestaan. Etc. De geschiedenis van de natuur verhaalt ons van een toevallige en nonchalante verandering van de soorten over miljoenen jaren en van verslinden en verslonden worden. Van dit laatste maakt ook de biologische en politieke geschiedenis in overgrote mate melding.
Hoofdstuk Pierre Teilhard de Chardin, Het einde is de bekroning (p. 400):
Het idee achter het werk was de samenleving van twee door wederzijds wantrouwen gescheiden gebieden: het bijbelse scheppingsverslag en de evolutietheorie. Teilhard de Chardin probeert een integratie te bewerkstelligen door één goddelijke energie te poneren, die in een proces van 'gepland toeval' het ontstaan van materie, leven en bewustzijn stuurt, en zal blijven sturen tot aan de uiteindelijke concentratie van het bewustzijn in een supermensheid, die een supersoon zal zijn met Christus als hart. Het is een ontwerp dat in de spiritualistische traditie van Joachim de Flore tot Jung en verder.

De vreugde van het geloven (Bert Keizer de Volkskrant 9 juli 1999):
In de jaren vijftig puilden de katholieke kerken nog uit. Het kerkelijk leven bloeide volop. Daarna was het snel afgelopen, beatmis of geen beatmis....
De generatie van net na de oorlog kan het terugkijkend nog zien als een zegen, omdat je er voeling door hield met voorbije eeuwen, zonder die prijs van achterlijkheid te hoeven betalen, die van onze ouders in hun weerloosheid geëist werd.Maar wie katholiek was, of is, en nog vóór de oorlog geboren, kan terugblikken op een beklemmende orthodoxie waaraan men zich niet zonder persoonlijke schade kon onttrekken. In zijn boek Geloven - Portret van een tempeldienaar laat M.F. Elling alle verontschuldiging of veroordeling ver onder zich om in stijlvol proza de katholieke geloofsleer te bezingen. Elling werd in 1933 in Utrecht geboren, flirtte halverwege zijn studie Nederlands even met het toneel, maar eindigde toch als leraar voor de klas. In 1972 promoveerde hij op het toneelwerk van Michel de Ghelderode. Van 1977 tot 1989 was hij docent theaterwetenschappen aan de universiteit van Amsterdam. In 1996 publiceerde hij bij Meulenhoff een verzameling apocalyptische teksten onder de titel
Het einde der tijden. Het proefschrift over De Ghelderode en het apocalyptisch lexicon waren boeken met voetnoten, verwijzingen, commentaren, problemen, enzovoort. Als je het daarmee vergelijkt, treft zijn Geloven door een bijna achteloze finesse, die zich niet laat opbouwen door feitenverzameling, maar die slechts gegroeid kan zijn uit een jarenlange omgang met het beschrevene: het katholicisme in Midden-Nederland tussen 1948 en 1960. Etc.
Dante raasde de twintigste eeuw voorbij over de ruime banen van intellectueel Europa. Wittgenstein was alweer dood, Beckett had bijna zijn Nobelprijs, maar in onze parochie bleef de Drievuldigheid een ondoorgrondelijk mysterie. Elling neemt zijn lezers mee naar deze unieke plek, en beschrijft hoe het leven was, daar binnen in die laatste enclave van het rooms-katholicisme, want hierna dringt het heden onherroepelijk binnen en volgt nog slechts verbrokkeling in volkstaal, vrouwen op het altaar, beatmis en die allerredelijkste afwijzing van het celibaat. Ja, wie eenmaal gaat nadenken, verlaat natuurlijk onmiddellijk deze voorstelling en vraagt zich af hoe hij er ooit in verzeild raakte. Elling wil deze geloofsleer niet analyseren, maar op een begeesterde en humorvolle manier beschrijven. Het verlossende van het boek is dat er in het zicht van al die eeuwigheid steeds ruimte blijft voor een jongen die ook onder de navel bestaat:
'Vergeve de Heer van het Al dat de eerste blik van de kerkganger niet Zijn altaar geldt waar Hij rust in het tabernakel, maar dat diens ogen eerst de banken langs snellen om te constateren dat zij er niet is.'

Goochelen met 2000 HET FIN DE SIECLE EN DE GROTESKE GETALLENSYMBOLIEK
STEL JE KENT bij een eenvoudig coderingsspelletje aan de letter A nu eens niet de getalswaarde 1 toe, maar 100.... (Michael Zeeman Volkskrant 20 juni 1997):
In Het einde der tijden, een bloemlezing van apocalyptische teksten die theaterwetenschapper M.F. Elling samenstelde, staat een prent van Otto Pankok waarop de vervulling van Johannes' profetie in de gestalte van de Führer uit de doeken wordt gedaan. Wat nou wir haben es nicht gewusst: we hadden het met een beetje rekenen zelfs vooraf kunnen weten.Een mens moet, zo blijkt keer op keer, vrij sterk in zijn schoenen staan om bij het zien van zo'n verbluffende toevalligheid niet voor de mystieke verleiding te bezwijken. Etc.
In de bloemlezing die Elling maakte, zijn hemeltekenen en de mystieke, zij het ook cryptische boodschappen die in getallen verborgen gaan, de constanten. Eeuwenlang hebben ze het ondergangsdenken weten te inspireren en gezien het gegoochel met '2000' is het eind daarvan nog niet in zicht. Zonder vallende sterren en kometen zou de ondergang van de wereld een stuk lastiger aan te kondigen zijn, en zonder rare cijferreeksen zouden achteraf geen dwingende rechtvaardigingen van rampen en catastrofen te geven zijn.En dat gaat allemaal terug op een misverstand, op wazig gemijmer van doorgaans neoplatoonse aard of pythagoreïsche herkomst. Daarin overheerst de vergissing dat iets bestaat doordat wij het erover hebben, en dat de orde die wij door middel van taal en wiskunde aanbrengen in onze waarnemingen verwijst naar een vergelijkbare orde in de werkelijkheid. Naamgeven wordt dan benoemen en in een moeite door is dat ontsluieren, het ontsluieren van de ware werkelijkheid achter de waarneembare. De herinnering aan die ideële wereld speelt daarin een doorslaggevende rol: ergens in ons brein sluimert kennis van de echte wereld, kennis die niet door waarneming is verworven, maar die anders is, arcaan, en die stellig ook waarachtiger is dan die troebele kennis die we uit onze waarneming halen.

Opwaardering van het ritueel (Chris Rutenfrans Trouw 6 augustus 1999):
Op 18 juni publiceerde Trouw een pleidooi van de econoom prof. F.W. Rutten voor het herstel van een wekelijkse eucharistieviering met een bevoegde priester in elke rk parochie. Er bleek een bekeringsverhaal achter schuil te gaan. Rutten was na een persoonlijke crisis een mystieke weg opgegaan en was zich daardoor pas goed bewust geworden van de betekenis van het rk avondmaal: de werkelijke aanwezigheid van het lichaam en bloed van Christus in brood en wijn, iets wat een pastoraal werker nu eenmaal niet kan bewerkstelligen.
Rutten, Moyaert en Van Bruggen zullen ongetwijfeld veel genoegen beleven aan het onlangs verschenen boek 'Geloven; Portret van een tempeldienaar' van theaterwetenschapper M. F. Elling (geb. 1933). Elling schetst gedetailleerd de rituelen van het roomse kerkelijke jaar zoals zich dat nog in de jaren vijftig ontrolde, van de eerste zondag van de advent tot en met de vierentwintigste zondag na pinksteren. Het boek is uitgegeven in de reeks SUN literair. Terecht. Elling heeft geen dorre wetenschappelijke studie geschreven, maar persoonlijke herinneringen en hij verwoordt die met grote stilistische fijnzinnigheid en elegantie.
Voor de 'bewuste gelovige' die Elling naar eigen zeggen in die tijd was, bood het kerkelijk jaar een belangrijk houvast voor wat er in zijn eigen leven gebeurde. Zijn bewustheid contrasteert geestig met de onbewustheid van de grote massa der kerkgangers. Herhaaldelijk verzucht de jonge gelovige hoe jammer het is dat niet iedereen de juiste beleving heeft op de kerkelijk daartoe voorgeschreven tijd. Zo hoeft hij voor de paasnacht, 'de grootste viering van het jaar, drie uren rond middernacht' niet te dringen. ,,Als de kerk halfvol is, is het mooi, terwijl er voor de bewuste christen toch geen denken aan is deze nacht te missen.''

Voor het in het universum verborgen mechanisme (goddelijke energie) zie Johan Oldenkamp. Zijn publicaties sluiten op het theosofische gezichtpunt aan.

Johan Oldenkamp Hoe alle kalendersystemen samen naar de precessiecyclus wijzen
De vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de boekencollectie genaamd de Bijbel gaan in eerste instantie over de vier energieën en staan verder boordevol verwijzingen naar het afgelopen Vissen-tijdperk. Wie anno 2013 nog steeds denkt dat Jezus echt als mens heeft geleefd, die heeft blijkbaar de onmiskenbare waarheid van de Wholly Science nog niet geproefd. Wholly Science verklaart namelijk waarom Jezus de Zon van God is. In het Evangelie van Lucas lezen we in hoofdstuk 22 “… zal jullie een man tegemoet komen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat …”. In 2012 zijn we dat huis van de Waterman binnengegaan, voor een periode van 2160 jaar. En de verhalen van de Oude Testament gaat over de voorgaande Aeonen, namelijk Ram (Abraham = Ab Ram = van Ram) en Stier (Het Gouden Kalf, wat dus eigenlijk een Bronzen Stier was). De Aeonen van Ram en Vissen samen vormden het IJzeren Tijdperk en duurden in totaal 432.000 jaar. De Klok van Gizeh (video) kent meerdere verwijzingen naar dit aantal. Nu leven we dus opnieuw in het Bronzen Tijdperk, net als in de periode voor die van (= Ab) Ram.

Richard Brooks De vele betekenissen van maya
Is het alleen maar het Indiase equivalent van die pessimistische waardering van het leven die te vinden is in het boek Prediker, ’IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid’ (1:2)? Of zoals de Bijbel zegt: ‘Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde staat in eeuwigheid; ook rijst de zon op en de zon gaat onder, en hijgend ijlt zij naar haar plaats, waar zij oprees. De wind gaat naar het Zuiden, en zij draait naar het Noorden; aldoor draaiend gaat hij voort, en op zijn kringloop keert de wind weer terug… alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeiend, en er is niets nieuws onder de zon’ (1:4-9).

Paulrca Franck Elementaire elektriciteit:
Een reeks grondige experimenten om de beweging van de materiële ether te detecteren leidde niet tot resultaten. Michelson en Morley werden gezien als diegenen die de "ether" teniet deden. Ook al bewezen hun experimenten enkel de afwezigheid van een materiële ether! En dus niet het eventuele bestaan van de Lorentz-constante niet-materiële ether. De Maxwell vergelijkingen en het veld-concept werden als hoogste waarheid verdedigd. Na Einsteins fundamentele relativiteits theorie kort na het begin van de vorige eeuw, vervaagde de idee van een ether en het veld-concept regeerde als nooit tevoren. Inderdaad ging men zo ver in de INTERPRETATIES van Einsteins relativiteitstheorie dat men bevestigde dat men een golf kan hebben ZONDER een medium. Dat wil dus zeggen, men kan iets doen golven zonder dat er iets is om te doen golven!! Hierna kondigde men het finale einde aan van de ether-gedachte als medium zonder dat Einstein zelf zoiets ooit gesugerreerd had. En met de geboorte van Einsteins General Theory of Relativity werd zelfs massa benoemd als simpele "verbuiging" van ruimte-tijd of het vacuum, NIETS. De quantummechanica kwam en daarmee verdwenen ook zekerheid en determinatie als betekenisvolle concepten. Chaos , waarschijnlijkheid en willekeurigheid werden de heersende ideeën. Er ontstonden "waarschijnlijkheidsgolven" en "waarschijnlijkheidsvelden" alsook quantumvelden van vele soorten. Het onderling verweven geraken van deze uitgebreidheid aan concepten van de elektrodynamica duwde de idee van een eenheidsveld of een niet materiële ether nog verder in de richting van de zuivere esoterie.
Het oxymoron F=m.a
wat is er eerst
F van waar komt die
a hoe is die versnelling op zich mogelijk
Wetende dat massa gevoelig is aan snelheid; massa neemt toe als lichtsnelheid benaderd wordt.

Jerry Katz Non-Dualiteit in het boeddhisme, christendom, hindoeïsme, taoïsme, soefisme en de kabbala
Christendom: Fasen in mijn christelijke doortocht Bernadette Roberts (p. 139/140):
Per definitie is het goddelijke of Absolute ‘Dat’ wat niet relatief is en het enige dat niet-relatief kan zijn is een leegte der leegten. Deze leegte der leegten, of dit absolute niets, IS Christus.
140: De onmanifeste leegte (Vader) is geen Eeuwige Vorm (Christus); tegelijk zijn beide ook niet gescheiden. Als het Ene vormen ze de eeuwige Godheid van de Drie-eenheid.

Het zegel van The Theosophical Society
Als symbool van de evolutie en de eeuwigdurende beweging duidt de swastika op de eeuwig-karnende 'molen van de goden', met de ziel als centrum, terwijl de gebogen armen de eeuwigdurende wenteling betekenen van de levenswielen tijdens het universele bestaan.

Einde der tijden is reinigingsritueel (Stef Aupers Volkskrant 7 januari 2012)
Het einde der tijden is nooit het einde der tijden; het is een
reinigingsritueel – de angst voor 2012 is het verlangen naar een nieuw begin.

Het leven is een wonder, het gaat ons begrip te boven. Voor we het 'wat en hoe' (reciprociteit) van de emergentie (noogenesis) van het leven volledig begrijpen - waarbij we eerder in millennia dan in honderden jaren moeten denken - is het zeker nuttig de boodschap van Marcelo Gleiser (p. 299) ter harte te nemen:
"Mensen! Word wakker en red het leven, met alles wat je ter beschikking staat! Leven is zeldzaam. Vereer het, koester het, laat het voortduren, verspreid het door het universum. Dat is ons allerhoogste doel als de denkende geesten van de kosmos".

De eeuwige wederkeer (Eternal return), 'Verleden en Toekomst' verbonden door het eeuwige NU (5e Dimensie, Wederkerigheid).

De mensheid houdt zich al millennia bezig om dekloof tussen probleem en oplossing te verkleinen. Primair draait het om vanuit welk perspectief, welke perceptie naar een vraagstuk wordt gekeken.

Het is als met de Bijbel, Koran en Talmoed wat zeggen deze heilige boeken ons over de mens?
Matteüs 7: En wat ziet gij den splinter, die in het oog uws broeders is, maar den balk, die in uw oog is, merkt gij niet?
In de kern draait menselijke beschaving om de rechtvaardigheid tussen mens en medemens, de morele schakel tussen het individuele en het algemene belang. Wordt de macht door competente of door incompetente leiders uitgeoefend?

Een nieuw perspectief, een perspectiefwisseling ontstaat door de heilige boeken te bestuderen, te herinterpreteren. De verbeeldingskracht wordt daardoor gestimuleerd.

Archimedes-spiraal



Sterrenstelsels hebben doorgaans een spiraalvormige, schijf- of bolvormige structuur, met daaromheen een bolvormige halo waarin de zwaartekracht ook nog invloed heeft.

Links Fibonacci spiraal (Golden spiral:)

 

Gulden snede en getallen van Fibonacci (Spiraal).
Jan Wicherink Ontheemde Zielen Ontwaken (p. 66):
Een variant van de Gulden snede spiraal is de Fibonacci-spiraal.

Wim de Lobel (kies: Artikelen) boek De eeuwige generatie (p. 37): Daaruit blijkt dat Anaximandros vanuit zijn natuurlijke bevindingen had geconcludeerd, dat het onbepaalde en onbegrensde (apeiron) uit de ondergang van de oude hemellichamen nieuwe werelden doet voortkomen.
Anaxagoras: De oorspronkelijke toestand van het universum was een oerchaos (gebaseerd op de theorie van het apeiron bij Anaximandros).
P. 38: De filosofie van Anaximandros stoelt in de cyclus van de eeuwige wederkeer. Zoals in de cirkel begin en einde in elkaar overgaan, zo is in het ontstaan, erzijn en vergaan procesmatig de eeuwige cyclus van leven en dood verondersteld.

Aan de wereld van de eeuwig wederkerende verschijnselen (Aldous Huxley: perennial, Friedrich Nietzsche: ewige Wiederkehr), ligt een eeuwige natuurlijke ordening, een blauwdruk (zevenvoudige samenstelling van de mens, het factorelement, de Wet van Zeven, de Triade en de Tetrade) ten grondslag. De Triade, de triniteit vormt de natuurlijke eenheid 'Ruimte, Materie en Tijd' en de Tetrade vormt de natuurlijke selectie. Bij de natuurlijke selectie gaat het primair om de context Uw wil geschiede. Richard Dawkins heeft gelijk wanneer hij stelt dat het bij levensprocessen om natuurlijke selectie gaat.

Laurens Verhagen Aangelijnd aan de pin van het moment (Filosofie Magazine, september 1996): Of alles echt terugkeert, is niet de vraag, zegt de Brusselse hoogleraar filosofie Hubert Dethier. 'Het gaat erom of een persoon de gedachte aan een eeuwige herhaling van elk moment kan dragen, of meer nog, jubelend kan aanvaarden.' Ook Duintjer neemt Nietzsches gedachte over de eeuwige wederkeer niet letterlijk: 'Ik vermoed dat het Nietzsche met zijn 'Ja und Amen Lied' uit Also sprach Zarathustra hetzelfde wil bereiken als James Joyce aan het slot van Ulysses. De vrouwelijke persoon somt allerlei situaties - sommige leuk, andere minder leuk - uit haar leven op en zij roept daarbij telkens "Yes, yes!". Daar gaat het om: levensaanvaarding, wat je ook overkomt, soms zelf ondanks wat je overkomt. Die eeuwige wederkeer is dus meer een "alsof". Ongeacht of de dingen nou terugkeren of niet, gaat het om het ja-zeggen, wat er ook gebeurt.'

Beschadigd OM (Sander van Walsum Volkskrant 26 april 2019 p. 21):
De conclusies van deze commissie, onder voorzitterschap van Jan Watse Fokkens, zijn vernietigend – zowel voor Van Nimwegen, als voor de organisatie waarvan hij deel uitmaakte. Het OM moest een systeem van checks-and-balances ontberen. Collega’s spraken elkaar niet aan op hun gedrag. De juiste relaties binnen de organisatie waren voor de loopbaankansen van groter belang dan de juiste kwalificaties.
Het zijn de kenmerken van organisaties met een enigszins besloten bedrijfscultuur. Maar die cultuur zou wezensvreemd moeten zijn voor het OM, de hoeksteen van de rechtsstaat. Dat inzicht klonk ook helder door in de reactie van Gerrit van der Burg, voorzitter van het college van procureurs-generaal, op het rapport van Fokkens. Niet de schorsing van Van Nimwegen is daarvan het kernstuk, maar het streven naar ‘ethisch leiderschap’ waaraan het bij het OM te vaak heeft ontbroken.

Ilya Prigogine: tijd geeft het verschil aan tussen de rol van het verleden en die van de toekomst. Boek Order out of Chaos: We kunnen het oude a priori onderscheid tussen wetenschappelijke en ethische waarden niet langer accepteren…. Tegenwoordig weten we dat tijd een constructie is en daarom een ethische verantwoordelijkheid met zich draagt….Als gevolg daarvan is de individuele activiteit niet tot betekenisloosheid gedoemd.
De westerse filosofie is een voortgaande discussie tussen Herakleitos' wereld van het worden en Parmenides' wereld van het zijn. Deze discussie, die zo'n 2500 jaar geleden is gestart, is nog steeds niet ten einde.' De discussie draait om de vraag of er vaste en universele natuurwetten zijn of dat de natuur een wordingsproces zonder wetmatig-heden is. 'Geen van beide is volgens mij waar.'

N. Beintema De kracht schuilt in de wederkerigheid - Hoe genomics en maatschappij elkaar versterken (p. 33):
Vandaag staat de gedachtewisseling in het context van ‘wederkerigheid’ tussen wetenschap en samenleving en dat is, om met Hegel en Marx te spreken, terecht: via These (het primaat van de wetenschap) en Anti-these (het primaat van de samenleving) komen we tot Synthese (wederkerigheid of co-evolutie van wetenschap en samenleving).”

In Prana De kracht van het NU (nr. 162) schrijft Rob Docters van Leeuwen in het artikel Inzichten in het Akasha-veld:
Sommigen hebben mogelijk de leringen van oude wijzen gelezen die ons hebben verteld dat er in feite alleen ‘NU’ is – dat alles wat bestaat alleen maar in het NU is: zonder verleden en zonder toekomst. Deze wijsheid mag ons misschien hebben door de enormiteit van zijn consequenties tijdelijk uit onze comfort zone hebben losgescheurd, maar daarna gleden we waarschijnlijk terug in de conventionele kijk op de dagelijkse wereld van heden verleden en toekomst.
In het A-veld zijn Tijd en Ruimte echter één. Tijd, Ruimte en Materie zijn ongescheiden. Daarom kan in het A-veld de tweede wet van de thermo dynamica niet opgaan. Als we ons door meditatie met het A-veld verbinden kan de warmte van de hete pan niet naar de koude vingers stromen omdat er geen aparte tijd is.
Potentialiteiten in het A-veld zijn zodanig gestructureerd dat deze in gescheiden tijd en ruimte kunnen ontvouwen. Daarom moet het A-veld op de een of andere manier potentiële tijd, ruimte, materie, energie en informatie bevatten. Hoe kan tijd potentieel zijn? Voor mijn gevoel gebeurt dit als recursies.
Het denkbrein schakelt heen en weer tussen lokaal en niet-lokaal bewustzijn. Dit gebeurt door interne processen of door wilskracht, Het overschakelen op niet-lokaal bewustzijn wordt bevorderd door meditatie, tot twintig tellen voor iets te doen, het wandelen door een tuin of labyrinth, enz.
Als we deze twee vormen van bewustzijn combineren met Jungs onderverdeling in bewustzijn en onderbewustzijn dan krijgen we vier basis bewustzijnsniveaus:
1. Niet-lokaal bewustzijn (het niet-lokaal bewuste – the non-local conscious).
2. Lokaal bewustzijn (het persoonlijk bewuste – the personal conscious).
3. Lokaal onderbewustzijn (het persoonlijk onderbewuste – the personal unconscious).
4. Niet-lokaal onderbewustzijn (het collectieve onderbewuste – the collective unconscious).
In elk van deze bewustzijnsniveaus ervaart het denkbrein een onderscheiden wereld of bestaansniveau. Op elk niveau wordt de werkelijkheid anders ervaren. Innerlijke wijsheid volgt uit de integratie van gedachten en kennis op alle vier de niveaus (figuur 11).

Huwelijksquaterniteit: Vier functies van depsyche:Antroposofie (x):
4. Alchemist ---- (b)2. Anima4. Denken ----2. Intuïtie4. Binnenwereld ----2. Buitenwereld
| (d)| (d)||||
1. Animus ---- (b)3. Soror1. Gewaarworden ----3. Voelen1. Buitenwereld ----3. Binnenwereld
(a) 3./4. Soror/Alchemist Voelen/Denken:bewuste asBinnenwereld
(c) 1./2. Animus/Anima Intuïtie/Gewaarworden:onbewuste asBuitenwereld
(x) Klik ‘lemniscaat’   Bovenpool versus Onderpool

Het begrip quaterniteit van Jung heeft op de metafoor kwadratuur van de cirkel, de 'steen der wijzen' betrekking.

North Pole
The first claimed flight over the Pole was made on 9 May 1926 by US naval officer Richard E. Byrd and pilot Floyd Bennett in a Fokker tri-motor aircraft. Although verified at the time by a committee of the National Geographic Society, this claim has since been undermined[12] by the 1996 revelation that Byrd's long-hidden diary's solar sextant data (which the NGS never checked) consistently contradict his June 1926 report's parallel data by over 100 mi (160 km).

Ervin Laszlo en Jude Currivan boek KOSMOS een integrale visie op de wereld (p. 64), Wat is tijd? :
Niets in de relativiteitstheorie komt overeen met de manier waarop wij tijd ervaren als een ‘pijl’ die zich vanuit het verleden via het heden naar de toekomst verplaatst.
Het grote probleem is het verschijnen respectievelijk verdwijnen van het heden. De fysici hebben, zonder dat van de daken te schreeuwen, de factor tijd op zijn minst sinds de dagen van Galileo in feite geëlimineerd.
De onvermijdelijke toename van entropie veroorzaakte de vlucht van de tijdpijl.
65: Die universele symmetrie betekent dat de werkelijkheid alle ‘nu’s’ vanaf het eerste begin van het universum tot aan zijn uiteindelijke einde moet omvatten, zonder enig onderscheid tussen verleden, heden en toekomst. Het universum wordt zonder onderbreking herschapen in het fractale ‘nu’ van de Planck-tijd, gelijk aan het nagenoeg onvoorstelbaar korte moment van 10 tot de macht -44 seconde.

Eckhart Tolle zegt dat alles wat je ervaart vindt altijd in het heden plaats. Verleden en toekomst bestaan niet.

Man en Vrouw gelijk? Net als rechtse en linkse politici zijn mannen en vrouwen wel gelijkwaardig maar ongelijk. Het feminisme heeft ongetwijfeld een belangrijke bijdrage geleverd dat meisjes nu beter scoren op school. De uitkomst wordt in sterke mate bepaald door het etiket dat er door de maatschappij wordt opgeplakt. Met welke bril kijken we naar de werkelijkheid en de maatschappelijke ordening die daarvan een gevolg is? Het rapport ‘E i V’ stoelt op een in de systeemleer bekende regel ‘Garbage in - garbage out’, voor de secularisatie ‘Zaaien en Oogsten’.

Er bestaat masculien en feminiem leiderschap. Soms moet je resultaatgericht zijn; in de onderhandelingen over een contract ga je bijvoorbeeld op je doel af. Maar op andere momenten moet je je intuïtieve kant laten zien en meegaand zijn. Mannen aan de top denken lineair: dit is het plan en zo kom ik bij het einddoel. Vrouwen willen vooral draagvlak creёren. Hoe krijg ik zoveel mogelijk mensen aan mijn kant. De succesvolle leiders hebben een combinatie van deze eigenschappen. De heersende cultuurpatronen maken het voor vrouwen niet gemakkelijk topposities te bereiken.

Een halo-effect is het verschijnsel waarbij de aanwezigheid van een bepaalde kwaliteit, bij de waarnemer de suggestie geeft dat andere kwaliteiten ook aanwezig zijn. De term is afgeleid van het Engelse woord halo, dat heiligenkrans betekent.
Het tegenovergestelde van het halo-effect wordt het horn-effect genoemd.

====

C-, P- en T-symmetrie (Tetraktys: ‘Zichtbaar en Onzichtbaar’, Boek van de getallen, Factorelement)

CPT-symmetrie is een combinatie van CP-symmetrie en T-symmetrie. Het komt er dus op neer, dat fysische wetten dezelfde blijven, als alle ladingen door tegengestelde vervangen worden (ladingconjugatie), alle dimensies gespiegeld worden (pariteitsymmetrie) en de tijd omgekeerd wordt.

Kosmologie
Stephen Hawking beschrijft in zijn boek Het heelal (vertaling van de oorspronkelijke uitgave A brief history of time, 1988) dat men er tot 1956 vanuit ging dat bij de 'oerknal' aan drie verschillende symmetrieën werd voldaan.
- de C- symmetrie: De symmetrie die zegt dat de wetten voor deeltjes en antideeltjes gelijk opgaan.
- de P-symmetrie: De symmetrie die zegt dat de wetten gelijk zijn voor iedere situatie en haar spiegelbeeld.
- de T-symmetrie: De symmetrie die inhoudt dat - als we de bewegingsrichting van alle deeltjes en anti-deeltjes omkeren - het systeem naar de toestand teruggaat, waarin het in het verleden verkeerde (omkeerbaarheid van de tijd).
Prigogine eindigt zijn boek met de beschrijving van een middenweg tussen het determinisme en het pure toeval. Hij zegt dat de onomkeerbaarheid een kosmische oorsprong heeft, nauw verbonden met het ontstaan van het universum. De tijdstroom geeft het verschil aan tussen de rol van het verleden en die van de toekomst. Maar de onomkeerbaarheid houdt niet op bij het ontstaan van de kosmos; zij is bijvoorbeeld ook aanwezig in de kernreactie in het binnenste van de zon en in het leven op aarde. Prigogine heeft de onomkeerbaarheid verbonden aan de nieuwe waarschijnlijksheidsformulering van de natuurwetten.
Deze formulering geeft de principes, die ons in staat stellen de constructie van het 'universum van morgen' te ontcijferen. Het gaat over een universum in opbouw, waarvan de toekomst geen vast gegeven is. De nieuwe natuurkundige wetten zijn verbonden met de instabiliteit op macroscopisch en microscopisch niveau. Zij beschrijven de gebeurtenissen zo goed mogelijk zonder deze te reduceren tot de afleidbare en voorspelbare consequenties van de deterministische wetten.

Heraclitus' gedachte dat alles altijd verandert formuleerde Plato met de woorden "panta rhei" (alles stroomt).

Towards a Grand Unified Field Theory based on Phi Recursion and Quantum Gravity
The discovery of James Cronin and Val Fitch in 1964 that CP violation could be broken showed that both C conjugation between particles and anti-particles in weak interactions also violated P symmetry in many cases. Later it was discovered in a Kaon decay experiment that CP symmetry was violated and ownly a weaker version of the symmetry could be preserved by invoking CPT symmetry. Therefore, besides C and P symmetry, there is a third operation T (Time Reversal) which corresponds to reversal of motion. Invariance under time implies that whenever a motion is allowed by the laws of physics, the reversed motion is also allowed. Therefore, the combination of CPT symmetry is beleived to constitute an exact symmetry of all types of fundamental interactions. Because of the CPT symmetry, a violation of the CP symmetry is considered a violation of the T-symmetry. Therefore, CP violation implied violation of T-symmetry provided that the CPT symmetry theorem was valid. This theorem is therefore regarded as one of the basic principles of Quantum Field Theory.

De RK kerk verbood de kennis omtrent de Heilige Geometrie, maar het boek Numeri gaat daar wel uitgebreid op in.
In het Ashmolean Museum te Oxford kunnen de volgende vijf objecten worden bewonderd (Cursus: Hoe ontstaat de Flower of Life?)
Tom de Booij 15. De Platonische vormen:

     Blavatsky Deel I, p. 228:
Tetraëder4gelijke vlakkenVUURAziluthBinah, Kether en Cockmah
Icosaëder20gelijke vlakkenWATERBriahGeburah, Tiferet en Chesed
Octaëder8gelijke vlakkenLUCHTYetzirahHod, Jesod en Netsach
Kubus6gelijke vlakkenAARDEAssiahMalkuth
Dodecaëder12gelijke vlakkenETHER 

Thales beschouwde het water als het oer-element; Anaximenes de lucht; Heraclitus het vuur; de Eleaten de aarde. Empedocles was vooral de man die uit voorafgaande stelsels het beste trachtte te halen en tot een eenheid te verenigen. Hij stelde deze elementen gelijk aan elkaar, en komt zo tot de leer van de vier elementen: aarde, water, lucht en vuur. Deze verschillen kwalitatief, zijn eeuwig, en kunnen zich in verschillende verhoudingen met elkaar verenigen om het aanschijn te geven aan de wereld om ons heen.

Jan Wicherink Het geheim van de Heilige Geometrie, representatie van de Heilige Geest en Flower of Life (Akashic Records).
Jan Wicherink (p. 194): Men zou kunnen beargumenteren dat de Oosterse spirituele tradities hun universele wijsheid niet bereikten via wetenschappelijke methoden, maar door esoterische principes zoals introspectieve meditatie. In een hogere staat van bewustzijn kregen ingewijden toegang tot de oerkennis die opgeslagen ligt in de Akasha-kronieken (vergelijkbaar met collectief onbewuste van Carl Jung). Hoewel dit best waar zou kunnen zijn, geloof ik nog steeds dat er voldoende redenen bestaan om aan te nemen dat de oude vedische cultuur haar initiële wijsheid van eerdere beschavingen ontving.

Met name Drunvalo Melchizedek, Janosh en Richard van Rijswijk werken in hun boeken de heilige geometrie van de schepping uit.

Drunvalo Melchizedek boek De geometrie van de schepping – een herrinering aan ons verleden
Dit adembenemende boek vertelt Drunvalo's zoektocht naar de ontwikkeling van de mens, die mogelijk van buitenaardse afkomst is. Hij leidt ons door oude beschavingen heen naar het heden en geeft ons een duidelijk inzicht in het bewustzijnsniveau waar we ons nu in bevinden. Bovendien leert hij ons wat nodig is voor een soepele overgang naar het volgende niveau. Het boek is verweven met de laatste inzichten in de heilige geometrie van geluid, licht en muziek, de nieuwste wetenswaardigheden over de graancirkels, leringen uit de Egyptische rechteroog van Horus esoterische school, nieuwe technologieën zoals zero point en veranderingen in het magnetische veld van de aarde. Tevens werpt Drunvalo een licht op bijzonder geheime regeringsprojecten als het Philadelphia- en het Montauk experiment. Op een miraculeuze wijze beïnvloedt dit boek uw eenheidsbeleving.
Drunvalo Melchizedek is een opmerkelijk man. Hij studeerde eerst natuurkunde en later kunstwetenschappen aan de Universiteit van California in Berkely. Deze combinatie resulteerde in een grondige studie in de (heilige)geometrie.
Daarnaast heeft hij bij meer dan 70 verschillende leraren van allerlei achtergronden gestudeerd, wat hem universeel inzicht verschafte en wat hem in staat stelde vele geheimen te ontrafelen en veel doorbraken te bewerkstelligen. Drunvalo heeft de prachtige kwaliteiten van openheid, bewustzijn, mededogen, liefde en wijsheid. Zijn werk levert een duidelijke bijdrage aan de spirituele paradigmaverschuiving die momenteel plaatsvindt. Dankzij zijn intensieve studies in alle religies, stromingen en filosofieën en zijn fascinatie voor het onbekende en de kracht van universele liefde heeft hij tienduizenden mensen over de gehele wereld bewust gemaakt van 'het verhaal van de schepping'. Hij brengt mensen in contact met hun Mer-Ka~Ba veld dat verbonden kan worden met het energieveld rondom de aarde.

Drunvalo Melchizedek boek De geometrie van de schepping – een herrinering aan ons verleden
Heilige Geometrie is zo oud als mensenheugenis, toch is het niet onwaarschijnlijk dat u er nog nooit van gehoord heeft. Dit komt niet omdat u het vak wiskunde te vroeg heeft laten vallen op de middelbare school, maar omdat het een uiterst diepzinnige en geheime wetenschap betreft, die door de geschiedenis heen alleen bedreven werd in geheime genootschappen. Wat kan er nou zo heilig en geheimzinnig zijn aan geometrie zult u zich afvragen, of heeft u iets gemist?
Het antwoord is ja, de mensheid is de afgelopen duizenden jaren iets onthouden wat zeer belangrijk lijkt te zijn en wat alleen bij ingewijden in deze Heilige Geometrie bekend was. De laatste decennia is er echter een ware inhaalslag gaande om deze aloude wetenschap met een esoterische inslag te herconstrueren. Om de vraag te beantwoorden wat er zo heilig is aan geometrie, moeten we teruggaan naar de beschermers van deze kennis. Deze beschermers lieten doorschemeren dat de Heilige Geometrie de blauwdruk is van het universum van waaruit alles wat we om ons heen zien geschapen is. De Heilige Geometrie herkennen in het universum, is de hand van God zien achter de schepping. De diepzinnige esoterische gedachte achter de Heilige Geometrie is dat de beschermers ervan geloofden dat het gehele universum Eén was, God zelf. Het scheppingsverhaal zoals dit overgeleverd werd in deze geheime genootschappen, vertelt dat God in den beginne vanuit zijn oorspronkelijke eenheidsbewustzijn de illusie van afscheiding schiep opdat hij zichzelf kon leren kennen. Dit zou het begin zijn van alle dualiteit die we nu in de wereld van alle dag om ons heen ervaren. Het bracht de Schepper een nieuwe ervaring die voorheen vanuit zijn eenheidsbewustzijn niet ervaren kon worden en is de oorzaak van alle polarisaties zoals warm en koud, goed en kwaad, God en niet God. Deze dualistische opdeling vanuit de éénheid verliep volgens de Gulden snede, een heilige ratio die ten grondslag zou liggen aan alle vormen om ons heen die we zien als afgescheiden van de oorspronkelijke eenheid. Al deze kennis is uiterst geheim bewaard gebleven in geheime genootschappen van bijvoorbeeld de gnostici en vrijmetselaars. Deze geheimhouding was noodzakelijk omdat de Katholieke kerk de aanhangers van deze esoterie door de eeuwen heen hardnekkig vervolgde en onderdrukte.

Tom de Winter WAT IS FLOWER OF LIFE / MER-KA-BA
De Flower of Life is een geometrisch raamwerk dat is opgebouwd uit elkaar overlappende cirkels en gelijkzijdige driehoeken en is de basis van de Geometrie van de schepping. Dit raamwerk komt overal voor, bijvoorbeeld in sneeuwvlokken, zonnebloemen of steranijs, in de rotatie van elektronen om een atoomkern en die van de sterren in de Melkweg.
De Flower of Life is te zien op afbeeldingen over de hele wereld, bijvoorbeeld bij Indiase tempels, in het Midden-Oosten, in de Verboden Stad in China, op romeinse archeologische vindplaatsen in Turkije en in de Italiaanse kunst uit de 13e eeuw. De tempel van Osiris op Abydus, bevat de oudste afbeeldingen van de Flower of Life. Ze zijn van ten minste 6000 jaar oud en kunnen dateren 10500 v. Chr. of eerder.
In het oude Egypte gebruikte men de Flower of Life (in het Egyptisch Mer-Ka-Ba) om het energieveld weer te geven dat zich rond het menselijk lichaam bevindt. Tijdens tempelrituelen die aan Toth (god van de tijd) gewijd waren, kon men middels dit raamwerk de levensenergieën beïnvloeden.

Isis Saris Wat is een MerKaBa?
Mer-Ka-Ba (Egyptisch) of Mer-Ka-Vah (Hebreeuws) betekent letterlijk voertuig, troon, zegewagen. Je zou kunnen zeggen dat de MerKaba een (voor de meeste mensen) onzichtbaar 'voertuig' is dat ons als mensen in principe omringt en waarmee we in staat zouden zijn te kunnen reizen in de tijd en in de verschillende dimensies van de werkelijkheid. Het wordt ook wel een lichtvoertuig of lichtlichaam genoemd, en maakt als zodanig deel uit van onze fijnstoffelijke werkelijkheid. Fijnstoffelijke energieën kunnen maar door heel weinig mensen met het blote oog worden waargenomen. Er is al lang apparatuur ontwikkeld die MerKaBa velden kan waarnemen, onder andere door de militaire en ruimtelijke (Nasa) disciplines. Het is inmiddels gelukkig algemeen bekend dat de mens niet alleen een stoffelijk lichaam heeft, maar ook vele fijnstoffelijke lichamen om zich heen heeft. Bij veel mensen is dat bekend als het auraveld. Het MerKaBa veld is een van de vele fijnstoffelijke lichamen die we om ons heen hebben, althans dit lichaam wordt bij de meeste mensen pas weer ontwikkeld door bewuste meditatiebeoefening. Dit proces wordt ook wel de MerKaBa activatie genoemd.

Drunvalo Melchizedek boek De geometrie van de schepping – een herrinering aan ons verleden
Vierkantswortel en 3-4-5 driehoeken (p. 302)
De Egyptenaren brachten hun gehele filosofie terug tot de vierkantswortel van 2, de vierkantswortel van 3, de vierkantswortel van 5 en de 3-4-5 driehoek. Nu blijke die componenten toevallig allemaal in de tekening van het eerste bewustzijnsniveau te zitten.
502: Het is het eerste niveau van menselijk bewustzijn op aarde en het is de eerste keer dat het menselijk bewustzijn zichzelf gewaar wordt.

Een winkelhaak waarvan de lengten van de benen zich verhouden als 3 : 4 verwijst naar de stelling van Pythagoras, omdat men hiermee een driehoek kan construeren waarvan de zijden zich verhouden als 3 : 4 : 5 en is tevens het symbool van Gods liefde en de naastenliefde, maar verwijst ook naar de verhouding tussen God en de wiskunde als taal van de schepping. (Als dit je doet denken aan de veel latere vrijmetselaarssymbolen - winkelhaak en passer - is dit inderdaad evenmin toeval!)

Pythagoras denkt in klassen, groepen, categorieën , verzamelingen. Pythagoras toont net als Ervin Laszlo en Ken Wilber een integrale denktrant. De unificatietheorie bevat het kader voor de hoofdroute. Het laat zien hoe klasseverschillen in deze tijd kunnen worden opgelost.

De wijsheid van Pythagoras is met het esoterisch Boeddhisme verwand. De leer van Laozi en Confucius uit China is nauw met de filosofie van Pythagoras verweven. Het is namelijk ook op de drie kringlopen 'Scheppen, Behouden en Vernietigen' (Hindoe-trimurti) gebaseerd. Dit komt ook naar voren wanneer de vijf-elementenleer van de Traditionele Chinese Geneeskunde met het boeddhistische gezichtspunt wordt vergeleken.

Deel III van het onderzoeksrapport 'E i V' behandelt de C-, P- en T-symmetry van het standaardmodel.

Het kwadrantenmodel van Ken Wilber laat zien hoe innerlijk en uiterlijk, de psychologische (Deel IV) en individueel en collectief, de sociale (Deel V) discipline met elkaar worden verbonden. De samenhang tussen beide disciplines wordt door het vakgebied filosofie (Delen VI en VII) tot uitdrukking gebracht.

De onderlinge wisselwerking tussen individu en groep komt in de delen IV t/m V, en de wisselwerking tussen welvaart en welzijn in de delen VI t/m VII ter sprake.

De delen V t/m VIII tonen hoe de evolutie, de ommekeer kan worden bereikt.

De kwintessens van de éne werkelijkheid gaat niet alleen van de materie, maar ook van de keerzijde, de ruimte ('energie'), de leegte (tzimtzum) uit. Het rapport 'E i V' gaat er vanuit dat het misloopt wanneer de moraal buiten het verkoopverhaal wordt gehouden. Er is niets nieuws onder de zon.
Technologie zal uiteindelijk de wereld niet redden. Het gaat in eerste instantie om de keerzijde van de medaille. Mannen geloven in technologie, vrouwen daarentegen in de keerzijde.

De Oosterse filosofie, de Esoterie, de Hegeliaanse (dialectische) - en de Natuurfilosofie bieden een goed houvast om dit gezichtspunt te belichten.
René Meijer belicht in zijn boek De Ether Bestaat! het Vedische gedachtegoed. Deel III, de Persoon en de Politiek is het vertrekpunt van het rapport 'E i V '. Of met andere woorden het boek De Ether Bestaat! kijkt vanuit een top down benadering, terwijl daarentegen het rapport 'E i V' bottom up. In het rapport 'E i V' komt de keerzijde aan de orde. Het Morele kompas? laat zien dat beide zienswijzen perfect op elkaar aansluiten. Het morele kompas, de schakel tussen het boek en het rapport is een handig hulpmiddel om het nieuwe perspectief op de 'theorie van alles' en het daarmee samenhangende zelfreinigende vermogen verder uit te werken. De relatie tussen het boek en het rapport, tusen de 'Triade + Tetrade' wordt in de bijlage Idealisme en Materialisme bij hoofdstuk 2.1.1 aan de hand van de systeembenadering besproken.

Jos de Mul De romantische esthetica van Schelling
De artistieke produktie dient volgens Schelling begrepen te worden vanuit de spanning tussen de voortbrenging. Onder de bewuste voortbrenging verstaat Schelling het aspect van het scheppende werk dat met bewustzijn, overleg en reflectie geschiedt, datgene wat door de traditie wordt aangereikt en kan worden aangeleerd. Schelling gebruikt hier het woord 'Kunst' in engere zin, we zouden tegenwoordig eerder spreken van artistieke techniek. Onder de onbewuste voortbrenging, die Schelling ook aanduidt met de term 'Poesie', verstaat hij het niet-subjectieve moment in artistieke produktie, dat de kunstenaar door een "vrije gunst van de natuur" aangeboren is. Hiermee brengt Schelling een antieke gedachte, die bijvoorbeeld door Plato in de dialoog Ion (534B) wordt verwoord, opnieuw in het spel, de gedachte namelijk dat de kunstenaar bevangen is door een 'mania' of een 'enthousiasmos', die hem als het ware overweldigt. Waar Plato deze manie, waarin de kunstenaar door een god bezeten buiten zinnen raakt en zijn geest verliest, bijzonder negatief beoordeelt, daar is zij volgens Schelling onontbeerlijk om het Absolute in het kunstwerk te kunnen belichamen.

De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 12 The theogonie van de scheppende goden (p. 483):
En iedereen die de numerieke evolutie in de oorspronkelijke kosmogonie van Pythagoras (een tijdgenoot van Confucius) heeft bestudeerd, zal altijd hetzelfde denkbeeld terugvinden in zijn triade, tetraktis en decade, die voortkomen uit de ENE en enige Monade. Confucius wordt door zijn christelijke biograaf bespot, omdat hij voor en na deze passage over ‘waarzeggerij spreekt’, en hij wordt als volgt geciteerd: ‘De acht symbolen bepalen het geluk en het ongeluk en deze leiden tot grote daden. Er zijn geen beelden die nagebootst kunnen worden en die groter zijn dan hemel en aarde. Er zijn geen veranderingen, groter dan de vier jaargetijden (dit betekent noord, zuid, oost en west, enz.). Er zijn geen zwevende beelden, helderder dan de zon en de maan. In het voorbereiden van dingen voor het gebruik, is er niemand groter dan de wijze. Bij het bepalen van geluk en ongeluk is er niets groter dan de waarzegstrootjes en de schildpad.’
Daarom worden de ‘waarzegstrootjes’ en de ‘schildpad’, het ‘symbolische stel lijnen’ en de grote wijze die ze beschouwt terwijl ze één en twee worden, en twee vier worden en vier acht, en de andere stellen ‘drie en zes’, minachtend uitgelachen, alleen omdat zijn wijze symbolen verkeerd worden begrepen.

De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk Esoterische leringen in alle heilige geschriften bevestigd (p. 509):
Het moet ernstig worden betwijfeld of onze tijd met al zijn verstandelijke scherpzinnigheid is bestemd om in elk westers volk ook maar één niet-ingewijde geleerde of filosoof te ontdekken die in staat is de geest van de archaïsche filosofie volledig te begrijpen. Men kan dat ook van niemand verwachten, voordat de ware betekenis van deze woorden, de alfa en de omega van de oosterse esoterie, de woorden Sat en Asat – waarvan in de Rig Veda en elders zo’n ruim gebruik wordt gemaakt – grondig wordt begrepen. Zonder deze sleutel tot de Arische wijsheid loopt de kosmogonie van de rishi’s en de arhats gevaar voor de gemiddelde oriëntalist een dode letter te blijven. Asat is niet alleen maar de ontkenning van Sat en evenmin het ‘nog niet bestaande’; want Sat is op zichzelf noch het ‘bestaande’, noch het ‘zijnde’. SAT is de onveranderlijke, de altijd aanwezige en eeuwige wortel, waaruit en waardoor alles voortkomt. Maar het is veel meer dan de potentiële kracht in het zaad, die het proces van ontwikkeling, of wat nu evolutie wordt genoemd, voortstuwt. Het is het altijd wordende, hoewel het zich nooit manifesteert1. Sat wordt geboren uit Asat, en ASAT wordt voortgebracht door Sat: inderdaad de eeuwige cirkelgang; maar een cirkel waar-van alleen bij de hoogste inwijding, op de drempel van paranirvana, de kwadratuur kan worden gevonden.
1) De leer van Hegel, die het Absolute Zijn of ‘Zijn-heid’ gelijkstelt met ‘Niet-Zijn’, en het Heelal voorstelt als een eeuwig worden, komt overeen met de Vedantafilosofie.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II, Over de mythe van de gevallen engelen (p. 556):
Zoals de oude Magische boeken het uitleggen, wordt de hele gebeurtenis duidelijk. Een ding kan slechts bestaan door zijn tegengestelde – leert Hegel ons, en er zijn maar weinig filosofie en spiritualiteit nodig om de oorsprong van het latere dogma te begrijpen, dat in zijn koude en wrede boosaardigheid zo echt satanisch en hels is. De magiërs verklaarden de oorsprong van het kwaad in hun exoterische leringen op de volgende manier. ‘Licht kan niets anders dan licht voortbrengen, en kan nooit de oorsprong van het kwade zijn’; hoe werd het kwade dan voortgebracht, wanneer er bij zijn voortbrenging niets was dat gelijk was aan het licht of ermee overeenkwam’? Het licht, zeggen zij, bracht verschillende wezens voort, die alle geestelijk, lichtgevend en machtig waren. Maar een groot wezen (de ‘grote Asura’, Ahriman, Lucifer, enz.) had een kwade gedachte, die tegengesteld was aan het licht. Hij twijfelde, en door die twijfel werd hij verduisterd.

De websites van Jules Ruis, Rini Sips en Edgard Jarvis hebben een structuur (these - antithese - synthese) die op het 5D-concept aansluit.

Dhr Locke Voor mensen die denken dat wetenschap en spiritualiteit niet samengaan...e.a.
10. Snaren en supersymmetrie
In de context van de snaartheorie hoort men geregeld het woord ‘supersnaartheorie’. In feite hebben alleen de meest prille formuleringen van de snaartheorieën geen supersymmetrie, en kan men het adjectief ‘super’ voor alle meer actuele snaartheorieën plaatsen. Al rond 1971 ontstond het inzicht dat een snaartheorie meer symmetrie moet hebben dan de andere deeltjestheorieën. Zonder een bijkomende symmetrie geeft ze immers aanleiding tot tachyonen.
12. Dualiteiten en de ontwikkeling van de M-braan theorie
De snaartheorie werd in het midden jaren negentig uit het slop gehaald door inzichten over de relaties tussen de verschillende snaartheorieën. Deze inzichten leidden tot de formulering van een nieuwe theorie, waarbinnen de vijf theorieën, plus de superzwaartekracht, elk een plaats krijgen. Deze meer algemene theorie is de M-braan theorie. De M-braan theorie leidde tot meer dan de ontdekking van dualiteiten tussen de bestaande snaartheorieën. De berekeningen binnen een snaartheorie zijn wiskundig zeer complex. Daarom is men in vele situaties aangewezen op de berekening van benaderende oplossingen, waarvan men aanneemt dat ze dicht bij een exacte oplossing komen. In 1995 werd duidelijk dat de benaderingen tot dan toe een simplificatie inhielden: de elfde dimensie (dus de tiende ruimtedimensie) had men over het hoofd gezien. Dit inzicht schoof Edward Witten naar voor in een voordracht die hij in 1995 gaf. Hij werkte het elfdimensionale kader uit, en doopte het de ‘M-braan’ theorie. Waar de M voor staat liet hij over aan de smaak van de luisteraar: we mogen kiezen tussen ‘Magisch’, ‘Membraan’, ‘Mysterie’ of ‘Moeder’.
13. Branen en de speciale rol van de tiende ruimtedimensie
Naast het feit dat de M-braan theorie in elf dimensies bedreven wordt, is er nog een tweede opvallend verschil met de snaartheorieën van voor 1995. In de snaartheorie zijn er alleen ééndimensionale snaren die vibreren. In de M-braan theorie zijn ook branen van twee, drie en hogere dimensies mogelijk. Men spreekt van de ‘democratie van de branen’, omdat branen van verschillende dimensies evenveel recht van bestaan hebben. In het bijzonder laat de M-braan theorie toe om ons universum te beschouwen als een drie-braan waar zes gekromde dimensies aan vastzitten, en die in de tiende ruimtelijke dimensie vlot.
14. Holografie en zwarte gaten complementariteit
We maken nog een laatste opmerking over het concept dualiteit. In de M-braan theorie werd een bijkomende invulling van dit concept ontwikkeld, die verband houdt met de holografie. Iedereen is vertrouwd met foto’s. Een foto is een tweedimensionale afbeelding van een driedimensionale realiteit. Ze laat over het algemeen geen nauwkeurige, driedimensionale reconstructie toe van het tafereel dat ze afbeeldt. Stel dat Mie achter een boom staat, en dat alleen haar hoofd zichtbaar is vanuit het perspectief van de camera. Op basis van de foto hebben we dan geen idee welke kleren ze aanheeft. Wanneer we een hologram van het tafereel maken, coderen we daarentegen alle driedimensionale informatie. Een hologram is een tweedimensionale plaat waar krassen zijn op aangebracht. Wanneer we licht op de plaat laten schijnen, en wanneer we dit licht (op de juiste wijze) laten interfereren met een andere lichtbundel, dan ontstaat een reconstructie van het volledige driedimensionale tafereel.

Tijdsymmetrie (Eeuwige nu, Absoluut en Relatief, Materie-bewustzijn, Bodhisattva Pad, 'Energie en Materie')

Krishna B.G. 11.32: - De Allerhoogste Heer zei: "De Tijd ben Ik, de grote vernietiger der werelden hier bezig met de vernietiging van alle mensen, behalve jullie (broeders) alleen, zullen alle soldaten die aan beide zijden staan opgesteld, hun einde vinden".
Albert Einstein: Mensen zoals wij, die geloven in de fysica, weten dat het verschil tussen Verleden, Heden en Toekomst slechts een koppige, volhardende illusie is.

Henri Bergson: De wetenschap van de materie dient dan ook een onderdeel te zijn van de wetenschap van het leven, en niet omgekeerd.

H.J. Witteveen: Het gaat er dus om de spiegel van ons bewustzijn om te draaien: van buiten naar binnen, zodat wij bewust kunnen worden van ons ware wezen dat een uitstraling is van het Goddelijke licht dat door de hele schepping schijnt (PRANA december 2008/januari 2009).

De in hoofdstuk 4 De positieve parameters van transformatie van het boek het CHAOSPUNT besproken transformaties, de regelkring Mythos, Theos, Logos en Holos (p. 66/76) reiken een oplossing aan. De transformaties van de Hermeneutische Cirkel correleren met de vier yuga’s. Om de evolutie van de mensheid op aarde een stapje verder te brengen draait het om een 'Individueel + Collectief' leerproces, met als symbool het panopticum . Net als bij 'De geleding der stad' kunnen onder invloed van auto- en kruiskatalytische cycli de vorming van suprasystemen 'Groepenstelsel - Dorpenstelsel - Stelsel van imperia - Stelsel van natiestaten - Mondiaal stelsel' met behulp van concentrische cirkels (concentrische watergolven) worden weergegeven.

In de meditaties van de verschillende vormen van yoga gaat het erom de dualiteit te ontstijgen en stabiliteit van bovenzinnelijk bewustzijn te ontwikkelen. Een van de meest primaire dualiteiten is die van het persoonlijke, het geheel, de integriteit die staat tegenover het onpersoonlijke, het numerieke, het tijdelijke en afzonderlijke. In het Bhâgavatam komen beide aan bod. Als we namelijk mediteren, met of zonder mantra, worden we ons de verschillende dualiteiten bewust en bereiken we evenwicht met ze. We zien de dingen dan zoals ze zijn en raken bevrijd van illusie. Dat vormt de basis van alle religiositeit en wetenschap. Het streven naar vrijheid van illusie is de kern van en vormt de voorwaarde voor dat wat we de beschaving noemen. Zo vormt het mediteren op de tijd, met kalenders en klokken, en het zo leren zien, respecteren en ervaren van de tijd, het tijdsverloop en het veranderende moment van het eeuwige Nu zoals het er van nature is (zie tempometer) de volmaakte tegenhanger van het al dan niet religieus mediteren op de (Gods-)persoon, het opstijgen tot het geheel, het verkrijgen van overzicht en bewustzijn en het bereiken van integriteit of van zaligheid. Als het ene gerespecteerd wordt dan krijgt men automatisch respect en zin voor de juiste orde van de werkelijkheid van de andere helft van deze dualiteit. Zo leidt meditatie op en respect voor de natuurlijke orde van de tijd tot meditatie op en respect voor de natuurlijke aard en orde van de persoon. Is men zich nuchter bewust van de tijd zoals die verloopt in de natuur, dan wordt men zich ook bewust van de tegenhanger die de persoon vormt als de ideale integriteit, de samenhang en de volledigheid en vereniging van de natuurkrachten als een bewuste beheersing, als een bewust tegenspel van die verder onpersoonlijke mechanische natuurkrachten. Men kan de persoon aldus niet scheiden van zijn natuurlijke tegenhanger van het onpersoonlijke. Het ene hoort bij het andere, het ene bestaat dankzij het andere, zoals licht en donker en warmte en koude. Om een duidelijk idee te geven van hoe in het Bhâgavatam dit onpersoonlijke aspect beschreven wordt, biedt ik hier een overzicht van alle uitspraken over de tijd in dit boek.

STUDY PAPER No. 3 - The Unity of All Things
In one of the oldest Scriptures of the world, the Rig Veda, the ONE LIFE is recognized as transcending all human categories and hence is designated by such impersonal terms as IT or THAT. The Scripture declares: Other than IT there nothing since has been.
This statement is the affirmation of a fact; there never has been anything other than the
ONE, by whatever terms human language has sought to name IT. This is the rock foundation of the theosophical philosophy.
In ''The Perennial Philosophy, Aldous Huxley has collected together many statements that show the universality of the Wisdom tradition.

W. T. S. Thackara The Perennial Philosophy
Much more recently (1945) Aldous Huxley compiled an anthology of the world’s religious and mystic traditions which describes many features common to this “philosophy of philosophies.” In his preface, he defined it as follows:
Philosophia Perennis — . . . the metaphysic that recognizes a divine Reality substantial to the world of things and lives and minds; the psychology that finds in the soul something similar to, or even identical with, divine Reality; the ethic that places man’s final end in the knowledge of the immanent and transcendent Ground of all being — the thing is immemorial and universal. Rudiments of the Perennial Philosophy may be found among the traditionary lore of primitive peoples in every region of the world, and in its fully developed forms it has a place in every one of the higher religions. — The Perennial Philosophy, p. vii
Huxley pointed out that he did not turn to the writings of “professional” philosophers in compiling his book, but to a few of those rare individuals in history who have chosen to fulfill certain conditions — in his words, by “making themselves loving, pure in heart, and poor [humble] in spirit” — by which they were afforded firsthand, direct
apprehension of divine Reality. If one were not a sage or a saint, he felt, the next best thing one could do was “to study the works of those who were and who, because they had modified their merely human mode of being, were capable of a more than merely human kind and amount of knowledge.”

G. Barborka Het Goddelijke plan menswording en evolutie Deel 1 p. 8* en De Stem van de Stilte**
*) Onze dank en waardering gaat in het bijzonder uit naar de Trustees van de Mahatma Letters Trust — de huidige eigenaars van het copy-right van het boek
The Mahatma Letters to A. P. Sinnett — die de schrijver toestemming gaven uit dat werk te citeren. Studerenden zullen begrijpen dat men, door De Brieven van de Meesters te raadplegen, een verklaring en aanvulling van menige passage in De Geheime Leer vindt.
**) Bij elk vers in
De Stem van de Stilte wordt ook naar het betreffende vers in Drie Wegen, Eén Pad verwezen (eerst de pagina/betreffende versnr.).
Hoofdstuk III
DE LEER VAN DE HIËRARCHIEËN
Het Syrische Schema van de Hiërarchieke Opbouw van het Heelal (p. 97):
De lezer moet zich het Syrische stelsel van hiërarchieën voorstellen als een aantal
concentrische bollen, die zich steeds verder in de ruimte uitstrekken, waarbij de Aarde de middelste bol is, omdat natuurlijk de hemelen van onze bol af bekeken worden. Om de bol van de Aarde ligt weer een bol, die de Maan genoemd wordt, en dit gebied wordt beheerst door de Engelen - om de corresponderende term uit de Christelijke hiërarchie te gebruiken (reeds uitgelegd). Rondom de bol van de Maan is die van Mercurius, die wordt geregeerd door de Aartsengelen.

Humor is gevaarlijk in Turkije’ (Hans Bouman interviewt Elif Shafak de Volkskrant 11 december 2021):
In haar roman
Het eiland van de verdwenen bomen schrijft de Brits-Turkse Elif Shafak over het ‘opgepotte verdriet’ in het tussen Griekenland en Turkije verscheurde Cyprus.
De vijgenboom informeert de lezer over onder meer
cultuur, geschiedenis en biologie.
‘Er is een moment in het boek waarop de vijgenboom mensentijd en bomentijd vergelijkt. Die zijn totaal verschillend. Wij mensen denken over tijd als iets lineairs en progressiefs: het moet morgen beter zijn dan gisteren. Vooruitgang! De tijdboog moet zich richting
gerechtigheid begeven. Maar in de praktijk gaat het vaak niet zo. De tijd kan achteruitgaan, landen kunnen achteruitgaan. Nieuwe generaties kunnen de fouten herhalen waarvan hun grootouders geleerd zouden moeten hebben. Wanneer je de bomentijd volgt, zie je de patronen, de cirkelbewegingen. Ik denk dat bomentijd dicht in de buurt komt van verhalentijd. Lineaire tijd is een illusie.’
Hoe zou u
verhalentijd omschrijven?
Verhalentijd is circulair. Ik groeide op met verhalen uit het Midden-Oosten, Anatolië, de Balkan: orale verteltradities die altijd uit cirkels in cirkels bestaan, uit verhalen binnen verhalen. Alsof je een doos opent en daarin bevindt zich nog een doos en daarin weer een andere, enzovoort. Niet lineair dus, met een keurig onderscheid tussen verleden, heden en toekomst.’

Ik heb sterk de drang er het beste van te maken.’ (Eva Hoeke interviewt Tina de Bruin Volkskrant Magazine 11 december 2021 p. 16-23):
Hoe is het je gelukt die
ommekeer te maken?
‘Door me in de zaken te verdiepen. Ik ben er echt voor in psychoanalyse gegaan. Ik heb alle radertjes bekeken en geolied, en zo is er geleidelijk aan begrip ontstaan voor waarom de dingen zo zijn gelopen, en de posities van alle betrokkenen.’
Wat een werk. ‘Dat heeft járen geduurd. Maar ik ben er dankbaar voor, want het heeft me gered. Het maakt je leven veel makkelijker als je kwetsbaar bent, open bent, je niet verschuilt. Als je dat durft en toelaat, is dat een enorme bron van zekerheid. Want iedereen heeft die pijn, die is universeel. En hoe meer je dat toelaat, en deelt met mensen, hoe meer je erachter komt dat je niet de enige bent die zich rot voelt.

Vaandeldrager (Marlies Jansen de Volkskrant 11 december 2021 Opinie p. 28):
Van Rembrandt is bekend dat hij niet goed met geld kon omgaan, maar dat hij ooit nog eens de
vaandeldrager zou worden van het falend kunstbeleid van deze regering, had hij nooit kunnen bevroeden.

‘Zit niet als blokken cement tegenover elkaar’ (Fokke Obbema interviewt Maud Vanhauwaert Volkskrant 21 september 2020 p. 12-13):
Wat is een zinvol leven voor u?
‘Voor mij is daarvan sprake als het leven genoeg momenten bevat van intens geluk waarin je loskomt van je menselijke beperkingen en je verkeert in het bovenmenselijke (Übermensch, Super-human). Momenten waarop je het gevoel hebt dat je jezelf kunt verliezen in iets dat jezelf overstijgt. Bijvoorbeeld als je iets ziet van een onwaarschijnlijke schoonheid – in de natuur, in een ander, in een kunstwerk.
Is iedereen onzeker?
‘Het hoort bij de condition humaine: als je met iemand wat langer praat, stuit je er altijd op. Sommigen overschreeuwen het, maar uiteindelijk is iedereen onzeker en hypersensitief. Daar kom je achter door de
nieuwsgierigheid die ik bepleit. Natuurlijk kan iemand aanvankelijk zich bot voordoen, maar praat je door dan blijkt hij altijd een gevoelig, met veel zenuwen uitgeruste wezentje te zijn, bang voor kritiek. Dat wezentje verandert, afhankelijk van wie er tegenover hem zit. Ik ben anders bij jou dan bij mijn ouders of bij mijn vriendin. Een mens is fluïde. Ga je als twee blokken cement tegenover elkaar zitten, dan kun je alleen botsen. Hoe bijzonder is het dat je ook in elkaar kunt overvloeien, dat het niet meer duidelijk is waar jij begint en ik eindig en dat je zo voorbij je menselijke beperkingen kunt komen.’

Kortzichtigheid (Marjolijn van Heemstra Volkskrant 17 juli 2021 Zaterdag 16-18):
We moeten ons niet laten opslokken door
haastig kortetermijndenken, maar liefde opvatten voor de diepere tijdlagen waarin wij ook leven. Anders blijven we als mensheid steeds weer dezelfde fouten maken die ons al in zoveel crises hebben gestort.
Chronocide, concludeerde iemand toen ik twee jaar geleden een brainstorm organiseerde over dit fenomeen. Het uitroeien van tijdsoorten omwille van die ene tijd waarin wij voortrazen. Het is een woord dat ik sindsdien regelmatig gebruik. Misschien kun je chronocide tegengaan met chronofilie, liefde voor al die tijdlagen uit het schema van Stewart Brand. En misschien valt die liefde te cultiveren.
Tijdens het schrijven van mijn boek
In lichtjaren heeft niemand haast, dat dit voorjaar verscheen, kwam ik de astrofysicus Jacob Haqq-Misra op het spoor, die ‘deep altruismpredikt. Hij definieert dat als ‘het onzelfzuchtig nastreven van het welzijn van anderen in de verre toekomst, waarbij ‘deep’ verwijst naar een termijn van duizend jaar of meer. Die anderen zijn mensen die alleen in de verre verte nog van ons afstammen. Mensen die misschien nog wat van onze genen dragen, maar onze naam vergeten zullen zijn.

In de 200e uitzending Podium Witteman (20 september 2020 NPO2) vraagt theatermaker Marjolijn van Heemstra zich af of de Gouden Plaat die in 1977 met de Voyager-ruimtesondes de ruimte in werd gestuurd niet een update moet krijgen. Op die plaat staan o.a. foto’s, geluiden en muziek, een soort flessenpost van de aarde. Het roept bij Marjolijn de vraag op: hoe willen wij herinnerd worden? Pynarello heeft er gloednieuwe muziek bij gecomponeerd.

De reacties op haar spraakmakende roman En we noemen hem blijven binnenstromen bij Marjolijn van Heemstra (Volkskrant 23 februari 2018):
Het verhaal gaat over een verre oom die na de oorlog een verzetsdaad zou hebben gepleegd. De auteur vreesde even dat ze het verkeerde verhaal had geschreven.
De hobbyhistoricus heeft geen harde bewijzen maar
'hij was waar het broeide'. Doodzonde, vindt hij, dat ik die lijn heb laten liggen.
Iemand schrijft dat Frans als lid van de staf van prins Bernhard na de oorlog nazi's hielp ontsnappen naar Zuid-Amerika. Iemand belt om te zeggen dat Frans tijdens de bezetting met auto's vol onderduikers naar Zwitserland reed. 'Waarom schrijft u alleen over de levens die hij wegnam en niet over de levens die hij heeft gered?' Het zijn tweedehands herinneringen, losgewrikt uit een context die niet meer bestaat.
Misschien is het zo dat verhalen als gesteentelagen in de mensheid liggen opgeslagen. Je kunt ze los drillen, maar je krijgt ze nooit heelhuids aan de oppervlakte.

Econoom, soefi en visionair (Peter de Waard Volkskrant 26 april 2019 p. 15):
Als minister van Financiën voerde Johan Witteveen de btw in en daarna was hij directeur van het IMF. Maar als prominent soefist was hij er ook van overtuigd dat er naast de materiële wereld een spirituele wereld bestaat waarin een veel dieper geluk is te vinden.
‘Er zijn vele economen, maar er is maar één Witteveen’, zei econoom Jan Pen over hem. Witteveen was een uitgesproken Keynesiaan en voorstander van overheidsstimulering. In zijn in 2012 verschenen autobiografie De magie van de harmonie noemde hij zichzelf een ‘sociaal-liberaal’.
In zijn tweede periode voerde hij onder meer de btw in. Maar hij was een visionair die toen al wist dat een monetaire unie niet zou werken.
Op 9 februari 1965 zei hij in de Tweede Kamer dat lidstaten met een gemeenschappelijke munt elkaar een blanco cheque gaven. ‘Eén valuta kan alleen het sluitstuk zijn van een volledige Europese integratie.’
In 2013 noemde hij de bezuinigingen van het kabinet Rutte een ‘collectieve psychose’. Tot zijn dood bleef hij zich met veel zaken bemoeien. Veelvuldig ontving hij journalisten in zijn studiekamer in Wassenaar waar hij ze trakteerde op zijn ongezouten meningen (‘Het kapitalisme is een groeimachine geworden die mensen meesleept in geld verdienen en consumeren’). Ook correspondeerde hij met bondskanselier Angela Merkel, EU-commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en de Franse president Emmanuel Macron. ‘Ik ben wel heel oud, maar nog steeds heel erg bezig’, zei hij vorig jaar in het AD.

Levenslessen van Johan Witteveen: Een soefi sust de duivel in slaap (Marcel ten Hooven De Groene Amsterdammer 8 maart 2017 en GAMMADELTA, jrg. 4 nr. 4 - mei 2017 p. 13-23):
Het soefisme leerde VVD’er Johan Witteveen om alles vanuit twee gezichtspunten te bekijken, zowel dat van jezelf als dat van de ander . ‘Een reuze simpel idee, maar van grote waarde in deze tijd.’ Ondanks zijn hoge leeftijd was Johan Witteveen (Trouw 11 februari 2012) vastbesloten om begin februari naar India te reizen, voor een conferentie over universeel soefisme. Hij voelde een grote drang om te gaan, zeker nu met ‘America First’ en de Brexit een politiek van eigenbelang de wereld onder hoogspanning zet. Hij verlangde ernaar daarover in New Delhi met zijn geestverwanten van gedachten te wisselen: hun soefisme is juist een idee over een harmonisch bestaan. Dat is weliswaar een mystiek idee, maar daarom volgens Witteveen niet minder praktisch toepasbaar als bron van verzet, zowel spiritueel als intellectueel van aard, tegen extreme politiek die mensen tegen elkaar opzet.
Witteveen:
‘Het was een soort pelgrimage naar deze heilige plaats, om ons te verdiepen in de lessen, aanwijzingen en waarden die we in deze tijd aan het soefisme kunnen ontlenen. Ik was erg geporteerd voor deze conferentie. Die Brexit bedreigt Europa, Donald Trump is gekozen tot president, verkeerde ideeën vergaren macht. De wereld is daarmee in rap tempo gevaarlijker geworden. We moeten daarom de geestelijke krachten ontwikkelen die de liefdevolle omgang met anderen, het licht, de schoonheid van de wereld voorop zetten en niets moeten hebben van het zwarte wereldbeeld dat achter Brexit en Trump schuilgaat. Een kernidee van het soefisme is dat je alles vanuit twee gezichtspunten moet bekijken, zowel dat van jezelf als dat van de ander. Een reuze simpel idee, maar van grote waarde in deze tijd.’
Van 1973 tot 1978 was hij topman van het IMF (Internationaal Monetair Fonds) in Washington. In al die functies is hij zich bewust geweest van de betrekkelijkheid van de besluiten die hij nam, in de wetenschap dat niemand onfeilbaar is. Dat noopt tot zelfrelativering. ‘Edzo Toxopeus, mijn collega op Binnenlandse Zaken in het kabinet-Marijnen, zei mij eens: “Ach, je moet op een dag een groot aantal beslissingen nemen en je mag al blij zijn als meer dan de helft goed is.” Je moet je oordeel met een zekere onthechtheid vellen, vrij en onafhankelijk, want dan is de kans het grootst dat je een goed besluit neemt. Daarvoor is zelfvertrouwen nodig, oftewel een innerlijk vertrouwen. Mijn soefimeditaties zijn mij daarbij behulpzaam.’
Hoewel beiden geen soefi’s herkent Witteveen in de Amerikaanse intellectuelen Aldous Huxley (1894-1963) en Walter Lippmann (1889-1974) geestverwanten, vanwege het onderscheid dat zij maken tussen de wereld van de geest en de wereld van de materie.
Witteveen raadpleegt nog regelmatig The Perennial Philosophy (1944) van Huxley en Lippmanns The Public Philosophy (1955).
Werkloosheid is een verschrikkelijk lot, niet alleen door het inkomensverlies maar ook door de schaamte. Die passiviteit van de regering in haar aanpak van de crisis was niet goed. Dat kon beter worden geregeld, leek mij.’
Dat heeft hem gemotiveerd tot de keuze voor de studie economische wetenschap. ‘Ik wilde bijdragen aan een beter functioneren van de economie. Aan hoog gegrepen idealen heb je dan niet zo veel. Je moet eerst bestuderen hoe iets werkt, waar het niet goed gaat en waar je het kunt verbeteren.
John Maynard Keynes en Jan Tinbergen, mijn leermeester op de Hogeschool, hebben me daarin de weg gewezen, met hun idee: vrijheid zolang het goed gaat, maar de overheid moet ingrijpen als het nodig is. Dat was in de jaren dertig een opvatting die bij een grote meerderheid van de Nederlandse politici taboe was. Keynes en Tinbergen hebben hun vergissing aangetoond.’

‘Denken is vluchtig, voelen leidt naar je ziel (Fokke Obbema interviewt Johan Witteveen de Volkskrant 23 april 2019 p. 12-13):
‘Pas na de dood krijg je inzicht in allerlei aspecten van je leven en hoe dat is verlopen.’ Soefi Johan Witteveen neemt Fokke Obbema mee op een reis door dimensies.
Witteveen is in zijn lange leven altijd méér dan politicus en econoom geweest. Zijn ouders behoorden tot de eerste generatie van de soefibeweging, die na de Eerste Wereldoorlog werd opgericht door Inayat Khan. Die Indiase mysticus droeg het ‘universeel soefisme’ uit. Dat is gericht op het verbinden van oosterse en westerse religies, die, constateerde Khan, een geloof in de goddelijke geest, liefde, schoonheid, harmonie en geestelijke vrijheid delen. Het soefisme wil verbinden, maar schuwt het overtuigen van anderen – andere religieuze opvattingen dienen altijd te worden gerespecteerd.
Wat is de zin van ons leven?
‘Ik ben geneigd de mensheid te zien als het hoogtepunt van de hele schepping. Daarin probeert een goddelijke geest zich steeds meer uit te drukken. Een mooie soefi-uitspraak daarover luidt: ‘De goddelijke geest slaapt in de rotsen, ontwaakt in de planten, begint zich bewust te worden in de dieren en komt tot het hoogste bewustzijn in de mens.’ De zin van ons leven is dus om een bewustzijn van dat goddelijke te ontwikkelen. Voortdurend ons bewust zijn dat we in die prachtige schepping verkeren en beseffen dat daarin een goddelijke geest werkt, dat is de zin. Die geest kunnen we herkennen aan alle schoonheid, die vormt de uitdrukking ervan. Als mens kun je zelf ook iets van die schoonheid uitdrukken.’
Ziet u een toekomst voor religies?
‘Ik denk dat godsdiensten zich meer op de mystiek moeten richten. Mensen hebben geen behoefte aan dogma’s. Wat hen wel raakt, is beleving. Daar ligt de eenheid van religieuze idealen, in de beleving van het goddelijke. Met ons denken willen we dat helder krijgen, maar dat werkt niet, dan raak je de goddelijke geest juist kwijt. (lacht) Denken is oppervlakkig. Voelen gaat veel dieper, dat dringt door tot in je ziel. En dat is het ware leven.’

‘De goddelijke geest slaapt in de rotsen, ontwaakt in de planten, begint zich bewust te worden in de dieren en komt tot het hoogste bewustzijn in de mens.’ wordt in (De Geheime Leer Deel I p. 137,138) als volgt uitgedrukt ‘De adem wordt een steen; de steen een plant; de plant een dier; het dier een mens; de mens een geest; en de geest een god.’ Het wordt door het boek de The Perennial Philosophy van Aldous Huxley tot uitdrukking gebracht.

Joke Hermsen Ogenblik & Eeuwigheid Essays over kunst, filosofie en tijd
In
Ogenblik & eeuwigheid doet Joke J. Hermsen twee dingen tegelijk. Zij maakt de balans op van wat zij in de afgelopen twee decennia aan beschouwend werk heeft gepubliceerd en verkent nieuwe onderwerpen in de domeinen waarin zij zich bijzonder thuis voelt: die van de kunst, het denken en de ervaring van de tijd.
Deze bundel bevat naast oud goud uit Stil de tijd en Kairos, waaronder stukken over Rothko, Ten Holt, Woolf & Proust, Thomas Mann en Vasalis, vele nieuwe essays.

‘Zorg goed voor je eigen ziel’ (Fokke Obbema interviewt Joke Hermsen Volkskrant 6 mei 2019 p. 12-13):
Met kunst en liefde als godheden zoekt filosoof Joke Hermsen haar weg in het leven. Vrij van onrust, zo is het streven, zegt ze tegen Fokke Obbema, daar horen ongemakkelijke vragen bij.
Hebben we wel een ziel?
‘Ik vind die discussie nogal oeverloos. Als je die vraag stelt, zit je meteen binnen het wetenschappelijke paradigma van bewijzen. Maar er is een groot verschil tussen meten en weten enerzijds en intuïtie en ervaring anderzijds; de eerste categorie weet lang niet alles over de tweede. De wetenschap heeft het domein van de intuïtie en de ervaring tot een ondergeschoven kindje gemaakt. Gelukkig blijven filosofen, psychologen en schrijvers benadrukken dat wat wordt gevoeld en ervaren, zeker ook relevant is. De ziel ervaren we: je kent het verschil tussen op je teen worden gestaan of op je ziel worden getrapt. Of tussen een bezielde uitvoering en een zielloze vertoning. De ziel bestaat in onze taal en in onze ervaring.’
En uw eigen sterfelijkheid?
‘Ik zie grote waarde in mijn besef van sterfelijkheid. Om de melancholie van een hoopvolle gloed te voorzien, voel ik dat ik van alles moet doen, dus kom ik in beweging. Juist het besef van vergankelijkheid doet me realiseren: ‘Als ik er iets van wil maken, moet ik het nu doen.’
Dus wil ik geïnspireerd en bezield bezig zijn. Slaag ik daarin, dan voelt het alsof er een vangnet om me heen staat, alsof er iets is dat mij opvangt. Dat klinkt bizar, maar dat vertrouwen heb ik wel, ja. Dat heeft denk ik te maken met de ziel, die onbegrensd is en gemakkelijk verwantschap kan sluiten met anderen. Als je verbondenheid en inspiratie voelt, wat in mijn ogen de kern van de mens is, kun je ervaren dat je door anderen wordt gedragen.’

Innerlijke tijd als voorwaarde voor denken en creativiteit
Hermsen constateert dat momenten van innerlijke tijd de voorwaarde zijn om het denken en de creativiteit op gang te brengen. Ze baseert dit op ideeën van Hannah Arendt en de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900), maar ook op haar eigen ervaring dat loskomen van de kloktijd rust creëert. Door zo nu en dan een moment van rust te nemen en open te staan voor denken en creativiteit krijgen ervaringen die los staan van tijd en economie de ruimte. Deze ervaringen ontstaan niet zomaar, maar vereisen zelfreflectie en het verdiepen en concentreren van de aandacht. Een dergelijke ervaring is bijvoorbeeld inspiratie of bezieling.
In tegenstelling tot Hermsen denkt Huijer dat creativiteit gebaseerd is op het herhalen van handelingen en het aanbrengen van variaties hierin. De momenten van innerlijke rust die Hermsen nodig acht voor creativiteit wekken volgens haar vooral luiheid en verveling op. [Tijd voor het juiste ritme in Trouw, 7 december 2011].
Volgens Hermsen hoeft verveling geen negatieve ervaring te zijn. De verveling is bij uitstek een moment om innerlijke tijd te kunnen ervaren. In het dagelijks leven wordt verveling meestal opgevuld of ontweken, maar tijdens het vervelen lijkt de tijd letterlijk stil te staan. Verveling vormt dus ook een kairotisch moment.

Joke Hermsen Melancholie van de onrust (VPRO boeken 2 april 2017):
In haar essay Melancholie van de onrust onderzoekt Hermsen het kantelpunt waarop de mens nog net over voldoende moed, daadkracht en hoop beschikt om het tij te doen keren en een nieuwe verhouding tot de wereld en zichzelf te zoeken.
Over het essay schrijft zij: 'De mens is volgens Nietzsche een weemoedig wezen, een homo melancholicus, die weet heeft van verlies, vergankelijkheid en verlatenheid. We proberen deze weemoed om te buigen tot hoop, tot reflectie of kennis, creativiteit of dagdromen, macht of verstrooiing. Maar wat gebeurt er als het tij flink tegenzit en onze melancholie door onrust, angst en teloorgang van idealen slechts naar de duistere kant van het verlies getrokken wordt? Kan zij dan nog vruchtbaar, in de zin van creatief of hoopvol, gemaakt worden? Of reageren wij dan als de zwaan van Jan Asselijn en blazen we woedend en bang naar eenieder die in onze buurt komt en ons nest bedreigt? Wat is er nodig voor deze veerkracht van het denken, die ons dezer dagen steeds vaker lijkt te ontbreken?'

Is elk zijn tot niet-zijn geschapen? Een overdenking I (Jan Willem Jongejans Civis Mundi Digitaal #3 februari 2011):
Geesteswetenschappen versus sciëntisme
‘Naast de tijd die de klok aangeeft, bestaat er ook een innerlijke tijd, een persoonlijke, subjectieve tijdservaring die de Grieken
kairos noemden. Dat staat ook voor het moment waarop de goden konden ingrijpen in het leven van de mens om de koers te wijzigen. Een sacraal moment bijna. Ik geloof dat beslissingen om het over een andere boeg te gooien daaruit voortvloeien. Dat kan nooit iemand je opdragen, dat moet een overdenking van jezelf zijn. Daar moet je wel tijd voor hebben. En aan die tijd om jezelf wezenlijke vragen te stellen - gaat het wel goed met mij? -, ontbreekt het ons vaak.’[2]
[2]Filosoof-schrijfster Joke Hermsen:
‘De mens heeft rust nodig om creatief te zijn, in: Volkskrant magazine, 24 december 2010
Voorlopige conclusie
Mijn voorlopige conclusie, of liever vermoeden,is dat de wetenschapsfilosofie pas open zal komen (te staan) voor het (religieuze) besef van een
postmortaal levensperspectief, als de wetenschap mogelijkheden gaat ontdekken om ook in de niet-materialistische, de onzienlijke wereld door te dringen, en dat is nu evident niet het geval. Vanwege het feit dat wetenschappelijke instrumenten zelf de belemmering kennen van hun materiële aard, moet mijns inziens ook worden vastgesteld dat de wetenschap hier zelf een muur optrekt. Toch zijn in de afgelopen decennia doorbraken geweest zoals de Kirlian-fotografie, die in staat waren om kleuren om ons lichaam waar te nemen. Ik noem dit enkele feit omdat ik onkundig ben met wetenschappelijke doorbraken in de parapsychologie.

Laatste seconden Elly van den Boom Volkskrant 10 mei 2019 p. 25):
Genoten van heerlijke voetbalwedstrijden en de verslagen daarvan. En Ajax verdient heel veel lof. Toch mis ik in die verslagen één kritische noot waarvan geleerd zou kunnen worden. Ajax zou volgens de verslaggevers in de laatste 5 seconden verloren hebben. Maar zonder Onana’s tijdrekken waren die laatste 5 seconden er toch in de verste verte nooit geweest?

Rüdiger Safranski TIJD Hoe tijd en mens elkaar beïnvloeden
Met onze moderne communicatiemiddelen lijken we de tijd naar onze hand te kunnen zetten: we kunnen van elk moment nú maken. Maar daarmee offeren we ook iets op, iets wezenlijks: het hóórt tijd te kosten om een ervaring te verwerken en als die tijd er niet is, wordt de ervaring steeds minder waard. Rüdiger Safranski houdt in Tijd een filosofisch pleidooi voor aandacht en bezinning. Hoewel de tijdbeleving van de religie – die tot in de eeuwigheid doorgaat – voor veel mensen niet meer is weggelegd, betekent dat niet dat we de tijd door onze vingers moeten laten glippen. Virtuoos en met grote kennis van filosofie en literatuur laat Rüdiger Safranski zien dat dit klassieke thema met de dag relevanter wordt.

Anthony Peake The Labyrinth of Time The Illusion of Past, Present and Future
In The Labyrinth of Time Anthony Peake explores the relationship between consciousness and reality and in the process puts forward an amazing hypothesis that can explain many enigmatic phenomena, including déjà vu, precognition, near-death experience and altered states. Central to Peake's hypothesis is a new understanding of the nature of time and a radical updating of the theories of two of the twentieth century's most original thinkers, Peter Ouspensky and J.W. Dunne. Peake then looks at the concepts of time and how they have shaped our thinking as individuals through the prism of science, philosophy and literature. Featuring a cutting-edge account of modern time theory, covering 'time-slips', precognitive dreams and the elasticity of time during moments of extreme stress, near-death experience and certain stages of hypnotic trance. The Labyrinth of Time is as compelling and persuasive as Peake's groundbreaking Is There Life After Death? and The Daemon.

Jose Argüelles Tijd en de technosfeer de wet van de tijd en de 13-manenkalender In Tijd en de technosfeer presenteert José Argüelles een revolutionair onderzoek dat onderscheid maakt tussen de natuurlijke, kosmische tijd en de kunstmatige, mechanische tijd van de huidige gregoriaanse kalender. Hij laat zien dat onze tijdmeting ons denken beïnvloedt en een technologische wereld heeft opgeleverd die zichzelf zal vernietigen. Tot ca. 3000 v. Chr., leefden de mensen volgens de 28-daagse cyclus van de natuurlijke tijd. Nu zullen we opnieuw zo'n 13-manenkalender moeten invoeren, als we tenminste de aarde en het leven daarop in stand willen houden. Dan zal de mensheid in staat zijn zich op de komende veranderingen tot 2012 af te stemmen, een catastrofe te voorkomen en de overgang te maken van technosfeer naar noösfeer om een harmonische nieuwe wereld te scheppen.

Hans Siepel Doornroosje en de Apocalyps
De kerngedachte, de oorspronkelijke betekenis van de Apocalyps staat in dit boek centraal. De Apocalyps en de Eindtijdgedachte kunnen we slechts begrijpen in bewustzijnstermen. Zoals ik in dit boek aantoon, zagen de oude wijzen de Apocalyps en de eindstrijd niet slechts als een natuurkundig, astronomisch fenomeen, maar juist als een ‘bewuste’ handeling, waarbij het menselijk bewustzijn zelf een cruciale en doorslaggevende rol speelt. Vanuit de oude wijsheid bezien, draagt de mensheid zelf een cruciale verantwoordelijkheid in de Eindtijd.

J.S.O. van Asseldonk De Tao van de Landbouw II. De Natuurmystiek (p. 66):
Teilhard de Chardin slaagt er ongewild (en onbewust?) in de voorgaande bijdragen van de verschillende mystici grotendeels in één omvattende kosmologie te verenigen. Het grote voordeel van zijn bijdrage is bovendien dat zijn kosmologie beter aansluit bij de wetenschap.

Henk Hogeboom van Buggenum (GAMMA jrg. 13 nr. 1 2006 en jgr. 15 nr. 3 2008):
Voor Teilhard betekent het christendom een cruciaal moment in de antropogenese, onze bewustwording als mens. Dat blijkt wel uit de invloed, die de figuur van Jezus heeft gehad. Zijn levenswandel werd als waardevol erkend, een richting die navolging verdiende. Het was een nieuw omslagpunt in de evolutie. In de mens werd God als het ware geboren, d.w.z. het besef van ieders verbondenheid met de schepper. Als iedereen - of hij nu boeddhist is of jood, christen of moslim - verbonden is met de schepper, is de liefde voor de medemens een uiting van verbondenheid met God.
Wij tappen het bewustzijn af met onze hersenen. Het bewustzijn is alomtegenwoordig en wij zijn er een deel van, dat zichzelf steeds kan verruimen aan de ander. De ander wordt zo tot een noodzakelijke voorwaarde voor onze groei.

Wat is er beter dan een opstijgende antropogenese om te dienen als achtergrond en basis voor de neerdalende verlichtingen van een Christogenese?

Christogenese
Hier komt volgens Teilhard de Chardin de christelijke leer om de hoek kijken: het punt omega is volgens hem de toestand van de door Christus verloste mensheid. De mensen hebben zich zodanig verinnerlijkt dat zij het mystieke lichaam van Christus zijn geworden. Dat is volgens Teilhard de Chardin pas mogelijk nadat de schepper zichzelf aan het evolutieproces onderhevig maakt, door mens te worden in de vorm van Jezus Christus. Teilhard noemt dat christogenese. Krachtens Zijn onderdompeling in de schoot der wereld, zijn de grote wateren der materie, zonder huivering, met leven geladen. En tegelijkertijd is door de aanraking met Christus het heelal één oneindige Hostie geworden. schrijft Teilhard de Chardin in zijn meditatie La Messe sur le Monde uit 1925.

Het artikel ‘Evolutie of Schepping’ van Brunhild Krüger in GAMMA maart 2009 sluit perfect op het concept animus/anima van de 'huwelijksquaterniteit' aan. Volgens Krüger moet het ‘streven naar harmonie’ van Teilhard de Chardin, het ‘vrouwelijke denken’ met het typisch mannelijk-bipolaire denken (en-en benadering) worden verbonden.
Theïsten en atheïsten kissebissen over details. Het gaat er om dat mannen leren de ‘vrouwelijke’ kant in de evolutie niet te verhullen.

De Geheime Leer Deel I, Stanza 5 Fohat: kind van zevenvoudige hiërarchieën (p. 137,138):
De leer zegt dat, om een volledig bewust goddelijk wezen te worden – ja zelfs het hoogste – de oorspronkelijke geestelijke INTELLIGENTIES door het menselijke stadium moeten gaan. En wanneer we zeggen menselijk, dan heeft dit niet alleen betrekking op onze aardse mensheid, maar ook op de stervelingen die elke andere wereld bewonen, d.w.z. op die intelligenties die een geschikt evenwicht tussen stof en geest hebben bereikt, zoals wij nu, sinds het midden van het vierde Wortelras van de vierde Ronde werd gepasseerd. Elk wezen moet door eigen ervaring het recht hebben verkregen om goddelijk te worden. Hegel, de grote Duitse denker, moet deze waarheid hebben gekend of intuïtief hebben aangevoeld, toen hij zei dat het Onbewuste het Heelal slechts ontwikkelde ‘in de hoop een helder zelfbewustzijn te bereiken’, met andere woorden, om MENS te worden; want dit is ook de geheime betekenis van de veel gebruikte zin uit de Purana’s, dat Brahma voortdurend wordt ‘bewogen door de begeerte om te scheppen’. Dit verklaart ook de verborgen kabbalistische betekenis van het gezegde: ‘De adem wordt een steen; de steen een plant; de plant een dier; het dier een mens; de mens een geest; en de geest een god.’ De uit het denkvermogen geboren zonen, de rishi’s, de bouwers, enz. waren in andere werelden en in de voorafgaande manvantara’s allen mensen – van welke vorm en gedaante ook.
Omdat dit onderwerp zo bijzonder mystiek is, is het erg moeilijk het in al zijn details en verbanden uit te leggen, omdat het hele mysterie van de schepping door evolutie erin besloten ligt.

De Geheime Leer Deel II, Hoofdstuk 25 Het zevental in de exoterische boeken (p. 702):
De ‘zeven keer zeven’, 49, zijn een doorzichtige allegorie en een toespeling op de negenenveertig ‘Manu’s’, de zeven Ronden en de zeven keer zeven menselijke cyclussen in elke Ronde op elke bol. De Kerkes en de Onech staan voor een rascyclus en de mystieke boom Ababel – de ‘Vader Boom’ in de koran – ontwikkelt nieuwe takken en bladeren bij elke herrijzenis van de Kerkes of Feniks; de ‘dag van het oordeel’ betekent een ‘kleine pralaya’ (zie Esoteric Buddhism).
713: Voor christenen en gelovigen zou deze verwijzing naar Zacharia en vooral naar de brief van Petrus (1 P. ii, 2-5) voldoende moeten zijn. In de oude symboliek wordt de mens, in het bijzonder de spirituele mens, ‘een steen’ genoemd. Christus is de hoeksteen, en Petrus noemt alle mensen ‘levendige’ (levende) stenen. Daarom kan een ‘steen met zeven ogen’ slechts betekenen wat we zeggen, d.i. een mens van wie de samenstelling (of ‘beginselen’) zevenvoudig is.

Onze bewustwording als mens hangt met de relatie tussen de microwereld en macrowereld, antropogenese en kosmogenese, Mensbeeld en Wereldbeeld (4Ddenkraam en 5Ddenkraam) samen. De kwantitatieve verruiming, geldcreatie, ex nihilo (uit het niets) geldt voor banken en voor een minister van Financiën op aarde, maar niet voor het ontstaan van de mens op aarde. Het begrotingstekort 2015 van meer dan 8 miljard wordt bij de overheidsschuld opgeteld.

The Law of Time (José Argüelles The Law of Time) distinguishes between a natural timing frequency that governs the universal order, and an artificial timing frequency which sets modern human civilization apart from the rest of its environment, the biosphere.

De onzekerheidsrelatie van Werner Heisenberg zegt dat hoezeer je ook je best doet, je geen precieze metingen kunt krijgen van zowel snelheid als positie. Dit principe van Heisenberg geldt ook voor de tijd: wat in de toekomst verborgen ligt, is niet te meten. Het is zoals het is, daar kan de wetenschap weinig aan veranderen. Uit het onzekerheidsprincipe van Heisenberg volgt dat er soms in een lege ruimte 'spontaan' deeltjes kunnen verschijnen of verdwijnen.

Tegenover het aardse staat het hemelse, tegenover het relatieve staat het absolute, tegenover Chaos, Gaia en Eros staat het Goede, Ware en Schone, tegenover Asat staat Sat, tegenover Alpha staat Omega.

Door je met het ’Goede, Ware en Schone’ te verbinden word je van de aardse wortels bevrijd.

Het hart, de ziel is een weerspiegeling van de anima mundi, het universele denkvermogen, de grote wereldziel. Het centrale basisprincipe is mens ken uzelve. Van de zeven chakra's (p. 9) is de vierde het hartchakra. De auteurs van Genesis schreven middels de wijsheid van het hart en niet met de kennis van het verstand. Het evolutionaire denken verklaart de verschijningsvormen, het hoe van het leven, daarentegen het evolutionaire voelen de verschijningsinhoud, het wat. Bij de snaartheorie gaat het om de kennis van het verstand. Het gaat niet om Genesis of Darwin. Het gaat namelijk om beide gezichtspunten, de complementariteit.

De bewustzijnsevolutie, de ziel, de kern van de mens heeft op de absolute ‘Ruimte en Tijd’ (Einsteins kosmische Geest!, singulier punt), de absolute existentie betrekking, daarentegen de evolutietheorie op de relatieve ‘Ruimte en Tijd’, de relatieve existentie. De kwintessens van dit verhaal draait echter om survival of the fittest. Het dilemma van het leven ligt besloten in: Waar kiezen we nu voor? Het brengt de kwintessens, de moraal van dit verhaal tot uitdrukking. In de absolute ‘Ruimte en Tijd’ ontstaat er een potentiaalverschil van nul. De potentiaal op een plaats is een natuurkundige grootheid die op een bepaalde manier samenhangt met de kracht die een deeltje op die plaats ondervindt.

Wim van den Dungen: Metafysisch kunnen we speculeren over de mogelijkheid van een 'force active' (Leibniz), of 'entelechie' (Driesch), 'élan vital (Bergson), 'vitaal principe' (Hahnemann), 'creativity' (Whitehead), 'morfogenetisch veld' (Sheldrake), 'etherisch dubbel' (theosofie), 'ch'i' (taoïsme), 'prâ a' (yoga) of 'vitale kracht'.
Henri Bergson: De wetenschap van de materie dient dan ook een onderdeel te zijn van de wetenschap van het leven, en niet omgekeerd.
Chaos-in-orde & orde-in-chaos zijn de relatieve, verbindende termen die in het denken over chaos zeer vaak gemist worden. Door orde te statisch te denken (beweging eraan ondergeschikt te maken) bleef de chaospool verdrongen. Door chaos te dynamisch te denken, kon de quasi-coherentie van proto, quasi-, & volstrekte chaos niet aan de oppervlakte komen. Het was noodzakelijk om het materiebegrip te herzien.

Anima mundi betekent 'de ziel van ons klein heelal', de wereldziel en is een equivalent van het Akasha-veld.
In het informatie registrerende en overdragende Akasha-veld van het universum worden de correlaties tussen de micro - en macrokosmos tot stand gebracht. Het 'Hoe en Wat' in de aardse microkosmos staat tegenover het 'Wat en Hoe' in de hemelse macrokosmos.

Sander Bais Interview (NRC Handelsblad, 7 november 2009):
Toen de Britse natuurkundige en schrijver C.P. Snow in 1959 zijn beroemde essay The Two Cultures publiceerde was theoretisch fysicus Sander Bais veertien jaar.
Breking van licht (Brekingsindex) of refractie is het verschijnsel dat lichtstralen van richting veranderen als ze van het ene medium (doorzichtige stof) in het andere terecht komen. Het elementaire inzicht in de breking van licht leidde bijvoorbeeld tot lenzen, en zo tot telescopen waarmee mensen hun horizon in de ruimte steeds verder verlegden, en tot microscopen waarmee zij steeds dieper in cellen, moleculen en atomen doken. Tot zij tegen harde grenzen aanliepen. Astronomen die steeds dieper in de kosmos tuurden, en zo ook steeds verder terug reikten in de tijd, stuitten bij 13,7 miljard jaar op de oerknal.
Hij wijst ook onbetreden gebieden aan. Wat zich vlak voor, tijdens en direct na de oerknal heeft afgespeeld gaat ons verstand te boven. En we hebben geen idee hoe – nagenoeg midden tussen die allergrootste en allerkleinste schalen van de kosmos – het complexe samenspel van hersencellen het menselijk bewustzijn voortbrengt.

De relatieve tijd (kloktijd), de subjectieve ervaring staat tegenover de absolute tijd, de objectieve tijdsregistratie met de atoomklok. De kloktijd ervaren we op aarde, de innerlijke tijd, de arrow of time (Zeitpfeil, déjà vu) verbindt ons met de hemel. De 'pijl van de tijd' is een intuïtief ervaarbaar verschijnsel en komt overeen met de 'wereldlijn' uit de relativiteitstheorie: een gebeurtenis gezien als een beweging door de ruimte, waardoor sprake is van een 'ruimtetijd' (Zeitraum).

Door de absolute tijd en relatieve tijd te introduceren is het mogelijk de discussie met betrekking tot ruimte en tijd een stapje verder te brengen. De relatieve tijd staat voor de 4e dimensie van Ouspensky op het grensvlak van 'ruimte en tijd', die niet kan worden waargenomen. De linker hersenhelft analyseert in de tijd en de rechterhelft synthetiseert in de ruimte. We dienen wel degelijk met Door gene zijde bezien, de keerzijde van de medaille rekening te houden. Het is de verborgen 5e dimensie - het eeuwige nu - het principe van de 'Akasha-kronieken' ('Noosphere') waarmee mystici en paragnosten in verbinding staan.
De
relatieve tijd kan het gemakkelijkste aan de hand van wanneer we naar de zon kijken worden geïllustreerd. We zien namelijk niet de zon zoals die op dat moment is, maar zoals ze ongeveer 8 minuten geleden was. Dit komt door de lichtsnelheid. Delen we de afstand tussen de zon en de aarde door de lichtsnelheid, dan heeft het licht bij benadering 8 minuten en 20 seconden nodig om de aarde te bereiken. Het laat duidelijk de conclusie van Einstein zien dat tijd een dimensie is.

Bergson (p. 100), Duur en Tijd (Rechter - en Linker hersenhelft) Het eigenlijke denkproces in de hersenen, bijvoorbeeld het verwerken van indrukken die door zintuigen aangeleverd worden, is een elektrochemisch proces. Aan het einde van de zenuwcellen registreren de synapsen (te vergelijken met een zend- en ontvangststation) elektronische spanning in de cellen zelf en de cellen ernaast. Als deze spanning verandert, doordat er een impuls door een zintuig wordt aangeleverd, sturen de neurotransmitters via de synapsen chemische stoffen. Deze stoffen zorgen ervoor dat bij de onderling verbonden cellen van het hersennetwerk andere chemische stoffen in kunnen stromen, die de elektrische spanning veranderen. Op deze manier vindt er gedachtenoverdracht plaats. De synapsen zorgen voor de contacten, de communicatie tussen neuronen.

Volgens Harold Puthoff en Milo Wolff bestaan tijd en ruimte niet op het niveau van het Akasha-veld. Het Akasha-veld is als het ware het centrum van het bewustzijn, een fictief punt tussen ‘golven en deeltjes’. Het onzekerheidsprincipe geeft al aan dat de elementaire bouwstenen van de materie zich als deeltjes, dan weer als golven en soms als beide tegelijk gedragen.

C.W. Leadbeater's Account of the Development of His Clairvoyance
It should be understood that in those days I possessed no clairvoyant faculty, nor had I ever regarded myself as at all sensitive. I remember that I had a conviction that a man must be born with some psychic powers and with a sensitive body before he could do anything in the way of that kind of development, so that I had never thought of progress of that sort as possible for me in this incarnation, but had some hope that if I worked as well as I knew how in this life I might be born next time with vehicles more suitable to that particular line of advancement.

Helderziendheid (clairvoyance, buitenzintuiglijke waarneming) kan zowel op de absolute – als de relatieve tijd betrekking hebben. Paragnosten werkzaam in de individuele sfeer vertrekken bewust vanuit de relatieve tijd, daarentegen staan mystici met de collectieve sfeer in verbinding en hebben onbewust de absolute tijd als vertrekpunt.

De parapsychologie onderscheidt enerzijds het astraallichaam en anderzijds het etherisch dubbel.
William A. Tiller Psychoenergetics and subtle energies.

Het Heelheidprincipe en de opkomst van een creatief wereldbeeld (Benedict M. Broere GAMMA juni 2000 p. 25-34):
Het Heelheidprincipe en de opkomst van een creatief wereldbeeld Benedict M. Broere "De kosmos openbaart zich in een nieuwe gedaante als een wonder van organische eenheid en continue creativiteit. Welke cultuur zal uit dit wereldbeeld geboren worden?" Max Wildiers14
14) Gerard Bodifée (keuze van de teksten), Zo vrij is de mens. Max Wildiers, kerngedachten uit zijn werk, Pelckmans, Kapellen, 1996, p. 71.

Het zichtbare en het denkbare (Gerard Bodifée GAMMA december 2007 p. 33,34):
'Maar', zo vervolgt Minsky, 'hoewel er geen plaats is voor een vrije wil in de fysische wereld, is het begrip toch essentieel voor onze modellen van de mentale wereld. We worden gedwongen erin te geloven, zelfs al weten we dat dit geloof vals moet zijn, tenzij we zouden inzien dat alles wat we geloven vals is, maar dat betekent het einde van ons mentaal welzijn.'
Deze wetenschap dreigt irrelevant te worden voor dе ervaringswereld. Maar wat verklaart zij dan nog? Alle hoop moet echter niet opgegeven worden want Minsky besluit zijn boek met "whenever anything goes wrong, there are always other realms of thought". Een voorstel komt van John Eccles. Deze Australische neurobioloog, die in 1963 de Nobelprijs kreeg voor zijn onderzoekingen betreffende de synaptische verbindingen in de hersenen, doet een beroep op de oude cartesiaanse verdeling van de wereld in een materiële en een geestelijke werkelijkheid. Eccles geeft toe dat zijn dualisme een ernstig wetenschappelijk probleem stelt voor de interactie tussen geest en materie zoals die in de hersenen optreedt, maar hij ziet geen andere uitweg. De zelfbewuste geest is volgens hem een onafhankelijke instantie die voortdurend actief bezig is gebruik te maken van de activiteitencentra in de hersenen. Deze geest selecteert de centra die in toestanden verkeren die overeenstemmen met zijn intenties en integreert ze zodat een eenheid van bewustzijn ontstaat. Deze eenheid zou niet het resultaat zijn van een synthese die in de neurale machinerie wordt uitgevoerd, maar wel van de activiteit binnen het bewustzijn zelf. Volgens Eccles oefent het bewustzijn van de geest een actieve controlerende functie uit op de neurale functies.

Anna Lemkow boek Het Heelheidprincipe
I EEN VERENIGEND KADER
Hoofdstuk 1 Heelheid sleutel tot inzicht
Een ander idee over de
werkelijkheid (p. 21):
Hoe we ook zijn ingesteld – wetenschappelijk, religieus, filosofisch of pragmatisch – we willen allemaal de zekerheid hebben dat ons leven de moeite waard is, van belang is en zin heeft.
De eeuwige overeenstemming over de uiteindelijke Werkelijkheid (p. 53):
H.P. Blavatsky, de mede-oprichtster van de theosofische beweging, beweerde in haar monumentale verhandeling over de eeuwige wijsbegeerte (die ze “theosofie” noemde), The Secret Doctrine (voor het eerst gepubliceerd in 1888), dat de verschillende religies van de wereld samen genomen meer waarheid bevatten dan ieder afzonderlijk,
dat ze elkaar wederzijds aanvullen, maar dat ze tegelijkertijd tekort schieten in het zicht van de uiteindelijke Waarheid, die ze alle omvat en overstijgt. (De wereldreligies zullen in deel III behandeld worden.)
Pitirim Sorokin, de bekende socioloog, zei
dat geen enkele ideologie een absolute waarde kan hebben – of dat nu kapitalisme of socialisme of communisme of collectivisme of aristocratie of democratie of enige andere school van denken is. Sorokin was zijn tijd vooruit door te zien dat de staat en het nut van privé-bezit hun grootste dienst voor de mensheid al hadden bewezen.
II WETENSCHAP
Hoofdstuk 3 Moderne wetenschap: De eerste vierhonderd jaar (p. 89):
Alfred North Whitehead: Genieën als Aristoteles, Archimedes of Roger Bacon moeten begiftigd zijn geweest met de volledig wetenschappelijke mentaliteit, die instinctief volhoudt dat alle grote en kleine dingen gezien kunnen worden als voorbeelden van algemene beginselen die over de natuurlijke orde heersen. Maar tot het einde van de middeleeuwen had het algemene geschoolde publiek die sterke overtuiging en die gedetailleerde interesse niet voor een dergelijke gedachte.… Waarom werd het tempo plotseling opgevoerd in de zestiende en zeventiende eeuw? Aan het eind van de middeleeuwen openbaarde een nieuwe mentaliteit zich. Uitvindingen gaven een stimulans aan het denken, het denken gaf een stimulans aan natuurkundige speculaties, Griekse manuscripten onthulden wat de ouden hadden ontdekt.
Hoewel Europa in het jaar 1500 minder wist dan Archimedes, die stierf in het jaar 212 voor Christus, werd in het jaar 1700 Newtons Principia geschreven en was de wereld goed op weg naar de moderne tijd.
97: Een van de anomalieën die de machine-theorie van het organische leven in twijfel trok was de evolutietheorie van Darwin. Hoewel het principe van de natuurlijke selectie mechanistisch was in de zin dat het uitging van ontwikkeling door middel van kleine toevallige veranderingen, bracht het evolutiebegrip zoveel controversiële denkbeelden over het organische leven met zich mee, dat duizenden probleemgebieden erdoor werden opengelegd, die nog steeds in onderzoek zijn. Want de belangrijke vragen die door de evolutie worden opgeworpen zijn nog steeds niet beantwoord. De tegenstrijdigheden werden verergerd toen de fysica het begrip entropie en de tweede hoofdwet van de thermodynamica formuleerde. Terwijl de evolutietheorie zei dat organische ontwikkeling verliep in de richting van toenemende orde en complexiteit, stelde de thermodynamica dat de wereld op weg was naar een toenemende wanorde en knarsend tot stilstand zou komen. De tweede hoofdwet van de thermodynamica kwam zo ter discussie te staan.
Hoofdstuk 4 Moderne fysica (p. 105):
Dit brengt ons tot het nauw verwante onzekerheidsbeginsel, dat geformuleerd werd door
Werner Heisenberg (in 1927) in een volgende poging om het tweevoudige karakter van materie en licht te verklaren. Het omschrijft de wiskundige grenzen van de relatie van golf-deeltje en stelt dat, hoewel een bepaalde entiteit zich als deeltje op een bepaalde plaats bevindt, zijn golfkarakter het onmogelijk maakt zijn plaats in een bepaald atoom met zekerheid te bepalen; het blijft een waarschijnlijkheid.
110: Maar in 1887 voltooiden twee Amerikanen,
Albert Abraham Michelson en Edward William Morley, een experiment dat als doel had de snelheid van de aarde te bepalen door dit altijd aanwezige trillende medium heen. De resultaten waren verbijsterend: het experiment slaagde er niet in enige beweging van de ether langs de aarde vast te stellen. De lichtsnelheid werd onder alle omstandigheden constant bevonden.
Hoofdstuk 6 Het biologische domein
De aarde als levend wezen (p. 143):
Biologische data: holisme is overal
150: Evolutionaire [vooruitgang] naar hoge organisatieniveaus heeft als voordeel dynamiek en autonomie… [het nadeel] is toenemende kwetsbaarheid. De lichaamstemperatuur van zoogdieren ligt bijvoorbeeld dicht tegen de bovengrens aan van voor de meeste levende vormen van protoplasma toelaatbare temperaturen. Ook worden de overlevingskansen op dramatische wijze verkleind: terwijl een koudbloedig organisme een groot aantal temperaturen kan verdragen, moeten warmbloedige dieren in staat zijn hun lichaamstemperatuur te houden binnen een paar graden van de norm, of ze gaan te gronde. De biologische evolutie gaat in de richting van steeds dynamischer en autonomer soorten. Tegelijkertijd gaat ze in de richting van soorten die uiterst complex en kwetsbaar zijn, gedwongen om zich te verlaten op delicate overlevingsfuncties die bij de hogere soorten niet alleen genetisch gecodeerd en overgeërfd gedrag omvatten, maar ook ervaring die in het leven van het individu vergaard is. Ervin Laszlo88
151:
Terwijl een trend van de evolutie loopt in de richting van een toenemende zelfstandigheid en capaciteit, worden deze eigenschappen gewonnen ten koste van een grotere kwetsbaarheid. Denk maar eens aan de kwetsbaarheid van een mens vergeleken bij die van een amoebe! Een belangrijke implicatie van het diagram op blz. 145 ('Hoofdroute'), dat we als voorbeeld hebben gebruikt, is de onderlinge afhankelijkheid van de fysieke, biologische en sociale (met inbegrip, waar het de mens betreft, van de psychologisch-cultureel-spirituele) niveaus van bestaan.
161: We zagen dat de rangschikking van dode en levende materie op aarde door en door holistisch van aard is, een rangschikking van gehelen binnen grotere gehelen – waarbij gehelen elkaar dus doordringen. Is de aarde zelf een organisch, ondeelbaar geheel?
De conventionele biologie accepteert een dergelijk idee nog niet, maar het is naar voren gebracht door de chemicus James Lovelock, die er voor het eerst op kwam door het ruimteonderzoek, en zijn medewerker de microbioloog Lyn Margulis.
161:
Orde, chaos en heelheid
Zijn alle natuurlijke manifestaties eigenlijk van ordelijke aard? Zijn zelfs wanordelijke verschijnselen paradoxalerwijze aan orde onderhevig? De nieuwe chaos-wetenschap antwoordt hierop bevestigend. Maar voordat we die wetenschap behandelen kan het goed zijn om kort stil te staan bij de betekenis van orde en chaos zelf.
Blavatsky stelde de Leegte gelijk aan de Universele Ruimte. In deze tradities is de Leegte niet een leegte maar een grenzeloze
volheid. Als zodanig bevat zij alle mogelijkheden die in een gemanifesteerd universum tot ontplooiing komen of kunnen komen; het is de volheid die het dynamische wereldproces mogelijk maakt. Vanzelfsprekend zijn dit niet de gewone gebruikswijzen van het woord “chaos”; gewoonlijk betekent het eenvoudig een toestand van wanorde.
Hoofdstuk 7
De evolutietheorie en haar ontwikkeling (p. 181):
In elk geval lijkt de huidige miskenning van wat in feite een uniek werk is over esoterie of de eeuwige wijsbegeerte ironisch, vooral als je bedenkt hoe weinig van dergelijke uiteenzettingen er beschikbaar zijn voor studie. (Veel auteurs verwijzen tegenwoordig naar de eeuwige wijsbegeerte, maar meestal als context voor deze of gene stelling,
zonder het wereldbeeld als geheel te behandelen.)*
*) Diegenen die zich vertrouwd willen maken met
Blavatsky’s denken, kunnen haar voornaamste werken in de literatuurlijst aantreffen. Bovendien behoren tot de overzichtswerken die van Barborka en De Purucker, te midden van vele andere. Twee recente boeken zijn: Nicholson, Ancient Wisdom: Modern Insight113 en Ellwood, Theosophy.45
182: Zoals eerder werd opgemerkt verlaten een aantal biologen nu de gebruikelijke reductionistische tradities. Een voorbeeld is wijlen Erich Jantsch, die een ingewikkeld en werkelijk opmerkelijk boek schreef, The Self-Organizing Universe.
184: Het boek van Jantsch, dat voortbouwt op het werk van Ilya Prigogine, is een synthese van het werk van een aantal proces-gerichte wetenschappers te beginnen met Alfred North Whitehead en Jan Smuts.
Meer in het bijzonder past Jantsch de benadering van de dissipatieve structuren toe op het ontstaan van soorten, in het voetspoor van de scheikundige Manfred Eigen en de biologen Conrad Waddington, Paul Weiss, Humberto Maturana, Francisco Varela en Ricardo Uribe.
Morfogenetische velden
197: De biologie-historica Donna Jeanne Haraway verwijst naar Ross G. Harrison (1870-1959) als een pionier bij de vorming van een modern organicisme, ter onderscheiding van het oude vitalisme** en mechanicisme. Ross’ werk op het gebied van de vorming van ledematen kwam hem van pas bij het leggen van de grondslagen voor het controversiële veldbegrip dat aanleiding gaf tot een grote hoeveelheid biologisch onderzoek in de dertiger jaren.
**Het vitalisme stelt dat levende verschijnselen het gevolg zijn van een niet-materieel (
niet-'bestaand') beginsel dat bekend staat onder de namen: levenskracht, entelechie, élan vital, stralingsenergie en dergelijke.
198: Enkele jaren geleden bracht Rupert Sheldrake, een Britse plantkundige, een theorie naar voren van wat hij noemt: formatieve veroorzaking. Hij postuleert een verzameling complexe, onzichtbare velden, of ruimtelijke structuren, die verantwoordelijk zijn voor de karakteristieke vorm en organisatie van systemen op alle niveaus van complexiteit. “Deze velden ordenen de systemen waarmee ze verbonden zijn door gebeurtenissen te beïnvloeden die uit energetisch oogpunt indeterministisch of probabilistisch lijken te zijn; ze leggen gestructureerde beperkingen op aan de energetisch mogelijke resultaten van fysische processen.” Sheldrake’s hypothese gaat echter niet over het ontstaan van vormen, alleen over hun ontwikkeling als ze eenmaal verschenen zijn. Hij stelt een tweevoudig proces voor, waarbij de betreffende morfogenetische velden opgebouwd worden door wat er in tijd en ruimte gebeurt; ze zijn behulpzaam bij het vormen en bepalen van levende systemen in de wereld en, omgekeerd, oefenen deze een invloed uit op de velden.
200,201: De natuur is bovendien in staat tot buitengewone
vindingrijkheid bij het bereiken van een bepaald doel. Volgens een in dit boek aangehaalde studie leven de krekels van Noord-Amerika vrijwel hun hele leven onder de grond. Hun larven komen tevoorschijn in volwassen gedaante om zich voort te planten in bepaalde cycli die afhangen van de plaats – cycli van zeventien jaar in de oostelijke helft van de Verenigde Staten en cycli van dertien jaar in de zuidelijke staten. “Deze twee getallen zijn groot genoeg om de levenscyclus van ieder roofdier te overstijgen. Dertien en zeventien zijn ook priemgetallen, zodat geen enkel roofdier zijn levenscyclus af kan stemmen op het tevoorschijn komen van volwassen krekels.”5 Het vermogen van de natuur om doelgerichtheid te combineren met eenvoud en zuinigheid is ook opmerkelijk. Een voorbeeld hiervan dat in hetzelfde boek wordt aangehaald is dat van het spek van de walvis: het dient drie verschillende doeleinden: voedselopslag, drijfvermogen en isolatie.
Hoofdstuk 9 Over tijd en causaliteit (p. 215):
Het strikte causaliteitsbegrip is zelfs verlaten door de hiervoor beschreven ontwikkelingen in de wetenschap, alsook door verschijnselen als synchroniciteit, of zinvolle toevalligheid, en andere mysteries waarbij de tijd een rol speelt. We leven nu in een wereld die gekenmerkt wordt door relativiteit, dubbelzinnigheid, niet-plaatselijkheid en andere niet-lineaire oorzakelijke toestanden.
220: ..mystieke toestand van bewustzijn is een toestand van bewustzijn die uitstijgt boven ruimte en tijd en toch ruimte en tijd omvat. Het lijkt zeker dat de vraagstukken van tijd en causaliteit alle vormen van denken omvatten en alle schijnbare tweedelingen, zoals 'denkvermogen en materie', de waarnemer en het waargenomene, 'wetenschap en kunst', wetenschap en de eeuwige wijsheid, innerlijke waarden en uiterlijke omstandigheden. Deze zullen ongetwijfeld onopgelost blijven tot het moment dat ze beschouwd worden in termen van een hoger verband, een diepere eenheid.
Hoofdstuk 10. De psi-vermogens: de relatie tussen binnen en buiten
223: Het denkvermogen/hersenen-vraagstuk heeft direct te maken met het onderwerp van de psi-vermogens.
225: Stanislav Grof: Parapsychologische onderzoekers als J.B. Rhine, Gardner Murphy, Stanley Krippner, Jules Eisenbud, Charles Tart, Elmer en Alyce Green, Arhur Hastings, Russell Targ en Harold Puthoff hebben nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek verricht dat suggereert dat telepathie, zien op afstand, psychische diagnose en genezing, Poltergeist-verschijnselen of psychokinese bestaan. Deze tak van onderzoek heeft de aandacht getrokken van moderne fysici en het is een serieuze theoretische uitdaging geworden om deze nieuwe bevindingen in te passen in het nieuwe paradigma.
226: Zonder twijfel is het de nieuwe fysica die de parapsychologie in een respectabeler licht heeft gesteld. Het idee van het ruimte/tijd-continuüm helpt ons om de tijd te zien als een ondeelbare heelheid die nu voor ons aanwezig is, met inbegrip van dat wat we beschouwen als verleden en toekomst. Etc.
227: Je kunt zelfs volhouden dat de psi-verschijnselen helemaal niet fantastischer zijn dan de verschijnselen van de quantumfysica of de relativiteit van ruimte en tijd.
228, Phoebe D. Bendit: Zintuigelijke vormen van waarneming trekken een grenslijn tussen subjectief en objectief, binnen en buiten… Een gelijksoortig onderscheid moet te zijner tijd ontwikkeld worden in het psychische organisme, zodat het individu het verschil kent tussen het produkt van zijn eigen denken en datgene wat buiten de sfeer van zijn persoonlijk denkvermogen bestaat.
229: Ik durf te stellen dat de psi-vermogens tenminste latent in ieder van ons aanwezig zijn en dat velen van ons de spontane werking ervan hebben waargenomen in zichzelf, op belangrijke, minder belangrijke of onbenullige manieren.
III HET SPIRITUELE DOMEIN
Hoofdstuk 11 De wereldreligies: Constanten en varianten (p. 234):
Religies geven aan de
uiteindelijke werkelijkheid verschillende namen: God, Allah, Tao, Brahman, Volheid/Leegte , enzovoort. Ze leren dat het hoogste doel voor het individu eruit bestaat één te worden met of op te gaan in het Absolute – het doel dat onder meer bekend staat als verlossing, bevrijding, verlichting, nirvana, moksha. De religies schrijven elk een weg voor, een upaya, om deze werkelijkheid te bereiken, en deze voorschriften – die in feite bedoeld zijn voor zelftransformatie – vertonen treffende overeenkomsten, hoezeer elke religie ook een eigen taal spreekt. 242: Het symbolische karakter van heilige geschriften betekent dat ze niet gewoon letterlijk genomen moeten worden. Het bijbelse verhaal van de Exodus, het verhaal van de reis naar het Beloofde Land, krijgt bijvoorbeeld een veel diepere betekenis en een ruimere toepasbaarheid als het allegorisch gelezen wordt als een reis in bewustzijn, of een evolutionaire reis – van innerlijke gevangenschap naar innerlijke vrijheid. Als zodanig is het inderdaad van toepassing op ieder mens en iedere maatschappij.
Het is door deze diepere lezing van de geschriften dat je je bewust wordt van de universaliteit of de
innerlijke eenheid van de verschillende religies.
Hoofdstuk 12 De wezenlijke eenheid van de religies
En de tegenstrijdigheden dan? (p. 253):
Maar als de Waarheid één is, hoe kunnen we dan de tegenstrijdigheden tussen en zelfs binnen de verschillende religies verklaren? De verklaring ligt in de paradoxale aard van de Waarheid – het feit dat het bestaan vol is van paren van tegenstellingen, die in werkelijkheid onscheidbare polariteiten zijn.
Hoofdstuk 13 Religie: Verleden, Heden en Toekomst (p. 262):
Religie moet opnieuw worden opgebouwd als een krachtige toewijding aan idealen als waarheid, schoonheid, liefde, sociale rechtvaardigheid, economische kwaliteit, politieke vrijheid en internationale vrede.… Het moet opgebouwd worden als een klaroenstoot voor de zelfontwikkeling van de mens als een vrije en creatieve eenheid van het kosmische geheel, als een uniek brandpunt van het Opperwezen… als een optimistische bevestiging van het leven in deze wereld, met een vibrerend gevoel van geworteld zijn in het eeuwige en een creatieve visie op de toekomst. Haridas Chaudhuri35
265: Verandering brengt onzekerheid met zich mee, en onzekerheid nodigt uit tot een sprong in het bekende, of tenminste iets wat bekend verondersteld wordt – een religieuze tekst, een geromantiseerde droom van een vroegere en eenvoudigere tijd, een bron van authoriteit die de vestiging van orde kan rechtvaardigen, om niet te spreken van de ijzeren vuist. Het specifieke karakter en de oorzaken van het fundamentalisme variëren ongetwijfeld van samenleving tot samenleving, maar de aanwezigheid ervan in verschillende samenlevingen is opmerkelijk. Het loopt parallel aan het wijd verspreidde scepticisme omtrent de grote ideologieën die in het negentiende-eeuwse Europa ontstonden en sindsdien het politieke leven hebben beïnvloed. Er is zelfs een wijd verspreid scepticisme ten aanzien van de waarde van iedere
verbeeldingsrijke of utopische aspiratie met betrekking tot de toekomst. R.B.J. Walker165
267,268: Paul Tillich beschreef eens een opvatting van religie die uitstijgt boven het traditionele woordgebruik, maar daar niet de ontkenning van is. Zo opgevat heeft religie te maken met ontmoetingen of ervaringen van “het Absolute als iets wat volledig uitstijgt boven alle afgeleide absoluutheden in de verschillende werelden…. Zij vormt een ervaring van directe kennis, van een morele aansporing, van sociale gerechtigheid, of van esthetische expressiviteit…. [Zij] is de ervaring van het heilige op een bepaalde plaats, op een bepaald moment, of in een bepaald persoon, boek of beeld, in een bepaald ritueel, gesproken woord of sacramenteel voorwerp.”162 Voor Tillich is dit een directe ervaring, die uitgaat boven conventionele religieuze instituten en het wereldse domein omvat, dat daardoor geheiligd wordt.
268:
Als iemand ontdekt dat zijn diepste Aard een is met het Al, wordt hij verlost van de last van de tijd, van de angst, van zorgen; hij wordt bevrijd uit de ketenen van vervreemding en het afzonderlijke bestaan. Doordat hij ziet dat het zelf en de ander één zijn, is hij bevrijd van de angst voor het leven; omdat hij ziet dat zijn en niet-zijn één is, is hij verlost van de angst voor de dood. Als je dus de uiteindelijke Heelheid weer ontdekt, dan overstijg je – zonder deze uit te wissen – iedere denkbare grenslijn, en daardoor iedere vorm van strijd. Het is een conflictloos bewustzijn, heel, gelukzalig. Maar dit betekent niet dat je het ieder ego-bewustzijn, ieder tijdsbesef helemaal verliest.… Want heelheid is niet het tegenovergestelde van egoïsche individualiteit, het is gewoon de Grond ervan, en de ontdekking van de achtergrond doet de figuur op de voorgrond niet verdwijnen.
Met de realisatie van onze wereldwijde identiteit, zouden we in toenemende mate moeten ervaren dat het heilige iets universeels is in de mensheid. Als tegenwicht voor deze nieuwe universaliteit, zouden we een nieuwe fascinatie verwachten met oorprong en tradities. We zouden het feit van onze verschillende religies niet als een bedreiging opvatten, maar als een rijke bron van lering. We zouden steeds meer gaan begrijpen hoe het ene in het vele tot leven komt. Charles M. Johnson80
Hoofdstuk 14 Religie en Wetenschap (p. 272,273):
Deze ontwikkelingen hebben een wederzijdse ontmoeting en een vrijwel samengaan tot stand gebracht van alles waar mensen mee bezig zijn, met inbegrip van culturen en religies; we komen bijvoorbeeld elkaars religies en mythen tegen op de gedrukte pagina, op het televisiescherm, en door daadwerkelijk exotische heiligdommen en tempels tijdens onze toeristische en andere reizen te bezoeken. De vermenging van culturen en religies die nu plaatsvindt is zeker een verrijkende en verruimende ervaring. (Deze ontwikkelingen vormen echter een
tweesnijdend zwaard. De toegenomen onderlinge afhankelijkheid van volkeren, die door de massale industrialisatie is ontstaan, speelt bijvoorbeeld een rol bij de grotere religieuze wrijvingen en conflicten, maar dwingt volkeren anderzijds ook tot samenwerking, het met elkaar delen en wederzijdse verdraagzaamheid). Om terug te keren tot Einsteins woorden, de volledige passage (in zijn boek Out of My Later Years) is het waard in zijn geheel te citeren:
Ook al zijn de werelden van religie en wetenschap zelf scherp van elkaar gescheiden, er bestaan niettemin tussen deze twee sterke, wederzijdse relaties en afhankelijkheden. Hoewel religie datgene is wat het doel bepaalt, heeft zij niettemin van de wetenschap, in de breedste zin van het woord, geleerd welke middelen zullen bijdragen tot het bereiken van de doelen die zij zich gesteld heeft. Maar wetenschap kan alleen maar geschapen worden door mensen die grondig doordrongen zijn van de aspiratie naar waarheid en inzicht.
Teilhard de Chardin, die zelf zowel een wetenschapper was
(een heel bekende) als een mystiek christen, verklaarde dat religie en wetenschap “de twee met elkaar verband houdende gezichten of fasen zijn van een en dezelfde volledige daad van kennis.”
276,277: Ten eerste waren sommige van de vaders van de wetenschappelijke revolutie, zoals Descartes en Newton, ook mystiek ingesteld. Het lijkt me dat het vermogen om de orde in de natuur waar te nemen en te beseffen dat de menselijke geest die orde op wiskundige wijze kan uitdrukken, vaak hand in hand gaat met mystieke waarneming. Buitengewoon begaafde individuen zijn daarom vaak op verschillende manieren getalenteerd; denk bijvoorbeeld aan Leonardo da Vinci en Benjamin Franklin. Veel van de begaafde mensen die in dit boek vermeld staan zijn ook veelzijdig, en beperken hun zoektocht naar kennis en inzicht niet tot slechts één discipline. Ten tweede lijkt het me dat veel wetenschappers gestimuleerd werden door het paradoxale karakter van de quantumfysica, die zo suggestief naar een metafysische werkelijkheid verwijst.
Hoofdstuk 15 Karma: De ultieme wet van heelheid (p. 286):
Het is belangrijk op te merken, zoals Sir Edwin Arnold doet in Het Licht van Azië, dat “
karma een onwrikbare wet is van absolute Liefde, Rechtvaardigheid en Genade,” niet een wet van vergelding. Het idee dat zo vaak naar voren wordt gebracht dat karma straffend te werk gaat komt voort uit een beperkte opvatting van rechtvaardigheid en veroordeling. Zoals Blavatsky benadrukte is karma niet het onontkoombare lot, omdat wij het zijn die de planners, ontwerpers en scheppers zijn van oorzaken waaraan de gevolgen door deze universele wet worden toegewezen. In plaats van de vrijheid en creativiteit van mensen uit te sluiten, worden deze door de innerlijke wet mogelijk 287: Om deze reden wordt reïncarnatie meestal (maar niet altijd) gekoppeld aan de leer van karma, zoals in het hindoeïsme, het boeddhisme en de theosofie. Eenmaal geaccepteerd biedt reïncarnatie onmiskenbaar diepere niveaus van filosofische en persoonlijke betekenis.*
*) Het idee van wedergeboorte of reïncarnatie is voorgekomen bij talloze mensen en volken in verschillende tijden en plaatsen. Zie bijvoorbeeld
Reincarnation: The Phoenix Mystery (1977) van Head en Cranston, dat een compilatie is van een grote hoeveelheid gegevens die dit historische feit bewijzen. Het is ook interessant, zoals dit boek aantoont, dat de mythische allegorie van de onsterfelijke phoenix, die herhaaldelijk uit zijn as verrijst, in verschillende versies is voorgekomen onder de christenen, de joden, de Perzen en in ver van elkaar verwijderde culturen, waaronder de oude Ierse, de Japanse en de Turkse cultuur.71
289: De
tweeling-leringen van karma en reïncarnatie suggereren dat alles wat we zijn, wat betreft denkvermogen, emoties en fysiek lichaam (ter onderscheiding van ons universele Zelf), en onze huidige levensomstandigheden, het gevolg zijn van onze eigen daden in het verleden, hetzij in de ervaringen van dit leven, hetzij in die van een vorig leven, en dat we ieder moment onze toekomst vormgeven door onze gedachten, bedoelingen, handelingen en de manier waarop we omgaan met problemen en uitdagingen van dit moment. Dankzij karma zaaien we elke dag de zaden van wat we in onze volgende incarnatie zullen zijn. Periodiek worden we gedwongen terug te keren tot het fysieke bestaan om onze onafgemaakte zaken af te maken, om zo te zeggen. Blavatsky schreef: “Karma is de kracht die tot wedergeboorte aanzet, en dat Karma is de bestemming die de mens voor zichzelf weeft.
Hoofdstuk 16
Eenheid ervaren p. 297,298:
Paul Tillich’s uitleg van absolute en relatieve waarden is ook verhelderend. Tillich bevestigde “het onvoorwaardelijke karakter van de morele imperatief [van Kant], ongeacht zijn inhoud, en het beginsel van rechtvaardigheid – de erkenning van ieder mens als persoon.” Over het beginsel van
liefde of mededogen of eros of agapè zei hij dat het “rechtvaardigheid omvat en overstijgt, en het absolute en het relatieve verenigt door zichzelf aan te passen aan iedere concrete situatie.” Als we de werkelijkheid onder ogen zien, zij het door middel van cognitieve, ethische, esthetishe of andere middelen, stuiten we op “structurele absoluutheden zonder welke het leven in deze werelden onmogelijk zou zijn.”162 Plato sprak van de archetypen. In overeenkomstige zin zeggen mythologen ons dat deze structurele absoluutheden terugkeren in de mythen van de wereld.
IV SAMENLEVING
Hoofdstuk 17 De toestand in de wereld: een planetair overzicht p. 319:
De ontwikkelingseconoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen heeft opgemerkt dat de ontwikkelingsstrategie voor onderontwikkelde landen een intensief leerproces heeft gevormd voor alle betrokkenen. Hij is een voorstander van minder nadruk op de creatie en overdracht van fysiek kapitaal en meer op onderwijs; minder nadruk op buitenlandse, kapitaal-intensieve technologieën en meer op geschikte, of aangepaste, minder kapitaalintensieve technologieën, wat in veel gevallen een verschuiving van grote naar kleinere projecten nodig maakt; en een verschuiving van het scheppen van werkgelegenheid in de grote steden naar de schepping van werkgelegenheid in dorpen en kleine steden. Bovendien zou hij minder de nadruk willen leggen op externe beleidsvormen (tussen regeringen), ten gunste van meer interne beleidsvormen, “en wat hiermee samenhangt, [een verschuiving] van paternalisme naar onafhankelijkheid.”101
320: De regeringen van de Derde Wereld pleiten in het algemeen voor meer overdracht van kapitaal en technologie, een toename van de handel en een bevestiging van de nationale soevereiniteit, hetgeen allemaal is vastgelegd in de resolutie van de
Nieuwe Internationale Economische Orde (NIEO), die in mei 1974 tijdens een speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd aangenomen. De NIEO is geprezen als een prestatie die te danken is aan de collectieve onafhankelijkheid van de Derde Wereld. “Deze term is misleidend,” zegt Preiswerk. “Wat in werkelijkheid bedoeld wordt is de toename in onderhandelingsmacht door de solidariteit van de Derde Wereldlanden. Onafhankelijkheid heeft een diepere betekenis: je op je eigen kracht verlaten op een lokaal niveau als dat mogelijk is en de inbreng van het nationale, regionale of mondiale niveau alleen gebruiken als de plaatselijke bronnen of kennis ontbreken. Plaatselijke onafhankelijkheid moet door nationale regeringen worden gerespecteerd, of in ieder geval worden getolereerd.
321:
Our Common Future, het rapport van de World Commission on Environment and Development uit 1987, dat bekend staat als het rapport van de Brundtland-commissie, onderstreept dat hulp van buitenaf aan de arme landen van groot belang is. Het wijst er bovendien op dat de vermindering van armoede op zichzelf een voorwaarde is voor een ecologisch gezonde ontwikkeling, en dat de overdracht van middelen van de rijken naar de armen een voorwaarde is voor de uitroeiing van armoede. Het is alarmerend dat, als gevolg van de terugbetaling van schulden van de Derde Wereld, er een omgekeerde stroom van gelden bestaat van de ontwikkelingslanden naar de ontwikkelde landen.
Hoofdstuk 18 Naar een meer holistische economie (p. 347):
Het zal niet gemakkelijk zijn om de wereld in het gareel te krijgen, gegeven de slechte staat van het milieu en de economische verwarring die nu voorkomt. Het rapport uit 1988 van het in Washington gevestigde Worldwatch Institute State of the World (door Brown en Wolf) merkt op dat het inslaan van een begaanbare weg afhangt van een herziening van prioriteiten, een herstructurering van de wereldeconomie, en een quantumsprong op het gebied van de internationale samenwerking van de orde die plaatsvond na de Tweede Wereldoorlog.
Tenzij een dergelijk doel de centrale zorg wordt van nationale regeringen zal de voortdurende verslechtering van het natuurlijke systeem, dat ten grondslag ligt aan de economie, op den duur de inspanningen om de menselijke situatie te verbeteren teniet doen.*
*) Voor bijzonderheden met betrekking tot de besparing van energie en hulpbronnen, het tegengaan van de verslechtering van het milieu, vraagstukken van gelijkheid, het hervormen van economieën, enzovoort, zie de hiervoor genoemde rapporten van het Worldwatch Institute.
EEN NASCHRIFT OVER DE SAMENHANG TUSSEN RELIGIE, EEUWIGE WIJSBEGEERTE, WETENSCHAP EN SAMENLEVING (p. 380):
Het toppunt van vrijheid, dat in de religieuze tradities onder verschillende namen bekend staat – zoals verlichting, bevrijding, nirvana, moksha, satori – wordt beschreven als een ervaring waarin de betrokkene zich verbonden voelt met alle andere wezens en met alles wat bestaat. Het is een toestand waarin degene die de ervaring heeft zijn of haar lot gelijkstelt aan dat van anderen. Hoewel mystieke eenwording zeldzaam is, is iets van de ervaring van eenheid bekend aan diegenen die erachter gekomen zijn dat het nastreven van een doel dat uitstijgt boven het persoonlijke belang uiterst bevredigend is. Door een schijnbare paradox is kiezen voor het grotere geheel de beste manier om je persoonlijke vrijheid, je uniekheid tot uitdrukking te brengen. Misschien is dat wat Teilhard de Chardin bedoelde toen hij de uitdrukking ”convergentie differentieert" gebruikte.
Hoofdstuk 20 Orde te midden van chaos

Haridas Chaudhuri: De opgave voor ieder nieuw tijdperk is een opnieuw geïntegreerd wereldbeeld, een nieuwe synthese van oude wijsheid en toekomstige aspiraties en idealen.

388/389: De huidige aanblik van de planeet lijkt ordeloos en chaotisch te zijn, kenmerken die meestal als het tegendeel van orde worden beschouwd. Maar de leer van karma stelt (en de chaos-theorie veronderstelt) dat zelfs destabiliserende gebeurtenissen onderworpen zijn aan een universele wet. De dynamiek die werkzaam is in de maatschappelijke aangelegenheden van vandaag vormt een illustratie van deze leer. Er is een opvallende wanorde. Tegelijkertijd hebben de problemen een wereldwijd karakter en zijn ze op dynamische wijze onderling verbonden.
Viervoudig geluk
392: Ten vierde is er de
dialectische vreugde. Het is de vreugde van het overwinnen van obstakels en van tegenstand. Door de wereld te bevestigen als creatieve zelfexpressie, een gevecht met de krachten van onwetendheid en traagheid, met de krachten van duisternis en kwaad, is alleen maar te verwachten…. De vreugde van het onder ogen zien van de oppositie, of het overwinnen van weerstanden, is de dialectische vreugde. Elke vorm van lijden die voorkomt bij een dergelijke heldhaftige benadering wordt omgevormd tot een element van de overheersende harmonie van dialectische vreugde. Haridas Chaudhuri
393:
Er is nog een ander aspect aan deze beweging in het bewustzijn. Niettegenstaande het feit dat de impuls naar heelheid wordt overschaduwd door op verdeeldheid gerichte neigingen in een groot en machtig deel van de menselijke samenleving, is zij altijd aanwezig en levensvatbaar geweest. Onze eigen verwaarlozing van deze dynamiek zorgde er alleen maar voor dat we deze nog sterker zouden tegenkomen.

Over heelheid (Fay van Ierlant TheoSofia 103/6, december 2002)
Er is mij gevraagd om in het kader van het thema van deze zomerschool in te gaan op het boek: Het Heelheid Principe, de dynamiek van heelheid in wetenschap, religie en samenleving. Anna Lemkow schreef dit boek in 1990. Anna Lemkow’s intelligentie en inzicht zijn superieur. De mijne zijn dat niet. Maar ik heb haar boek altijd bewonderd en veel gebruikt. Daarom wil ik graag proberen jullie wat van haar inzichten door te geven.
230: In de proloog van De Geheime Leer verwijst zij naar de achtergrond van deze Eeuwige Wijsbegeerte als zij de grondbeginselen van bestaan duidelijk aangeeft en wijst op de noodzaak van het steeds weer refereren aan die grondbeginselen: Immanentie – Periodiciteit – Transcendentie (het immanente ene leven dat periodiek door de materie reist om die materie te transcenderen). Zij wijst op de noodzaak om dat ene immanente leven te gaan ontdekken en ervaren, zoals het functioneert door, en uitdrukking geeft aan, alle periodieke vormen van materie, die voortdurend doorbroken en vernieuwd worden. Want daar ligt de sleutel tot heelheid. De heelheid achter de verscheidenheid van de cyclische periodiciteit.
231: Alles blijkt op onontkoombare wijze te zijn verweven in een dynamisch geheel. Er komt meer en meer een overtuiging naar voren dat de huidige crisissituaties een samenhangende wereldcrisis vormen. Een wereldcrisis die het gevolg is van het huidige besef van waarden die de prioriteiten bepalen. De massacultuur is niet in staat om uitwegen te bedenken die niet om zichzelf draaien (noodzakelijkerwijs gaat dat ten koste van anderen). Dat vraagt om een fundamentele verandering van bewustzijn. Echter de mentaliteit van de onder groep 1 genoemden verwerpt het bestaan van een groeiend bewustzijn omdat het niet kwantificeerbaar is. Maar, schrijft Lemkow, er zijn ook mensen die hun toevlucht nemen tot scholen en werkgroepen die als doel hebben een verandering van bewustzijn te bewerkstelligen en die plaatst ze in groep 2. Er is ook nog een groep 3. Die bestaat uit een groeiend aantal wetenschappers, filosofen, sociale werkers, holistische geneeskundigen en anderen die een van Heelheid uitgaande wereldvisie aanhangen. Groep 2 en groep 3 overlappen elkaar. Helaas zijn de mensen in groep 1 meestal onbekend met de gezichtspunten en de publicaties van groep 3 omdat ze daar totaal niet voor open staan.
Het doel van het boek van Anna Lemkow is een onderzoek in te stellen naar de dynamiek van heelheid als een allesomvattend principe. Ze gaat in op de staat van dat onderzoek in de wetenschap, op het spirituele domein en in de samenleving. Zij staaft en verduidelijkt haar bevindingen met ingekaderde stukjes van bekende en minder bekende mensen uit groep 3.
Zoals: David Bohm, Haridas Chaudhuri, Niels Bohr, Fritjof Capra, Aldous Huxley, Huston Smit, Lama Govinda, Ravi Ravindra, Ken Wilber, Teilhard de Chardin, HP Blavatsky, Joy Mills, G. Barborka, Hippocrates, Paulus, William Blake en Krishnamurti en vele anderen. Ook Blavatsky’s Geheime Leer wordt door Lemkow herhaaldelijk en zeer verduidelijkend naar voren gehaald.
232: Op den duur zou religie, zoals het woord al zegt, ons door spiritueel inzicht weer moeten verbinden met idealen als waarheid – schoonheid – liefde – sociale rechtvaardigheid – economische kwaliteit – politieke vrijheid en internationale vrede. Religie zou elk mens moeten maken tot een vrije en creatieve eenheid van het kosmisch geheel, geworteld in het eeuwige Ene.
233/234: We weten nu dat massale armoede verband houdt met de kortzichtige manier waarop de meer welvarende delen van de mensheid rijkdom hebben nagejaagd. We zien het fatale verband tussen de industriele productie die grote hoeveelheden ruwe materialen en energiebronnen verbruikt en de vernietiging van het milieu. We kunnen er in 2002 ook niet meer omheen dat onze eigen afscheidende gedachten bijdragen aan internationale en nationale rampen. De kenmerken van wereldwijdheid en onderlinge verbondenheid wijzen naar de innerlijke orde die vanzelfsprekend de fysieke, emotionele, mentale, morele en spirituele niveaus van het maatschappelijk bestaan omvat.
Anna Lemkow schrijft (p. 393):
Niettegenstaande het feit dat de impuls naar heelheid wordt overschaduwd door op verdeeldheid gerichte neigingen in een groot en machtig deel van de menselijke samenleving, is deze impuls altijd aanwezig en levensvatbaar geweest. Onze eigen verwaarlozing van deze dynamiek zorgde er alleen maar voor dat we het nog sterker zouden tegenkomen. Er ontstaat ondanks alles een nieuw type bewustzijn dat een universalisme zal doen ontstaan dat religie, ras, cultuur en sekse overstijgt. Nu nog de visie van een minderheid, maar verspreid over de hele wereld. Die visie is van binnen uit gestuurd en doordrongen van een gevoel van verbondenheid met het hier-en-nu, een gevoel van betrokkenheid, mededogen, verantwoordelijkheid en creatieve doelgerichtheid.
Krishnamurti zei het zo:
Je moet het hele leven begrijpen, niet alleen maar een deeltje ervan. Daarom moet je lezen, daarom moet je naar de luchten kijken, daarom moet je zingen en dansen en gedichten schrijven, en lijden, en begrijpen, want dat is allemaal: leven.

Theosophical Society in America
Activities and programs
The national center and local groups offer lectures, study groups, workshops, and other programs to members and the general public. Subject matter is wide-ranging to facilitate the study of comparative religion, philosophy, science, health, and art. Classes have included Hatha yoga, qigong, Therapeutic touch, and many forms of meditation.[22]
Some notable speakers at national programs have included the 14th Dalai Lama, Bede Griffiths, Lama Anagarika Govinda, Ram Dass, Stephan A. Hoeller, Huston Smith, Rupert Sheldrake, Ian Stevenson, Fritjof Capra, Amit Goswami, Ravi Ravindra, and Jean Houston. The Society has also sponsored regional and national conferences focused on special topics such as education, science, and healing. Hundreds of programs have been recorded or webcast, with many available free online. The Theosophical Community at [4] serves as a means of conducting group discussions and other social networking.

Grace F. knoche Kosmische atomen, sporen van de goden
Trots als we zijn op ons vermogen om naar believen te scheppen en te vernietigen, hebben we ons zelfbewustzijn overwegend gebruikt om de natuur te manipuleren en te overheersen als middel voor ons doel, in plaats van te proberen haar wetten te begrijpen en daarmee samen te werken. Als resultaat oogsten we niet alleen de gevolgen van duizenden jaren van zorgeloze dwaasheid en eerzucht, maar hebben we de hulp die beschikbaar is veronachtzaamd.

Het vuur der schepping (J.J. van der Leeuw):
Hoofdstuk V. Het dynamisch heelal
De toekomst raadplegen. (p. 60):
De toekomst raadplegen. Wij hebben allen gehoord, dat het mogelijk is, de kronieken van het verleden na te slaan, de zogenaamde Akasha-kroniek te raadplegen en daarin de gebeurtenissen, welke wij "voorbij" zouden noemen, te ondervinden als nog gebeurend, nog tegenwoordig. Wanneer wij eenmaal de dynamische beschouwing van het heelal begrijpen, ligt daarin geen enkele ongerijmdheid meer. Evenmin echter is er enige onwaarschijnlijkheid in het raadplegen van de kroniek der toekomst; er is niet meer onwezenlijkheid in de toekomst dan in het verleden; verleden en toekomst zijn slechts de onhandige benamingen voor de verschillende delen van een werkelijk wezen, waarvan wij slechts de dwars-doorsnede kennen, welke wij het heden noemen. Het is niet waar dat het verleden voorbij is en de toekomst er nog niet is; verleden en toekomst vormen tezamen het enige werkelijke heden en wat wij heden noemen, is het enige dat niet bestaat. Er zijn vele Theosofen, die van tijd tot tijd hun vroegere levens trachten op te sporen en belang stellen in hetgeen zij al of niet geweest zijn, doch hoeveel schoner zou hun ervaring zijn, wanneer zij eens trachten in de toekomst te zien!
Kundalini, de openbaring van de Heilige Geest (p. 72):
Er ligt een diepe waarheid in de oude alchemistische formule, welke de mens leert, de lagere metalen niet te vernietigen doch daaruit de quintessens te trekken, dat wil zeggen, met behulp van de goddelijke scheppingskracht, welke verscholen ligt in zijn begeerten en hartstochten zijn menselijkheid om te zetten in goddelijkheid.
155: Wanneer Hij spreekt, zijn Zijne woorden niet zo zeer bevelend als wel onherroepelijke aankondigingen van Dat, wat zijn zal . Zijn voorkomen is liefdevol en teder doch tevens vol van een beslistheid, die het goddelijke Plan van Evolutie ten uitvoer zal brengen en Gods besluiten zal doorvoeren of zij vreugde dan wel lijden betekenen voor de enkeling. Slechts zulk een goddelijke Liefde is het, die zo nodig kan vernietigen, uit liefde voor hetgeen vernietigd moet worden. Etc.
Wij zijn vervuld van ontzag door de aanwezigheid van zulk een uiterst geconcentreerde Kracht, zulk een almachtige Scheppingsenergie; de machten en krachten, waarmee wij op aarde bekend zijn, schijnen slechts kinderspel in vergelijk met die Kracht, welke de ene en enige Scheppingskracht is in het heelal . De sterkte van die Kracht, een in haar grootheid waarlijk kosmische Kracht, geeft tevens het gevoel van volstrekte beheersing . Dit stille en verheven Wezen beheert de krachten der Schepping en de geringste daarvan heeft de macht tot
scheppen en vernietigen (Hindoe-trimurti) in ene mate, waarvan we ons hier op aarde geen begrip kunnen vormen.

Fay van Ierlant Het werken met de tijd
In de Mahatma Brieven vinden we de opmerking: ‘Het is de plicht van elke filantroop om mee te werken met de stroom van de tijd en met de voorwaarts drijvende impulsen.’ Met andere woorden: gebruik te maken van de mogelijkheden die een tijdperk biedt. Een van de taken van de Theosofische Vereniging zou dan neerkomen op het zoeken naar de tijdloze realiteit die ten grondslag ligt aan de steeds veranderende fenomenale wereld.
Het was Krishnamurti die in 1929 wees op de noodzaak om allereerst jezelf te ontwikkelen om ooit de werkelijkheid waar te kunnen nemen.
Hij sprak over de benadering van dat wat hij de lering noemde en hij zei: ‘De mens moet het zien te vinden doordat hij gaat begrijpen wat de inhoud is van zijn eigen denken, doordat hij het observeert en niet doordat hij er intellectuele analyses van maakt.’
In de jaren na 1950 werd er in een groep rond Krishnamurti geëxperimenteerd met een vorm van dialoog, die ten doel had het denken te bevrijden van herinnering en tijd, een verandering in het bewustzijn teweeg te brengen en het inzicht te laten ontstaan dat het denken diepe wortels geeft van stabiliteit.
Het ging over het tot stand komen van een soort innerlijke revolutie, waarbij het de mens duidelijk wordt dat hij zelf de veroorzaker is van zijn problemen, waarvan de wortels liggen in zijn manier van denken. Dat vraagt om een dagelijks leven dat vrij is van elke ik-gerichte activiteit. Er zouden geen meningsuitwisselingen, geen woordenvloeden, geen ervaringen uit het verleden zijn in deze Krishnamurti dialogen omdat die blokkerend werken. Men trachtte te komen tot een intensiteit van onderzoek waaruit inzicht voortkomt door waarneming.
Er is dan geen leider of leraar. De dialoog is de leraar. Het gaat om een voortdurend ontsluieren van in het gesprek naar boven komende vormen. Een jnana yoga ('Ken u zelve') in groepsvorm waarbij door het denken te ontspannen een andere manier van waarneming ontstaat.

Fay van Ierlant Het Dynamische van Wijsheid (zomerschool van de T.V.N. in 1997)
Theosofie gaat ervan uit dat er één principe, één beginsel is achter al het bestaan, ook wel de Ene oorzaak genoemd. We vinden hetzelfde bij de grote religies en spirituele filosofieën. Die Ene oorzaak drukt zich uit in de materie, het Ene dat het vele veroorzaakt, gebruik makend van een dynamische energie van scheppen en vernietigen.
Mevr. Blavatsky vond scheppen geen goed woord omdat er niets geschapen wordt, maar omdat het allemaal voortkomt uit dat Ene grote onnoembare achter alles, de Ene oorzaak. Daarom zei ze dat er geen scheppen is maar een emaneren, een voortkomen uit. Dat zou dan inhouden dat het Ene overal aanwezig is in de verschillende vormen die verschijnen en verdwijnen, zoals we kunnen waarnemen in de wetten van de natuur, waar een bloem bloeit en verwelkt en een dier de soort in stand houdt.

Het Global Consciousness Project is een van de belangrijkste huidige onderzoeksprojecten naar parapsychologie. Behorend tot Princeton, onderzoekt het project de theorie dat het menselijke bewustzijn een extern veld kan creëren dat niet detecteerbaar is met behulp van conventionele middelen.

In het boek KOSMOS een integrale visie op de wereld van Ervin Laszlo en Jude Currivan wordt op pagina 64 de vraag gesteld wat is tijd? Niets in de relativiteitstheorie komt overeen met de manier waarop wij tijd ervaren als een ‘pijl’ die zich vanuit het verleden via het heden naar de toekomst verplaatst.
Het grote probleem is het verschijnen respectievelijk verdwijnen van het heden. De fysici hebben, zonder dat van de daken te schreeuwen, de factor tijd op zijn minst sinds de dagen van Galileo in feite geëlimineerd.
De onvermijdelijke toename van entropie veroorzaakte de vlucht van de tijdpijl.
65: Die universele symmetrie betekent dat de werkelijkheid alle ‘nu’s’ vanaf het eerste begin van het universum tot aan zijn uiteindelijke einde moet omvatten, zonder enig onderscheid tussen verleden, heden en toekomst. Het universum wordt zonder onderbreking herschapen in het fractale ‘nu’ van de Planck-tijd, gelijk aan het nagenoeg onvoorstelbaar korte moment van 10 tot de macht -44 seconde.

Universele kennis, de universele wetten zijn complementair aan de natuurwetten.
De belangrijkste Universele Wet is de Wet van Eén, die stelt dat alles in de kosmos met elkaar verbonden is.

De ‘Law of One’ heeft op het universele ordeningsprincipe karma ‘Er is niets nieuws onder de zon’ (Zaaien en Oogsten, Geven en Ontvangen), de 2e grondstelling betrekking. Het gaat in het kwantumvacuüm om de virtuele scheidslijn tussen twee polen (syzygieën), het aardse en het hemelse, tussen dharma en karma, waarvan Dharma buiten de bestaanssfeer van de wereld der tegenstellingen ligt, de Éne werkelijkheid. Het draait primair om de geestelijke wederhelft of Syzygos.

New age ervaart de eenheid van mens, natuur en kosmos. De belangrijkste Universele Wet is de Wet van Eén, het eenheidsbeginsel van Rupert Sheldrake, die stelt dat alles in de kosmos met elkaar verbonden is.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Deel 1 (p. 24):
Maar de zwaartekracht wordt in veel gevallen opgeheven, onder andere door levitatie van personen en leven loze voorwerpen; hoe verklaren we dit? De toestand van ons fysieke lichaam hangt volgens de theürgische filosofen grotendeels af van de werking van onze wil. Indien deze beheerst is, kunnen er ‘wonderen’ geschieden; onder andere een verandering van deze elektrische polariteit van negatief naar positief; de relaties van de mens met de aardmagneet zouden dan afstotend worden, en ‘zwaartekracht’ zou voor hem niet meer bestaan. Het zou voor hem dan even natuurlijk zijn om de lucht in te vliegen tot de afstotende kracht zich heeft uitgeput, als het tevoren was om op de grond te blijven.
27: ASTRAAL LICHT. Dit is hetzelfde als het siderische licht van Paracelsus en andere hermetische filosofen. Fysisch gezien is het de ether van de huidige wetenschap. Metafysisch en in zijn spirituele, occulte betekenis is ether veel meer dan men zich vaak voorstelt. In de occulte natuurkunde en in de alchemie is aangetoond dat het binnen zijn oeverloze golven niet alleen Tyndalls ‘belofte en vermogen van iedere eigenschap van het leven’ omvat, maar ook de verwerkelijking van alle vermogens van de geest. Alchemisten en hermetici geloven dat hun astrale of siderische ether, naast de bovengenoemde eigenschappen van zwavel en wit en rood magnesium of magnes, ook de anima mundi is, de werkplaats van de natuur en van de hele kosmos, zowel spiritueel als fysiek. Dit ‘grote magisterium’ laat zich gelden in het verschijnsel van het mesmerisme, in de ‘levitatie’ van mensen en voorwerpen; het spirituele aspect ervan kan men ether noemen.
221/222: Omdat de scheppende energie in het oorspronkelijke punt is ontstaan, zijn de religieuze symbolen van elk volk evenzoveel illustraties van deze metafysische hypothese die door Pythagoras, Plato en andere filosofen is uiteengezet. ‘Deze Chaldeeën’, zegt Philo5, ‘waren van mening dat de kosmos onder de bestaande dingen één enkel punt is, en óf dit is God (theos) zelf, óf God is daarin, en bevat de ziel van alle dingen in zich.’ Ook de Egyptische piramide stelt symbolisch dit denkbeeld van de wereldboom voor. Haar top is de mystieke schakel tussen hemel en aarde, en betekent de wortel, terwijl het grondvlak de uitgespreide takken weergeeft, die zich naar de vier hemelstreken van het stoffelijke heelal uitstrekken. Ze geeft het denkbeeld weer dat alle dingen hun oorsprong in de geest hadden, want de evolutie begon oorspronkelijk van bovenaf en ging daarna naar omlaag, in plaats van omgekeerd, zoals volgens de theorie van Darwin. Met andere woorden, er heeft een geleidelijke verstoffelijking van de vormen plaatsgevonden tot een bepaald uiterst punt van afdaling wordt bereikt. Dit is het punt waar de moderne evolutieleer de arena van de speculatieve hypothesen binnengaat.
5) De migratione Abrahami, §32.
222: Maar wat zit er achter de darwinistische afstammingslijn?
Wat Darwin betreft alleen maar ‘onverifieerbare hypothesen’. Want hij beschouwt, zoals hij het uitdrukt, alle wezens ‘als afstammelingen in rechte lijn van een klein aantal wezens dat leefde lang vóór de eerste laag van het siluur werd afgezet’.2 Hij doet geen poging ons mee te delen wie dit ‘kleine aantal wezens’ was. Maar dit beantwoordt toch heel goed aan ons doel; want alleen al doordat hun bestaan wordt erkend, verkrijgt ons beroep op de Ouden om dit denkbeeld te bevestigen en uit te werken het stempel van wetenschappelijke goedkeuring.
2) Origin of Species, 1ste ed., blz. 488-9.

Karl, Freiherr von Prel Die Magie als Naturwissenschaft Teil 1: Die magische Physik 1899 (p. 40/41):
Nemen wij aan, dat hij zou weten dat de levitatie, de verheffing boven de aardbodem tegen de wet van de zwaartekracht in, bij Indische fakirs voorkomt; bij Joseph van Copertino gedocumenteerd bewezen is; bij de bezetenen van de middeleeuwen veelvuldig optrad; en had hij gezien wat een dozijn Engelse geleerden gezien hadden, dat het medium Home een venster uit zweefde en tachtig voet boven de aardbodem bij anderen weer naar binnen zweefde; dan zou deze technicus er dichter dan Newton bij zijn om de vraag naar het wezen van de zwaartekracht te beantwoorden. En omdat hij zichzelf zou moeten voorhouden dat de zwaarte een veranderlijke eigenschap van de dingen is, zou hij al naar gelang van zijn talenten voor revolutionaire ontdekkingen staan, want van het inzicht in de veranderlijkheid, tot het opwekken daarvan, is het geen grote stap.
VII Gravitatie en levitatie..............184
1. Het raadsel van de zwaartekracht...184
2. De levitatie...........................197

Jozef van Copertino werd Franciscaan. Hij was eerst lekenbroeder, maar werd weggestuurd omdat hij erg onhandig was en alles uit zijn handen liet vallen. In 1621 trad hij echter in bij de Conventuelen, waar hij later ook tot priester werd gewijd. In het klooster La Grottella zouden zich mystieke verschijnselen hebben geopenbaard, zoals levitatie, daarom werd hij de vliegende heilige genoemd.

H.P. Blavatsky boek De SLEUTEL tot de THEOSOFIE
black%HOOFDSTUK V
De Boeddhistische leringen omtrent het bovenstaande (p.73):
B: Wilt u zeggen dat de
leringen van Boeddha en die van Christus tot dusver geen van beide juist zijn begrepen?
Beide hervormers waren vurige filantropen en daadwerkelijke altruïsten - predikten zeer onmiskenbaar een socialisme van de edelste en hoogste soort, zelfopoffering tot het bittere einde. ”Laat de zonden van de hele wereld op mij vallen, opdat ik de ellende en het lijden van de mens kan verlichten!” roept Boeddha uit; ...
HOOFDSTUK VII
99: B: Zou u van de
ziel, d.w.z. de menselijke denkende ziel, of wat u de ego noemt — willen zeggen dat ze materie is?
Th: Niet materie, maar zeker wel
substantie; het woord ”materie”, mits voorafgegaan door het adjectief oorspronkelijke, behoeft echter niet te worden vermeden. Die materie bestaat eeuwig te zamen met [[geest]], zeggen wij, en is niet onze zichtbare, tastbare, deelbare materie, maar haar meest verfijnde vorm. Zuivere geest is slechts één stap verwijderd van niet-geest of het volstrekte al. Als u niet aanneemt dat de mens uit deze oorspronkelijke geest-materie werd ontwikkeld en een regelmatig opklimmende reeks ”beginselen” vertegenwoordigt, van meta-geest tot de grofste stof, hoe kunnen wij er dan ooit toe komen de innerlijke mens als onsterfelijk te beschouwen, en tegelijkertijd als een geestelijk wezen en een sterfelijk mens? Tijdens iedere devachanische periode bekleedt de ego, alwetend als die per se is, zich als het ware met de reflectie van de voormalige “persoonlijkheid”. Ik heb zojuist verteld dat de ideële bloesem van alle abstractie en dus niet-sterfelijk en eeuwige kwaliteiten of eigenschappen, zoals de liefde en barmhartigheid, de liefde voor het goede, het ware en het schone, die ooit in het hart van de levende “persoonlijkheid” opwelden, zich na de dood aan de ego hechten en deze dus naar devachan volgen. De ego wordt dus tijdelijk de ideële reflectie van het menselijk wezen dat hij de laatste keer op aarde was, en die is niet alwetend.
175/176: Zoals al eerder gezegd (zie Isis Ontsluierd), kan de middelpuntzoekende kracht zich niet zonder de middelpuntvliedende kracht openbaren in de harmonische omwentelingen van de hemellichamen, en alle vormen en hun ontwikkeling zijn het produkt van deze tweevoudige kracht in de natuur. Nu is de geest (of buddhi) de middelpuntvliedende kracht en de ziel (manas) de middelpuntzoekende geestelijke energie; en om één resultaat voort te brengen, moeten zij in volmaakte eenheid en harmonie zijn.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer, Deel I, Stanza 4 De zevenvoudige hiërarchieën (p. 134):
De lipi-ka’s, van het woord lipi, ‘geschrift’, betekent letterlijk de ‘schrijvers’. Deze goddelijke wezens zijn op mystieke manier verbonden met karma, de wet van de vergelding, want ze zijn de griffiers of geschiedschrijvers, die op de (voor ons) onzichtbare tafelen van het astrale licht, ‘de grote beeldengalerij van de eeuwigheid’, een getrouw verslag afdrukken van iedere handeling en zelfs gedachte van de mens, van alles dat was, is of ooit zal zijn in het Heelal van de verschijnselen. Zoals in ‘Isis’ werd gezegd, is dit goddelijke en ongeziene schilderij het BOEK VAN HET LEVEN ('Akasha-kronieken').
De Geheime Leer Deel I Samenvatting (p. 301):
(6.) Het Heelal wordt van binnen naar buiten bestuurd en geleid. Zoals boven, zo is het ook beneden, zoals in de hemel, zo ook op aarde; en de mens – de microkosmos en het verkleinde evenbeeld van de macrokosmos – is de levende getuige van deze universele wet en van haar manier van werken.

H.P. Blavatsky De Geheime Leer Deel II, Conclusies (p. 505):
Zo is de loop van de Natuur onder de heerschappij van de KARMISCHE WET; van de altijd tegenwoordige en altijd wordende Natuur. Want, met de woorden van een wijze, die aan slechts enkele occultisten bekend is:
HET HEDEN IS HET KIND VAN HET VERLEDEN; DE TOEKOMST HET PRODUCT VAN HET HEDEN. EN TOCH, O TEGENWOORDIG MOMENT! WEET GIJ NIET DAT GIJ GEEN OUDER HEBT, EN OOK GEEN KIND KUNT HEBBEN; DAT GIJ EEUWIG SLECHTS UZELF VOORTBRENGT? VOORDAT GIJ ZELFS ZIJT BEGONNEN TE ZEGGEN: ‘IK BEN DE NAKOMELING VAN HET VERVLOGEN MOMENT, HET KIND VAN HET VERLEDEN’, ZIJT GIJ DAT VERLEDEN ZELF GEWORDEN. VOORDAT GIJ DE LAATSTE LETTERGREEP UITSPREEKT, ZIE! GIJ ZIJT NIET MEER HET HEDEN MAAR DIE TOEKOMST ZELF. ZO ZIJN HET VERLEDEN, HET HEDEN EN DE TOEKOMST, DE EEUWIGE LEVENDE DRIEËENHEID IN ÉÉN – HET MAHAMAYA VAN HET ABOLUTE IS.’

H.P. Blavatsky:De Geheime Leer Deel I Stanza 1 De nacht van het heelal (p. 67):
Het nu is slechts een wiskundige lijn die dat deel van de eeuwige duur dat wij de toekomst noemen, scheidt van het gedeelte dat wij het verleden noemen. Niets op aarde heeft werkelijke duur, want niets blijft ook maar tijdens het miljardste deel van een seconde onveranderd of gelijk. De gewaarwording die wij hebben van de werkelijkheid van het deel van de ‘tijd’ dat bekend staat als het nu, wordt veroorzaakt door het vervagen van dat kortstondige beeld, of opeenvolging van beelden, die door onze zintuigen worden opgevangen, terwijl de waargenomen dingen overgaan van het gebied van idealen dat wij de toekomst noemen, naar dat van herinneringen dat wij het verleden noemen.
De Geheime Leer Deel I, Stanza 1 De nacht van het heelal (p. 73):
Het verschijnen en verdwijnen van het Heelal wordt voorgesteld als een uitademing en inademing van ‘de grote adem’, die eeuwig is en die, omdat hij beweging is, een van de drie aspecten van het Absolute is; de andere twee zijn abstracte Ruimte en duur. Als de ‘grote adem’ wordt geprojecteerd, wordt hij de goddelijke adem genoemd en wordt hij beschouwd als het ademen van de onkenbare godheid – het ene Bestaan – die als het ware een gedachte uitademt die de Kosmos wordt. (Zie Isis Ontsluierd.) Zo verdwijnt ook, als de goddelijke adem weer wordt ingeademd, het Heelal in de schoot van ‘de grote moeder’, die dan slaapt ‘gewikkeld in haar onzichtbare gewaden’.
De Geheime Leer Deel I Stanza 4 De zevenvoudige hiërarchieën (p. 135):
Omdat de lipika’s zijn verbonden met het lot van ieder mens en met de geboorte van ieder kind, waarvan het leven al in het astrale licht is geschetst – niet als noodlot, maar alleen omdat de toekomst, evenals het VERLEDEN, altijd leeft in het HEDEN– kan men ook zeggen dat zij de wetenschap van de horoscopie beïnvloeden. Wij moeten de waarheid van de laatste erkennen, of wij willen of niet. Want, zoals een van de moderne adepten van de astrologie opmerkte: ‘Nu de fotografie ons de chemische invloed van het sterrenstelsel heeft onthuld, door op de gevoelige plaat van het toestel miljarden sterren en planeten vast te leggen, die tot dan toe de pogingen van de krachtigste telescopen om ze te ontdekken hadden verijdeld, wordt het gemakkelijker te begrijpen hoe ons zonnestelsel bij de geboorte van een kind zijn hersenen – die nog door geen enkele indruk zijn aangeraakt – kan beïnvloeden en wel op een bepaalde manier en in overeenstemming met de aanwezigheid in het zenit van het een of andere sterrenbeeld van de Dierenriem.’
De Geheime Leer Deel I Samenvatting (p. 319):
(2.) JNANASAKTI . . . De kracht van het verstand, van werkelijke wijsheid of kennis. Deze heeft twee aspecten:
Hier volgen enkele van haar manifestaties wanneer ze onder de invloed of beheersing van stoffelijke omstandigheden wordt gebracht.
(a) Het vermogen van het verstand om onze gewaarwordingen te interpreteren.
(b) Zijn vermogen om denkbeelden van vroeger terug te roepen (geheugen) en om toekomstverwachtingen te wekken.
(c) Zijn vermogen zoals dat aan de dag treedt in wat de moderne psychologen ‘de wetten van associatie’ noemen, dat het denken in staat stelt blijvende verbanden te leggen tussen verschillende groepen van gewaarwordingen en mogelijke gewaarwordingen, en zo het begrip of denkbeeld van een uiterlijk voorwerp doet ontstaan.
(d) Zijn vermogen om onze denkbeelden met elkaar te verbinden door de geheimzinnige schakel van het geheugen en om zo het begrip van het zelf of de individualiteit te doen ontstaan; enkele van haar manifestaties, wanneer zij is bevrijd van de binding aan de stof, zijn (a) helderziendheid en (b) psychometrie.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 5 Over de verborgen godheid, haar symbolen en tekens (p. 388/389):
Deze eerste joodse triade (sephira, chochmah en binah) is de trimurti van de hindoes. Hoe sterk deze ook is versluierd, zelfs in de Zohar en nog meer in het exoterische pantheon van India, toch wordt elke bijzonderheid die met de ene is verbonden, herhaald in de andere. De prajāpati’s zijn de sephiroth. Samen met Brahmā zijn het er tien, en als de trimurti en de kabbalistische triade worden gescheiden van de rest, slinken ze tot zeven.
De Geheime Leer Deel I hoofdstuk 7 De dagen en nachten van Brahmâ (p. 411):
Want het zevende (‘duizendtal’) (niet het millennium van het exoterische christendom, maar dat van de antropogenese ) stelt zowel de ‘zevende periode van de schepping’ voor, die van de fysieke mens (Vishnu Purāna), als het zevende beginsel – zowel macrokosmisch als microkosmisch –, als ook het pralaya na de zevende periode, de ‘nacht’ die dezelfde duur heeft als de ‘dag’ van Brahmâ. ‘Zij werd in twaalf uur geheel verwoest, zoals er staat geschreven.’ Maar in het dertiende (tweemaal zes en de synthese) zal alles worden hersteld ‘en de zes zullen voortbestaan’.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 8 De lotus als universeel symbool (p. 416):
In dit denkbeeld moeten wij de oorsprong en de verklaring zoeken van het vers in de joodse kosmogonie dat luidt: ‘En God zei: Laat de aarde voortbrengen . . . de vruchtboom die vrucht draagt naar zijn aard, en waarvan het zaad daarin is.’ In alle oorspronkelijke religies is de ‘zoon van de vader’ de scheppende god – d.w.z. zijn zichtbaar gemaakte gedachte; en vóór het christelijke tijdperk werd de drie-enige godheid, van de Trimurti van de hindoes tot de drie kabbalistische hoofden uit de geschriften zoals de joden die verklaren, in de allegorieën van alle volkeren volledig omschreven en bevestigd.
Deel II De oorspronkelijke manu's van de mensheid (p. 351,352):
In de elfde crore3 wordt de moeder (de aarde) ondoorzichtig, en in de VEERTIENDE1 vinden de pijnen van de adolescentie plaats. Deze stuiptrekkingen van de natuur (geologische veranderingen) duren ononderbroken voort tot haar twintigste crore van jaren, waarna ze periodiek worden, en met lange tussenpozen voorkomen.
3) Dit is in het tijdperk van de zogenaamde
secundaire schepping. Over de primaire, toen er op aarde drie elementalenrijken waren, kunnen we om verschillende redenen niet spreken; één daarvan is dat men – tenzij men een groot ziener is, of van nature intuïtief – dat wat nooit in bestaande woorden kan worden uitgedrukt, niet zal kunnen begrijpen.
1)
Hippocrates zei dat het getal zeven ‘door zijn occulte krachten neigde tot het tot stand brengen van alle dingen, schenker te zijn van het leven en bron van alle verandering daarin’. Het leven van de mens verdeelde hij in zeven tijdperken (Shakespeare), want ‘zoals de maan haar fasen elke zeven dagen verandert, beïnvloedt dit getal alle ondermaanse wezens’, en zelfs de aarde, zoals wij weten. Bij het kind verschijnen de tanden in de zevende maand en hij wisselt ze als hij zeven jaar is; bij tweemaal zeven begint de puberteit en bij driemaal zeven zijn al onze verstandelijke en vitale vermogens ontwikkeld; bij viermaal zeven is hij in zijn volle kracht, bij vijfmaal zeven zijn zijn hartstochten het verst ontwikkeld, enz. Dat geldt ook voor de aarde. Deze heeft nu de middelbare leeftijd bereikt, maar is daarom toch niet veel wijzer. Het tetragrammaton, de vierletterige heilige naam van de godheid, kan op aarde slechts worden ontbonden door zevenvoudig te worden door de zichtbare driehoek, die tevoorschijn komt uit de verborgen Tetraktis. Daarom moet men op dit gebied het getal zeven aannemen. Zoals staat geschreven in de Kabbala, ‘De grotere heilige samenkomst’, v. 1161: ‘Want er is stellig geen stabiliteit in die zes, behalve (wat zij ontlenen) aan de zevende. Want alle dingen hangen af van de ZEVENDE.’
353: Archê of Ark is ook de mystieke naam van de
goddelijke geest van het leven die zweeft boven de chaos. Maar Vishñu is de goddelijke geest als abstract beginsel, en ook als de instandhouder en voortbrenger, of schenker van het leven – de derde persoon van de trimûrti (die bestaat uit Brahmå, de schepper, Íiva, de vernietiger, en Vishñu, de instandhouder). Volgens de allegorie leidt Vishñu, in de vorm van een vis, de ark van Vaivasvata-manu veilig over de wateren van de vloed.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 6
De maskers van de wetenschap Fysica of metafysica? (p. 572/573):
Aanvaardt men de uitleg en de leringen van het occultisme en vervangt men de blinde inertie van de natuurwetenschap door de intelligente actieve machten achter de sluier van de stof, dan worden beweging en inertie aan die machten ondergeschikt. De hele wetenschap van het occultisme is gebouwd op de leer van de bedrieglijke aard van de stof en op de oneindige deelbaarheid van het atoom. Zij biedt eindeloze uitzichten op substantie, die in elke mogelijke toestand van ijlheid wordt bezield door de goddelijke adem van haar ziel, toestanden waarvan de meest spiritueel ingestelde scheikundigen en natuurkundigen nog niet eens dromen.
De bovengenoemde opvattingen werden verkondigd door een academicus, de grootste scheikundige van Rusland en zelfs in Europa een erkende autoriteit, wijlen prof. Butlerof. Het is waar, hij verdedigde de verschijnselen van de spiritisten, de zogenaamde materialisaties, waarin hij geloofde, evenals prof. Zöllner en prof. Hare, A. Russel Wallace, W. Crookes en veel andere leden van de Royal Society nog steeds doen, hetzij openlijk of in het geheim. Maar zijn redenering in verband met de aard van de essentie die werkt achter de fysieke verschijnselen van licht, warmte, elektriciteit, enz., is daarom toch niet minder wetenschappelijk en gezaghebbend en is precies van toepassing op dit geval. De wetenschap heeft niet het recht de occultisten hun aanspraak te ontzeggen op een diepere kennis van de zogenaamde krachten, die volgens hen alleen maar de gevolgen zijn van oorzaken die werden opgewekt door machten die stoffelijk zijn, maar toch bovenzinnelijk en die niet behoren tot enige soort stof waarmee zij (de wetenschappers) tot dusver bekend waren. Het beste wat de wetenschap kan doen, is een houding van agnosticisme aan te nemen en deze vol te houden. Zij kan dan zeggen: ‘Voor uw opvatting bestaat niet meer bewijs dan voor de onze, maar we bekennen dat we in werkelijkheid niets weten, noch over kracht of stof, noch over datgene wat ten grondslag ligt aan de zogenaamde wisselwerking van krachten (Wederkerigheid). Alleen de tijd kan dus leren wie gelijk heeft en wie niet. Laten we geduldig wachten en hoffelijkheid betrachten, in plaats van elkaar te beschimpen.’
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 12 Oeroude gedachten in een modern kleed (p. 646):
‘We hebben een blik geworpen op de moeilijkheid om een element te omschrijven; we hebben ook de weerstand opgemerkt van veel vooraanstaande natuurkundigen en scheikundigen tegen de gebruikelijke betekenis van de term element; we hebben overwogen hoe onwaarschijnlijk het is dat ze eeuwig bestaan13, of dat ze door toeval ontstaan. Als overblijvend alternatief hebben we geopperd dat hun oorsprong ligt in een evolutieproces zoals dat van de hemellichamen volgens Laplace en van de planten en dieren op onze bol volgens Lamarck, Darwin en Wallace14.
13) Begrijpen we goed: in de vorm die ze nu hebben?
14) En in het bijzonder en oorspronkelijk volgens Kapila en Manu.
De Geheime Leer Deel I, Hoofdstuk 15 Goden, monaden en atomen (p. 678):
De theofilosofie ontwikkelt zich over een breder front. Vanaf het begin van de tijd – in de tijd en in de ruimte van onze Ronde en bol – werden de geheimen van de Natuur (in ieder geval die waarvan onze rassen kennis mogen nemen) in meetkundige figuren en symbolen opgetekend door de leerlingen van diezelfde nu onzichtbare ‘hemelse mensen’. De sleutels daartoe zijn van de ene generatie van ‘wijze mannen’ op de volgende overgegaan. Enkele van de symbolen die zo van het oosten naar het westen kwamen, werden meegebracht door Pythagoras, die niet de uitvinder van zijn bekende ‘driehoek’ was. Laatstgenoemde figuur, samen met het vlak, de kubus en de cirkel vormen een welsprekender en wetenschappelijker beschrijving van de orde van de evolutie in het Heelal, zowel spiritueel en psychisch als fysiek, dan boekdelen vol beschrijvende kosmogonieën en geopenbaarde Geneses. De tien punten, beschreven binnen die ‘driehoek van Pythagoras’, zijn van evenveel waarde als alle leringen over de afstamming van de goden en engelen die ooit uit een theologisch brein zijn voortgekomen. Want wie ze interpreteert – zoals ze daar staan in de gegeven volgorde – zal in die zeventien punten (de zeven wiskundige punten zijn verborgen) de ononderbroken reeks van genealogieën vinden van de eerste hemelse tot de aardse mens. En terwijl ze de volgorde van de wezens aangeven, onthullen ze ook de volgorde waarin de Kosmos, onze aarde en de oorspronkelijke elementen die de aarde voortbrachten, zijn ontwikkeld. Omdat de aarde werd verwekt in de onzichtbare diepten en in de schoot van dezelfde ‘moeder’ als haar mede-planeten, zal degene die de geheimen van onze aarde doorgrondt, die van alle andere planeten ook doorgronden.
680/681: De monade – slechts de uitstraling en weerspiegeling van het punt (logos) in de wereld van de verschijnselen – wordt, als de top van de gemanifesteerde gelijkzijdige driehoek, de ‘vader’. De linkerzijde of lijn is de duade, de ‘moeder’, die wordt beschouwd als het kwade, tegenwerkende beginsel (Plutarchus, De Placitis Placitorum); de rechterzijde stelt de zoon voor (in iedere kosmogonie ‘de echtgenoot van zijn moeder’, omdat hij één is met de top); de basislijn geeft het universele gebied van de voortbrengende Natuur weer, die op het gebied van de verschijnselen vadermoeder-zoon verenigt, zoals deze in de bovenzinnelijke wereld waren verenigd in de top. Door mystieke vervorming werden ze het viertal – de driehoek werd de TETRAKTIS.
Deze transcendentale toepassing van de meetkunde op de kosmische en goddelijke theogonie – de alfa en omega van de mystieke gedachte – kreeg na Pythagoras door toedoen van Aristoteles veel minder betekenis. Door het punt en de cirkel weg te laten en geen rekening te houden met de top, verminderde hij de metafysische waarde van de gedachte en beperkte zo de belangrijke leer tot een eenvoudige TRIADE – de lijn, het vlak en het lichaam. Zijn hedendaagse erfgenamen, die liefhebberen in het idealisme, hebben deze drie meetkundige figuren geïnterpreteerd als ruimte, kracht en stof – ‘de vermogens van een met zichzelf in wisselwerking staande eenheid’. De materialistische wetenschap, die slechts de basis van de gemanifesteerde ‘driehoek’ – het gebied van de stof – waarneemt, vertaalt deze praktisch als (vader)-stof, (moeder)-stof en (zoon)-stof, en theoretisch als stof, kracht en wisselwerking.
685: Bovendien brengt in de kabbala de naam YHVH (of Jehova) een hij èn een zij tot uitdrukking,mannelijk en vrouwelijk, twee in één, of hokhmah en binah, en zijn (of liever hun) shekinah of samenvattende geest (genade), die van de duade opnieuw een triade maakt. Dit wordt aangetoond in de joodse liturgie voor Pinksteren en in het gebed ‘In de naam van de eenheid, van de heilige en gezegende Hū (hij) en zijn shekinah, de verborgen Hū, gezegend zij YHVH (het Viertal) voor eeuwig’. ‘Men zegt dat Hū mannelijk is en yah vrouwelijk; samen vormen zij de יהוה אחד, d.w.z. één YHVH. Eén, maar met een mannelijk-vrouwelijke natuur. De shekinah wordt in de kabbala altijd als vrouwelijk opgevat’ (blz. 175). En zij wordt ook in de exoterische Purāna’s zo opgevat, want shekinah is in zo’n geval niet anders dan śakti – het vrouwelijke dubbel of kleed van een god. Zo was het ook bij de eerste christenen; hun heilige geest was vrouwelijk, evenals sophia bij de gnostici. Maar in de transcendentale Chaldeeuwse kabbala of het Boek van de Getallen is ‘shekinah’ geslachtloos en de zuiverste abstractie, een toestand zoals nirvāna, geen subject of object en niets anders dan een absolute TEGENWOORDIGHEID.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 24 Het kruis en het pythagorische tiental (p. 662):
Pythagoras, die zijn wijsheid uit India had meegebracht, heeft aan het nageslacht een glimp van deze waarheid nagelaten. Zijn school beschouwde het getal 7 als een samenstelling van de getallen 3 en 4, die zij op een tweevoudige manier verklaarden. Op het gebied van de noumenale wereld was de driehoek, als eerste voorstelling van de gemanifesteerde godheid, haar beeld: ‘vader-moeder-zoon’; en het viertal, het volmaakte getal, was de noumenale, ideële wortel van alle getallen en dingen op het stoffelijke gebied.
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 672):
Deze heilige getallen (3, 4, 7) zijn de heilige getallen van licht, leven en eenmaking – vooral in het tegenwoordige manvantara, onze levenscyclus, waarvan het getal zeven de bijzondere vertegenwoordiger of het factorgetal is. Dit moet nu worden aangetoond.
674/5: De getallen 3 en 4 zijn respectievelijk mannelijk en vrouwelijk, geest en stof, en hun vereniging is het embleem van het eeuwige leven in de geest op zijn opgaande boog, en in de stof als het steeds herrijzende element – door voortplanting en voortbrenging. Zoals die alchemisten het uitdrukken: ‘Wanneer de drie en de vier elkaar kussen, voegt het viertal zijn middelste natuur bij die van de driehoek’ (of triade, d.w.z. het oppervlak van een van zijn vlakken wordt het middenvlak van de andere), ‘en wordt een kubus; dan pas wordt hij (de uitgevouwen kubus) het voertuig en het getal van het leven, de vader-moeder zeven.’
697: ‘Ruimte en tijd zijn één. Ruimte en tijd zijn naamloos, want ze zijn het onkenbare DAT, wat alleen kan worden gevoeld door middel van zijn zeven stralen – die de zeven scheppingen, de zeven werelden, de zeven wetten zijn’, enz. . . .
De Geheime Leer Deel II, hoofdstuk 25 De mysteriën van het zevental (p. 707):
Omdat de zon, de maan en de planeten de nooit falende tijdmaten waren, waarvan het vermogen en de periodiciteit goed bekend waren, werden zij zo de grote heerser en heersers van ons kleine stelsel in al zijn zeven gebieden of ‘sferen van werkzaamheid’1.
1) De werkingssferen van de gecombineerde krachten van evolutie en karma zijn: (1) de boven-geestelijke of noumenale; (2) de spirituele; (3) de psychische; (4) de astro-etherische; (5) de sub-astrale; (6) de vitale en (7) de zuiver fysieke sferen.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 3 Archaïsche of hedendaagse antropologie? Aanhangsels bij Deel II § 1 (p. 740/741):
Wij theosofen zijn bereid eer te bewijzen aan geleerden zoals wijlen
prof. Balfour Stewart (natuurkunde) , de heren
Crookes (grensvlak natuur- en scheikunde),
Quatrefages (natuurlijke historie),
Wallace (natuurlijke historie, aardrijkskunde, antropologie, biologie, entomologie),
Agassiz (biologie, glaciologie, natuurlijke historie, paleontologie, zoölogie),
Butlerof (scheikunde) en
verschillende anderen, hoewel wij vanuit het standpunt van de esoterische filosofie het niet eens kunnen zijn met alles wat zij zeggen. Maar niets zou ons ertoe kunnen brengen zelfs een schijn van eerbied te tonen voor de opvattingen van andere geleerden, zoals
Haeckel(biologie, biota, filosoof),
Carl Vogt (fysiologie, geologie, zoölogie) of
Ludwig Büchner (filosofie, fysiologie, geneeskunde) in Duitsland, of zelfs voor
Huxley (biologie) en
zijn materialistische medestanders in Engeland – ondanks de ontzaglijke geleerdheid van de eerstgenoemde. Zulke mannen zijn eenvoudig de intellectuele en morele moordenaars van toekomstige generaties; vooral Haeckel, van wie het grove materialisme vaak stijgt tot het toppunt van idiote naïveteiten in zijn redeneringen. Men hoeft slechts zijn Pedigree of Man, and Other Essays (Eng. vertaling van Aveling) te lezen om het verlangen te voelen, in de woorden van Job, dat zijn nagedachtenis op aarde zal vergaan en dat hij ‘geen naam zal hebben in de straten’.

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteur: Harry Nijhof


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.