Zeven Domeinen - Triade + Tetrade - Zeven zintuigen en 5e Dimensie

Paulus: Onderzoek alles, behoud het goede ( 1 Tes 5,21)
Albert Einstein: Onze werkelijke problemen kunnen niet worden opgelost op hetzelfde niveau van denken als waarop we ze hebben gecreëerd.
Albert Einstein, bezocht het Spinozahuis op 2 november 1920. Kort daarna schreef hij een gedicht, ‘Zu Spinoza’s Ethik’, dat begint met de strofe:
Wie lieb ich diesen edlen Mann
Mehr als ich mit Worten sagen kann.
Doch fuercht ich, dass er bleibt allein
Mit seinem strahlenden Heiligenschein.
 

1. Mythos (-???? -500) (Moraal van het verhaal, Hermeneutische Cirkel, Klassieke indeling)

DE GIDS jaargang 185 2022/1 WIE WIL ER NIET LEVEN ALSOF LEVEN DE WERELD REDDEN IS?
Offer Mohammed Benzakour (p. 17):
. Biodiversiteit. Milieu. Duurzaamheid. Opwarming. Waterverontreiniging. CO2. Fijnstof. Stikstof.
Ik kan ze haast niet meer aanhoren, deze woorden. Ze maken me murw. Dat is wat
taal soms doet: murw maken.
Wie praat over
biodiversiteit en opwarming moet beginnen met concreet-zijn. Concreet begint bij klein. Groot is niets. Groot is een samenstel van kleine porties, duizenden, miljoenen minuscule porties. Zonder klein bestaat geen groot maar zonder groot bestaat wel klein. Het kleine schreeuwt noch brult. Het trekt zich terug in de stilte van een rotsspleet en geeft de geest zoals een uitdovende kaars nog eenmaal flakkert. Stil en sereen. Een offerande met een gouden rand. Een offerande par excellence.
Laten we voor eenmaal het kleine eren door het grote te weren. Laten we bij vol klinkende naam en toenaam benoemen wat van ons heengaat. Wat ons in stilte verlaat, of reeds heeft verlaten – op het altaar van het alles
opslokkende beest, de mens.
Karl Emil Freitag Oude mysteriën, moderne mystiek Van Gilgamesj tot Teilhard de Chardin (p. 177,178):
‘L’ Ȃme humaine est inséparable dans sa naissance et dans sa maturisaton de l'Univers, où elle est née. ’
Christus en de kosmos zijn in tegenstelling tot het Christelijk dogma en speciaal tot dat van de Katholieke kerk niet gescheiden. Bovendien is Christus reeds vóór de schepping gedacht, geheel in overeenstemming met de Joodse gnostiek.
181: Aan het einde van
Le milieu Divin zegt Teilhard, dat de mensheid sliep en dat ze nog slaapt, verzonken in kleine vreugden en egoïstische gevoelens.
182: Teilhard was niet alleen een
geniaal geleerde, maar ook een diep religieus mens, die zijn leven in dienst van God stelde en die naar het hoogste streefde, waarnaar de mens streven kan: zichzelf wegcijferen in de onzelfzuchtige liefde tot God om der wille van die liefde en van niets anders.

H.P. Blavatsky Geselecteerde artikelen deel 2: 1882 – 1887
1887
Het indelen van ‘beginselen’ (p. 560,561):
Laat een theosoof die in het vraagstuk geïnteresseerd is het schitterende boek
Key to the Hebrew-Egyptian Mystery in the Source of Measures lezen; en als hij een goede wiskundige is, zal hij verbijsterd zijn over de openbaringen die het bevat. Het toont namelijk de occulte bron aan van de maat op basis waarvan de kosmos en de mens werden gebouwd, en op basis waarvan laatstgenoemde de grote piramide van Egypte, en alle torens, kunstmatige heuvels, obelisken, de grottempels van India, en de piramiden in Peru en Mexico en alle monumenten uit de oudheid bouwde; en de symbolen in steen uithakte in Chaldea, in beide Amerika’s, en zelfs op Paaseiland – de levende en eenzame getuige van een verzonken prehistorisch continent midden in de Grote Oceaan. Het toont aan dat overal op de wereld dezelfde getallen en maten voor dezelfde esoterische symboliek bestonden; het toont in de woorden van de schrijver aan dat de kabbala een ‘hele reeks ontwikkelingen is, gebaseerd op het gebruik van geometrische elementen; uitgedrukt in numerieke waarden, gebaseerd op de verhouding tussen de diameter en de omtrek van de cirkel uitgedrukt in gehele getallen’1 (één van de die tot nu toe alleen aan ingewijden bekend was), die door Adriaan Anthonisz Metius werd ontdekt in de 16de eeuw, en opnieuw is ontdekt door wijlen John A. Parker 2.
Bovendien dat van het stelsel waaruit al deze ontwikkelingen werden afgeleid ‘vroeger werd
gedacht dat dit berustte bij de natuur (of God), als basis of wet voor de praktische realisatie van wat men wil voortbrengen’;3 en dat het ook ten grondslag ligt aan de bijbelse bouwwerken, zoals is terug te vinden in de opgegeven maten voor de tempel van Salomo, de ark van het verbond, de ark van Noachblack%, enz., kortom in alle symbolische mythen van de Bijbel.
2) Uit Newark, in zijn boek
The Quadrature of the Circle, zijn ‘probleem van de drie ronddraaiende lichamen’ (New York, John Wiley and Son, 1851).
561: En wat zijn de
getallen, de maat op basis waarvan de heilige el is afgeleid van de esoterische kwadratuur, waarvan de ingewijden weten dat ze besloten liggen in de tetraktis van Pythagoras? Het is natuurlijk het universele oorspronkelijke symbool.
562: Het is opmerkelijk dat, hoewel een kubus maar 6 vlakken heeft, de weergave van het
kruis als de opengevouwen kubus, wat de kruisbalken betreft, één vlak van de kubus laat zien dat beide balken gemeenschappelijk hebben, en dat tot beide kan worden gerekend; dus, terwijl het aantal vlakken van de kubus oorspronkelijk 6 is, wordt door het gebruik van de twee balken het aantal vierkanten 4 voor de verticale en 3 en voor de horizontale balk, die samen 7 vormen. Hier hebben we de beroemde 4, 3 en 7. De vier en drie zijn de factoren van het vraagstuk van Parker [de kwadratuur en de ‘drie ronddraaiende lichamen’]. 4

G. d. Purucker Esoterische Traditie:
Hoofdstuk 6
Het pad van evolutie naar de goden (p. 147,148):
Het
darwinistische stelsel vertoont in veel opzichten juist het omgekeerde van wat er in het verleden heeft plaatsgevonden. Het hoeft ons in het geheel niet te verbazen dat de mens trekken van het dier in zich heeft, zoals bijvoorbeeld van de aap en de tijger, maar het zou beter zijn te zeggen dat de dieren deze eigenschappen bezitten omdat ze eonen geleden zelf uit de onvolmaakt geëvolueerde mensheid zijn voortgekomen. Maar het moreel besef van de mens, zijn overheersende intellect, zijn op de vleugels van de geest gedragen aspiraties, dit zijn kwaliteiten die nog geen enkel dier heeft vertoond – dat wil zeggen een dier heeft zijn latente spirituele, intellectuele en psychische vermogens nog niet van binnenuit ontwikkeld. Als voorbeeld van het effect van dit biologische materialisme op het denken van zelfs de naar verhouding groten uit de tijd dat deze materialistische theorieën de menselijke ziel volledig beheersten, zou men Friedrich Wilhelm Nietzsche kunnen noemen, de Duitse filosoof die in 1900 in een psychiatrische inrichting is gestorven. Hij was een evolutionist volgens de materialistische biologische leer van zijn tijd, en het schijnt dat zijn overigens briljante geest werd verwrongen door de leer van Darwin en Haeckel over het ontstaan van de mensheid uit de dieren. In zijn filosofische geschriften heeft hij ongetwijfeld prachtige dingen gezegd, en daarin schuilt nu juist het gevaar voor de lezers omdat alles wat mooi is magnetische aantrekkingskracht bezit en de macht om menselijke zielen te beïnvloeden.

Om burn out te herstellen is een complex van therapieën voorhanden. Om het genezingsproces te bevorderen maakt Brankele Krank gebruik van de integrale visie van Ken Wilber.
Chronisch in de
(Ranne Hovius de Volkskrant 9 maart 2024, Boeken& Wetenschap p. 18-19):
In het vlot geschreven
Over de kop schept Brankele Frank orde in de chaos aan ideeën over de burn-out en hoe je ervan af komt. Ze maakt heel inzichtelijk hoe ons stressmechanisme, de tegenpool van het balansmechanisme werkt.

In de kern hangt 'Vrijheid en Ongelijkheid' met Rechtvaardigheid samen en heeft op tegenstellingen, tegendelen, het balansmechanisme betrekking, these antithese en synthese, dat zowel micro als macro van toepassing is. Maar dit was al door Vyâsadeva (Vyasa), auteur van de Bhagavad Gita onderkend. Prof. J.E. Stok wijst in zijn lezing op 30 november 1952 op virya, de vijfde sleutel van het balansmechanisme.

Gulden snede en getallen van Fibonacci (Spiraal).
Jan Wicherink boek
Ontheemde Zielen Ontwaken (p. 65):
Misschien wel het meest belangrijke onderwerp in de
Heilige Geometrie is de Gulden snede. De Gulden snede is een speciale verhouding die wordt aangeduid met de Griekse letter d, Phi genaamd (spreek uit als fi).
Ze voldoet aan d = ½ * 'wortel van 5' (2,236) + ½ = 1,618
66: Een variant van de
Gulden snede spiraal is de Fibonacci-spiraal.

Het betekenisvolle bezoek van Maria Magdalena en Jezus aan Stonehenge en Avebury
Een openbaring over ons spirituele verleden dat weer actueel wordt.
De monumenten van
Avebury en Stonehenge in Engeland herinneren aan het veld van eenheidsbewustzijn waar jullie uit vandaan komen. Steencirkels als een uiting van een diep verlangen naar het contact met het Hemelse. Avebury brengt jullie in contact met de eer aan de Moeder Godin en Moeder Aarde.

Koning Arthur buigt nooit voor de staat (Patrick van IJzendoorn de Volkskrant 10 februari 2024, katern Zaterdag p. 6-7):
De
spanning loopt op in een slepend conflict over de aanleg van een autotunnel nabij Stonehenge. Actievoerders als ‘druïdenkoning’ Arthur strijden voor het behoud van geschiedenis en magie.

Eric Huysmans boek Stairway to Heaven persoonlijk leiderschap in een tijd van bewustzijnstransformatie
In zekere zin is het leven een zoektocht naar inzicht, groei en loutering, een soort STAIRWAY TO HEAVEN. Dit geldt op persoonlijk niveau, maar ook voor het collectieve bewustzijn van de hele mensheid. Onze wereld in chaos, op weg naar de vijfde dimensie, vraagt om leiderschap, in de eerste plaats om leiderschap over ons eigen leven. Immers, wat er in de buitenwereld gebeurt, is een afspiegeling van onze binnenwereld. Wij dienen dus eerst de problemen in onze binnenwereld op te lossen.

In de schepping zit het zelfreinigend vermogen (Ain-Soph, blauwdruk) verborgen. De Openbaring van Johannes is nog steeds actueel.
Het rapport 'E i V' sluit op de historisch-kritische benadering aan. Dante maakt van het Ptolemeïsche systeem gebruik. Maar de Heliocentrische theorie laat zien dat het Ptolemeïsche systeem zeker nog niet de hele waarheid bevat. Volledige symmetrie duidt immers op een evenwichtstoestand.
De kwantumfysica leert dat de schepping geen deterministisch geheel is.

Verlichting of Nirwana
Ga op onderzoek uit en probeer te ontdekken |wie-je-werkelijk-bent| (Ken uzelve), want de tegenpool van verlichting is onwetendheid en verwarring!
De mens leeft zo als burger van twee werelden. Naar zijn lichamelijke staat is hij gebonden aan deze materiële wereld van vergankelijkheid en dood, naar zijn geestelijke kern behoort hij tot de goddelijke wereld. De natuurlijke mens is zich zijn hoge afkomst echter niet meer bewust: hij denkt dat dit aardse leven het werkelijke leven is.
Om hem te wekken uit die
staat van onwetendheid komt vanuit de goddelijke wereld een gestalte die de mens gnosis ofwel goddelijk inzicht brengt. Alleen wie door gnosis weet vanwaar hij komt, wie hij naar zijn goddelijke kern werkelijk is, en waar hij heengaat, is verlost. Goddelijk inzicht en verlossing zijn in wezen identiek: ''verlossing is bevrijdend inzicht' en alleen de verlichtende gnosis bevrijdt! [Prof. J.van Oort - 'Het Evangelie van Thomas].

H.P. Blavatsky De Sleutel tot de THEOSOFIE
Hoofdstuk XII -
Wat is praktische theosofie?
Plicht (p. 212, nieuwe versie p. 185):
Vr.: Wat verstaat u in de theosofie precies onder ‘
plicht’? Toch niet de christelijke plichten die Jezus en zijn apostelen predikten, want die erkent u niet?
HPB:
U vergist zich opnieuw. Op wat u ‘christelijke plichten’ noemt, werd al eeuwen voor de christelijke jaartelling door alle grote ethische en religieuze hervormers sterk de nadruk gelegd. Alles wat groots, edelmoedig, heldhaftig was, werd in vroeger tijden niet alleen besproken en van de kansels gepredikt, zoals in onze tijd, maar er werd naar gehandeld, soms door hele volkeren. De geschiedenis van de boeddhistische hervorming staat vol met de edelste en meest heldhaftige, onbaatzuchtige daden. ‘Wees allemaal eensgezind, meedogend tegenover elkaar; heb elkaar lief als broeders, wees barmhartig, vriendelijk; vergeld kwaad niet met kwaad of laster met laster; maar integendeel met het goede’, werd door de volgelingen van Boeddha al eeuwen voor in praktijk gebracht. De van het christendom is ongetwijfeld groots; maar even zeker is het dat ze niet nieuw is, en dat ze gebaseerd is op ‘heidense’ plichten.
Viertal. (p. 344, nieuwe versie 304): De vier lagere ”beginselen in de mens”, die zijn persoonlijkheid vormen (namelijk lichaam, astraal dubbel, prana of leven, de zetel van begeerte en lagere manas of het breinverstand); onderscheiden van het hogere drietal of de hogere triade, die bestaat uit de hogere geestelijke ziel, denkvermogen en atman (hoger zelf).
Metafysica (p. 381,382, nieuwe versie 287):
Van het Griekse meta, ‘boven’, en fysica, ‘de dingen van de uiterlijke stoffelijke wereld’. Als men het woord vertaalt met ‘
boven de natuur’ of bovennatuurlijk, dan vergeet men de en houdt men zich vast aan de letter, want het betekent eerder boven het natuurlijke, zichtbare, of concrete. In de ontologie en filosofie duidt de term metafysica de wetenschap aan die zich bezighoudt met het werkelijke en blijvende zijn, in tegenstelling tot het onwerkelijke, illusoire bestaan, of de wereld van de uiterlijke verschijnselen.

Eenheidsbewustzijn ontstaat door het Eeuwige nu, Alpha en Omega met elkaar te verbinden. Keuzes maken we bewust en onbewust. Pim van Lommel: Elke gedachte die we hebben, blijkt dus een vorm van energie die eeuwig blijft bestaan. Pim van Lommel toonde aan dat verruimd bewustzijn (onbewust absoluut Bewustzijn) zonder hersenactiviteit mogelijk is. Dick Swaab, die de geest ziet als het produkt van de honderd miljard hersencellen (neuronen) die we hebben, heeft zeker voor een deel gelijk. De wet van arbeidsvermogen sluit in zich dat psychische beweging voortgebracht wordt door beweging. Daar psychische beweging slechts beweging is op het psychische gebied, een materieel gebied, heeft de psycholoog, die er niets dan stof in ziet gelijk (De Geheime Leer, Deel III, p. 601).

Kunst en geschiedenis, de kunstgeschiedenis leert dat de mensheid zich al heel lang met kunst bezig houdt. De grotten van Lascaux liggen in de vallei van de Vézère op het grondgebied van de gemeente Montignac in het Franse departement Dordogne (regio Nouvelle-Aquitaine). In 1940 werden in een grot een groot aantal rotswandschilderingen ontdekt.
De oudste rotsschilderingen uit de grot van Lascaux worden gedateerd op 15.000 v.Chr, de jongste op 10.000 v.Chr. Het is de rijkst beschilderde prehistorische grot die tot nu toe werd ontdekt. Er zijn de verhalen, die zijn opgeschreven in de Veda’s, de heilige boeken van het Hindoeïsme, in het Oude Testament en het Nieuwe Testament.

De vier Veda’s zijn:
• De Rig Veda
• De Sama Veda
• De Yajur Veda
• De Atharva Veda

De vier Yuga-Avatâra’s van de Hindoetraditie:
Avatâra's die in de vier verschillende yuga's bij de overgang van de ene naar de andere yuga verschijnen om de geëigende zelfverwerkelijkings-methode voor het betreffende tijdvak te verkondigen.

  • Râma (einde van Tetrâ begin Dvâpara),
  • Krishna (einde van Dvâpara begin Kali),
  • Kalki (einde van Kali, begin Satya).
  • In Satya heeft Hij als een celibatair voorafgaande aan Tretâ yuga een vierarmige gedaante met samengeklit haar, kleding van boombast, en een zwart hertenvel. Hij is er dan voor de meditatie. In verschillende namen al naar gelang de aard van de toewijding noemt men Hem Hamsa, Suparna, Vaikunthha, Dharma, Yoges'vara, Amala, Îs'vara, Purusha, Avyakta en Paramâtmâ (zie betekenisverklaring (S.B. 11.5: 21-23).

De vier yuga-avatâra's zijn: (1) sukla (wit) in Satya-yuga (S.B. 11.5: 21), (2) rakta (rood) in Tretâ-yuga (S.B. 11.5: 24), (3) s'yâma (donkerblauw) in Dvâpara-yuga (S.B. 11.5: 27) en (4) algemeen krishna (zwart) maar in speciale gevallen pîta (geel) zoals Caitanya Mahâprabhu in Kali-yuga (S.B. 11.5: 32 en S.B. 10.8: 13).

Van de klassieke oudheid (ca. -500) tot en met de middeleeuwen (ca. 1500) waren metafysica en ontologie volledig synoniem aan elkaar.

In het meer dan 2500 jaar geleden geschreven boek Spreuken van het Oude Testament (Tenach) staan veel levenswijsheden. Prof. Ohmann zegt in zijn boek Spreuken dat de kwintessens van het boek gaat over personen die nu eens als ‘de dwaas’, dan weer als ‘de goddeloze’ worden opgevoerd, al of niet vergeleken met hun tegenpool ‘de wijze’ of ‘de rechtvaardige’. Het Oude Testament zegt dus al dat de weg tussen wijs en rechtvaardig heil brengt en het kiezen voor goddeloze dwaas, cq. tussen dwaas of goddeloos voor onheil zorgt.

====

2. Theos (-500 - 1500) (Spiltijd, Paradigmawisseling)

R.J. van Helsdingen boek C.G. Jung (p. 83): Het is alsof de behoefte aan een godsvoorstelling in de mens leeft. Deze inwonende drang heeft Jung een archetype genoemd. Is de uitgebeelde god een vadergodheid, dan zal de mens tegenover god dezefde gevoelens hebben als een vader, die hetzelfde aspect vertoont, ook al zullen de gevoelens van meer verheven aard zijn. Zo komen wij er toe de aspecten 'Wijze, Goddeloze, Rechtvaardige en Dwaas' van het vaderarchetype te beschrijven.

Karel van der Toorn, boek Scribal Culture and the Making of the Hebrew Bible, interview met Karel van der Toorn, NRC Handelsblad van 14 juli 2007: Wie schreven het Oude Testament? Schriftgeleerden, de intellectuelen van hun tijd. De Hebreeuwse Bijbel is ontstaan in een orale cultuur die was gebaseerd op het gesproken woord. De cultuur waarin de bijbel ontstond, behoorde tot een veel grotere wereld, die van het antieke Nabije Oosten.

Nieuwe Testament: De Drie-eenheid die in 325 op het Concilie van Nicaea officieel is vastgesteld laat het absolute zien (Triniteit). Zo zien we in de H. Schrift de drieëenheid in samenhang met de tetrade van de dualistische strijdvraag tussen het goed en kwaad van de kennis en de traagheid (zie geaardheden). De klassieke triade van het Christendom geeft als tegenstelling Satan te zien.

Hermeneutische Cirkel Oude Testament: Nieuwe Testament:
IntuïtieDenken   Geest
1. Holos, Anagogisch ----3. Logos, LetterlijkWijze >>>>GoddelozeGod ----Heilige geest
||||||
4. Mythos, Allegorisch ----2. Theos, Moreel (Ethos)Dwaas <<<<RechtvaardigeSatan ----Zoon
VoelenGewaarworden  Lichaam

Met behulp van een kwadrant (rechter) is het mogelijk de relatie, de weerspiegeling, de transformatie tussen de diagonaal ‘God - Geest - Zoon’ en de diagonaal ‘Geest - Ziel - Lichaam’ uit te beelden.

De kruistochten waren een aantal militaire ondernemingen van de westerse christenen tussen 1095 en 1271 in Palestina. Het was een vroeg voorbeeld van de Europese expansiebeweging die op gang kwam nadat er in de tiende eeuw een einde was gekomen aan de invasies van Europa door Vikingen, Moren en Aziatische steppevolkeren.

Johan Oldenkamp Hoe alle kalendersystemen samen naar de precessiecyclus wijzen
De vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de boekencollectie genaamd de Bijbel gaan in eerste instantie over de vier energieën en staan verder boordevol verwijzingen naar het afgelopen Vissen-tijdperk. Wie anno 2013 nog steeds denkt dat Jezus echt als mens heeft geleefd, die heeft blijkbaar de onmiskenbare waarheid van de Wholly Science nog niet geproefd. Wholly Science verklaart namelijk waarom Jezus de Zon van God is. In het Evangelie van Lucas lezen we in hoofdstuk 22 “… zal jullie een man tegemoet komen die een kruik water draagt. Volg hem naar het huis waar hij binnengaat …”. In 2012 zijn we dat huis van de Waterman binnengegaan, voor een periode van 2160 jaar. En de verhalen van de Oude Testament gaat over de voorgaande Aeonen, namelijk Ram (Abraham = Ab Ram = van Ram) en Stier (Het Gouden Kalf, wat dus eigenlijk een Bronzen Stier was). De Aeonen van Ram en Vissen samen vormden het IJzeren Tijdperk en duurden in totaal 4320 jaar. De Klok van Gizeh (video) kent meerdere verwijzingen naar dit aantal. Nu leven we dus opnieuw in het Bronzen Tijdperk, net als in de periode voor die van (= Ab) Ram.

Charles C. Mann boek 1493 - Hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika.

Tijdens de Renaissance woedde in Europa de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) tussen Engeland en Frankrijk. De Renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een overgangsperiode in de Europese geschiedenis tussen middeleeuwen en nieuwe tijd die gekenmerkt wordt door een op de klassieke oudheid geïnspireerde bloei van kunsten en letteren. Belangrijke ontwikkelingen in deze periode waren onder meer de teloorgang van het feodale stelsel, de ontdekking van nieuwe continenten, het copernicaanse stelsel in de astronomie en de uitvinding of introductie in Europa van drukpers, papier, kompas en buskruit.

We beleven een transitie als in de Renaissance (Thomas Friedman de Volkskrant 24 juni 2016 p. 21):
Net als van 1450 tot 1550 is dit de beste tijd om te leven en toch hebben velen het gevoel slechter af te zijn.
Ian Goldin, hoofd van de Oxford Martin School aan Oxford University, en Chris Kutarna, ook van Oxford Martin, hebben zojuist een boek gepubliceerd - Age of Discovery: Navigating the Risks and Rewards of Our New Renaissance - over lessen die we kunnen trekken uit de periode van 1450 tot 1550 die bekend staat als het Tijdperk van de Ontdekking. De wereld maakte toen grote stappen voorwaarts - aangejaagd door Da Vinci, Michelangelo, Copernicus en Columbus - waaruit de Renaissance voortkwam. Wetenschap, onderwijs, de maakindustrie, communicatie, politiek en geopolitiek gingen op de schop.
De establishment-politici van die tijd 'onderschatten de macht van die nieuwe informatierevolutie om verder te gaan dan bestaande wetenschappelijke en culture ideeën' en populistische stemmen te versterken die de autoriteiten uitdaagden.
Bah! Hoe stoppen we dat?
'Er moeten meer risico's worden genomen als de veranderingen sneller gaan, zowel voor de werkers die van baan moeten veranderen als voor de bedrijven die constant moeten innoveren om bij te blijven', meent
Goldin. De taak van de overheid is om de vangnetten en de infrastructuur te versterken opdat individuen en bedrijven zo gewaagd mogelijk kunnen opereren als nodig - wat betreft leren, aanpassen en in zichzelf investeren. Tegelijkertijd moet Amerika 'meer, niet minder betrokken zijn bij de rest van de wereld' omdat 'dreigingen vanuit het klimaat, pandemieën, cyberaanvallen of terrorisme niet kleiner zullen worden door Amerika's terugtrekking'.
Destijds, net als nu,
hielpen muren niet meer. 'Kanonnen en buskruit kwamen naar Europa; zij konden door muren of eroverheen en boeken konden ideeën erlangs sluizen.' Destijds, net als nu, maakten muren je slechts armer, dommer en onveiliger.

De Italiaanse renaissance was een in de 14e eeuw in Italië ontstane intellectueel-culturele beweging, periode en kunststijl die omstreeks 1500 haar hoogtepunt bereikte. In navolging van Jacob Burckhardt hebben historici de culturele beweging lange tijd beschouwd als de breuklijn tussen de Middeleeuwen en het vroegmoderne Europa. Die visie geldt inmiddels als achterhaald. Alleen in de kunst en de literatuur is sprake van een breuk met de voorgaande periode.
Het begin van de renaissance leggen sommige historici al in de eerste helft van de veertiende eeuw. Veel aspecten van de Italiaanse cultuur en samenleving bleven echter middeleeuws. De notie van een renaissance kwam van Florentijnen die reflecteerden op hun eigen geschiedenis en in het bijzonder op hun eigen culturele geschiedenis. Vooral in Neolatijnse literatuur en de beeldende kunst vanaf de veertiende eeuw zijn een toenemend aantal verklaringen te vinden die de periode tussen het einde van de oude wereld en het trecento veroordelen als een periode van duisternis, zonder welsprekendheid, poëzie, grote sculpturen of schilderijen.

Het boek Lof der zotheid van Erasmus (27 oktober 1466, 1467 of 1469(?) - 12 juli 1536) is een nieuwe versie van de De goddelijke komedie van Dante (14 mei en 13 juni 1265 – 13/14 september 1321).

Sinds Machiavelli (1469 - 1527) weten we dat voor politicals geldt ‘het doel heiligt de middelen’. Het boek De heerser bevat een leidraad hoe een cultuuromslag op een gewelddadige manier te realiseren. Om een cultuuromslag op een harmonische manier te verwerkelijken gaat het uiteindelijk om een integrale, interdisciplinaire denktrant, de samenhang tussen de domeinen van de alfa-, bèta- en gammawetenschappers, die het parochiale denken, de symboolpolitiek van het 'eigen koninkrijkje', de 'bv Ego' overstijgt. Het probleem daarbij is dat de praktijk leert dat het gedrag van mensen niet gemakkelijk valt te veranderen.

Van Jeanne d'Arc tot Maarten Luther
Ketters (Sander Pleij De Groene Amsterdammer 22 december 2001:
In 1412 kwam
Paus Johannes XXIII naar Praag om aflaten te verkopen teneinde zijn oorlog tegen de koning van Napels te financieren. Bedrog, omkoperij en oplichterij noemde Jan Hus die handel en stookte het volk op er niks van te kopen. Jan Hus, van arme boerenkomaf, verklaarde alles ondergeschikt aan de zoektocht naar de waarheid. Hij doceerde aan de Karelsuniversiteit, waar hij rector werd en als priester gaf hij preken in zijn volkstaal.
Volgens
Luther hadden zij bijvoorbeeld niet het recht om aflaten te verkopen of tienden te eisen.

Hoe is het christendom ontstaan
Het christendom is ontstaan uit het Jodendom, de eerste monotheïstische godsdienst. Tijdens het heerschap van keizer Augustus werd Jezus van Nazareth geboren, in het jaar nul. Zijn aanhangers zagen hem als de Messias, degene die hen en het joodse volk zou verlossen van de Romeinen en van de slavernij en onderdrukking. Toen Jezus zijn aanhang groeide, zorgden Joodse hogepriesters ervoor dat hij ter dood veroordeeld werd, omdat hij een gevaar zou zijn voor de samenleving. Hierna ontstond er een groep van zijn volgelingen die zijn boodschap verder wilden verspreiden. Deze groep noemde zichzelf christenen.
Op welke manier vond er in de 15e eeuw een scheuring in het christendom plaats
De christelijke kerk splitste op in twee stromingen: de Rooms-katholieke en de protestantse. In de 15e eeuw kwam er steeds meer kritiek op de paus en de kerk.
De kerk zou te veel om geld en macht draaien en te weinig om het geloof zelf. Luther en Calvijn waren de eerste die openlijk kritiek hadden op de kerk. De protestantse kerk had andere denkbeelden over de kerk dan de katholieke. Zo vonden ze de inrichting van de kerken veel te uitbundig, in Protestantse kerken mochten geen afbeeldingen zijn van God en moest het allemaal heel sober zijn. De kritiek begon in 1517 toen Luther zich uitsprak over aflaten en 94 andere stelling van het christendom. Deze ideeën verspreidde zich snel over de rest van Europa. Er ontstond een nieuwe stroming binnen de reformatie: het lutheranisme. Als gevolg van de kritiek barstte in 1566 de beeldenstorm uit. Beeldenstormers vernielden religieuze kunstobjecten, zoals beelden en glas-in-loodvensters, in kerken en kathedralen verspreid over een gebied wat nu Nederland en België is. Verschillende koningen verbraken hun banden met Rome en sloten zich aan bij de nieuwe denkbeelden van Luther en Calvijn. Hierdoor kwam er uiteindelijk een breuk tussen de gereformeerden en de rooms-katholieken.

Werk, bid en bewonder Een nieuwe kijk op kunst en calvinisme (Dordrechts museum 11 november 2018 t/m 26 mei 2019):
De Nederlandse politieke elite bestond vanaf de 17de eeuw – de Gouden Eeuw – uit calvinisten. Hun rijkdom en maatschappelijke status etaleerden ze met grote huizen, chique interieurs én fraaie kunst. Maar kunst en calvinisme; gaat dat wel samen?
Calvinisme wordt immers geassocieerd met sober, streng en spaarzaam. En kunst met rijkdom en luxe. Maar wat was de werkelijke relatie van calvinisten tot kunst?
In Werk, bid & bewonder worden clichés over
kunst en calvinisme ontrafeld en enkele hardnekkige mythes ontkracht. De tentoonstelling laat de relatie tussen calvinisme en kunst in een brede context zien. Ook literatuur, muziek en kerkarchitectuur komen namelijk aan bod, in de vorm van (kunst)objecten, maar ook in videoportretten met onder meer architect Francine Houben, zanger Ernst Daniël Smid en cabaretier Freek de Jonge.
Bewonder het werk van schilders van de 17de tot begin 20ste eeuw, zoals Ferdinand Bol, Rembrandt van Rijn, Vincent van Gogh, Theo van Doesburg en Piet Mondriaan.
Foto- & videokunstenaar Ahmet Polat zorgt voor een hedendaagse vertaling van het begrip calvinisme in onze huidige samenleving.

====

3. Logos (1500 - 2000) ('Gelijkheid en Ongelijkheid', Triaden in de moderne geschiedenis)

Maarten Luther: Alle schepselen zijn maskers van God en achter die maskers speelt een verborgen God het theater van de wereld.

Adrianus VI de enige Nederlandse paus ooit (wereldleider uit Utrecht, Tentoonstelling 2 juni - 13 november 2022):
Precies vijfhonderd jaar geleden, in 1522, wordt hij totaal onverwacht verkozen.
Adrianus groeit op in Utrecht en maakt carrière in dienst van keizer Karel V. In die tijd beleeft de kerk in West-Europa een grote crisis. Veel kerkleiders zijn corrupt en het Vaticaan is bankroet. Een slechtere tijd om paus te worden, is er niet.
Waar loopt
Adrianus tegenaan in het Roomse bolwerk? Ga mee terug naar het jaar 1522-1523 en stap in de voetsporen van de idealist Adrianus.

Hoe groeide een Duitse prins met Franse titel uit tot onze Vader des Vaderlands? (Buitenhof 18 december 2022, NPO2):
Een gesprek over de man achter ons volkslied
Willem van Oranje met René van Stipriaan.

Biograaf René van Stipriaan laat overtuigend zien hoe Willem van Oranje een natie uit de grond stampte (Martin Sommer de Volkskrant 8 november 2021):
Van Oranje zijn 13 duizend brieven verzameld – er is een mooie website waar je ze kunt vinden – waarvan de overgrote meerderheid hoffelijk is gesteld en tegelijk veel te raden overlaat. Oranje schoot zelden uit zijn slof, en dan vooral als de reputatie van de Nassaus in het geding was. Bijvoorbeeld toen zijn tweede vrouw, Anna van Saksen, hem publiekelijk uitmaakte voor een slechte echtgenoot. De schone schijn als pasmunt in het sociale verkeer moet voor de biograaf bij tijd en wijle gekmakend zijn geweest.

In de besluitvorming over de brief aan de koning sprak prins Willem van Oranje op 31 december 1564 een beroemde rede uit, de zogenaamde 'Oudejaarsrede'. In deze urenlange rede voerde hij openlijk en duidelijk een pleidooi voor gewetensvrijheid van de onderdanen.

De moord op Willem van Oranje De katholiek Balthasar Gerards maakte op 10 juli 1584 een einde aan het leven van Willem van Oranje. De leider van de Nederlandse Opstand werd in het Prinsenhof in Delft van dichtbij neergeschoten. Door deze gebeurtenis is Balthasar Gerards onlosmakelijk met de Nederlandse geschiedenis verbonden. Wie was hij?

Zo'n 350 jaar geleden was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de machtigste staat in de wereld met de sterkste vloot en een bloeiende handel tot in alle uithoeken van de wereld. Die tijd bracht Constantijn en Christiaan Huygens voort. Constantijn (1596-1687) was dichter en diplomaat. Als secretaris van de stadhouders van Oranje was hij een van de architecten van de groei en bloei van de Republiek. Zijn briljante zoon Christiaan (1629-1695) ontwikkelde zich tot een groot wetenschapper, bedreven in wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde. De uitvinder van het slingeruurwerk is Christiaan Huygens.

Vroegmoderne tijd (ca.1450-1800) – Kenmerken, tijdlijn & samenvatting
In 1648 kwam er met de
Vrede van Münster een einde aan de decennialange oorlog met Spanje. De Republiek der Verenigde Nederlanden bleef daarna nog eeuwenlang bestaan, met tweemaal een Stadhouderloos tijdperk (1650-1672 en 1702-1747), tot de Nederlanden tijdens de Bataafs-Franse Tijd (1795-1813) onder Lodewijk Napoleon een koninkrijk werden, om precies te zijn in 1806.

Van 1522 tot 1648 vond tussen katholieken en protestanten in Europa een godsdienstoorlog plaats.
Geuzen en papen(Het verhaal van Nederland 9 maart 2022 NPO1):
In de zestiende eeuw breekt de tachtigjarige oorlog uit. Een strijd die voor altijd verbonden is aan de naam van
Willem van Oranje. In deze oorlog tussen katholieken en protestanten moet hij een keuze maken tussen zijn eigen belangen en die van de Spaanse koning. Daarbij heeft hij de hulp van het volk hard nodig. Hoe krijgt Willem het voor elkaar om vader des vaderlands van Nederland te worden?

Vergelijkend godenonderzoek (Luc Panhuysen De Groene Amsterdammer 16 september 1998)):
Toen
Luther in 1517 zijn beroemde 95 stellingen op de deur van de kerk van Wittenberg timmerde, liet hij een stem van protest horen. Hij veroordeelde de verkoop van aflaten, waardepapieren waarmee gelovigen hun zieleheil konden veiligstellen. Geld mocht van Luther geen rol spelen in een zaak als verlossing, en hij verwees naar tal van bijbelpassages. De paus kon zich natuurlijk niet laten corrigeren door zo'n augustijner monnik uit het achterlijke Saksen. Bovendien had hij het geld nodig voor de bouw van de nieuwe Sint-Pieter. Luther was niet revolutionair met zijn kritiek op de aflatenhandel. Hij had vele voorgangers, onder wie Jan Hus, een theologieprofessor uit Praag die net als Luther het geloof wilde zuiveren. Ook met zijn vertalingen van de bijbel in de volkstaal was Luther niet de eerste. En toen hij na zijn prille jaren het hoofd werd van een eigen kerk werden de verschillen met het vermaledijde Rome wel erg klein. Luther had zijn eigen dogma’s en schriftgeleerden, en met zijn eigen inquisitie joeg hij op ketters.

Wie was Luther?
Enkele kernpunten
Kernpunten, daar waar het op aankomt, kan Luther heel uitvoerig beschrijven, altijd als Schriftuitlegger, maar soms ook samenvatten in een paar regels die verrassen. Een ongelofelijk woord uit een Goede Vrijdagpreek vat de weg van het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt, vergeving en verzoening, samen in een paar uiterst gedurfde woorden: ‘Christus is op Goede Vrijdag Petrus geworden die Hem verloochend heeft – maar op de Paasdag komt Hij tevoorschijn en zegt: hier is geen zonde meer.
En dan deze unieke gedachte:
Als je de zonden op eigen kracht wilt teniet doen, dan vergrijp je je aan Christus’ ambt, eigenlijk zeg je dan: ik wil Christus zijn. Daarmee matigt de mens zich Gods macht aan en dat is nu juist de grootste zonde. O, om Gods wil nee!, laat Hem Christus blijven, laat Hem in zijn ambt.
En waar staan onze ambten dan?
Geloof komt uit het Woord dat van buiten tot ons komt, in dat Woord werkt de Geest, het ambt is er om dat Woord stem te geven.
En om in al zijn angst en twijfel overeind te blijven hielp hem en helpt ons dat wat hij de theologie van het kruis noemde: het geloof, het Evangelie dat alles op zijn kop zet:
‘Christus’ leven, Gods’ kracht, het is allemaal verborgen onder het tegendeel: dus leven verborgen in de dood, wijsheid verborgen in de dwaasheid (1Kor.1:25, kerntekst voor Paulus en Luther!), overwinning in de nederlaag, majesteit in schande, goddelijkheid in de verachte en verworpen mensheid. Juist ook in de diepste diepten is Hij bij ons, want Hij is alle diepten doorgegaan en verhoort het gebed: Heer blijf bij ons, in alles ons nabij.’

Het merk Maarten Luther Een man met groot praktisch talent (Casper Thomas De Groene Amsterdammer 18 oktober 2017):
Behalve een religieuze opstand was de Reformatie vooral ook een mediarevolutie. Aangejaagd door een geestelijke met een uitstekende handelsgeest; Luther was ‘iemand die op het juiste moment het juiste onderwerp aansneed’.
Op 33-jarige leeftijd had de zelfbenoemde bevrijder kortom een credo dat goed wordt samengevat in
- stelling 37:
‘Iedere willekeurige waarachtige Christen, hetzij levend, hetzij dood, heeft deel aan alle goede gaven van Christus en kerk, die worden hem ook zonder aflaatbrieven gegeven door God.’
Hij had ook voldoende geldingsdrang om de kerkelijk-economische duomacht die aflaathandel organiseerde uit te dagen. Het enige wat nog ontbrak was een manier om anderen deelgenoot te maken van die missie.
Dat is, in een notendop, het verhaal dat Andrew Pettegree vertelt in Brand Luther. Hij wijst daarmee op het ingrediënt dat nogal eens wordt overgeslagen in de theologie of intellectuele geschiedenis.

In Het merk Luther laat Andrew Pettegree zien dat Luther niet alleen een begaafd theoloog was, maar ook wat we in hedendaagse termen een sluwe populist zouden noemen. Als ’s werelds eerste massamediafenomeen gaf hij eigenhandig ‘het merk Luther’ vorm. Zijn succes is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van de boekdrukkunst. Binnen vijf jaar was Luther Europa’s meest gepubliceerde auteur.
Maarten Doorman bespreekt (Volkskrant 3 december 2016 katern Vonk p. 22-23) het Het merk Luther. Maarten Doorman schrijft in zijn recensie Hoe Luther het Licht zag tot slot: 'De Britse geleerde is vol van de manier waarop 'het merk Luther in de markt wordt gezet'. Onbedoeld geeft hij een treffend vroeg voorbeeld van hoe een uitgekiende mediastrategie en grofgebekt populisme tot een onwaarschijnlijk succes kan leiden.'

Maar Luther had ook fouten. Zo bleek hij er sterke antisemitische gevoelens op na te houden en riep hij gelovigen er zelfs toe op om Joden te vervolgen. Het gedachtegoed dat Luther hierover achterliet kwam Adolf Hitler bijvoorbeeld buitengewoon goed van pas om christenen achter zijn plannen te scharen om het Joodse volk uit te roeien ...

Ongeremd fulmineerde hij tegen de joden Luthers antisemitisme (Sander van Walsum de Volkskrant 12 april 2016):
Met de nadering van het Lutherjaar 1517 neemt het onbehagen toe over de
antisemitische uitspraken waaraan de kerkhervormer zich heeft bezondigd.
Luther verwachtte dat joden zich massaal en uit de diepste overtuiging tot het lutheranisme zouden bekeren - zoals Abraham Kuyper zijn kerk later als het 'nieuwe Israël' zag. Met het woeste pamflet dat hij in 1543 - drie jaar voor zijn dood - schreef, heeft hij wellicht lucht gegeven aan zijn frustratie over het feit dat zijn geloofsrichting voor de joden niet aantrekkelijker was dan het katholicisme. Luther keerde zich af van het volk dat hem niet wilde volgen. 'In het geheel van zijn oeuvre zijn z'n anti-joodse tirades Fremdkörper', zei de theoloog Wim van Vlastuin vorig jaar in Trouw.
'Hij was de kluts kwijt, hij was ziek en deed allerlei heftige uitspraken, ook over anderen, katholieken en protestanten.' Het vervelende is alleen dat de antisemitische oprisping van Luther door de uitvinding de boekdrukkunst een uitzonderlijk groot bereik had.

Door de boekdrukkunst kwam in de tijd van Luther de Bijbel ter beschikking van de massa. Internet is nu een weerspiegeling, de manifestatie van het informele circuit (facebook, instagram en twitter), de achterkamertjes in de politiek, maar ook van het formele circuit E-learning. De sleepwet is een product van de achterkamertjes politiek. De grenzen van de 'VOC mentaliteit' worden in Nederland duidelijk zichtbaar. Het is als met het legaliseren of juist verbieden? een uiterst gecompliceerd vraagstuk. Volgens het onderzoeksrapport 'E i V' is het geloof in het morele kompas wel degelijk verifieerbaar.

De kijk van Luther op de vrije wil is fundamenteel voor zijn 95 stellingen. De nieuwe tijdgeest van het individu, dat zelfstandig zijn eigen weg zoekt komt in Luther tot uitdrukking. Eigenlijk was de reformatie al in de middeleeuwen begonnen. Aanleiding was dat de priesters dronken, gokten en dobbelden op kerkelijke feestdagen. Erasmus van Rotterdam was daar bijzonder verontwaardigd over en schreef er het boek Lof der zotheid over.
De Remonstrantse Broederschap heeft haar wortels in de 16e eeuw. De kerk is ontstaan uit de Nederlandse Erasmiaanse reformatie. Voorgangers van deze stroming zijn Desiderius Erasmus (1467-1536), Anastasius Veluanus, Hubert Duifhuis, Willem de Volder, Angelus Merula, Cornelis Cooltuyn en Jelle Hotses. Zij staan voor een innerlijk christendom, en waarden van liefde, vrijheid en verdraagzaamheid.

Luther verzette zich tegen het idee dat de mens zelf zijn redding moet bewerkstelligen. Hij greep terug op de teksten van de apostel Paulus, waarin deze uitlegt dat redding voortkomt uit de genade van God, niet uit werken van de mens. Luther verzette zich daarom sterk tegen de aflatanhandel van Johann Tetzel. Een belangrijk verschil tussen Luther en een verlichte denker als Erasmus was dat Luther de leer van de vrije wil tot het goede afwees, terwijl Erasmus deze juist verdedigde.

De Katholieke Kerk had vroeger met de verkoop van aflaten, het verkopen van gebakken lucht een prima winstmodel. Dit verdienmodel is in de Westerse wereld door de banken, met het adagium live now pay later overgenomen. Het zal duidelijk zijn dat dit korte termijn winstmodel haaks staat op de kost gaat voor de baat uit van de op de lange termijn gerichte circulaire economie waar Jan Terlouw en Herman Wijffels de aandacht op vestigen.

Mahatmabrieven
Brief No 9 (p. 52):
Nu kunnen de verzamelingen sterrenwerelden (onze eigen planeet inbegrepen) die door intelligente wezens zijn bewoond, worden vergeleken met een kring, of liever een epicycloïde, uit ringen gevormd als een ketting –
onderling verbonden werelden, waarvan het totaal een denkbeeldige, eindeloze ring of cirkel voorstelt. De reis van de mens door het geheel – van het begin- tot het eindpunt, die elkaar op het hoogste punt van de omtrek ontmoeten – is wat wij de Maha'Yug' of Grote Cyclus noemen, de Kuklos,'waarvan de top zich verliest in een kroon van absolute 'Geest en het laagste punt van de omtrek in absolute' stof – t.w. het punt waarop het actieve'beginsel zijn werkzaamheid staakt. Gebruiken wij een meer vertrouwde term en noemen we de Grote Cyclus de Macrokosmos' en zijn samenstellende delen of de onderling verbonden sterrenwerelden Microkosmoï,'dan wordt het duidelijk waarom de occultisten elk van de laatste voorstellen als volmaakte kopieën van de eerste. De Grote cyclus is het prototype van de kleinere cyclussen: en als zodanig heeft iedere sterrenwereld op haar beurt haar eigen cyclus van Evolutie die begint met een zuiverder en eindigt met een grover of stoffelijker aard. Afdalend, toont elke wereld zich uiteraard geleidelijk schaduwachtiger en wordt aan de “antipoden” absolute' stof. Aangedreven door de onweerstaanbare cyclische impuls, moet de Planeetgeest afdalen alvorens hij weer kan opklimmen. Op zijn weg moet hij de hele ladder van Evolutie bestijgen, zonder één sport over te slaan, en halt houden bij elke sterrenwereld als bij een station; en naast de onvermijdelijke cyclus van die bijzondere en van elke respectievelijke sterrenwereld, moet hij zijn eigen levenscyclus' erin volbrengen, t.w.: even vaak terugkeren en reincarneren als hij heeft gefaald zijn levensronde te voltooien, omdat hij daarop sterft voordat hij de leeftijd van de rede heeft bereikt, zoals correct in Isis' is vermeld. Tot hier is de gedachte van mevr. Kingsford juist, dat de menselijke Ego in verscheidene opeenvolgende menselijke lichamen reïncarneert.
DEEL II FILOSOFISCHE'EN' THEORETISCHE'LERINGEN' 1881\1883 - Brieven 9 t/m 25:
Brief No 11 (p. 68):
Het is
zowel passief als actief, zuivere Geest Essentie in haar absoluutheid en rust, en zuivere stof in haar eindige en beperkte toestand – zelfs als een onweegbaar gas, of dat grote onbekende dat de wetenschap Kracht gelieft te noemen. Wanneer dichters spreken over de “oeverloze oceaan der onveranderlijkheid” moe\ ten we deze uitdrukking slechts zien als een speelse paradox, want wij houden vol dat er niet zo iets bestaat als onveranderlijkheid – tenminste niet in ons Zonnestelsel. Onveranderlijkheid, zeggen de theïsten en de Christenen “is een eigenschap van God” en onmiddellijk daarop begiftigen zij die God met elke veranderlijke en onbestendige eigenschap of karaktertrek, kenbare zowel als onkenbare, en geloven het onoplosbare te hebben opgelost en de kwadratuur van de cirkel te hebben gevonden. Hierop antwoorden wij, als dat wat de theisten God noemen en de wetenschap “Kracht” en “Potentiële'Energie” ook maar één moment onveranderlijk zou worden, zelfs tijdens de Maha-Pralaya, een periode waarin zelfs Brahm, de scheppende architect van de wereld, naar men zegt in het niet-zijn is opgegaan, er geen manvantara zou kunnen zijn, en alleen de ruimte, onbewust en oppermachtig, in de eeuwigheid van de tijd zou regeren. Niettemin is het Theïsme, als het over veranderlijke onveranderlijkheid spreekt, niet ongerijmder dan de materialistische wetenschap die spreekt over “latente'potentiële energie” en de onvernietigbaarheid van stof en kracht.
III
PROEFTIJD EN CHELASCHAP - Brieven 26 t/m 76:
Brief No 59 (p. 383):
Kent Uw B.T.S. de betekenis van de in
elkaar gevlochten witte en zwarte driehoeken in het zegel van de Moedervereniging, dat zijzelf ook heeft aangenomen? Zal ik het uitleggen? De dubbele driehoek, die door de Joodse Kabbalisten als het Zegel van Salomo wordt beschouwd, is, zoals velen van U ongetwijfeld weten, de Sri-yantra van de archaïsche Arische Tempel, het “mysterie der Mysteriën”, een geometrische synthese van de gehele occulte leer. De twee verstrengelde driehoeken zijn de Buddhangams van de Schepping. Zij omvatten de “kwadratuur van de cirkel”, de “steen der wijzen”, de grote problemen van en – het Mysterie van het . De chela die dit teken uit elk van zijn aspecten kan verklaren – is wezenlijk een'adept. Hoe komt het dan dat de enige onder U, die de ontsluiering van het mysterie zo dicht is genaderd, tevens de enige is die geen enkele van haar ideeën aan boeken heeft ontleend? Zonder het te beseffen, geeft zij – aan hem die de sleutel bezit — de eerste lettergreep van de Onuitsprekelijke Naam! Natuurlijk weet U dat de dubbele driehoek – de Satkona Chokram van Vishnu – of de zespuntige ster, de volmaakte zeven is. In alle oude Sanskriet werken – Vedische en Tantrische - ziet U dat het getal 6 vaker wordt vermeld dan 7 – omdat dit laatste getal, het middelpunt, erbij is inbegrepen, want het is de kiem van de zes en hun matrix. Het ziet er dus zo uit . .† – de punt in het midden stelt hier het zevende voor, en de cirkel, het Mahākāsha – de eindeloze ruimte – het zevende Universele Beginsel. In één opzicht worden beide als Avalokitesvara beschouwd, want zij zijn respectievelijk de Macrokosmos en de microkosmos.
385: Het
ongemanifesteerde blijft als eenvoudige dualiteit, passief en verborgen. De tweevoudige monade (het 7e en 6e beginsel) moet, om zich als een
Logos, de “Kwan-shai-yin” te openbaren, eerst een triade worden (7e, 6e en de helft van het 5e); om dan, terwijl zij in de boezem van het “Grote Diep” in zichzelf de Ene Cirkel tot zich trekt, daaruit het volmaakte Vierkant te vormen, dus “de kwadratuur van de cirkel” – het grootste van alle mysteriën, vriend – en in deze laatste het WOORD (de Onuitsprekelijke Naam) te beschrijven – anders zou de dualiteit als zodanig nooit kunnen blijven bestaan, en zou deze opnieuw in het ENE moeten worden opgenomen. Het “Diep” is Ruimte – zowel mannelijk als vrouwelijk. “Purush” (als Brahma) ademt in de Eeuwigheid; wanneer ‘hij’ inademt , verdwijnt Prakriti (als geopenbaarde Substantie) wanner ‘hij’ uitademt verschijnt zij opnieuw als Maya,” aldus de Sloka. De Ene werkelijkheid is Mulaprakriti'' (ongedifferentieerde Substantie) – de “Wortelloze wortel”, de ... Maar wij moeten eindigen, daar er anders voor Uw eigen intuïties weinig te zeggen overblijft.

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie – Deel 1
Vóór de sluier (p. 21):
Met andere woorden, we moeten overtuigd zijn van het
objectieve bestaan van onze (astraal lichaam) vóór ons kan worden meegedeeld dat we een goddelijke en onsterfelijke geest bezitten. Iamblichus zegt hetzelfde en voegt eraan toe dat het een geheim is dat behoort tot de hoogste inwijding. De Goddelijke Macht, zegt hij, is altijd verontwaardigd geweest over hen ‘die de constructie van de icosagonus bekendmaakten’, dat wil zeggen die de methode van het vormen van een dodecaëder1 in een bol aan de openbaarheid prijsgaven.
1) Twaalfvlak; een van de vijf regelmatige driedimensionale lichamen in de meetkunde
Hoofdstuk 1
Oude dingen met nieuwe namen (p. 58):
Plato, de toegewijde leerling van Pythagoras, begreep dit zo goed dat hij beweerde dat de dodecaëder de meetkundige figuur was die de demiurg bij de bouw van het heelal had gebruikt.1 Enkele van deze getallen hadden een bijzonder heilige betekenis. De vier bijvoorbeeld, waarvan de dodecaëder het drievoud is, werd door de pythagoreeërs als heilig beschouwd. Het is het volmaakte vierkant; geen van de zijden is ook maar iets langer dan de andere. Het is het symbool van morele gerechtigheid en goddelijke rechtvaardigheid, meetkundig uitgedrukt. Alle vermogens en grote harmonieën van fysieke en spirituele aard liggen in het volmaakte vierkant besloten; en de onuitsprekelijke naam van hem van wie men de naam anders niet zou kunnen uitspreken, werd vervangen door dit heilige getal 4, de meest bindende en plechtige eed bij de mystici van de oudheid – de tetraktis.
1)
Timaeus, 55c
82,83: Deze
klimaatverandering gaat noodzakelijk gepaard met overstromingen, aardbevingen en andere kosmische rampen.1 Doordat de oceaanbeddingen aan het eind van elke 10.000 jaar en ongeveer één neros worden verplaatst, wordt een half universele zondvloed, zoals de legendarische van Noach, teweeggebracht. Dat jaar werd door de Grieken het zonnejaar genoemd, maar niemand buiten het heiligdom wist iets met zekerheid, noch over de duur, noch over de bijzonderheden ervan. De winter van dat jaar werd de catastrofe of de zondvloed genoemd; de zomer de ecpyrosis. Volgens de volksoverlevering werd de wereld in deze jaargetijden afwisselend verbrand en overstroomd. Dat lezen we tenminste in de Astronomische Fragmenten van Censorinus en Seneca. Zo onzeker waren de commentatoren over de lengte van dit jaar dat geen van hen, behalve Herodotus en Linus, dicht bij de waarheid kwamen.2 Eerstgenoemde gaf er 10.800 jaar voor op, de laatste 13.984 jaar. Volgens de beweringen van de Babylonische priesters, die werden bevestigd door Eupolemus3, ‘dankt de stad Babylon haar stichting aan degenen die werden gered van de ramp van de zondvloed; dit waren de reuzen en ze bouwden de toren die bekend is uit de geschiedenis’.4 Deze reuzen, die grote astrologen waren en bovendien van hun vaderen, ‘de zonen van god’, alle onderricht over geheime zaken hadden ontvangen, onderwezen op hun beurt de priesters, en lieten in de tempels alle verslagen achter over de periodieke catastrofe die ze zelf hadden meegemaakt. Zo kwamen de hogepriesters aan hun kennis over de grote jaren. Wanneer we bovendien bedenken dat Plato in de Timaeus (22-23) de oude Egyptische priester citeert, die Solon een standje geeft omdat deze niet wist dat er verschillende zondvloeden waren geweest zoals de grote van Ogyges, dan kunnen we gemakkelijk vaststellen dat dit geloof in het zonnejaar een leer was die door de ingewijde priesters in de hele wereld werd aangehangen.
Hoofdstuk 2
Paranormale verschijnselen en krachten (p. 110):
Het is de lering van
Plato, die duidelijk zegt dat alles wat zichtbaar is, werd geschapen of ontwikkeld door de onzichtbare, eeuwige WIL, en op zijn manier. Onze hemel werd volgens hem voortgebracht overeenkomstig het eeuwige voorbeeld van de ‘ideëele wereld’, die, evenals al het andere, besloten ligt in de dodecaëder, het meetkundige model dat door de godheid werd gebruikt.1 Bij Plato is dit oorspronkelijke wezen een emanatie van het demiurgische denkvermogen (nous), dat in alle eeuwigheid de ‘idee’ van de ‘nog te scheppen wereld’ in zich bevat, welke idee hij vanuit zichzelf tevoorschijn brengt.2 De natuurwetten zijn de vastgestelde betrekkingen van deze idee tot de vormen van haar manifestaties; ‘deze vormen’, zegt Schopenhauer, ‘zijn tijd, ruimte en oorzakelijkheid. Door tijd en ruimte verschilt de idee in haar talloze manifestaties’.
1)
Plato, Timaeus, 55c; vgl. Timaeus Locrius, Over de ziel, §5
2) Zie Movers,
Die Phönizier, deel 1, blz. 268; Proclus, Over de Parmenides, 5; vgl.
Cory, Ancient Fragments, ed. 1832, herdruk 1975, Wizards Bookshelf, blz. 255-6.
Hoofdstuk 6 Psychofysieke verschijnselen (p. 250):
De
geringste daden uit ons leven staan erin op getekend, en zelfs onze gedachten blijven op zijn eeuwige tafelen gefotografeerd. Het is het boek dat we de engel in de Openbaring zien openslaan, ‘het Boek van het leven, en waaruit de doden worden geoordeeld naar hun werken’. Het is kortom het geheugen van God! ‘De orakels beweren dat de indruk van personen en andere goddelijke visioenen in de aether verschijnen. . . . Hierin hebben de dingen zonder vorm vormen’, zegt een oud fragment van de Chaldeeuwse orakels van Zarathoestra. 1 Zowel de oude als de tegenwoordige wijsheid, voorspellingskunst en wetenschap bevestigen dus de beweringen van de kabbalisten. Op de onvernietigbare tafelen van het astrale licht is de indruk gegrift van elke gedachte die we denken, en van elke daad die we verrichten; en daarop zijn toekomstige gebeurtenissen – gevolgen van lang vergeten oorzaken – reeds geschetst als een levendig schilderij, zichtbaar voor de ziener en de profeet. Het geheugen – de wanhoop voor de materialist, het raadsel voor de psycholoog, de sfinx voor de wetenschap – is voor de onderzoeker van de oude filosofieën slechts een naam om het vermogen uit te drukken dat de mens onbewust uitoefent en met veel van de lagere dieren deelt, om met het innerlijke oog in het astrale licht te zien, en daar de beelden van vroegere indrukken en gebeurtenissen waar te nemen. In plaats van in de hersenzenuwknopen te zoeken naar ‘microbeelden van de levenden en de doden, van taferelen die we hebben bijgewoond, van gebeurtenissen waarbij we een rol hebben gespeeld’,2 gingen ze naar de uitgestrekte bewaarplaats waar de verslagen van zowel elk mensenleven als elke hartslag van de zichtbare kosmos voor alle eeuwigheid worden bewaard!
Hoofdstuk 8
Enkele natuurgeheimen (p. 354):
Voltaire, de grootste ‘
ongelovige’ van de 18de eeuw, zei altijd dat als er geen God was, men er één moest uitvinden. Volney, ook een ‘materialist’, ontkent nergens in zijn talrijke geschriften het bestaan van God. Integendeel, hij verklaart verschillende keren duidelijk dat het heelal het werk is van de ‘Alwijze’, en hij is ervan overtuigd dat er een hoogste instrument, een universele en voor iedereen dezelfde maker is, aangeduid met de naam God.1 Voltaire wordt tegen het eind van zijn leven een pythagoreeër, en komt tot de volgende conclusie: Ik heb 40 jaar van mijn pelgrimstocht . . . besteed aan het zoeken naar de steen der wijzen, waarheid genoemd. Ik heb alle adepten van de oudheid, Epicurus en Augustinus, Plato en Malebranche geraadpleegd, en nog verkeer ik in onwetendheid. . . . Het enige wat ik heb verkregen door het vergelijken en combineren van de stelsels van Plato, van de leermeester van Alexander, Pythagoras, en die uit het Oosten, is dit: ‘Toeval is een woord zonder betekenis’ . . . De wereld is volgens wiskundige wetten ingericht.2
1) C.F. de Volney, La loi naturelle.
2) Dictionnaire philosophique, zie onder ‘Philosophie’.
440,441: De elementalen zullen lang vergeten herinneringen uit het verleden aan het licht brengen, gedaanten, beelden, prettige herinneringen en vertrouwde zins wendingen, die reeds lang uit ons geheugen waren uitgewist, maar levendig bewaard waren in de onnaspeurlijke diepten van ons geheugen en op de astrale tafelen van het onvergankelijke ‘BOEK VAN HET LEVEN’.
Hoofdstuk 10
De innerlijke en uiterlijke mens (p. 439):
Dit
zichtbare heelal van geest en stof, zeggen ze, is slechts het concrete beeld van de ideële abstractie; het werd gebouwd volgens het model van de eerste goddelijke IDEE. Ons heelal heeft dus eeuwig in een latente toestand bestaan. De ziel die dit zuiver spirituele heelal in leven houdt, is de centrale zon, de hoogste godheid zelf. Niet hijzelf bouwde de concrete vorm van zijn idee, maar zijn eerstgeborene; en omdat het werd opgebouwd volgens de meetkundige figuur van de dodecaëder1 ‘behaagde het de eerstgeborene 12.000 jaar over zijn schepping te doen’. Dit laatste getal komt tot uitdrukking in de Tyrrheense kosmogonie2, die zegt dat de mens in het 6de millennium werd geschapen. Dit komt overeen met de Egyptische theorie van 6000 ‘jaar’3 en met de Hebreeuwse berekening. Sanchoniathon verklaart in zijn Kosmogonie dat toen de wind (geest) verliefd werd op zijn eigen beginselen (de chaos), er een innige vereniging plaatsvond; deze verbinding werd pothos genoemd en hieruit ontstond de kiem van alles. En de chaos kende zijn eigen voortbrengsel niet, want hij had geen zintuigen; maar uit zijn omarming met de wind ontstond mõt of de ilus (modder). Hieruit kwamen de kiemen van de schepping en de voortbrenging van het heelal voort.4
449,450: We hopen vurig dat dit het geval zal zijn. In vroegere eeuwen is genoeg vandalisme bedreven om tenminste in deze eeuw van onderzoek en kennis de hoop te kunnen koesteren dat de wetenschap, in haar vakgebieden archeologie en filologie, niet zal worden beroofd van deze zeer waardevolle verslagen, die zijn aangebracht op
onvergankelijke tafelen van graniet en rots. We zullen nu enkele fragmenten geven van die mysterieuze reïncarnatieleer – wel te onderscheiden van metempsychose – die we van een autoriteit hebben.
1)
Plato, Timaeus, 55c
Hoofdstuk 15
India - de bakermat van de mensheid (p. 726):
Volgens
Varro werd Rome gebouwd in 3961 van het Juliaanse tijdperk (754 v.Chr.). De Romeinse wetgeving, zoals die op bevel van Justinianus werd geformuleerd, en die bekendstaat als het Corpus Juris Civilis, was, zo wordt ons gezegd, geen wetboek, maar een verzameling wetten uit het gewoonterecht van vele eeuwen. Hoewel feitelijk niets bekend is over de oorspronkelijke bronnen ervan, was de hoofdbron, waaraan het jus scriptum, of het geschreven recht, werd ontleend, het jus non scriptum, het ongeschreven gewoonterecht. En juist op dit gewoonterecht willen we onze redenering baseren. Bovendien werd de wet van de twaalf tafelen ongeveer 300 jaar na het stichten van Rome opgesteld, en zelfs deze werd, voor zover het privaatrecht betreft, uit nog oudere bronnen samengesteld. Indien deze oudere bronnen dus heel goed blijken overeen te stemmen met de Wetten van Manu, die volgens de brahmanen zijn gecodificeerd in het kritayuga, een tijdperk vóór het huidige kaliyuga, dan moeten we veronderstellen dat deze bron van de ‘twaalf tafelen’, als gewoonte- en overleveringsrecht, minstens enkele honderden jaren ouder is dan degenen die haar hebben gekopieerd. Dit alleen al voert ons onmiddellijk terug tot vóór 1000 v.Chr

H.P. Blavatsky Isis ontsluierd Een sleutel tot de mysteries van oude en moderne wetenschap en religie – Deel 2
Hoofdstuk 10
De kerk waar is zij (p. 8):
Al deze spitse torens, torentjes, koepels en christelijke tempels zijn reproducties van het oorspronkelijke denkbeeld van de
lithos, de rechtopstaande fallus. ‘De westelijke toren van St. Paul’s Cathedral in Londen’, zegt de schrijver van The Rosicrucians, ‘is een van de dubbele lithoi, die altijd voor alle christelijke en heidense tempels wor den geplaatst.’1 Bovendien zijn in alle christelijke kerken, ‘vooral in protestantse, waar ze erg opvallen, de twee stenen tafelen van de mozaïsche bedeling boven het altaar geplaatst, zij aan zij alsof ze één steen vormen, en de bovenkanten ervan zijn rond gemaakt. . . . De rechter steen is mannelijk, de linker vrouwelijk.’ Noch katholieken noch protestanten hebben dus het recht te spreken over ‘onfatsoenlijke vormen’ van heidense monumenten, zolang ze hun kerken versieren met de symbolen van het li¥ga en de yoni, en zelfs de wetten van God erop schrijven.
Hoofdstuk 1
De kerk, waar is zij? (p. 25:
Vóór de
reformatie werd de magie in al haar aspecten door de geestelijkheid op grote schaal en bijna openlijk beoefend. En zelfs hij die eens de ‘vader van de reformatie’ werd genoemd, de beroemde Johannes Reuchlin1, schrijver van het De verbo mirifico en vriend van Pico della Mirandola, de leermeester van Erasmus, Luther en Melanchthon, was kabbalist en occultist.
Het oude sortilegium, of het voorspellen door middel van
sortes of loten – een kunst die nu door de geestelijkheid als iets afschuwelijks wordt afgekeurd, door Stat. 10, Jac. als een strafbaar feit wordt aangeduid, en door Stat. 12, Caroli II van amnestie wordt uitgesloten omdat het tovenarij is2 – werd door de geestelijkheid en monniken op grote schaal beoefend. Het werd zelfs goedgekeurd door St. Augustinus zelf, die deze methode om de toekomst te leren kennen niet afkeurt, ‘mits het niet voor wereldlijke doeleinden wordt gebruikt’. Sterker nog, hij geeft toe dat hij haar zelf heeft beoefend.3
1) Zie het titelblad van de Engelse vertaling van Mayerhoffs Johann Reuchlin und seine Zeit, Berlijn 1830. F. Barham, The Life and Times of John Reuchlin, or Capnion, the Father of the German Reformation, Londen, 1843.
2) Lord Coke, 3 Institutes, fol. 44.
3) Brief II aan Januarius, §37.
Hoofdstuk 5
Geheimen van de kabbala (p. 253):
Er bestaat een oude Babylonische legende dat
Xisuthrus (Hasisadra van de Tafelen, of Xisuthrus) met zijn ark naar Armenië2 zeilde, en dat zijn zoon Sim hoogste koning werd. Plinius zegt dat Sim Zeruan werd genoemd, en Sim is Sem.3 In het Hebreeuws wordt zijn naam geschreven als µç, Sem – een teken. Assyrië wordt door de etnologen beschouwd als het land van Sem, en Egypte wordt het land van Cham genoemd. In hoofd stuk 10 van Genesis wordt Sem de vader genoemd van alle kinderen van Eber, van Elam (Olam of Eilam) en Ashur (Assur of Assyrië). De nefilim, of gevallen mensen, gibborim, de machtigen, over wie in Genesis (6:4) wordt gesproken, komen uit Olam, ‘mannen van Sem’. Zelfs Ofir, die blijkbaar moet worden gezocht in het India uit de tijd van Hiram, wordt tot een afstammeling van Sem gemaakt. De verhalen worden opzettelijk verward om ze te laten passen in het kader van de mozaïsche Bijbel.
Hoofdstuk 7
Vroegchristelijke ketterijen en geheime genootschappen (p. 369,370):
Het stelsel bevat geen ketterij, afgoderij of andere werkelijk slechte dingen. Ze bezitten de overblijfselen van wat eens een grootse vorm van natuurverering was die onder een despotisch bewind is ingekrompen tot een geheime orde, verborgen voor het daglicht, en slechts wordt bekendgemaakt in de rokerige gloed van enkele brandende lampen in een vochtige grot of kapel onder de grond. De belangrijkste beginselen van hun religieuze leringen liggen besloten in
zeven ‘tafelen’, die in algemene termen geformuleerd, de volgende zijn:
1. De éénheid van God, of het oneindige één-zijn van de godheid.
2. De essentiële voortreffelijkheid van de waarheid.
3. De wet van de verdraagzaamheid tegenover de meningen van alle mannen en vrouwen.
4. Eerbied voor alle mannen en vrouwen overeenkomstig hun karak ter en gedrag.
5. Volkomen onderwerping aan Gods geboden wat het lot van de mens betreft.
6. Kuisheid van lichaam, denken en ziel.
7. Wederzijdse hulp onder alle omstandigheden.
Deze
beginselen zijn niet gedrukt of geschreven. Een ander stel is gedrukt of geschreven om hen die niet alert zijn te misleiden, maar daarmee hebben we niets te maken.
De belangrijkste gevolgen van de
inwijding schenen een soort mentale illusie of wakend slapen te zijn, waarin de neofiet beelden van mensen zag of dacht te zien, van wie men wist dat ze afwezig waren en die zich in sommige gevallen zelfs op duizenden kilometers afstand bevonden.
Hoofdstuk 8
Jezuïtisme en vrijmetselarij (p. 435):
Vooral in onze
huidige cyclus leven veel van zulke ziele-doden. We komen bij elke stap in het leven zielloze mannen en vrouwen tegen. In de huidige omstandigheden hoeven we ons dan ook niet te verwonderen over de totale mislukking van Hegels en Schellings laatste pogingen om een metafysisch stelsel op te bouwen. Wanneer elke dag en elk uur concrete en tastbare spiritistische feiten voorvallen, en deze toch door de meeste ‘beschaafde’ volkeren worden ontkend, dan is de kans klein dat de steeds groeiende menigte materialisten een zuiver abstracte metafysica zal aanvaarden.
Hoofdstuk 8
Jezuïtisme en vrijmetselarij (p. 463):
De aan
Jezus toegeschreven zin: ‘Jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet kunnen overweldigen’,1 geeft, hoe misvormd hij door verkeerde vertalingen en verkeerde interpretaties misschien ook is, toch een duidelijke indruk van zijn werkelijke betekenis. We hebben laten zien welke betekenis Pater en Petra hadden bij de hiërofanten; de op de stenen tabletten van de laatste inwijding geschreven verklaring werd door de inwijder overhandigd aan de uitverkoren toekomstige interpretator. Nadat de ingewijde zich op de hoogte had gesteld van de mysterieuze inhoud ervan die hem de mysteries van de schepping openbaarde, werd hij zelf bouwer, want hij was nu op de hoogte van de dodecaëder, de meetkundige figuur waarop het heelal is gebaseerd. Aan wat hij in vorige inwijdingen over het gebruik van de duimstok en de bouwkundige beginselen had geleerd, werd een kruis toegevoegd, waarvan de verticale en horizontale lijnen de voor de spirituele tempel zouden vormen, door ze te leggen over het verbindingspunt, het centrale oorspronkelijke punt, het element van alle bestaansvormen, 2 dat het eerste concrete denkbeeld van de godheid voorstelt. Vanaf dat moment kon hij als architect (zie 1 Korinthiërs 3:10) voor zichzelf op die rots een tempel van wijsheid bouwen, en na een vaste grondslag te hebben gelegd, ‘anderen daarop laten bouwen’.
1
Mattheus 16:18.
2
Pythagoras.
Hoofdstuk 11
Psychische en fysieke wonderen (p. 515):
Van die manuscripten die tot ons zijn gekomen, zijn de meeste niet anders dan
Latijnse her-vertalingen van Griekse vertalingen, hoofdzakelijk gemaakt door de neoplatonisten op basis van de oorspronkelijke, door sommige adepten bewaarde boeken. Marsilio Ficino, die de eerste was die ze in 1488 in Venetië publiceerde, gaf ons slechts uittreksels; en de belangrijkste gedeelten scheen men óf over het hoofd te hebben gezien óf opzettelijk te hebben weggelaten als te gevaarlijk om in die tijd van ketterverbranding te publiceren. En zo komt het dat wanneer een kabbalist] die zijn hele leven aan de studie van het occultisme heeft gewijd en het grote geheim heeft leren kennen, durft op te merken dat alleen de kabbala tot de kennis van het absolute in het oneindige, en van het oneindige in het eindige leidt, hij wordt bespot door hen die, omdat ze weten dat het onmogelijk is de kwadratuur van de cirkel als natuurkundig vraagstuk op te lossen, ook de mogelijkheid ontkennen dit in metafysische zin te doen.
Hoofdstuk 14
Egyptische wijsheid (p. 687):
De
Bourbourg merkt op dat de opperhoofden met de naam Votan, de Quetzalcoatl of slangengod van de Mexicanen, de afstammelingen zijn van Cham en Kanaän. ‘Ik ben Hivim’, zeggen ze. ‘Omdat ik een Hivim ben, behoor ik tot het grote ras van de draak (slang). Ik ben zelf een slang, want ik ben een Hivim.’2 En Des Mousseaux, verheugd omdat hij denkt de slang, of beter gezegd de duivel, aardig op het spoor te zijn, haast zich uit te roepen: ‘Volgens de geleerdste commentatoren van onze heilige boeken stammen de Chivim of Hivim of Hevieten af van Heth, de zoon van Kanaän, zoon van Cham’, de vervloekte!3
Maar recent onderzoek heeft onomstotelijk bewezen dat de hele stamboom uit het tiende hoofdstuk van Genesis betrekking heeft op denkbeeldige helden, en dat de slotverzen van het negende niet veel meer zijn dan een stukje Chaldeeuwse allegorie over Xisuthrus en de
mythische zondvloed, verzameld en geordend om te passen in het verhaal over Noach.
Maar stel eens dat de nakomelingen van deze Kanaänieten, ‘de vervloekten’, ontstemd waren over die onverdiende belediging? Het zou hun gemakkelijk vallen de bordjes te verhangen, en deze, op een fabel gebaseerde, hoon te beantwoorden met een door archeologen en kenners van de symboliek bewezen feit, namelijk dat Seth, Adams derde zoon, en de stamvader van heel Israël, de
voorvader van Noach en de voorouder van het ‘uitverkoren volk’, niemand anders is dan Hermes, de god van de wijsheid, ook Thoth, Tat, Seth, Set en Sat-an genoemd, en dat hij verder, vanuit zijn slechte aspect beschouwd, Typhon, de Egyptische Satan was, die ook Set was. Voor het joodse volk, van wie de ontwikkelde mensen, evenals Philo of de historicus Josephus, de boeken van Mozes als een allegorie beschouwen, betekent zo’n ontdekking maar weinig. Maar voor christenen die, zoals Des Mousseaux, heel onverstandig de bijbelse verhalen letterlijk als geschiedenis beschouwen, ligt de zaak heel anders.
707:Al deze gebouwen zijn uit de tijd van
Hermes Trismegistus, en hoe relatief modern of oud de tempel misschien ook lijkt, hun wiskundige verhoudingen blijken overeen te komen met die van de Egyptische religieuze gebouwen. Daar is een gelijksoortige indeling van binnenpleinen, het allerheiligste, doorgangen en trappen; het is dus, ondanks alle ongelijkheid in bouwstijl, een verdedigbare conclusie dat in al die gebouwen gelijksoortige religieuze ceremoniën werden uitgevoerd. Dr. Stukely zegt over Stonehenge:
708:Deze
constructie werd niet volgens Romeinse maat gebouwd, wat bewezen wordt door het grote aantal breuken dat het meten van elk deel volgens Europese maten te zien geeft. Daarentegen worden de cijfers rond, zodra we de meting volgens de oude ellenmaat verrichten, die de Hebreeuwse kinderen van Shem gemeen hadden zowel met de Feniciërs en de Egyptenaren, de kinderen van Cham [?], als met hen die deze monumenten nabootsten uit ongehouwen en orakelstenen.

G. Barborka in zijn boek Het Goddelijke plan menswording en evolutie Deel 1
Hoofdstuk II
De leer van evenwicht en harmonie
Karma is geen Fatalismr(p. 74):
Ja, ’ons lot staat in de sterren geschreven!’ Doch hoe nauwer de vereniging van de sterfelijke weerkaatsing, de MENS en zijn hemels
PROTOTYPE is, des te minder gevaarlijk zijn de uiterlijke omstan digheden en de daaropvolgende reïncarnaties - waaraan Buddhas noch Christussen ontkomen kunnen.’ (Fr. I 528; Terw. I 822, NL versie p. 709). De woorden ‘hoe nauwer de vereniging van de sterfelijke weerkaatsing, de Mens en zijn hemelse Prototype’ kunnen als volgt worden uitgelegd: het doel van de mens op deze aarde is het be reiken van Eenwording (Yoga). In het kort houdt dit in: het verenigen van zijn persoonlijkheid met zijn goddelijke oorsprong. De persoonlijkheid wordt hier genoemd ‘de sterfelijke weerkaatsing, de Mens’, omdat deze sterft met de dood van het stoffelijk lichaam: zij keert niet terug tot het aardeleven. Maar het onsterfelijke deel van de mens, technisch het Reïncarnerend Ego, reïncarneert wel en wordt een van de stralen uit de oorsprong van de mens - de Monadische Essentie of het ‘Hemelse Prototype’. De woorden ‘reïncarnatie waaraan Buddhas noch Christussen ontkomen kunnen’, (let op het meervoud) kunnen licht verwarrend zijn.
76: ’Zij die aan Karma geloven, moeten aan het lot geloven, dat ieder mens tussen zijn geboorte en zijn dood draad voor draad om zioh heen weeft, gelijk een spin haar web, en dit lot wordt geleid hetzij door de hemelse stem van het onzichtbare prototype buiten ons of door de ons beter bekende astrale of innerlijke mens, die maar al te dikwijls de kwade genius is van het belichaamde wezen, mens genaamd. Deze beide leiden de uiterlijke mens, doch één van hen moet de overhand hebben en van het allereerste begin van de onzichtbare strijd af treedt de strenge en onverbiddelijke wet der vergelding in werking en neemt zij haar loop, getrouwelijk de wisselvalligheden volgend. Is de laatste draad in het weefsel gespannen en de mens schijnbaar geheel in het net van zijn eigen daden gewikkeld, dan ziet hij zich volkomen onder de
heerschappij van zijn zelf-gemaakt lot. Het houdt hem dan vast als een onbeweeglijke schelp, gehecht aan een onwrikbare rots, of het sleurt hem weg als een veer in een wervelwind, door zijn eigen daden en Uit is - KARMA.’ (Fr. I 529; I 822-823, NL versie p. 709). Het hemelse ‘prototype’ is reeds eerder verklaard.
Hoofdstuk III
De leer van de hierarchieen
De hiërarchen van het Stelsel (p. 116):
Het feit dat de Dhyani-Bodhisattvas de
prototypen zijn van de Boven aardse Bodhisattvas houdt in dat de Bovenaardse Bodhisattvas waken over de Zeven Rassen die de kringloop over de Bollen maken. De vierde bol van de zeven in het schema staat voor onze Aarde, Bol D. Zij is onderverdeeld in zeven delen, die de zeven Wortelrassen aan duiden, die op deze Bol tot ontwikkeling moeten komen. Het Vijfde Ras is nog bezig te ontwikkelen. Er moeten nog twee Rassen ontwikkeld worden op deze Bol (DGL Deel I NL versie p. 139).
De Hiërarchie van Mededogen (p. 117):
Van dit Gebied van bewust Leven schieten, gelijk zeven vuurtongen, de
Zonen des Lichts (de logoi des Levens) uit; vervolgens de Dhyani-Buddhas van contemplatie, de concrete vormen van hun vormloze Vaders - de Zeven Zonen des Lichts, die nog zichzelf zijn, op wie het Brahmaanse mystieke gezegde kan worden toegepast: 'Gij zijt DAT - Brahm'. Het is uit deze Dhyani-Buddhas, dat hun Chhayas (Schaduwen) voortkomen, de Bodhisattvas der hemelse gewesten, de prototypen van de bovenaardse Bodhisattvas en van de aardse Budd has en tenslotte van de mensen.’ (Fr. I 468; Terw. I 735-736, ??)
120: Zij zijn, om zo te zeggen, de eeuwige prototypen der Buddhas [Ma nushy-Buddhas], die op deze aarde verschijnen, van welke ieder zijn bijzonder goddelijke prototype heeft. Zo is bij voorbeeld Amitabha de Dhyani-Buddha van Gautama Sakyamuni, zich telkenmale door deze openbarende wanneer deze grote Ziel op aarde incarneert, zoals Hij deed in Tzon-Kha-pa.’ (Fr. I 86-87; Terw. I 161). (6) Dhyani-Bodhisattvas: 'letterlijk de Overpeinzenden wier inwezen (sattva) intelligentie (bodhi) geworden is — een samengesteld Sanskrit woord. Er zijn ook zeven Hemelse Bodhisattvas, die voortgebracht zijn door de Dhyani-Buddhas en daarom met een technische term Chhayas genoemd worden — een woord dat Schaduwen betekent. Elke DhyaniBodhisattva voert de heerschappij over één van de zeven bollen die samen een planeetketen vormen. (7) Bovenaardse Bodhisattvas —op hun beurt geëmaneerd door de Hemelse Bodhisattvas, vandaar dat de laatsten ‘
prototypen’ genoemd worden. Weer een reeks van zeven, iedere Bovenaardse Bodhisattva waakt over één van de Zeven Rassen (of Wortelrassen), die één Bol ronde vormen in de Kringloop van Noodzakelijkheid.
Hoofdstuk IV
De leer van wezenlijke gelijkheid
Palingenese (p. 134):
’Met betrekking tot deze
prototypen kunnen wij het Akasa en het Astrale Licht vergelijken met de kiem in de eikel. Behalve dat de eikel de astrale vorm van de toekomstige eik in zich draagt, verbergt zij ook de kiem, waaruit een boom groeit, die millioenen vormen bevat. Deze vormen liggen potentieel in de eikel, maar de ontwikkeling van elke afzonderlijke eikel hangt af van uiterlijke omstandig heden, stoffelijke krachten, enz.’*) (blz. 47)
Oerbeelden (p. 135):
Over de
prototypen: ‘De oerbeelden van de dingen bestaan eerst op het gebied van het eeuwig, Goddelijk Bewustzijn en zij worden dan weer kaatst en weerspiegeld in het Astrale Licht, dat op zijn lagere, indivi duele gebied ook het leven van onze Aarde weerkaatst en het op haar ‘tafelen’ optekent.’ Akaéa is ‘het eeuwige goddelijke bewustzijn, dat zich niet kan differentiëren, geen eigenschappen kan hebben, noch kan han delen; handeling behoort tot datgene, wat eruit weerkaatst of weer spiegeld wordt’, dat wil zeggen, het Astrale Licht. Vervolgen wij het thema van de eikel en de eik:
Overgang der Levensatomen (p. 147):
Verder is er, behalve de overdracht van een aantal van de Pranische Jïvanus, een herschikking van
levensatomen, waaruit de zeven beginselen van de mens bestaan, en dit is van toepassing op wat genoemd wordt het onvergankelijke Drietal (de drie hogere beginselen), speciaal met betrekking tot het Lager Viertal. Wij citeren:
’De laatste (het Occultisme) leert dat - (a) de
levensatomen van ons levensbeginsel (Prana) nimmer geheel verloren gaan, wanneer een mens sterft. Dat de atomen, die het best doortrokken zijn van het levensbeginsel (een onafhankelijke, eeuwige, bewuste factor) gedeeltelijk door erfelijkheid van vader op zoon overgebracht worden en gedeeltelijk opnieuw samengetrokken en het bezielende beginsel van het nieuwe lichaam worden bij elke nieuwe incarnatie van de Monaden. Omdat (b), evenals de individuele Ziel altijd dezelfde is, zo zijn dat ook de atomen van de lagere beginselen (het lichaam, zijn astraal of levensdubbel, enz.) aangezien zij door verwantschap en de Karmische wet steeds tot dezelfde individualiteit aangetrokken worden in een reeks van verschillende lichamen, enz., enz.’ (Fr. II 591; Terw. II 828, NL versie 764).
De ‘
lagere beginselen’ zijn het Lager Viertal: het ‘lichaam’, Sthüla-Sarïra: ‘zijn astraal of levensdubbel’, Lingaéarïra; het ‘enz.’ staat voor (1) het Levensbeginsel, Prana, dat genoemd werd in zin (a); (2) het Begeertebeginsel, Karna; (3) de Persoonlijkheid, Kama-Manas.
Hoofdstuk V De leer van voortdurende verandering
1. De Monadische Evolutie (p. 193):
Want de Monade of Jïva kan op zichzelf niet eens geest genoemd worden; zij is een straal, een adem van het ABSOLUTE of beter van de
Absoluutheid; en de Absolute Homogeniteit, welke niet in betrekking staat tot de beperkte en betrekkelijke eindigheid, is op ons gebied onbewust. Derhalve heeft de Monade, behalve de bouwstof, benodigd voor haar toekomstige menselijke vorm, nog nodig: (a) een geestelijk model of prototype, waarnaar die bouwstof zich zal voegen en (b) een verstandelijk bewustzijn om haar evolutie en vooruitgang te leiden. De gelijkslachtige monade bezit die geen van beide en de gevoelloze, ofschoon levende stof bezit die evenmin.’ (Fr. I 188-189; Terw. I 320-321, NL versie p. 274).
Oerbeelden - 'Oorspronkelijke Vormen en '
Ideële Vormen’ (p. 206):
Daarom hebben onze
menselijke vormen in de Eeuwigheid bestaan als astrale of etherische oerbeelden, naar welke voorbeelden de Geestelijke Wezens (of Goden), wier plicht het was die tot objectief bestaan en aards Leven te brengen, de protoplasmische vormen der toekomstige Egos uit hun eigen inwezen ontwikkelden. Daarna, toen deze menselijke Upadhi of die grondvorm gereed was, begonnen de natuurlijke aardse Krachten in te werken op deze bovenzinnelijke vormen, welke behalve hun eigen elementen ook nog die van alle vroegere plantenvormen en toekomstige diervormen van deze bol bevatten. Daarom doorliep de uitwendige menselijke schil alle plantaardige en dierlijke lichamen, voordat zij de menselijke gedaante aannam.’ (Fr. I 216; Terw. I 363-364, NL versie p. 309).
Het Hoogtepunt van de Evolutie van de Mens:
de Ontwikkeling van de Saptaparna (p. 208):
'Voor zover het ons tegenwoordige aardse tijdperk van de Vierde Ronde betreft, kan men alleen de zoogdierfauna voor terugvoerbaar houden tot de door de Mens uitgestorte prototypen. De amphibieën, vogels, kruipende dieren, vissen, enz. zijn de uitkomsten van de Derde Ronde, astrale fossiele vormen, die in de aurische omhulling van de Aarde bewaard en na het bezinken der eerste Laurentische rotsen in stoffelijke objectiviteit uitgeworpen zijn. ... 'De zoogdieren, welker eerste sporen in de buideldieren van de Trias rotsen uit het Secundaire Tijdperk ontdekt zijn, waren geëvolueerd uit zuiver astrale voorvaderen, tijdgenoten van het Tweede Ras. Zij zijn derhalve na de Mens gekomen en dientengevolge is het gemakkelijk de algemene overeenkomst te verklaren tussen hun embryonale toestanden met die van de Mens, die noodzakelijkerwijs de trekken van de groep, welke hij deed ontstaan, in zich bevat en in zijn ontwikkeling in het kort weergeeft.’ (Fr. II 602; Terw. II 843, NL versie p. 778).
Hoofdstuk VI De zevenvoudige wet
De hoogste groep is samengesteld uit de zogenaamde goddelijke Vlammen, ook wel genoemd de '
Vurige Leeuwen’ en de 'Leeuwen des Levens’, welker esoteriek veilig verborgen ligt in het Dierenriemteken van de Leeuw. Zij is de binnenkern van de opperste goddelijke Wereld. Zij zijn de vormloze Vurige Ademtochten, in één opzicht identiek met de bovenste DRIEHEID van de Sephiroth, welke door de Kabalisten in de 'Wereld der Oerbeelden’ geplaatst wordt.’ (Fr. I 164; Terw. I 281, NL versie p. 241).
251: Eén van de redenen waarom de beginselen, die het
Lager Viertal vormen, als ‘sterfelijk’ beschouwd worden, is dat, aangezien de mens een samengesteld geheel is, zijn lagere hulsels gemaakt zijn van ‘cosmische essenties’, waarvan zijn ‘beginselen’ de resultante zijn tijdens zijn openbaring op aarde (dat wil zeggen gedurende zijn leven op aarde). Zo gauw hij het aardeleven verlaat, valt het aggregaat uiteen. Elk van de ‘sterfelijke’ componenten keert dan terug tot zijn cosmische bron - die aangegeven staat in de rechter kolom van de opsomming. Zo keert bij de dood Karna terug tot zijn bron en vermengt zich weer met de Universele Sakti, de Cosmische Wilskracht. Prana keert terug tot zijn bron, namelijk Fohat, de universele, stuwende Levenskracht.
Hoofdstuk VII
De leer van de sferen
5. De Leer van Verwantschap binnen het Stelsel (p. 296:
'Kent uw Afdeling van de T.S. de betekenis van de
witte en de zwarte ineengestrengelde driehoeken, die staan in het zegel van de Moeder Vereniging, dat door uw Afdeling ook aangenomen is? Zal ik het verklaren? - de dubbele driehoek, door de Joodse Kabalisten het Zegel van Salomo genoemd, is, zoals velen van u ongetwijfeld weten, het Sri-antara van de archaïsche Arische Tempel, het 'geheimenis der Geheimenissen’, een geometrische synthese van de gehele occulte leer. De twee ineengestrengelde driehoeken zijn de Buddhangums van de Schepping. Zij bevatten de 'kwadratuur van de cirkel’, de 'steen der wijzen’, de grote vraagstukken van Leven en Dood en - het Mysterie van het Kwaad. De chela, die dit teken in al zijn aspecten kan verklaren is praktisch een adept. . . . Natuurlijk weet u dat de dubbele driehoek - het Satkiri Chakram van Vishnu - of de zespuntige ster, de volmaakte zeven is. In alle oude Sanskrit werken - Vedisch en Tantridtth — vindt u het getal 6 vaker genoemd dan de 7 - in het laatstgenoemde figuur wordt de punt in het midden stilzwijgend aangenomen, want het is de kiem van de zes en hun matrix. ... de punt in het midden staat voor de zevende en de cirkel, de Mahakaia — eindeloze ruimte - voor het zevende Universele Beginsel. In zekere zin worden ze beiden beschouwd als Avalokiteévara"), want zij zijn respectievelijk de Macrocosmos en de microcosmos.
313: ’
Pythagoras noemt Sukra-Venus de Sol alter, 'de andere Zon’. In de Christelijke en de Joodse Kabala is het paleis van Lucifer Venus het derde der 'zeven paleizen van de Zon’, terwijl de Zohar er het ver blijf van Samaël van maakt. Volgens de Occulte Leer is deze planeet de vóór-planeet en het geestelijke prototype van onze Aarde. Daarom zegt men dat de wagen van Sukra (Venus Lucifer) door een achttal 'op aarde geboren paarden’ wordt getrokken, terwijl de rossen der wagens van de andere planeten anders zijn. (Fr. II 30; Terw. II 42-43, NL versie 33).
7.
De Leer van de Verhouding tussen de Monaden en het Stelsel (p. 325,326):
Over de Voornaamste hunner Hiërarchieën wordt een wenk gegeven in het
grote Viertal of de 'vier lichamen en de drie vermogens’ van Brahma exoterisch en het Panchasyam, de vijf Brahmas of de vijf Dhyani-Buddhas in het Buddhistische stelsel.
326,327: Daarom wordt in de Toelichting gezegd: ’Het eerste na het ’Ene’ is
goddelijk Vuur; het tweede Vuur en Aether; het derde is samengesteld uit Vuur, Aether en Water; het vierde uit Vuur, Aethcr, Water en Lucht.’ Het Ene heeft niets te maken met Mensendragende bollen, maar met de innerlijke, onzichtbare Sferen. 'De 'Eerstgeborenen’ zijn het LEVEN, het hart en de polsader van het Heelal, de Tweede zijn DENKVERMOGEN of Bewustzijn.’ (Dit 'Bewustzijn’ slaat niet op ons bewustzijn. Het bewustzijn van de ’Ene Geopenbaarde’ is zoals niet absoluut, dan toch onbeperkt).’ (Fr. I 166; Terw. I 284, NL versie 244).’
(c) De tweede Orde van Hemelse Wezens, die van Vuur en Aether (overeenkomende met Geest en Ziel of Atma-Buddhi), wier namen legio zijn, zijn nog vormloos, maar meer bepaald 'substantieel’. Zij zijn de eerste differentiatie in de Tweede Evolutie of 'Schepping’ - een misleidend woord. Zoals de naam aangeeft, zijn zij de prototypen der incarnerende Jivas of Monaden en zij zijn samengesteld uit de Vurige Geest des Levens. Gelijk een reine zonnestraal gaat door hen de straal, welke zij voorzien van zijn toekomstig voertuig, de Godde lijke Ziel, Buddhi. Deze hebben onmiddellijk te maken met de Scha ren van de hogere werelden van ons stelsel. Van deze tweevoudige Eenheden stralen de drievoudige uit. (Fr. I 166; Terw. I 285, NL versie 244).

The most used recitation in the Pali language goes:[10]
Buddham saranam gacchami.
I take refuge in the Buddha.
Dhammam saranam gacchami.
I take refuge in the Dharma.
Sangham saranam gacchami.
I take refuge in the Sangha.
10) The Three Treasures. The Pluralism Project. Harvard University. Retrieved 6 May 2020.

De boven aangehaalde recitatie vermeldt G. Barborka in zijn boek Het Goddelijke plan menswording en evolutie Deel 2 (p. 557):
Hoofdstuk VII
De leer van de Rassen
De mens verschijn (p. 351):
De stoffelijke oorzakelijkheid treedt onmiddellijk op nadat de 'rokken van vellen’, dat wil zeggen de fysiologische uitrusting in het algemeen, aangetrokken zijn.’ (Fr. II 649; Terw. II 907-908, NL versie p. 838).
Hoofdstuk VII
Het Derde Wortelras
De Androgyne Mensheid (p. 370):
Tegen het einde van het vierde onderras verloor het kind zijn vermogen van onmiddellijk na de bevrijding uit zijn omhulsel te kunnen lopen en bij het einde van
het vijfde werd de mensheid onder dezelfde omstandigheden en met precies hetzelfde verloop geboren als de ons in de geschiedenis bekende generaties. Hiertoe waren natuurlijk millioenen jaren nodig.’ (Fr. II 175-176; Terw. II 243-244, NL versie p. 223).
389: Het derde-oog is dood en werkt niet meer; doch het heeft een bewijs van zijn bestaan nagelaten. Dit bewijs is thans de
PIJNAPPELKLIER. Wat de 'vierarmige’ mensen betreft, zij zijn het, die het prototype geworden zijn van de vierarmige Hindu góden, . . .’ (Fr. II 259-260; Terw. 362-363, NL versie p. 332).
402: Deze wezens in vrouwelijke vormen (Lilith is in de Joodse overleveringen het prototype ervan) worden in de esoterische verhalen ’Khado’ (in het Sanskrit Dakini) genoemd. Allegorische legenden noemden het opperhoofd van deze Liliths Sangye Khado (in het Sanskrit Buddha Dakini); aan allen wordt de kunst van ’in de lucht te kunnen wande len’ en de grootste welgezindheid jegens stervelingen toegekend, maar geen denkvermogen - slechts dierlijk instinct.’ (Fr. II 251; Terw. II 349-350, NL versie 321).
435: ’in werkelijkheid is de 'Mens’ op Bol A gedurende de Eerste Ronde geen Mens, maar slechts zijn prototype of afmetingloos beeld uit de astrale gewesten.’ (Fr. I 136; Terw. I 239-240, NL versie 205).
Hoofdstuk VIII
De leer van de Ronden
2. De Verhouding tussen Ronden en Rassen (p. 438):
’Men heeft gelijk, wanneer men zegt, dat de mens van dit Manvantara, dat wil zeggen van de voorafgaande drie Ronden, door alle
natuurrijken gegaan is. Dat hij ’een steen, een plant, een dier’ geweest is. Doch (a) deze stenen, planten en dieren waren de prototypen, de vage vooraanduidingen van die der Vierde Ronde en (b) zelfs die van het begin der Vierde Ronde waren de astrale schaduwen, zoals de occultisten het noemen, van de huidige stenen, planten en dieren. En tenslotte waren noch de vormen, noch de soorten van mens, dier of plant datgene, wat zij later geworden zijn. Aldus waren de astrale prototypen van de lagere wezens van het dierenrijk van de Vierde Ronde, die aan de (chhayas der) Mensen voorafgegaan zijn, de vas ter geworden, hoewel nog zeer etherische omhulsels van de nog etherischer vormen of modellen, die bij het einde van de Derde Ronde op bol D voortgebracht waren. ’Voortgebracht uit het bezinksel der substantie, stof van de lijken van de mensen en (andere uitgestorven) dieren van het voorafgegane wiel’ of de voorafgaande Derde Ronde - zoals sloka 28 ons mededeelt. Vandaar, dat, terwijl de niet te be schrijven 'dieren’, die de astrale mens bij het begin van deze levens kringloop op Aarde voorafgegaan zijn, om zo te zeggen nog het kroost waren van de mens van de Derde Ronde, dat de zoogdieren van deze Ronde hun bestaan tot op grote hoogte wedero
Hoofdstuk IX
De Leer van de Ronde (Fr. II 165; Terw. II 230-231, NL versie 209).
3. De Verhouding tussen Ronden en Sferen (p. 449):
Wij moeten er hier nogmaals op wijzen, dat de Aarde (Bol D) in elk van de Ronden in een andere toestand van stoffelijkheid verkeerde. Dit komt tot uitdrukking in het onderwerp van de
kenmerken en de typen, die behoren tot de Derde Ronde en die ‘astrale prototypen’ genoemd worden. Deze worden overgebracht naar de huidige, Vierde Ronde. ’Het occultisme zegt, dat de astrale prototypen van het minerale, het planten- en het dierenrijk tot aan de mens die tijd (300 millioen jaar) nodig gehad hebben om te evolueren, zich nieuwe vormen te maken uit de afgelegde bouwstoffen van de vorige Ronde, welke, hoewel in hun eigen tijdkring zeer dicht en stoffelijk, in vergelijking met de stoffelijkheid van onze tegenwoordige middelste Ronde, betrekkelijk etherisch zijn.
De Verhouding tussen Ronden en de Toestanden na de Dood (p. 457,458):
’De top verliest zich in de heldere, blauwe lucht van het
land der Faraos en stelt zinnebeeldig het oorspronkelijke punt voor, dat zich verliest in het ongeziene heelal, vanwaar het eerste ras der geestelijke prototypen van de mens begon.’ (Isis Ontsluierd, I, 403).
Hoofdstuk XI
De Leer van de twee Paden
De Drie Verheerlijkte Gewaden
De
hypothetische ether (p. 532):
Men geeft blijk van
grote minachting voor de metafysica in het algemeen en voor de ontologische metafysica in het bijzonder. Maar telkens als de occultisten hun gekleineerde stem durven te verheffen, zien we dat de materialistische natuurwetenschap doortrokken is van metafysica.2 Om aan te tonen dat de moderne wetenschap vrij is van zulke ‘dromen’, worden haar meest fundamentele beginselen, hoewel ze onverbrekelijk zijn verbonden met het transcendentalisme, niettemin in de doolhof van tegenstrijdige theorieën en hypothesen verdraaid en vaak genegeerd.
536,537:Het is daarom duidelijk dat . . . waarheen de
wervel-atoomtheorie ons misschien ook voert, deze ons beslist niet op het terrein van de natuurkunde brengt, of in het gebied van de verae causae.3 En ik kan eraan toevoegen dat, omdat de hypothetische niet gedifferentieerde1 en niet differentieerbare middenstof duidelijk een onwillekeurige verstoffelijking van het oude ontologische begrip zuiver bestaan is, de hier besproken theorie alle kenmerken heeft van een ongrijpbaar metafysisch spook.2
De Leer van de Avataras (p. 557):
In het Pali luidt deze geloofsbelijdenis:
Buddham éaranatn gachchhami,
dhammam saranam gachchhami,
samgham Saranam gachchhami.
563: ’ln de
oude Symboliek was het altijd de ZON (hoewel men deze Geestelijke, niet de zichtbare Zon bedoelde), die naar men veronder stelde de voornaamste Heilanden en Avataras uitzond. Vandaar de verbindingsschakel tussen de Buddhas, de Avataras en zovele andere incarnaties van de hoogste ZEVEN. Hoe dichter de sterveling, wiens persoonlijkheid door zijn eigen persoonlijke god (het zevende be ginsel) tot diens aards verblijf uitverkoren werd, bij zijn Prototypein de Hemel’ stond, des te beter voor hem.’ (Fr. I 528; Terw. I 821-822, NL versie p. 709).
Dit citaat moet nader bestudeerd worden. Allereerst is de ‘ZON’, waar van hier sprake is, niet onze
zichtbare Zon (zoals duidelijk gezegd wordt), maar veeleer de Centrale Geestelijke ZON — die ver buiten ons zonnestelsel staat. Ten tweede zijn de hier genoemde ‘Hoogste Zeven’ de Zeven Oorspronkelijke ‘Stralen’, of Zeven Zonen des Lichts, die tevoor schijn treden in de eerste stadia van het tot aanzien komen van een cosmos. Ten derde is daar de laatste zin: daar deze in de vorm van een allegorie gesteld is, kunnen we hem hier nader uitwerken. Het zevende beginsel, dat de persoonlijke god van de mens genoemd wordt, is natuurlijk Atman. Het ‘prototype in de Hemel’ verwijst naar een van de Zeven Zonen des Lichts, die optreedt als tussenstation voor de Goddelijke Emanatie, die de Avatarische ‘boodschapper’ wordt. Dan moeten we op deze plaats een passage, die in dezelfde stijl gesteld is, naar voren brengen:
'Veronderstellen wij dat iemand aldus - terwijl het voertuig rein genoeg is - tijdens de kringloop van zijn incarnaties voor bijzondere doeleinden uitverkoren is door zijn persoonlijke God, de bron (op het gebied van het geopenbaarde) van zijn Monade, die derhalve in hem gaat wonen. Die God, zijn eigen prototype of 'Vader in de Hemel’, is in zekere zin niet alleen het beeld waarnaar hij, de geestelijke mens, gemaakt is, maar hij is in het geval, dat wij op het oog hebben, dat geestelijke individuele Ego zelf.
Hoofdstuk XII
De Leer van Universele Kennis
679: PROTOTYPEN, de hemelse - van de mens, 74; ligt buiten de mens, 76; astrale - gaan over naar het stoffelijke, 351.

De Geheime Leer Deel I - Inleiding (p. 29):
Maar voor het publiek in het algemeen en de lezers van De geheime leer kan ik herhalen wat ik aldoor al heb verklaard, en wat ik nu formuleer in de woorden van Montaigne: Heren, ‘IK HEB HIER ALLEEN MAAR BLOEMEN VOOR EEN BOEKET UITGEZOCHT, EN HEB ER NIETS VAN MIJZELF AAN TOEGEVOEGD DAN HET TOUWTJE DAT ZE SAMENBINDT.’1
1) Essais, boek 3, hfst. 12.
H.P. Blavatsky De Geheime Leer, Deel I, Stanza 4 De zevenvoudige hiërarchieën (p. 134):
De lipi-ka’s, van het woord lipi, ‘geschrift’, betekent letterlijk de ‘schrijvers’. Deze goddelijke wezens zijn op mystieke manier verbonden met karma, de wet van de vergelding, want ze zijn de griffiers of geschiedschrijvers, die op de (voor ons) onzichtbare tafelen van het astrale licht, ‘de grote beeldengalerij van de eeuwigheid’, een getrouw verslag afdrukken van iedere handeling en zelfs gedachte van de mens, van alles dat was, is of ooit zal zijn in het Heelal van de verschijnselen. Zoals in ‘
Isis’ werd gezegd, is dit goddelijke en ongeziene schilderij het BOEK VAN HET LEVEN ('Akasha-kronieken').
De hoogste groep is samengesteld uit de zogeheten goddelijke vlammen, ook de ‘
vurige leeuwen’ en de ‘leeuwen van het leven’ genoemd; hun esoterie is veilig verborgen in het teken Leeuw van de dierenriem. Ze is de kern van de hoogste goddelijke wereld.3 Dit zijn de vormloze vurige ademtochten, in één opzicht identiek met de hoogste TRIADE van de sefiroth, die door de kabbalisten in de ‘wereld van de archetypen’ wordt geplaatst.
134,135: De lipi-ka’s, van het woord lipi, ‘
geschrift’, betekent letterlijk de ‘schrijvers’1. Deze goddelijke wezens houden op mystieke manier verband met karma, de wet van vergelding, want ze zijn de optekenaars of geschied schrijvers, die op de (voor ons) onzichtbare tafelen van het astrale licht, ‘de grote beeldengalerij van de eeuwigheid’, een getrouw verslag afdruk ken van elke handeling en zelfs gedachte van de mens, van alles wat was, is, of ooit zal zijn, in het heelal van verschijnselen. Zoals in Isis (1:441) werd gezegd, is dit goddelijke en onzichtbare schilderij het BOEK VAN HET LEVEN. Omdat de lipika’s het ideële plan van het heelal – op basis waarvan de ‘bouwers’ na elke pralaya de kosmos weer opbouwen – uit het passieve universele denkvermogen in de objectiviteit projecteren, zijn zij het ook die een parallel vormen met de zeven engelen van de goddelijke tegen woordigheid; de christenen zien die engelen in de zeven ‘planeetgeesten’ of de ‘geesten van de sterren’. Want zij zijn de rechtstreekse schrijvers van de eeuwige ideatie, of, zoals Plato het noemde, het ‘goddelijk denken’.
STANZA 7. De voorouders van de mens op aarde
Het vormen van de mens:
de denker (p. 269):
DE HOGERE TRIADE
Het onsterfelijke. É. Lévi noemt nefesh wat wij manas noemen, en omgekeerd.3 3) Nefesh is de ‘adem van (dierlijk) leven’ die Adam, de mens van stof, werd ingeblazen, en is daarom de levensvonk, het bezielende element. Zonder manas, of wat in Lévi’s diagram ten onrechte nefesh wordt genoemd in plaats van manas, ‘de denkende ziel’, of het denkvermogen, is åtma-buddhi op dit gebied zonder rede en kan deze niet handelen. Niet manas, ‘de verstandelijke schakel tussen de hogere triade en het lagere viertal’, maar buddhi is de flexibele middelaar. Maar er zijn veel van zulke vreemde en eigenaardige omzettingen te vinden in de kabbalistische boeken – een overtuigend bewijs dat deze literatuur een droevige warboel is geworden. We aanvaarden deze classificatie niet, behalve in dit bijzondere geval om de punten van overeenstemming te laten zien.
III. Oorspronkelijke substantie en het goddelijk denken (p. 356):
Zonder inwijding zouden de
idealen van het hedendaagse religieuze denken altijd worden ingeperkt en zich niet verder kunnen verheffen, want zowel idealistische als realistische denkers en zelfs vrijdenkers zijn slechts het resultaat en het natuurlijke product van hun omgeving en van hun tijd. De idealen van beiden zijn slechts het noodzakelijke gevolg van hun temperament, en de uitkomst van die fase van verstandelijke vooruitgang die een volk als geheel heeft bereikt. Vandaar dat de hoogste vlucht van de hedendaagse (westerse) metafysica, zoals al werd opgemerkt, nog ver van de waarheid afstaat. Veel van de huidige agnostische be schouwingen over het bestaan van de ‘eerste oorzaak’ zijn niet veel beter dan een verkapt materialisme – alleen de terminologie is verschillend. Zelfs een groot denker zoals Herbert Spencer spreekt soms over het ‘onkenbare’ in termen waaruit de dodelijke invloed van het materialistische denken blijkt, dat als een moordende sirocco alle tegenwoordige ontologische speculaties heeft doen verdorren en verwelken.1
372: Zeus-Zên (de aether) en zijn vrouwen Chthonia (de chaotische aarde) en Mêtis (het water); Osiris en Isis-Latona – waarbij eerstgenoemde god ook aether voorstelt – de eerste emanatie van de hoogste godheid, Amon, de eerste bron van licht; de godin stelt ook hier aarde en water voor; Mithras6, de uit een rots geboren god, het symbool van het mannelijke wereldvuur, of het verpersoonlijkte oorspronkelijke licht, en Mithra, de vuurgodin, tegelijk zijn moeder en zijn vrouw: het zuivere element vuur (het actieve, of mannelijke, beginsel), beschouwd als licht en warmte, samen met aarde en water, of stof (het vrouwelijke, of passieve, element van kos mische voortbrenging). Mithras is de zoon van Bordj, de Perzische wereldberg,7 van waaruit hij als een schitterende lichtstraal tevoorschijn schoot. Brahmå, de vuurgod, en zijn vruchtbare echtgenote; en
Agni van de hindoes – uit het lichaam van deze stralende godheid komen duizend stromen van heerlijkheid en zeven vuurtongen voort, en ter ere van hem onderhouden bepaalde brahmanen tot op heden een eeuwig vuur; Íiva, verpersoonlijkt als de wereldberg van de hindoes, de Meru. Deze verschrikkelijke vuurgoden, die volgens de legende evenals de joodse Jehovah in een vuurzuil uit de hemel zijn neergedaald, en een dozijn andere oeroude godheden met een dubbel geslacht, verkondigen allen luid hun verborgen betekenis.
Eén boom van kennis (p. 371,372):
Daarom werd in
het heiligdom van de tempels onderwezen dat dit zichtbare heelal van geest en stof slechts het concrete beeld is van de ideële abstractie; het werd gebouwd volgens het model van de eerste GODDELIJKE IDEE. Ons heelal heeft dus eeuwig in een latente toestand bestaan. De ziel die dit zuiver spirituele heelal in leven houdt, is de centrale zon, de hoogste godheid zelf. Niet de Ene bouwde de concrete vorm van zijn idee, maar de eerstgeborene; en omdat deze werd opgebouwd volgens de meetkundige figuur van de dodecaëder,1 ‘behaagde het de eerstgeborene 12.000 jaar over zijn schepping te doen’.
1)
Plato, Timaeus, 55c.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 4 Chaos - Theos - Kosmos (p. 374):
Wind, lucht en geest zijn bij alle volkeren steeds synoniem geweest. Pneuma (geest) en anemos (de wind) bij de Grieken, spiritus en ventus bij de Latijnse volkeren, waren verwisselbare termen, zelfs als ze los werden gezien van het oorspronkelijke denkbeeld van de levensadem. In de ‘krachten’ van de wetenschap zien we alleen maar
het stoffelijke gevolg van de geestelijke beïnvloeding van een van de vier oorspronkelijke elementen, die aan ons werden overgeleverd door het 4de Ras, zoals wij de ether (of liever gezegd de grove onderafdeling daarvan) volledig aan het zesde Wortelras zullen overleveren. Dit wordt verklaard in de tekst van dit en het volgende deel.
375: ‘Het bestaan van geest in de gemeenschappelijke tussenstof, de ether, wordt door het materialisme ontkend, terwijl de theologie er een persoonlijke god van maakt. Maar de kabbalist is van mening dat beide ongelijk hebben en dat de elementen in de ether slechts stof zijn – de blinde kosmische natuurkrachten terwijl de geest de intelligentie is die ze bestuurt. De Arische, Hermetische, Orfische en Pythagorische kosmogonische leringen, en ook die van Sanchoniathon en Berosus, zijn alle gebaseerd op één onweerlegbare formule, nl. dat de aether en de chaos of, in de taal van Plato, het denkvermogen en de stof, de twee oorspronkelijke en eeuwige beginselen van het heelal waren, volkomen onafhankelijk van al het andere. Het eerstgenoemde was het alles tot leven brengende beginsel van het intellect, terwijl de chaos een vormloos vloeibaar beginsel was, zonder ‘vorm of zin’. Uit de vereniging van deze twee ontstond het heelal, of liever de universele wereld, de eerste androgyne godheid – waarbij de chaotische stof het lichaam werd en de ether de ziel. In de bewoordingen van een Fragment van Hermias: ‘De chaos, die uit deze vereniging met de geest begripsvermogen verkreeg, straalde van blijdschap, en zo werd het protogonos (eerstgeboren) licht voortgebracht’2. Dit is de universele drie-eenheid, gebaseerd op de metafysische begrippen van de Ouden die, naar analogie redenerend, van de mens – een samenstel van verstand en stof – de microkosmos van de macrokosmos, of het grote heelal, maakten.’ (Isis Ontsluierd.)
2) Damascius noemt het in de ‘Theogonie’ Dis, ‘hij die over alle dingen beschikt’. Cory, Ancient Fragments, blz. 314.
375/376:
Die Chaos werd echter volgens Plato en de pythagoreeërs de ‘ziel van de wereld’. Volgens de hindoeleer doordringt de godheid in de vorm van aether (akâsa) alle dingen; en deze werd daarom door de theürgen ‘het levende vuur’, de ‘geest van het licht’ en soms magnes genoemd. De hoogste godheid zelf bouwde volgens Plato het Heelal in de meetkundige vorm van de dodecaëder; en haar ‘eerstgeborene’ werd geboren uit Chaos en oorspronkelijk licht (de centrale zon). Deze ‘eerstgeborene’ was echter slechts het geheel van de menigte van ‘bouwers’, de eerste constructieve krachten, die in oude kosmogonieën de Ouden (geboren uit de Diepte of de Chaos) en het ‘eerste punt’ worden genoemd. Hij is het zogenaamde tetragrammaton, aan het hoofd van de zeven lagere sephiroth. Dit was het geloof van de Chaldeeën. ‘Deze Chaldeeën’, schrijft Philo, de jood, die heel oneerbiedig spreekt over de eerste leermeesters van zijn voorvaderen, ‘dachten dat de Kosmos onder de dingen die bestaan (?) één enkel punt is, dat òf zelf God (Theos) is, òf waarin God is, die de ziel van alle dingen omvat’. (Zie zijn ‘Rondzwerving van Abraham’, 32.)
376: Chaos-Theos-Kosmos zijn slechts de drie aspecten van hun synthese – RUIMTE. Men zal het mysterie van deze Tetraktis nooit oplossen door vast te houden aan de dode letter van de oude filosofieën zoals die nu nog bestaan. Maar zelfs hierin worden CHAOS–THEOS–KOSMOS = RUIMTE in alle eeuwigheid geïdentificeerd als de Ene Onbekende Ruimte, waarover het laatste woord misschien niet vóór onze zevende Ronde zal worden gezegd. Niettemin zijn de allegorieën en metafysische symbolen over de oorspronkelijke en
volmaakte KUBUS zelfs in de exoterische Purāna’s opmerkelijk.
Ook daarin is Brahmā de Theos, die zich ontwikkelt uit de Chaos of de grote ‘Diepte’, de wateren, waarboven de geest = RUIMTE, verpersoonlijkt door ayana – de geest die zich beweegt boven de toekomstige grenzeloze Kosmos – in stilte zweeft in het eerste uur van het weer ontwaken. Hij is ook Vishnu, die slaapt op Ananta-Sacha, de grote slang van de eeuwigheid, waarvan de westerse theologie – die niets weet over de Kabbala, de enige sleutel tot de geheimen van de bijbel – de duivel heeft gemaakt. Hij is de eerste driehoek of de pythagorische triade, de ‘god met de drie aspecten’, vóór hij door de
volmaakte kwadratuur van de oneindige cirkel wordt veranderd in de ‘Brahmā met vier gezichten’.
‘Uit hem die is en toch niet is, uit het niet-zijn, de Eeuwige Oorzaak, wordt de Zijn-purusha geboren’, zegt Manu, de wetgever.
IV.
Chaos - Theos - Kosmos (p. 376):
Die
chaos werd echter volgens Plato en de pythagoreeërs de ‘ziel van de wereld’. Volgens de hindoeleer doordringt de godheid in de vorm van aether (åkåßa) alle dingen; en deze werd daarom door de theürgen ‘het levende vuur’, de ‘geest van licht’, en soms magnes genoemd. De hoogste godheid zelf bouwde volgens Plato het heelal in de meetkundige vorm van de dodecaëder; en haar ‘eerstgeborene’ werd uit chaos en oorspronkelijk licht (de centrale zon) geboren. Deze ‘eerstgeborene’ was echter slechts het geheel van de menigte ‘bouwers’, de eerste constructieve krachten, die in oude kosmogonieën de Ouden (geboren uit de diepte of de chaos) en het ‘eerste punt’ worden genoemd.
IX.
De zonnetheorie (p. 600,601):
Misschien zal men
concluderen dat Stallo toch gelijk heeft, dat de flaters, tegenstrijdigheden en fouten die door de eminentste geleerden zijn gemaakt, eenvoudig zijn toe te schrijven aan hun abnormale standpunt. Ze zijn materialistisch, en willen dat hoe dan ook blijven, en toch ‘zijn de algemene beginselen van de mechanische atoomtheorie – de basis van de hedendaagse natuurkunde – in wezen gelijk aan de voornaamste leringen van de ontologische metafysica’. Zo ‘worden de fundamentele fouten van de ontologie duidelijk naarmate de natuurwetenschap vooruitgaat’.1 De wetenschap is doortrokken van metafysische denkbeelden, maar de wetenschappers willen dit niet erkennen en vechten wanhopig om op ons gebied mechanisch-atomaire maskers te zetten op zuiver onstoffelijke en spirituele natuurwetten – en weigeren zelfs hun geldigheid op andere gebieden te erkennen, waarvan ze alleen al het bestaan bij voorbaat verwerpen.
613,614: De occulte filosofie, die de
gemanifesteerde en niet-gemanifesteerde kosmos als een EENHEID ziet, symboliseert het ideële denkbeeld van eerstgenoemde door dat ‘gouden ei’ met zijn twee polen. De positieve pool werkt in de gemanifesteerde wereld van de stof, terwijl de negatieve zich verliest in de onkenbare absoluutheid van SAT – ‘zijn-heid’.1 Of dit overeenkomt met de filosofie van Keely, kunnen we niet zeggen, en het doet er eigenlijk niet veel toe. Niettemin lijken zijn ideeën over de etherisch-stoffelijke opbouw van het heelal vreemd genoeg op de onze, en zijn in dit opzicht bijna identiek. In een knap geschreven boekje, samengesteld door mw. Bloomfield-Moore, een rijke Amerikaanse dame van aanzien, van wie het onophoudelijke streven naar waarheid nooit hoog genoeg kan worden gewaardeerd, wordt hij als volgt geciteerd.
1) Het is niet juist om, als men over het
idealisme spreekt, dit voor te stellen als gebaseerd op ‘de oude ontologische veronderstelling dat dingen of entiteiten onafhankelijk van elkaar bestaan, en niet als termen van relaties’ (Stallo). In ieder geval is het niet juist om dat te zeggen over het idealisme in de oosterse filosofie en haar kennis, want het is precies andersom.
XVII.
De dierenriem en zijn ouderdom (p. 721):
Pythagoras, en na hem Philo Judaeus, beschouwde het getal 12 als heel heilig. ‘De dodecaëder is een VOLMAAKT getal.’ Het is het getal van de tekens van de dierenriem, voegt Philo eraan toe, die de zon in twaalf maanden bezoekt, en het is ter ere van dat symbool dat Mozes zijn volk in twaalf stammen verdeelde, de twaalf broden3 van de offergave instelde, en twaalf edelstenen bevestigde op het gewaad van de hogepriesters.4
4)
Philo Judaeus, De fuga et inventione, 33.
5)
Questiones naturales, 3:29.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 11 Over elementen en atomen (p. 626-639):
Over elementen en atomen van het standpunt van de wetenschap en van het occultime
627,628: De geleerde joodse ingewijden hebben met het ‘beloofde land’ nooit alleen Palestina bedoeld, maar hetzelfde nirvāna als de geleerde boeddhisten en brahmanen – de schoot van de EEUWIGE, gesymboliseerd door die van Abraham, en door Palestina als de plaatsvervanger ervan op aarde5. De doorgang van het ZIELEN-ATOOM ‘door de zeven planeetkamers’ had dezelfde metafysische en ook fysische betekenis. Het had de laatstgenoemde betekenis wanneer werd gezegd dat het zich in de ether oploste. (Zie Isis Ontsluierd, Deel I, Engelse uitgave, blz. 297.) Zelfs Epicurus, de model-atheïst en materialist, kende en geloofde zoveel van de oude wijsheid, dat hij verkondigde dat de ziel (geheel verschillend van de onsterfelijke geest, als de eerstgenoemde daarin latent is opgesloten, zoals in elk atomair deeltje) was samengesteld uit een fijne, tere essentie, gevormd uit de gladste, rondste en fijnste atomen.
5) Geen ontwikkelde jood heeft ooit geloofd in de letterlijke betekenis van deze allegorie – namelijk dat ‘de lichamen van joden die in vreemde landen zijn begraven, in zich een zielenbeginsel bevatten dat niet kan rusten, totdat het onsterfelijke deel, door een proces dat het ‘rondwervelen van de ziel’ wordt genoemd, de heilige grond van het ‘beloofde land’ weer bereikt’. Voor een occultist is de betekenis duidelijk. Het proces werd geacht zich te voltrekken door een soort metempsychose, waarbij de psychische vonk haar weg aflegde door een vogel, een viervoetig dier, een vis en het kleinste insect. (Zie de Royal Masonic Cyclopaedia van Mackenzie.) De allegorie heeft betrekking op de atomen van het lichaam, die elk door iedere vorm moeten gaan, voordat ze alle de eindtoestand bereiken, die het eerste uitgangspunt van elk atoom is – zijn oorspronkelijke layatoestand. Maar de oorspronkelijke betekenis van gilgoolem of de ‘rondwenteling van de zielen’ was het denkbeeld van de reïncarnerende zielen of ego’s. ‘Alle zielen gaan in de gilgoolah’, in een cyclisch of rondwentelend proces; d.w.z. ze volgen alle het cyclische pad van de wedergeboorten. Sommige kabbalisten leggen deze lering zó uit, dat deze alleen maar een soort vagevuur voor de zielen van de verdorvenen betekent. Maar dat is niet juist.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 15 Goden, monaden en atomen (p. 680/681):
De monade – slechts de uitstraling en weerspiegeling van het punt (logos) in de wereld van de verschijnselen – wordt, als de top van de gemanifesteerde gelijkzijdige driehoek, de ‘vader’. De linkerzijde of lijn is de duade, de ‘moeder’, die wordt beschouwd als het kwade, tegenwerkende beginsel (Plutarchus, De Placitis Placitorum); de rechterzijde stelt de zoon voor (in iedere kosmogonie ‘de echtgenoot van zijn moeder’, omdat hij één is met de top); de basislijn geeft het universele gebied van de voortbrengende Natuur weer, die op het gebied van de verschijnselen vadermoeder-zoon verenigt, zoals deze in de bovenzinnelijke wereld waren verenigd in de top. Door mystieke vervorming werden ze het viertal – de
driehoek werd de TETRAKTIS.
709: Ja, ‘ons lot staat inderdaad in de sterren geschreven’! Maar hoe nauwer de vereniging tussen de sterfelijke weerspiegeling MENS en zijn
hemelse OERVORM, des te minder gevaarlijk zijn de uiterlijke omstandigheden en de opeen volgende reïncarnaties – waaraan boeddha’s noch christussen kunnen ontkomen. Dit is geen bijgeloof, en het is allerminst fatalisme. Laatstge noemde betekent een blinde koers van een of andere nog blindere kracht, maar de mens heeft tijdens zijn verblijf op aarde een vrije wil. Hij kan het lot dat hem beheerst niet ontlopen, maar hij heeft de keus tussen twee paden die hem in die richting leiden, en hij kan het einddoel van ellende – als dit zijn bestemming is – bereiken, óf in het sneeuwwitte kleed van de martelaar, óf in de besmeurde kleding van een vrijwilliger op het pad van de onrecht vaardigheid; want er zijn uiterlijke en innerlijke omstandigheden die het besluit van onze wil met betrekking tot onze handelingen beïnvloeden, en het ligt in onze macht het ene of het andere pad te volgen.
713: De grote cyclus omvat de vooruitgang van de mensheid vanaf het verschijnen van de oorspronkelijke mens met een etherische vorm. De cyclus doorloopt de innerlijke cyclussen van de voortgaande evolutie van de mens, van het etherische afdalend naar het halfetherische en het puur fysieke, tot aan de verlossing van de mens van zijn
rokken van vellen en stof. Daarna zet deze zijn loop voort, naar beneden en dan weer opwaarts, om zich te sluiten bij het hoogtepunt van een ronde, wanneer de man vantarische ‘slang haar eigen staart verslindt’ en zeven kleine cyclussen zijn doorlopen.
724: Of ‘de genii van de planeten’ (onze dhyåni-chohans van de
bovenaardse sferen) zich, zoals in de Dabistån wordt beweerd, aan ‘heilige profeten’ vertoonden of niet, het schijnt dat grote figuren en krijgers in de oudheid, toen astrologische magie en theofanie in Chaldea hand in hand gingen, op een zelfde manier werden begunstigd. Want Xenophon, geen gewoon mens, ver telt ons over Cyrus, dat deze koning op zijn sterfbed de goden en helden vurig bedankte dat zijzelf hem zo vaak hadden onderwezen over de tekens aan de hemel, ejn oujranivoi~ shmeivoi~.2
Hoe kan men verklaren dat de tekens van de dierenriem in de oudste theogonieën worden aangetroffen, als men aan de kennis over de
dierenriem niet de hoogste ouderdom en universaliteit toeschrijft?
729,730: De beschuldiging dat onze school de
zevenvoudige indeling van de brahmanen niet heeft aangenomen maar haar heeft verward, is volstrekt ongerechtvaardigd. Om te beginnen: de ‘school’ is één ding, en haar vertolkers (aan de Europeanen) zijn iets heel anders. Laatstgenoemden moeten eerst het A B C van het praktische oosterse occultisme leren, voordat men hen de uiterst diepzinnige indeling die op de zeven verschillende toestanden van praj∫å (bewustzijn) gebaseerd is, goed kan laten begrijpen; en ze moeten vooral goed beseffen wat praj∫å in de oosterse metafysica is. Door deze indeling aan een westerse onderzoeker te geven, probeert men hem te laten denken dat hij de oorsprong van het bewustzijn kan doorgronden door te verklaren hoe bepaalde kennis door slechts één van de toestanden van dat bewustzijn tot hem kwam; met andere woorden, men laat hem iets wat hij op dit gebied kent verklaren op basis van iets waarover hij niets weet op de andere gebieden, d.w.z. men leidt hem van het spirituele en het psychische rechtstreeks naar het ontologische. Dit is de reden waarom de oorspronkelijke oude indeling door de theosofen werd aangenomen, terwijl er vele indelingen zijn.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk De voorouders die de wetenschap aan de mensheid biedt (p. 762):
Waarom zouden de aanhangers van Haeckel in dit specifieke geval dan mogen protesteren?
Ze hebben natuurlijk een antwoord klaar: ‘Omdat wij het bestaan van de monadische essentie niet erkennen.’ De manifestatie van de logos als individueel bewustzijn in de dierlijke en menselijke schepping wordt door de exacte wetenschap niet aanvaard, en dit denkbeeld geeft natuurlijk niet alle aspecten ervan weer.
Plastidulaire zielen en bewuste zenuwcellen (p. 763/764):
Dit thema ontwikkelt hij in zijn wonderbaarlijke lezing over de ‘perigenese van de plastidule, of de
golfbewegingen van levende deeltjes’. Het is een verbetering van de theorie van Darwin over ‘pangenese’ en een verdere nadering, een voorzichtige beweging in de richting van ‘magie’. De eerstgenoemde is een vermoeden dat een bepaald aantal van de werkelijke en identieke atomen, die tot voorvaderlijke lichamen hadden behoord, ‘door hun nakomelingen generatie na generatie werden overgebracht, zodat wij letterlijk ‘vlees van het vlees’ van het oerwezen zijn, dat zich in de latere . . . periode tot mens ontwikkelde’ – verklaart de schrijver van A Modern Zoroastrian (in ‘Primitive Polarities’, enz.). De laatstgenoemde (het occultisme) leert (a) dat de levensatomen van ons (prāna) levensbeginsel nooit volkomen verloren gaan wanneer iemand sterft. Dat de atomen die het sterkst zijn doortrokken van het levensbeginsel (een onafhankelijke, eeuwige, bewuste factor) gedeeltelijk door de erfelijkheid worden overgebracht van vader op zoon, en gedeeltelijk weer worden samengebracht en het bezielende beginsel worden van het nieuwe lichaam in elke nieuwe incarnatie van de monaden. Want (b): evenals de individuele ziel altijd dezelfde is, zijn de atomen van de lagere beginselen (het lichaam, zijn astraal of dubbelganger, enz.) dat ook, omdat zij door verwantschap en de karmische wet altijd tot dezelfde individualiteit in een reeks van verschillende lichamen worden aangetrokken, enz.17.
17) (Zie
‘Transmigration of the Life Atoms’, Five years of Theosophy, blz. 533-539.) Het collectieve aggregaat van deze atomen vormt zo de anima mundi van ons zonnestelsel, de ziel van ons kleine heelal, waarvan ieder atoom natuurlijk een ziel, een monade, een klein heelal is, in het bezit van bewustzijn en dus van een geheugen. (Deel 1, Afdeling 3, ‘Goden, monaden en atomen’.)

De Geheime Leer Deel II
Inleidende opmerkingen (p. 8,9):
Het hele
posse comitatus van biologen zal zich af - keren van het denkbeeld van deze titan van het derde ras uit het secundair een wezen dat geschikt was om met evenveel succes te strijden tegen de gigantische monsters van de lucht, de zee, en het land van die tijd, omdat hij evenals zijn voorouders – het etherische oertype van de Atlantiër – weinig angst hoefde te hebben voor wat hem niet kon deren. De hedendaagse antropoloog mag gerust lachen om onze titanen, evenals hij lacht om de bijbelse Adam, en de theologen lachen om zijn aapachtige voorouder.
Stanza I.
Het begin van bewust leven
Moedersterren en zusterplaneten (p. 38,39):
De uiteinden van de twee takken dragen bovendien elk een drievoudige tros, terwijl een vogel – de
vogel van onsterfelijkheid, åtman of de goddelijke geest – daartussenin zit en zo de zevende vormt. Dit geeft hetzelfde denkbeeld weer als de sefiroth-boom, tien in totaal, maar waarvan er, na scheiding van de bovenste triade, zeven overblijven. Dit zijn de hemelse vruchten, de tien of 10, geboren uit de twee onzichtbare mannelijke en vrouwelijke zaden, waardoor de 12 of de dodecaëder van het heelal ontstaat. Ect.
Stanza II Zonder hulp faalt de Natuur (p. 56):
5. Het wiel draaide dertig crores (van jaren, of 300.000.0001) voort. Het bouwde rûpa’s (vormen).
1) 300 miljoen jaar, of drie occulte eeuwen. De Rig-Veda heeft dezelfde indeling. In de ‘Hymne van de geneesheer’ (10:97:1) wordt gezegd dat op onze aarde ‘de planten drie eeuwen (triyugam) vóór de goden ontstonden’ (zie ‘De chronologie van de brahmanen’ aan het einde van deze stanza).
209: Het is juist dat de mens van dit manvantara, namelijk in de voorafgegane drie ronden, door alle natuurrijken is gegaan, dat hij ‘een steen, een plant, en een dier’ was. Maar (a) deze
stenen, planten, en dieren waren de oervormen, de vage vooraan duidingen van die van de vierde ronde; en (b) zelfs die aan het begin van de vierde ronde waren de astrale schaduwen van de tegenwoordige, zoals de occultisten het uitdrukken. En ten slotte waren de vormen en de soorten van mensen, dieren, en planten niet wat ze later werden. Zo waren de astrale oervormen van de lagere wezens van het dierenrijk van de vierde ronde, die voorafgingen aan (de chhåyå’s van) de mensen, de meer vaste, maar nog heel etherische omhulsels van de nog etherischer vormen of modellen die werden voortgebracht aan het einde van de derde ronde op bol D.1 ‘Voortgebracht uit de resten van de substantie, stof van dode lichamen van mensen en (andere uitgestorven) dieren van het voorafgaande wiel’, of de vorige, derde ronde – zoals ßloka 28 ons zegt. Terwijl dus de moeilijk te beschrijven ‘dieren’ die aan de astrale mens in het begin van deze levenscyclus op onze aarde voorafgingen, nog de nakomelingen van de mensen van de derde ronde konden worden genoemd, danken de zoog dieren van deze ronde hun bestaan eveneens grotendeels aan de mens. Bovendien is de ‘voorouder’ van het tegenwoordige antropoïde dier, de aap, het rechtstreekse voortbrengsel van de nog verstandeloze mens, die zijn menselijke waardigheid ontheiligde door zich fysiek op één lijn te stellen met het dier.
306: 41. Ze namen vrouwen, mooi om te zien. Vrouwen uit de ‘
verstandelozen’, de kleinhoofdigen. Ze brachten monsters voort, boos - aardige demonen, mannelijk en vrouwelijk, en ook khado’s (∂åkinì’s), met een klein verstand (b)
(a) Zo waren de eerste werkelijk fysieke mensen, van wie de belangrijkste eigenschap trots was! De herinnering aan dit derde ras en aan deze
reusachtige Atlantiërs bleef voortbestaan van het ene geslacht en ras op het andere, tot in de tijd van Mozes, en vond een objectieve vorm in die ante diluviale reuzen, die verschrikkelijke tovenaars en magiërs, over wie de roomse kerk zulke levendige maar verdraaide legenden heeft bewaard. Wie de toelichtingen op de oude leer heeft gelezen en bestudeerd, zal in sommige Atlantiërs gemakkelijk de prototypen herkennen van de Nimrods, de torenbouwers van Babel, de Hamieten, en al die anderen met een ‘ver
321: Deze wezens in vrouwelijke vormen (Lilith is de
oervorm hiervan in de joodse overleveringen) worden in de esoterische verslagen ‘khado’ (∂åkinì in het Sanskriet) genoemd. Allegorische legenden noemen het hoofd van deze Liliths, sangye khado (in het Sanskriet buddha- ∂åkinì); aan allen wordt de kunst van ‘het lopen in de lucht’ toegeschreven, en de grootste vriendelijkheid tegenover stervelingen; maar geen verstand – alleen dierlijk instinct.1
332: Helaas niet. Het ‘deva-oog’ bestaat voor de meerderheid van de mensheid niet meer. Het derde oog is dood, en werkt niet langer, maar het heeft een bewijs voor zijn bestaan nagelaten. Dit bewijs is nu de PIJN - APPELKLIER. Wat de ‘vierarmige’ mensen betreft, ze werden het model voor de vierarmige hindoegoden, zoals in voetnoot 1 [hieronder] wordt aan gegeven.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 19
Is pleroma de legerstede van Satan? (p. 575):
De ware en
onbuigzame kabbalisten erkennen dus dat het uit een oogpunt van wetenschap en filosofie voldoende is dat de niet-ingewijden weten dat het grote magische agens, dat door de volgelingen van de markies De St. Martin – de martinisten – het astrale licht wordt genoemd, door de middeleeuwse kabbalisten en alchemisten de siderische maagd en het mysterium magnum, en dat bij de occultisten uit het oosten aether, de weerspiegeling van akâsa heet – door de kerk Lucifer wordt genoemd. Dat de Latijnse scholastici erin zijn geslaagd de universele ziel en het pleromavoertuig van het licht en verzamelplaats van alle vormen, een kracht die door het gehele Heelal is verspreid met haar directe en indirecte gevolgen – om te zetten in satan en zijn werken, is voor niemand iets nieuws. Maar nu zijn ze bereid aan de bovengenoemde niet-ingewijden zelfs de geheimen mee te delen waarop door Eliphas Lévi zonder voldoende toelichting wordt gezinspeeld; want zijn gedragslijn van versluierde onthullingen kon slechts leiden tot verder bijgeloof en misverstand.
585: Zo laat de esoterische filosofie zien dat de mens inderdaad de gemanifesteerde godheid is in haar beide aspecten:
goed en kwaad. Maar de theologie kan deze filosofische waarheid niet erkennen. Omdat ze het dogma van de gevallen engelen naar de letter verkondigt, en van Satan de hoeksteen en steunpilaar van het dogma van de verlossing heeft gemaakt, zou dat zelfmoord zijn. Nu ze eenmaal heeft aangetoond dat de opstandige engelen in hun persoonlijkheid van God en de logos verschillen, zou de erkenning dat de val van de ongehoorzame geesten eenvoudig hun val in de voortplanting en de stof betekent, gelijkstaan met te zeggen dat God en Satan identiek zijn. De logos (of God) is namelijk het geheel van die eens goddelijke menigte die ervan wordt beschuldigd te zijn gevallen; daaruit zou volgen dat de logos en Satan één zijn.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 20 Prometheus, de Titan (p. 600):
Maar Devakì, het
prototype van de roomskatholieke madonna, is een later geantropomorfiseerde vorm van Aditi. Laatstgenoemde is de godin-moeder, de ‘devamåtri’ van zeven zonen (de zes en de zeven åditya’s van de vroeg-vedische tijd); Jagaddhåtrì (de ‘ver zorgster van de wereld’) bracht zes embryo’s naar de schoot van de moeder van Krishña, Devakì, terwijl het zevende (Krishña, de logos) naar die van Rohiñì werd gebracht. Maria, de moeder van Jezus, is de moeder van zeven kinderen, van vijf zonen en twee dochters (een latere verandering van geslacht) in het Evangelie naar Mattheus1. Geen van de vereerders van de rooms-katholieke Maagd zou er bezwaar tegen maken om ter ere van haar het gebed uit te spreken dat door de goden tot Devakì wordt gericht. Laat de lezer zelf oordelen.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 24.
Het kruis en het Phthagorische tiental:
Het kruis een latere christelijke toevoeging (p. 652,653):
Dit
tweevoudige stelsel werd samen met het tiental door Pythagoras uit India meegebracht. Dat dit het stelsel van de brahmanen en Iraniërs was, zoals ze door de oude Griekse filosofen worden genoemd, wordt bevestigd door de hele Sanskrietliteratuur, zoals de Puråña’s en de Wetten van Manu. In deze Wetten of Verordeningen van Manu staat dat Brahmå eerst ‘de tien heren van het zijn’ schept, de tien prajåpati’s of scheppende krachten; deze tien brengen ‘zeven’ andere manu’s voort, of, beter gezegd, zoals in sommige manuscripten staat, munìn (in plaats van manûn), ‘toegewijden’, of heilige wezens,1 die in de westerse religie de zeven engelen van de tegenwoordigheid worden genoemd.
662:
Pythagoras, die zijn wijsheid uit India had meegebracht, heeft aan het nageslacht een glimp van deze waarheid nagelaten. Zijn school beschouwde het getal 7 als een samenstelling van de getallen 3 en 4, die ze op een tweevoudige manier verklaarden. Op het gebied van de noumenale wereld was de driehoek als beeld de eerste voorstelling van de gemanifesteerde godheid: ‘vader-moeder-zoon’; en het viertal, het volmaakte getal, was de noumenale, ideële oorsprong van alle getallen en dingen op het fysieke gebied. Enkele onderzoekers hebben, gezien de heiligheid van de tetraktis en het tetragrammaton, een onjuiste opvatting over de mystieke betekenis van het viertal. Laatstgenoemde was bij de Ouden als het ware slechts een secundaire ‘vervolmaking’, omdat het alleen verband hield met de gemanifesteerde gebieden. Daarentegen was de driehoek, de Griekse delta, Δ, het ‘voertuig van de onbekende godheid’. Een goed bewijs hiervoor vormt de naam van de godheid, die begint met een delta. Zeus werd door de Beotiërs geschreven als Δεύς, vandaar de deus van de Latijnen.30 Dit hield verband met de metafysische opvatting met betrekking tot de betekenis van het zevenvoud in de wereld van verschijnselen, maar voor doeleinden van wereldse of exoterische interpretatie veranderde de symboliek.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 25.
De mysteriën van het zevental (p. 674,675):
De getallen 3 en 4 zijn respectievelijk mannelijk en vrouwelijk, geest en stof, en hun vereniging is het embleem van het eeuwige leven in de geest op zijn opgaande boog, en in de stof als het steeds herrijzende element – door voortplanting en voortbrenging. De geestelijke mannelijke lijn is verticaal '|' ; de lijn van de gedifferentieerde stof is horizontaal; samen vormen ze het kruis . De eerstgenoemde (de 3) is onzichtbaar; de laatstgenoemde (de 4) is op het gebied van objectieve waarneming. Daarom kan alle stof van het Heelal, als de wetenschap deze tot het uiterste heeft geanalyseerd, worden teruggebracht tot slechts vier elementen – koolstof, zuurstof, stikstof en waterstof; en daarom zijn de drie oorspronkelijke stoffen, de noumenoi van de vier, of gegradueerde geest of kracht, voor de exacte wetenschap een terra incognita en alleen maar speculaties en namen gebleven.
675: Zoals die alchemisten het uitdrukken: ‘Wanneer de drie en de vier elkaar kussen, voegt het (hogere) viertal zijn middelste natuur bij die van de driehoek’ (of triade, d.w.z. het oppervlak van een van zijn vlakken wordt het middenvlak van de andere), ‘en wordt een kubus; dan pas wordt hij (de uitgevouwen kubus) het voertuig en het getal van het LEVEN, de vader-moeder ZEVEN.’
682/683: Het viertal is, zoals Thomas Taylor dacht (zie de Pythagorean Triangle), ‘het dier zelf van Plato die, zoals Syrianus terecht opmerkt, de beste van de pythagoreeërs was; het staat aan het uiteinde van de begrijpelijke triade, zoals heel bevredigend wordt aangetoond door Proclus in het derde boek van zijn verhandeling over de theologie van Plato. En tussen deze twee triaden (de dubbele driehoek), de ene begrijpelijk, de andere verstandelijk, bestaat een andere orde van goden, die aan de beide uitersten deel heeft.’ ‘De pythagorische wereld’, zegt Plutarchus (in De anim. procr., 1027) ‘bestond uit een dubbel viertal’. Deze uitspraak bevestigt wat er werd gezegd over de keuze door de exoterische theologieën van de lagere Tetraktis. Want: ‘Het viertal van de verstandelijke wereld (de wereld van mahat) is t’agathon, nous, psyche, hyle; terwijl dat van de waarneembare wereld (van de stof) – die eigenlijk is wat Pythagoras met het woord Kosmos bedoelde – vuur, lucht, water en aarde is. De vier elementen staan bekend onder de naam rizomata, de wortels of beginselen van alle gemengde lichamen’, d.w.z. de lagere Tetraktis is de wortel van de illusie van de wereld van de stof; en dit is het tetragrammaton van de joden en de ‘geheimzinnige godheid’ waarover de hedendaagse kabbalisten zoveel drukte maken!
683: ‘Het getal vier vormt dus het rekenkundige gemiddelde tussen de monade en het zevental, omdat het alle vermogens bevat, zowel van de voortbrengende als de voortgebrachte getallen; want van alle getallen onder de tien wordt dit uit een bepaald getal gemaakt; de verdubbelde duade vormt een viertal, en het viertal verdubbeld of uitgeslagen vormt het zevental. Twee met zichzelf vermenigvuldigd geeft vier; en weer met zichzelf vermenigvuldigd, de eerste kubus. Deze eerste kubus is een vruchtbaar getal, de grondslag van veelheid en verscheidenheid, bestaande uit twee en vier (steunende op de monade, de zevende). Zo vloeien de beide beginselen van tijdelijke dingen, de piramide en de kubus, vorm en stof, voort uit één bron, de vierhoek (op aarde), de monade (in de hemel) . . .’ (Zie Reuchlin, Cabala, I, ii.)
684: Plutarchus verklaart (de Plac. Phil., blz. 878) dat de Achaïsche Grieken het viertal als de wortel en het beginsel van alle dingen beschouwden, omdat dit het getal van de elementen was, die alle zichtbare en onzichtbare geschapen dingen voortbrachten. Bij de broeders van het rozenkruis vormde de figuur van het kruis of de uitgeslagen kubus het onderwerp van een verhandeling in een van de theosofische graden van Peuvret, en werd behandeld volgens de fundamentele beginselen van licht en duisternis, of goed en kwaad .
685: ‘De begrijpelijke wereld komt op deze manier voort uit het goddelijke denkvermogen (of eenheid). De Tetraktis die zich bezint op haar eigen essentie, de eerste eenheid, voortbrengster van alle dingen, en op haar eigen begin, zegt het volgende: eenmaal een, tweemaal twee, en onmiddellijk verrijst er een viertal, met op zijn top de hoogste eenheid, en wordt een piramide, waarvan de basis een vlak vierkant is, dat overeenkomt met een oppervlak waarop het stralende licht van de goddelijke eenheid de vorm van onlichamelijk vuur voortbrengt, als gevolg van de afdaling van Juno (stof) naar lagere dingen. Daaruit komt essentieel licht voort, dat niet brandt maar verlicht. Dit is de schepping van de middenwereld, die de Hebreeën het Opperste noemen, de wereld van de (hun) godheid. Zij wordt Olympus genoemd, geheel en al licht en vol afzonderlijke vormen, waar de zetel van de onsterfelijke goden is, ‘deūm domus alta’, waarvan de top EENHEID is, de muur drie-eenheid en het oppervlak
viereenheid .’ (Reuchlin, Cabala, blz. 689.)
Afdeling 3 Appendices
Een vergelijking tussen de wetenschap en de geheime leer
De atomen van onze vader-Bathybius (p. 764):
Laatstgenoemde (het occultisme) onderwijst (a) dat de
levensatomen van ons levensbeginsel (pråña) nooit volkomen verloren gaan wanneer iemand sterft. Dat de atomen die het sterkst zijn doortrokken van het levensbeginsel (een onafhankelijke, eeuwige, bewuste factor) gedeeltelijk door erfelijkheid worden overgebracht van vader op zoon, en gedeeltelijk weer worden samengebracht en het bezielende beginsel worden van het nieuwe lichaam in elke nieuwe incarnatie van de monaden. Want (b): evenals de individuele ziel altijd dezelfde is, zijn de atomen van de lagere beginselen (het lichaam, zijn astrale lichaam, of dubbelganger, enz.) dat ook, omdat ze door verwantschap en de karmische wet altijd tot dezelfde individualiteit in een reeks van verschillende lichamen worden aangetrokken, enz.2
Om rechtvaardig en op zijn minst logisch te zijn, zouden onze hedendaagse volgelingen van
Haeckel moeten besluiten dat de ‘perigenese van de plastidule’ en soortgelijke lezingen voortaan naast die over ‘esoterisch boeddhisme’ en ‘de zeven beginselen van de mens’ worden gezet. Zo zal het publiek in ieder geval de kans krijgen om na vergelijking te beoordelen welke van de twee leringen het meest of het minst ABSURD is, zelfs vanuit het standpunt van de materialistische en exacte wetenschap!
III. De fossiele overblijfselen van de mens en de antropoïde aap (p. 778):
We keren terug naar het onderwerp dat we behandelen. De zoogdieren, waarvan de eerste sporen werden ontdekt in de buideldieren van het trias gesteente van het secundair, waren ontwikkeld uit louter astrale voorouders die leefden in de tijd van het tweede ras. Ze zijn dus post-menselijk, en daarom is het
gemakkelijk de algemene overeenkomst te verklaren tussen hun embryonale stadia en die van de mens, die de kenmerken van de groep die hij deed ontstaan noodzakelijkerwijs in zich draagt en in zijn ontwikkeling verkort weergeeft. Dit geeft voor een deel antwoord op de vragen van de darwinisten.
838: Het ‘punt halverwege de evolutie’ is dat stadium waarin de
astrale prototypen definitief in de fysieke beginnen over te gaan, en zo worden onder worpen aan de differentiërende krachten die nu rondom ons werken. De fysieke oorzakelijkheid treedt onmiddellijk in werking na het aannemen van ‘rokken van vellen’ – d.w.z. de fysiologische uitrusting in het al - gemeen. De vormen van mensen en zoogdieren waren vóór de scheiding van de geslachten1 geweven uit astrale stof, en waren heel anders opgebouwd dan die van de fysieke organismen, die eten, drinken, spijsvertering hebben, enz. De nu bekende fysiologische inrichting van de organen werd bijna geheel ontwikkeld in een tijd die volgde op de beginnende verstoffelijking van de zeven wortelrassen uit het astrale: tijdens het ‘rustpunt halverwege’ de twee bestaansgebieden. Nauwelijks was het ‘basisplan’ van de evolutie in deze stamrassen geschetst, of de invloed van de ons bekende bijbehorende aardse wetten deed zich gelden, met als gevolg een hele oogst aan zoogdiersoorten. Er waren echter eonen van langzame differentiatie black%nodig om dit doel te bereiken.

Gottfried Leibnitz (1646 - 1716) formuleerde de drie uitgangspunten van de Verlichting. Het unieke vormt in de tetrade met deze drievoud de tegenstelling van de uniciteit van het informeel persoonlijke dat staat tegenover de formele categorieën van Leibniz. (zie ook discussie)

Montesquieu sprak van een driedeling van de staatsmacht: de Trias politica. En er is een vierde macht (Quartaire sector): de macht van de burgerlijke zelfbeheersing in filognosie. Die relativeert de staatsmachten en maakt ze minder dwingend. Wanneer iedereen zich netjes aan de wet houdt ontstaat er op aarde net als in de hemel een volmaakte werkelijkheid. Dit wordt ook door de weegschaal van Vrouwe Justitia, de godin der rechtvaardigheid, uitgedrukt. Er is bij volledige balans van de weegschaal geen zwaard, geen straf nodig.

Gottfried Leibnitz Charles Montesquieu
1. Autonomie van de esthetiek ----3. Universaliteit van de moraal1. Wetgevende macht ----3. Rechtsprekende macht
||||
4. Uniek ----2. Objectiviteit van de wetenschap4e Macht ----2. Uitvoerende macht

Christelijk symbool van de <br>drie-eenheid

Het geestelijke bij Hegel is uiteindelijk in de tetrade relatief. Daartegenover staat dus de werkelijkheid van het brahman: de vereniging zonder illusie van de binnen- en de buitenwereld. Dan pas is het geestelijke werkelijk absoluut, want dan is het allesomvattend.

In 1789 klonk de leuze vrijheid, gelijkheid en broederschap van de Franse Revolutie (Vrijheid). Het vechten voor de 'heilige' drie van de Revolutie leidde, door het mislukken van de tijdhervoming die ons met de natuur gelijk zou maken, tot de ongelijkheid van de gepolitiseerde materialistische standaardtijd van de nepotistische democratie die is gebaseerd op nevenmotieven van geld en macht. De filognosie repareert dit defect van de democratie, maakt van politieke partijen representatieve kiesgroepen en maakt van de standaardtijd de natuurlijke tijd van de cakra-orde. (zie ook velden en de filognostische inleiding tot de politiek).

René Meijer De Ether Bestaat, hoofdstuk 1 - Beginselverklaring
De Verklaring van de Rechten van de Mens van 1789 grondvestte de vrijheid van de Fransen na de revolutie naar het voorbeeld van de onafhankelijkheidsverklaring van Amerika. Met deze revolutie kwam het, met name onder de invloed van de filosofie van Jean-Jacques Rousseau, tot een in Frankrijk nationale en internationale maatschappelijke oppositie met de filosofie van de Verlichting van de eeuwen daarvoor waarin geleidelijk de religie en de wetenschap uit elkaar waren gedreven. De wetenschap raakte nu filosofisch zelf verdeeld. Het bleef geen keurig debat meer tussen empiristen en rationalisten over de waarde van inductief - van bijzonder naar algemeen - en deductief - van algemeen naar bijzonder - redeneren; het werd een politieke strijd tussen liberalen en conservatieven. De beschaving heette met Rousseau, die zelf een emotioneel geteisterd man van het volk was, van toen af aan niet zonder meer goed of verheven, maar integendeel slecht; het emotionele was het goede van de natuur en was superieur aan de rede; en het belang van het individu was ondergeschikt aan dat van de groep.

Georg Wilhelm Friedrich Hegel Franse Revolutie
1. Natuur (objectieve geest) ----3. Geest (absolute geest)Vrijheid ----Gelijkheid
||||
4. Relatief ----2. Logica (subjectieve geest)Ongelijkheid ----Broederschap

Johan Temmerman Maarten Luther 500 jaar reformatie
De tekst toont de verbanden tussen de denkbeelden van Luther en deze van Spinoza, Kant en Hegel. Het is dan ook duidelijk dat de reformatie mee aan de basis ligt van de hedendaagse seculiere samenleving.
De tegenstelling tussen hart en verstand, tussen gevoelsmatig en rationeel geloven, beheerste het leven in de zeventiende en achttiende eeuw. Daarom komen ook de Rozenkruisers en vrijmetselaars aan de orde. Als de Verlichting aan de orde komt, wordt het boek meer een ideeëngeschiedenis. Spinoza, Hume, Lessing en Kant worden besproken in het kader van de ontwikkeling naar een rede-religie. Dit gaat met Fichte, Schleiermacher, Hegel en Kant door naar de twintigste eeuw. In het laatste hoofdstuk, 'Redelijke spiritualiteit', schrijft de auteur toe naar een ethische, op de ratio steunende levensbeschouwing. In een persoonlijk relaas zien we zijn eigen positie hierin. Enkele van de bovenstaande denkers hebben hem geïnspireerd. Temmerman doceert aan de Faculteit voor Protestantse Theologie in Brussel. Hij schrijft bevattelijk over moeilijke onderwerpen en verzorgt zo een alternatieve, boeiende biografie van Luther en de daaropvolgende kerkgeschiedenis. Heel informatief!

In zijn ‘Ethica’ is Spinoza (1632-1677) niet op zoek naar de ultieme leefregels, zoals de titel van het boek doet vermoeden, maar is hij op zoek naar een nieuwe levensrichting. Hij is op zoek gegaan naar deze nieuwe levensrichting omdat Spinoza er achter was gekomen dat niets op zichzelf beschouwd goed of kwaad genoemd kan worden, maar alleen in betrekking tot iets anders. Anders gezegd concludeert Spinoza het volgende: wij begeren niet iets omdat het goed is, maar wij noemen goed wat wij willen bezitten.
In deze zoektocht naar de nieuwe levensrichting is Spinoza ook op zoek naar een verheven blijmoedigheid of een soort van volmaakt geluk. Het volmaakt geluk kan immers niet gevonden worden in het absolute goede, daar Spinoza heeft vastgesteld dat dat er niet is. Hij komt er in de loop van zijn Ethica achter dat dit volmaakte geluk bestaat ‘in het bewustzijn van de eenheid van de ziel en de hele Natuur.’

Dirk Vlasblom Vrijheid, ongelijkheid en gewinzucht (NRC 8 augustus 2015):
De Verlichting geldt als de periode waarin Europa de sprong naar de moderne tijd maakte. Toch is de nalatenschap heel gemengd, bleek tijdens een internationale conferentie.
Zwanenzang
De lezing waarmee de Utrechtse hoogleraar Wijnand Mijnhardt de conferentie besloot, had de titel De zwanenzang van de Nederlandse Verlichting. Tot ongeveer 1720 was er in de Republiek ruimte – zij het geen groot publiek – voor radicale opvattingen als die van Baruch de Spinoza, die individu en samenleving wilde bevrijden van ‘bijgeloof’ en ‘intellectuele horigheid’. Die relatieve vrijheid hing samen met de autonomie en het kosmopolitische karakter van Hollandse steden. Onder de vele immigranten waren „Franse Hugenoten, gefrustreerde hovelingen uit Italië, ontgoochelde intellectuelen uit de Duitse landen en radicale republikeinen uit Engeland”. Zij konden publiceren in hun eigen taal bij Hollandse uitgevers, en die boeken werden in heel geletterd Europa gelezen.
Als Lodewijk XIV in 1672 de Nederlanden binnenvalt, maken bange regenten de als ‘kind van staat’ opgevoede zoon van Willem II stadhouder. Mijnhardt ziet de komst van Willem III als keerpunt. Het was deze ‘meest getalenteerde Oranjetelg ooit’ die de leiding nam van het verzet tegen Frankrijk én een begin maakte met centralisering van de politieke macht, iets waartegen de opstandige gewesten zich een eeuw eerder juist met hand en tand hadden verzet. Zijn achterneef zou als Willem IV in 1747 voor het eerst erfelijk stadhouder worden, waarmee een proces van ‘monarchisering’ werd ingezet dat in 1815 zou worden afgesloten met uitroeping van het
Koninkrijk Holland.
In de tussentijd had het politieke denken in de Republiek een behoudende wending genomen. De machtsverhoudingen waren verschoven ten koste van stedelijke elites. Handelsstromen werden naar elders verlegd, de stadsbevolking kromp en als gevolg van stijgende landbouwprijzen won de landadel, bondgenoot van de erfelijke stadhouder, aan macht.
De immigrantenstroom droogde op en daarmee nam de diversiteit van de bevolking af. De intelligentsia raakte steeds meer naar binnen gekeerd en kunst en wetenschap kregen een steeds ‘nationaler’ karakter. Uiteindelijk baarde de Republiek, ooit een bolwerk van hemelbestormers, een behoudende monarchie.
De conclusie van vijf dagen congresseren zou kunnen luiden dat de nalatenschap van de Verlichting op zijn minst tweeslachtig is. In hedendaagse ideologische termen kunnen zowel ‘links’ (gelijkheid, mensenrechten) als ‘rechts’ (vrijheid van ondernemen, minimale staatsbemoeienis), en zelfs ‘uiterst rechts’ (superioriteit van het blanke ras) zich beroepen op dit wel heel gevarieerde repertoire.
Er lopen geen rechtstreekse lijnen van de Verlichting naar het heden. In die lange achttiende eeuw heeft de wetenschap belangrijke vorderingen gemaakt, waarop later is voortgebouwd, zeker. Maar liberale democratieën en moderne verzorgingsstaten lieten nog lang op zich wachten, en bij de opbouw daarvan is rijkelijk geput uit gedachtengoed van later datum, zoals christen- en sociaal-democratie.

In Rampjaar 1672 beschrijft Luc Panhuysen op indringende wijze de grootste crisis van de Gouden Eeuw, een jaar waarin het volk destijds ‘redeloos, het land reddeloos en de regering radeloos heette.

Op 30 november 1813 zette Willem I Frederik na achttien jaar weer voet op Nederlandse bodem. In Londen was hij per brief uitgenodigd als "soeverein vorst" de regering op zich te nemen.

Niall Ferguson The West and the Rest Explaining the Predominance of Western Civilization, c. 1650-2000
Although traditional courses on Western Civilization tended to posit a long-run Western ascendancy dating back as far as ancient Athens, in reality it was only from the mid seventeenth century that West European societies began to establish a clear lead over those in the rest of the world. I am beginning work on a new textbook that will reassess the "triumph of the West" by comparing Western institutions with those in other continents.

Nausicaa Marbe De zwakke plekken van het Westen (Volkskrant 8 april 2011)
Westerse vrijheid blijft kwetsbaar tegenover islamistische terreur
De Britse historicus Niall Ferguson noemde zijn nieuwste boek The West and The Rest. Dat rijmt en doet denken aan: The West is the Best. Niet alleen bescheidenheid, ook de angst weggehoond te worden, maakt zo’n titel onaantrekkelijk. Maar die titel had wel de lading gedekt van Fergusons erudiete boek, dat nergens denigrerend over andere culturen is. De auteur buigt zich over de vraag waarom de westerse cultuur en way of life zo dominant zijn.
Als zelfs de Amerikaanse president in deze context oorzaak en gevolg van terreurdaden door elkaar haalt, is het Westen zwaarder gehavend dan Ferguson denkt.

Ervin Laszlo: 'Punt is alleen dat als je te lang wacht, het punt van onomkeerbaarheid ontstaat. Toch zijn er al bewegingen richting een nieuwe politiek'.
Denken vanuit eenheid klinkt logisch, waar is het mis gegaan?
“Daar zijn begrijpelijke redenen voor,” aldus Laszlo. “Als we terugblikken op de menselijke geschiedenis, zijn bijna alle culturen gebaseerd op verbondenheid met elkaar, de natuur en de kosmos. In Oosterse maar ook in Westerse tradities. Zo was het vroege christendom – de Hermetische Filosofie - erg anders. Je zou kunnen zeggen dat mensen het gevoel hadden dat ze met elkaar verbonden waren. Tot 400 jaar geleden de moderne wetenschap ontstond. Dat betekent vooral dat iets alleen waar kan zijn als het waargenomen kan worden. Kosmoloog Giordano Bruno (1548-1600) was door de Inquisitie in Rome tot de brandstapel veroordeeld, omdat hij zei dat het universum oneindig is en we er allemaal deel van uit maken.”

De industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland. Ze vervolgde begin 19de eeuw in de rest van Europa.

Kan De Munt koninklijk blijven (Peter de Waard de Volkskrant 6 november 2015 p. 23):
Nogal eens is de toekenning van het predikaat 'koninklijk' een voorbode van rampspoed. Vorig jaar ging het mis met Koninklijke Imtech - Royal Imtech -, amper drie jaar nadat het bedrijf zich koninklijk had genoemd.
Willem-Alexander kan de status zonder ruggespraak met Rutte of iemand anders van het kabinet toekennen en ook weer intrekken. Maar dat laatste doet hij nooit, net zo min als zijn moeder. Ahold bleef gewoon koninklijk, ondanks het boekhoudschandaal, Shell ondanks de manipulatie met de cijfers en KLM ondanks de fusie met Air France. Belangrijk voor die bedrijven, want onderzoek wijst uit dat een koninklijke status een premie geeft op de beurskoers.
Munten dienden al in de 6de en 7de eeuw voor Christus als betaalmiddel. Vaak hebben die de tand des tijds zo goed doorstaan dat het nu museumstukken zijn. In 1807 werd onder de Franse koning Lodewijk Napoleon het slaan van munten geconcentreerd bij de fabriek in Utrecht die daarmee toen al enkele eeuwen ervaring had.
Tot het moment dat minister Kok en staatssecretaris Van Amelsvoort in 1994 besloten het staatsbedrijf te verzelfstandigen en te vercommercialiseren, was er nooit een klacht over geweest. Er zijn zogezegd zo veel Wilhelmientjes of oudere munten in goede staat bewaard gebleven dat de verzamelwaarde nu nagenoeg nihil is. Muntverzamelaars kunnen op zijn best hopen op een stijging van de koper- of zilverwaarde.
Blijkbaar onderscheiden muntmeesters zich niet van andere topmanagers die zich in hun tomeloze ambitie vertillen aan hun pogingen de wereldmarkt te veroveren. Dat is zorgelijk. Muntmeester Maarten Brouwer zal net als zijn financiële rechterhand moeten opstappen, waarna het bedrijf onder curatele van de staat komt.
Koning Willem-Alexander kan een uitzondering maken op de gewoonteregel dat bedrijven nooit hun predicaat koninklijk verliezen. Hij heeft er nu extra reden toe. Zijn hoofd is immers het handelsmerk van een bedrijf dat wanprestaties levert.

====

3.1 Kerk en Staat


Filognostische drie-eenheid van de persoon

In 1795 werd in Nederland door de Fransen de scheiding van kerk en staat ingevoerd. Kerk (Drie-eenheid) versus de Staat (Trias politica). Materialistisch gepolitiseerd wordt het amoreel. Religieus wordt het moralistisch. De tussenpositie in deze dualiteit - dualistische strijdvraag, de gulden middenweg, vindt men in de meervoudige logica van de filognosie. In de epistemologie van haar causaliteit ontstaat de integratie van de persoon; de juiste eenheid in verscheidenheid van het persoonlijke in relatie tot het onpersoonlijke.

In Frankrijk is het verlichtingsfundamentalisme het sterkst. Daar wordt de scheiding van kerk en staat, de laïcité, streng toegepast. De Franse politiek heeft antigodsdienstige maatregelen genomen, zoals een verbod op het dragen van opzichtige religieuze symbolen.

Søren Kierkegaard gaat uit van de metafysische gedachte dat de mens samengesteld is uit twee aspecten. Als tegenstelling heeft de dualiteit van Kierkegaard het eindige. De dualistische strijdvraag tussen de heilige God en de wilde natuur, die beiden eeuwig zijn is opgelost met de realisatie van het tijdelijke en relatieve waarin de vrije wil tot een keuze kan komen en het eigen lot kan bepalen.

Revolutiejaar 1848 is de benaming voor een reeks opstanden die zich in 1848/1849 in grote delen van Europa voordeden. Doel van deze opstanden was de instelling van een liberaal politiek systeem, het mogelijk maken van een liberale grondwet of het verdrijven van vreemde heersers.

Kerk (Triniteit) Søren Kierkegaard
Religie ----MoraalGoddelijke ----Oneindige, Eeuwige
||||
Amoreel ----PolitiekEindige ----Natuurlijke
 Staat (Trias Politica) 

Marco Iacoboni Het spiegelende brein (p. 221): In Vrees en beven stelde Kierkegaard dat ons bestaan alleen betekenis krijgt door onze authentieke engagement bij het eindige en tijdelijke, en dat dit engagement ons definieert. De neurale resonantie tussen het zelf en de ander die door spiegelneuronen mogelijk wordt gemaakt, is volgens mij de belichaming van zulk engagement. Onze neurobiologie, met andere woorden onze spiegelneuronen, verbindt ons met anderen. Spiegelneuronen belichamen de diepste manier waarop we met elkaar in relatie staan en elkaar begrijpen: ze tonen aan dat we gemaakt zijn voor empathie, en dat zou ons moeten inspireren invloed uit te oefenen op onze samenleving en onze wereld te verbeteren.

De Universele verklaring van de rechten van de mens is een verklaring die is aangenomen door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties (A/RES/217, 10 december 1948), om de basisrechten van de mens, ook wel grondrechten, te omschrijven.

Voor de relatie ‘Rationeel en Irrationeel’, ‘horizontaal en verticaal’ bewustzijn wordt naar het boek Een vorm van beschaving van Klaas van Egmond (p. 56) verwezen.

====

3.1.1 Rationele benadering (Begrip en Onbegrip)

Het is het zelfbewustzijn, het reflexieve bewustzijn dat mensen kenmerkt. Voor het zelfbewustzijn speelt het spiegelneuron een cruciale rol. Stelling:
Zo epigenetica 'Nature en Nurture' verbindt en de systeembenadering 'Idealisme en Materialisme' zo leggen de memen (Weltstoff) een relatie tussen de genen van het DNA en de hersencellen (neuronen), tussen 'Genetica en Celbiologie'.

Het boek Het spiegelende brein van Marco Iacoboni geeft een wetenschappelijke verklaring van de ziel bezien als een psyche of spiegel van het zelf.

Het boek Het spiegelende brein van Marco Iacoboni (p. 15):
De ontdekking van spiegelneuronen voor de psychologie wel eens dezelfde betekenis kon hebben als de ontdekking van DNA voor de biologie.
20: Het vuurpatroon van zowel spiegel- als canonische neuronen in het gebied F5 toont duidelijk aan dat waarneming en handeling niet gescheiden zijn in de hersenen. Het zijn gewoon twee zijden van dezelfde medaille, onlosmakelijk met elkaar verbonden.
47: Dawkins was zich zeer bewust van de krachtige rol van imitatie bij het overdragen van eigenheden, gebruiken, ideeën en zelfs volledige geloofssystemen en introduceerde zo’n dertig jaar geleden in zijn beroemde boek De zelfzuchtige genen de term ‘memen’.
Meme: Een element van een cultuur die als het ware op niet-generieke wijze wordt overgedragen, met name door imitatie (De Oxford English Dictionary).
Eenheid van culturele overdracht (De dikke Van Dale).
115: Charles Darwin stelde terecht dat het vermogen zich in een spiegel te herkennen op een hogere intelligentie duidt.
129: Samen met de theoretische beschouwingen uit het begin van dit hoofdstuk doen al deze gegevens vermoeden dat spiegelneuronen van belang zijn voor mijn analogie van de medaille met de twee zijden, waarin de ene zijde het zelf is en de andere zijde … eh… de ander.
Het heeft geen enkele zin de twee zijden van een medaille te scheiden.

Hoe permacultuur onze wereld kan redden (Mac van Dinther de Volkskrant 26 november 2015):
We verknoeien 45 procent van de landbouwgrond in de wereld, alleen voor ons eten. Maar die monocultuur is echt niet nodig, zegt
Mark Shepard. Zijn alternatief: de permacultuur.

Bij de evolutietheorie, de levensprocessen gaat het om genetische mutatie en natuurlijke selectie, de door Richard Dawkins ingevoerde memen.
Richard Dawkins stelt dat het ontstaan van uiterst gecompliceerde levensprocessen (bijvoorbeeld een levende cel, het proces van de fotosynthese in planten) door ‘natuurlijke selectie’ kan worden verklaard.

Voor de combinatie ‘genetica, celbiologie en memen’ kan de chaostheorie als referentiekader worden gebruikt en voor de natuurlijke selectie, de terugkoppeling de systeemleer. De natuurlijke selectie vindt in het onbewuste, de kunstmatige selectie in het bewuste plaats.
Hamvraag blijft hoe, de missing link (overgangsvorm), de verschillende soorten (materie, plant, dier en mens) zich hebben ontwikkelt?

====

3.1.2 Irrationele benadering (Getallensymboliek, Inhoud en Vorm)

St Augustine - definition of virtue
Virtue is “a good quality of the mind, by which we live uprightly, and which no one uses badly, which God alone works in man” (bona qualitas mentis, qua recte vivitur, qua nullus male utitur, quam Deus nobis sine nobis operatur). (De libero arbitrio 2, 18-19)

De Botsende beschavingen (Clash of Civilizations) is de theorie van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflict wordt in de periode na de Koude Oorlog.
De belangrijkste bron van het conflict van Samuel Huntington vloeit voort uit
eros, de religieuze hartstocht volgens Jung blackred%seksuele drift volgens Freud.

Het bewustwordingsproces bestaat uit de uitwisseling tussen het vrouwelijk en het mannelijk, tussen 'Chaos, Gaia en Eros' en het 'Goede, Ware en Schone', tussen materie en geest, tussen lagere Tetrade en hogere Triade, tussen chaos en harmonie, tussen navel (Epithumia) en hart (Thumos), tussen begin en het einde, tussen Alpha en Omega.
Het 'Goede en Ware' zijn net als 'Chaos en Gaia' complementair. De Goddelijke liefde Eros (thumos) zorgt voor het verbinden terwijl daarentegen de keerzijde van Eros (Epithumia) voor het scheiden zorgdraagt.
De positieve betekenis van Eros is in de mens de wil van het genie om grootse schilderijen, grootse muziek, dingen die zullen leven en het ras dienen, te scheppen (Blavatsky, Deel III, p. 648).
De negatieve betekenis van Eros staat voor wellust, driftleven, epithumia, de dierlijke begeerte tot scheppen. Begeerte is de vrucht van afgescheidenheid die naar bevrediging van het Zelf in de stof streeft.
Voor Jung betekent eros de religieuze drift (moslimfundamentalisme), voor Freud de seksuele drift, het hebben en in bezit nemen, de emotie egoïsme (marktfundamentalisme).

Mark Heirman: Cultuur is datgene wat volken van elkaar onderscheidt en beschaving juist datgene is, wat hen verenigt. Een beschaving verenigt door ontwikkelingen te steunen, die alle culturen doorkruisen - qua onderwijs, wetenschap, technologie, handel en economie - maar nog duidelijker vanuit wetten en rechtsregels die alle culturele verschillen overschrijden.
Culturen kunnen met elkaar botsen of wedijveren omdat ze op behoud van het verleden zijn gericht; beschavingen botsen niet, omdat ze zich als gemeenschappelijk erfdeel van culturen op de toekomst richten.

Jacobus Delwaide: We maken ons zorgen over de gemeenschappelijkheid die we noodzakelijk achten voor het overleven van onze instellingen.

Het speelveld van de ziel manifesteert zich door het zelfbewustzijn. De ultieme blauwdruk van het leerproces (‘Avatar’, de oerbron) blijft in de schepping verborgen. Wel wordt persoonlijke informatie in het BOEK VAN HET LEVEN, de Akasha-kronieken opgeslagen. In elke cel van ons lichaam, en dat van andere levende wezens, bevindt zich een geweldig rijk archief.

Het Akasha-veld (morfogenetische veld, collectieve onbewuste, noösfeer, eonische matrix) bestaat voor de mens uit het samenspel van de domeinen genetica (genen), Weltstoff (memen) en celbiologie (spiegelneuronen). Voor het zelfbewustzijn speelt het spiegelneuron een cruciale rol. Het zelfbewustzijn, dat meta-leren mogelijk maakt, kan als een recursiefproces worden opgevat.

Sutratman verbindt ‘Immanent en Transcendent’ de Immanente, individuele ziel met de Transcendente, universele ziel. Roberto Assagioli spreekt in dit kader over de relatie tussen het bewuste zelf (‘Ik’) en het hogere Zelf.

Wanneer de persoonlijkheid zich heeft losgemaakt van het ik-besef, het gevoel van afgescheidenheid, en het eenvoudig een verlengstuk van de individualiteit zal zijn geworden, zal er zefs geen brug meer tussen deze twee nodig zijn en de theosofie zegt ons dan dat, dat wat men het antakarana noemt - dat wil zeggen de verbinding, het kanaal waardoor de communicatie plaatsvindt tussen de persoonlijkheid en de individualiteit – gedoemd is te verdwijnen.

Het eigenlijke denken vindt plaats op het snijvlak, de schakel tussen de binnenwereld en de buitenwereld, tussen verleden en toekomst in het nu, tussen het individuele en het universele, dialectische bewustzijn, in de psyche de schakel tussen lichaam en geest.

De gescheiden triade Âtma-Buddhi-Manas is de keerzijde, de weerspiegeling van de ongescheiden triade Ain-soph.
De zevenvoudige samenstelling van de mens bestaat uit de triade Âtma-Buddhi-Manas en de tetrade (Sthûla-sarira, Linga-sarira, Prâna en Kama).

Het volmaakte getal 10 (1 + 2 + 3 + 4) wordt in de metafysische wereld verzinnebeeld door de 4 of de Tetraktys. Het laat zien dat er aan de wereld van de eeuwig wederkerende verschijnselen (Aldous Huxley: ‘perennial’, Friedrich Nietzsche: ‘ewige Wiederkehr’), een eeuwige natuurlijke ordening, een blauwdruk, een bepaalde natuurconstante? ten grondslag ligt. De Triade vormt de natuurlijke eenheid en de Tetrade vormt de natuurlijke selectie. Bij levensprocessen gaat het om de natuurlijke eenheid en de natuurlijke selectie, namelijk om de Weltstoff van Teilhard de Chardin, de memen van Richard Dawkins, de geest-substantie Swabhâva (Mind stuff) in de Theosofie.

In de systeemleer staat de ‘4’ voor het terugkoppelingsmechanisme, dat op de invoer, de verwerking en de uitvoer volgt. De hemelse ‘1 2 3’ ontstaat wanneer de aardse ‘4’, het terugkoppelingsmechanisme harmonie creëert. Dit terugkoppelingsmechanisme heeft op de levenskunst, de zin van het leven betrekking. Een tipje van de sluier wordt opgelicht. De driehoek van Pythagoras is nog steeds actueel. Het principe van het ultieme beheersingsmechanisme, de negentropie is al millennia bekend.
Tegenover het gemanifesteerde universum, de Tetrade staat de verborgen, ongemanifesteerde zijde, de Triade. Esoterie (Hermetische axioma):

Pythagoras Drie Logoi: Spiegelsymmetrie:
  1e Logos, Monade3e Logos, TriadeAntroposofieRudolf Steiner 
MonadeTriadeGod ----Geest1. Geestmens ----3. Geestzelf (omgevormd Astraallichaam)
||||||
TetradeDuade4. Lichaam ----Zoon4. Fysiek lichaam ----2. Levensgeest (omgevormd Etherlichaam)
  Tetrade2e Logos, Duade  

Éne werkelijkheid, 'Ongemanifesteerd en Gemanifesteerd':

Ongemanifesteerd (Hogere Tetraktis) Triade:Gemanifesteerde (Lagere Tetraktis) Tetrade:
Synthese Hans Vincent en Frank Tipler:Esoterie:
- God = Scheppende Intelligentie,De Monade symboliseerde Eenheid, de staat van zijn vóór de schepping.
God representeert het ultieme verleden (Geheugen).
- Zoon = de materiële (aardse) werkelijkheid. De ZoonDe Duade symboliseerde de eerste beweging naar schepping;
vereenzelvigt met de singulariteit van de ultieme toekomst.de splitsing van de Monade in twee polariteiten.
- Heilige geest = evolutionaire krachten in het universum.De Triade symboliseerde de vereniging van de twee polariteiten
De Geest is de verbindende singulariteit tussen hetdoor een bemiddelende hoedanigheid, de Logos of het woord.
ultieme verleden en de ultieme toekomst.
 De Tetrade Vuur, Lucht, Water en Aarde

Het rapport 'E i V' laat zien dat het wiel, de unificatietheorie van Eenheid in Verscheidenheid al is uitgevonden. In principe draait het om één medaille met twee kanten. De mystieke weg (Laozi, Pythagoras, Plato, Jezus, Boeddha, Mohammed, Ramon Lull, Blaise Pascal, Bahá'u'lláh, Hazrat Inayat Khan, Blavatsky, Sri Aurobindo, Carl Jung, Teilhard de Chardin, Maslow) berust op ervaringen uit het verleden. Voor acceptatie van de nieuwe unificatietheorie dient aan één voorwaarde te worden voldaan namelijk dat de wetenschappelijke wereld akkoord gaat dat er maar een natuurlijke tijd bestaat, het eeuwige nu, het durée van Henri Bergson. De theorie kan dan een houvast bieden voor de toekomst.

De 'nieuwe intuïties' van quatumpionier Anton Zeilinger zijn al millennia bekend. De uitwerking ervan zal nog wel millennia in beslag nemen.

Om de in het boek het CHAOSPUNT de wereld op een tweesprong gesignaleerde vijf stuwende krachten van de chaos aan te pakken is een integrale zienswijze nodig. Om het dilemma van de alle met elkaar verbonden dilemma’s te doorbreken is, zoals Ervin Laszlo stelt, een nieuwe manier van denken nodig. Ervin Laszlo, maakt in zijn boek ‘het CHAOSPUNT de wereld op een tweesprong’ onderscheid tussen Mythos (Antieke filosofie), Theos, Logos en Holos.
De perioden Mythos, Theos, Logos en Holos corresponderen met de vier yuga’s.

De snaartheorie tracht in een theorie van alles de relativiteitstheorie en de quantummechanica te verbinden. In de snaartheorie zijn energie en tijd twee complementaire grootheden. In de snaartheorie heeft de ruimte 10 dimensies.

Het holistische denken laat de verbindende schakel, het andere denken zien. De verbindende schakel, de ziel tussen geest en lichaam, geeft een nieuwe kijk op de verborgen blauwdruk, het drievoudige evolutieplan, de ENE WERKELIJKHEID H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel I (p. 210).

Nieuwe Testament: Vóór de komst van Christus plachten de profeten de religie te prediken als de wet van hun vaderland en krachtens het ten tijde van Mozes gesloten verbond. Na de komst van Christus echter predikten de apostelen haar als de universele wet aan alle mensen, uitsluitend krachtens het lijden van Christus. Onder het woord Gods wordt de ware religie verstaan. Johannes: Hij was in de wereld en de wereld heeft hem niet gekend. (boodschap).

Het meer dan 2500 jaar geleden geschreven boek Spreuken is nog steeds actueel.

De beide zijden van de medaille kunnen echter niet gelijk zijn anders is er sprake van een evenwichtssituatie. Het is de Oerbron van universeel leven (Solovjov), de complementariteit die zorgt voor de tegengestelde bewegingen tussen ‘Geest en Lichaam’, ’Materie en Bewustzijn’, ‘Involutie en Evolutie’. Van deze oerbron is echter nog niets bekend. Daar kunnen we alleen maar naar gissen.

Dat we ons als apen kunnen gedragen betekent nog niet dat we van een aap afstammen, dat is een broodje aap verhaal. Het verhaal van adam en eva heeft betrekking op het tot zelfbewustzijn komen van de mens. De belangrijkste vraag is hoe nemen we de éne werkelijkheid waar? Wel is het zo dat alle mensenrassen door evolutie zijn voortgekomen uit een en dezelfde voorouder – ergo, elkaars gelijken zijn.

 

We moeten er net als het antropisch principe van uitgaan dat de dingen zijn zoals ze zijn, het leven, het ontwerp is zoals het is. In dit kader is het interessant te verwijzen naar de 'De vier wie-vragen' Genen zijn niet belangrijker dan organismen (Richard Dawkins, NRC Handelsblad 22 mei 2004). De vierde vraag gaat over de zin van het leven (zingeving), de waarde van ons gedrag om te overleven. Om de continuïteit van het leven op aarde voor de mensheid te waarborgen gaat het primair om de eenheid der tegendelen (kwalitatieve as), de hemelse triade en de natuurlijke selectie ('Survival of the fittest'). Het ‘ieder voor zich’ is een doodlopend spoor.

'Survival of the fittest' wordt vaak verward met 'het recht van de sterkste'. Een organisme hoeft echter niet de 'sterkste' te zijn om betere overlevingskansen te hebben dan anderen. Een betere camouflage of beter vluchtgedrag kunnen overlevingskansen vergroten en er voor zorgen dat een organisme 'the fittest' is. Het dier dat het best is aangepast aan diens omgeving en daardoor de beste overlevingskansen heeft, is de 'fittest'.
Het betekent al helemaal niet dat de 'sterkste' het morele recht heeft te doen wat hij wil met de 'zwakkere' met de motivatie dat dat nu eenmaal zo werkt in de natuur.

Vandaar dat nogal wat theoretische natuurkundigen, waaronder een aantal Nobellaureaten natuurkunde, hun twijfels hebben over de status van de snarentheorie: is het wel meer dan fantastische wiskunde? Zo stelt Martinus Veltman (Nobelprijs natuurkunde 1999): “De snaartheorie is een religie en daarom irrelevant voor de wetenschap.”[3] Hij stelt ook dat de snaartheoretici “decennialang doorrommelen met een theorie die geen contact maakt met de werkelijkheid.” [4] Ook Sheldon Glashow (Nobelprijs natuurkunde 1979) vraagt zich af of het een natuurkundige theorie dan wel filosofie is. Volgens hem is het een discipline die niets gemeenschappelijks heeft met de experimentele fysica [5]. En recent zijn er een aantal boeken van theoretische fysici verschenen die hun twijfels onder de aandacht van een ruimer publiek willen brengen (Smolin, Woit,...) [6].

De fysicus Cees Dekker stelt een intrigerende vraag in de Volkskrant van 4 maart 2006, namelijk welk model past het zuiverst op de éne werkelijkheid? Cees Dekker gaat voor de objectieve, wetenschappelijke werkelijkheid. De heer Karskens (Filosofie & praktijk nrs. 2 en 3 2006) gelooft niet in een totaliteitstheorie, de snaartheorie die de relativiteitstheorie van Einstein en de quantummechanica verbindt. Dit antwoord sluit aan op het recent in de Volkskrant door Martijn van Calmthout besproken boek ‘TROUBLE with PHYSICS’ van Lee Smolin. Snaartheoretici vergeten namelijk een principieel punt: dat 'Tijd en Ruimte' zelf ook uit zo’n theorie van alles naar voren moet komen. De snaartheorie neemt volgens Smolin ruimte en tijd als fundamentele gegevens.

Nieuwe Testament: Vóór de komst van Christus plachten de profeten de religie te prediken als de wet van hun vaderland en krachtens het ten tijde van Mozes gesloten verbond. Na de komst van Christus echter predikten de apostelen haar als de universele wet aan alle mensen, uitsluitend krachtens het lijden van Christus. Onder het woord Gods wordt de ware religie verstaan. Johannes: Hij was in de wereld en de wereld heeft hem niet gekend. (boodschap).
Om het ontstaan van de soort mens te verklaren is het Nieuwe Testament een meesterwerk. Het universele patroon dat in de kwadranten tot uitdrukking wordt gebracht was toen al bekend.

Het zelfbewustzijn, het Reflexief Bewustzijn brengt als ware verschillende aggregatieniveaus van Ether (communicatie) tot uitdrukking.

Er zijn in de mens drie hoofdmiddelpunten: hart, hoofd en navel, waarvan twee ten opzichte van elkaar + of – zijn, al naar het betrekkelijke overwicht van de middelpunten (Blavatsky, Deel III, p. 647).

Éne werkelijkheid = Scheppingsleer + Evolutieleer. Het Kompaskwadrant is een model dat wordt gebruikt om van boven naar beneden de scheppingsleer en van beneden naar boven de evolutieleer te verklaren.

====

4. Holos, Antropisch principe (2000 - ????) (Paradigmawisseling)

De goede kant van de geschiedenis (Heleen Mees Volkskrant 3 mei 2016 p. 24):
Nu vrijwel overal de revolutie broeit, doet het ertoe welke keuzes je maakt. Je wilt immers straks niet aan de verkeerde kant van de geschiedenis eindigen, een zinsnede die een Hegeliaans wereldbeeld verraadt waarbij de geschiedenis op een zeker gewenst eindpunt afstevent. Niet alleen heeft het politiek liberalisme betere tijden gekend, het kapitalisme staat ook onder druk.
In de Amerikaanse situatie is het dus beter om, naast een beperkte verhoging van het wettelijk minimumloon, de belasting op winst en vermogen te verhogen en daaruit zaken als een algemene ziektekostenverzekering, verlof en scholing te financieren.
In Nederland moeten de extra opbrengsten uit de vermogens- en winstbelasting worden aangewend om de totale loonkosten omlaag te brengen zodat er meer banen aan de onderkant bijkomen. De meeste mensen die op die manier aan de slag komen zullen hun inkomen zien stijgen, zelfs als het netto minimumuurloon rond 9 euro blijft. Bijkomend voordeel is dat ze al werkende hun menselijk kapitaal kunnen vergroten, bijvoorbeeld door Nederlands te leren, hetgeen weer uitzicht biedt op betere banen en bijdraagt aan de integratie.

Eric Huysmans boek Stairway to Heaven persoonlijk leiderschap in een tijd van bewustzijnstransformatie
In zekere zin is het leven een zoektocht naar inzicht, groei en loutering, een soort STAIRWAY TO HEAVEN. Dit geldt op persoonlijk niveau, maar ook voor het collectieve bewustzijn van de hele mensheid. Onze wereld in chaos, op weg naar de vijfde dimensie, vraagt om leiderschap, in de eerste plaats om leiderschap over ons eigen leven. Immers, wat er in de buitenwereld gebeurt, is een afspiegeling van onze binnenwereld. Wij dienen dus eerst de problemen in onze binnenwereld op te lossen.

In het boek Kwantum shift in het wereldbrein van Ervin Laszlo wordt het thema holos-beschaving uitgebreid (p. 81) besproken.
10: Wij leven in een tijdsgewricht van bifurcatie waarin zich een fundamentele verandering in onze wereld voltrekt: een macroshift.
27: Bifurcatie doet zich onveranderlijk voor waar complexe systemen een onomkeerbare verandering ondergaan.
De evolutie van complexe biologische én maatschappelijke systemen verloopt via bifurcaties.

Er is een cultuuromslag nodig om een nieuwe manier van samenwerken te creëren, die niet alleen op het marktmechanisme van produceren en consumeren is geënt. Religies hebben in Nederland hun greep voor een belangrijk deel verloren. Volgens een in de systeemleer bekende regel ‘Garbage in - garbage out’ is het voor het verkrijgen van de gewenste uitvoer nodig eerst de invoer te veranderen. Het leven bestaat niet alleen uit consumeren, de Stof, maar zoals de wijsheidsboeken ons eerder hebben laten zien ook uit de Geest. Ons voortbestaan is sterk afhankelijk of we bereid zijn een nieuw paradigma, een andere geesteshouding te accepteren.

Om duurzame ecosystemen te behouden is een omslag in het denken gewenst en het verleggen, het laten oplossen van grenzen een eerste voorwaarde. In plaats van dat elke discipline met zijn eigen ding bezig is dienen we beter naar elkaar te luisteren. Duurzame innovatie vraagt om het creëren van en-en oplossingen. De mensheid moet voorkomen dat ecosystemen duurzaam ontregeld raken.

De kosmos heeft vier dimensies: drie ruimte, één tijd. We leven in een vierdimensionaal ruimte/tijd-continuüm, het eeuwige NU. Het kompaskwadrant en het kernkwadrant worden gebruikt om de 5e dimensie het (Ether-paradigma), de quintessens van het aardse ruimte/tijd-continuüm te belichten. Met behulp van het Ei van Assagioli is het mogelijk de verborgen 5e dimensie te illustreren.

Rapport E i V: Theosofie:Dualiteit in de evolutieRapport ‘E i V’,de natuurlijke kringloop (1 - 3 - 2 - 4):
Deel VIIDeel V1. Goden3. KosmosMacrokosmosTijd-as
1. Vuur ----3. Lucht7. Âtma5. Manas1. Ruimte, Wat ----3. Oneindigheid, Ruimteloosheid
||||||
4. Aarde ----2. Water4.b Kama6. Buddhi4. Eeuwige NU ----2. Materie, Hoe
Deel IVDeel VI4.a Chaos2. AtomenTijd-asMicrokosmos
    5e element Ether(snijpunt van de diagonalen 1./2. en 3./4)

H.P. Blavatsky: Deel I, p. 505, hoofdstuk 14 De vier elementen: In de latere oudheid wordt in het algemeen over slechts vier elementen gesproken; alleen in de filosofie erkent men er vijf. Want het lichaam van de ether is nog niet volledig gemanifesteerd en zijn noumenon is nog ‘de almachtige Vader – Aether, de synthese van de rest’. Middelste kompaskwadrant: Het 5e element de Monaden met als voertuig Theos. Het proces van de tweevoudige evolutie wordt door de term sutratman verklaard.
De Geheime Leer Deel III, p. 546: Metafysisch en wijsgerig is de mens als volledige eenheid samengesteld uit vier grondbeginselen en hunne drie aanzichten op deze aarde.

Gottfried de Purucker zegt in Deel I, hoofdstuk 10 van zijn boek Grondslagen der Esoterische Wijsbegeerte: We kunnen het heelal of de werking en wisselwerking van de daarin optredende krachten pas begrijpen als we de vermaning van het orakel van Delphi, ‘mens, ken uzelf’, tenminste tot op zekere hoogte hebben begrepen en er gehoor aan hebben gegeven. Wie zichzelf werkelijk kent, kent alles, omdat hij in wezen alles is. In hoofdstuk 22: We zijn een vereniging in onze vier lagere beginselen; we zijn een eenheid in onze drie hogere beginselen, onze hogere triade; en we zijn één in de hoogste drie, de hoogste triade, zo genoemd om gemakkelijk te worden begrepen.

Albert Einstein, Relativiteitstheorie, de eenheid van Massa, Tijd en Energie (Kracht, Beweging) - Ruimte - Tijd - Beweging (Standaardmodel).

Theorie van allesUnificatietheorie (x)Rapport Eenheid in Verscheidenheid 
Ruimte (Energie)Inertie (Tijd-as)1.Zwaartekracht (M/V)3. Spiegelsymmetrie
RelativiteitstheorieKompaskwadrant7. Hermeneutische cirkel ----5. Reflexief bewustzijn
||||
SnaartheorieKwantummechanica (Microkosmos)4.b Ether-paradigma ----6. Meta-leren
BewegingMaterie, Massa4.a Materiesymmetrie2. Tijdsymmetrie (Z.P.F.)

x) Het 'Hoe en Wat', 'Ether-paradigma en Reflexief bewustzijn' staat tegenover 'Wat en Hoe', 'Hermeneutische cirkel en Meta-leren'.

Einstein bracht de laatste 14 jaren van zijn leven door met het zoeken naar een unificatietheorie, ook wel genoemd de Algemene Veldtheorie, die zwaartekracht en elektromagnetisme moest verenigen.

Quantummechanica:

Sinds de relativiteitstheorie van Einstein is tijd geen absoluut gegeven meer. De objectieve realiteit bestaat niet. Alle grenslijnen zijn kunstmatig, zijn mensenwerk. Geloof en wetenschap houden zich beide met het scheppen van orde in de chaos, dus met het hoe kunnen we overleven, bezig. De wetenschap zoekt nog, maar het geloof biedt al een oplossing. Godsdienst is een manier om problemen van het samenleven op te lossen. De kernvraag voor de wetenschap blijft echter hoe is ooit in het verre verleden uit energie en materie het eerste leven op aarde ontstaan?

Kompaskwadrant: Drie aanzichten: Filognosie:
RuimteKwalitatieve as(Antithese)2e Bottom up en Top downFilosofie en EthiekI Methode en Wetenschap
MaterieKwantitatieve as (These)1e Segulier en RegulierPsychologie en SociologieIII De Persoon en de Politiek
TijdVerticale as3e Analyse en Ontwerp (Synthese)Kompaskwadrant en CultuurII Analyse en Spiritualiteit

De beschavingstransformatie die in het holos tijdperk plaats vindt bouwt op eerdere transformaties voort:

Morele kompas:Culturele evolutie (filosofie)Reciprociteit:Blauwdruk:Principes:Ethiek:Hoofdstukken:
4. LemniscaatZo beneden, Zo bovenWatUnificatieMoraal van het verhaalSophia perennis1.27.48.4
3. Verticale asMorele kompasHoeDuurzaamheidBroederschapIntegratie2.17.38.3
2. Kwalitatieve as7. Filosofie en 8. EthiekWatKerk en StaatVrijheidVrijheid1.47.28.2
1. Kwantitatieve as5. Psychologie en 6. SociologieHoeDemocratieGelijkheidRechtvaardigheid27.18.1

====

5. Kwintessens (Interdisciplinair, Akasa, Reciprociteit, Wet van evolutie, Getallensymboliek)

Augustinus: Het is roemrijker de oorlog te doden met het woord dan met het zwaard, de vrede te winnen met de vrede dan door de oorlog.
François de La Rochefoucauld noemde hypocrisie het eerbetoon van de ondeugd aan de deugd.
James MacGregor Burns: Leadership is one of the most studied yet least understood phenomena on earth.

De Éne werkelijkheid maakt het mogelijk de in de kosmos verborgen repeterende patronen, van heel klein (atoom) tot heel groot (meta-universum) te duiden en de huidige tijdgeest te leren begrijpen.

De Staf van Hermes wordt beschouwd als de sleutel en de weg van persoonlijke (spirituele) ontwikkeling. Varianten van de de Staf van Hermes zijn de verborgen 5e Dimensie, de verticale as, Axis mundi, de gouden keten van Homerus, de staf van Mercurius, Sutratman, draad van Ariadne, Caduceus, Esculaap, de kosmische Lichtzuil en ook de Middenzuil van de levensboom.

Filosoof en publicist Jan Bor neemt ons mee in de vierdelige documentaireserie van De Boeddistische Blik:
Kan ik de wereld veranderen?
De serie is een
zoektocht naar de relatie tussen het ‘ik’ en de wereld om ons heen. Bor spreekt in de documentaire met spraakmakende experts die ons inspireren om onze problemen op een andere manier te bekijken en te benaderen. Experts zoals: psychotherapeut Susan Bögels, columnist, cyberfilosoof en influencer Douglas Rushkoff, boeddhistisch filosoof Jay Garfield en klimaatactivist Marjan Minnesma van Urgenda.
Aflevering 4.
Ik kan de wereld veranderen (10 maart 2024):
In de laatste aflevering ontdekt
Jan Bor hoopvolle ontwikkelingen voor de grote problemen waar we voor staan. Zelfkennis geeft de kans tot innerlijke revolutie. Als we werkelijk beseffen wat voor wezens we zijn, zijn we misschien in staat om de wereld ten goede te veranderen. Bor bespreekt het gedachtengoed van de 17e eeuwse Verlichtingsdenker Spinoza, voor wie autonomie een wezenlijk onderdeel van de democratie is. Ook legt hij aan de hand van Mondriaan uit hoe kunst ons anders naar de werkelijkheid kan laten kijken.
In deze aflevering spreekt
Jan Bor met Arita Baaijens, schrijver/bioloog en Laura Sullivan van de Europese organisatie Wemove die een duurzame en sociaal rechtvaardige lobby in Brussel heeft opgezet.

De Kwintessens brengt de ‘Eeuwige wederkeer’ (Perennial philosophy, Sanātana Dharma) tot uitdrukking. Het volgen van dharma heeft betrekking op het pad van het menselijke welzijn in de ruimste zin. Het Boeddhisme maakt in plaats van het Akasha-veld (ruimte) van het begrip Dharma (beweging) gebruik. De cybernetica biedt een perspectief om de chaos te beheersen, om 'de boel bij elkaar' te houden. Het is mogelijk 3D (karma) met 4D te verbinden. De wederkerigheid 3D (Dharma) bepaalt 4D.

Pieter Kooistra: De verbindende mens - Liefde en geest in de economie door bewustwording (p. 33-39):
De
gespletenheid in de ziel van mens en mensheid blijft daardoor voortbestaan en daarmee ook de ongelijkheid in kansen en behandeling van mensen overal ter wereld. Want het proces in de mens vindt door alle tijden heen zijn weerspiegeling in de maatschappij en in de concrete verhoudingen tussen mannen en vrouwen, zowel binnen als buiten de intieme relatie.
Eenheid van voelen en denken is ervaring van de geest, van de
godsvonk in jezelf, in de medemensen en in de wereld. Je ik heeft nu zijn ware bestemming gevonden en is voortaan begeleider van de bewuste en onbewuste aspecten in de ziel naar een toestand van het bovenbewuste, het geestelijk zijn.
Het merkwaardige is dat dit onevenwichtige schommelen van het ik tussen
meer- en minderwaardigheidsgevoel ophoudt als je deze beide loslaat. Dan kom je als 't ware in je eigen ''midden' ' terecht en kun je in de ruimte tussen de tegendelen jezelf bekijken, zoals je bent als 'waarnemer', die tot twee werelden behoort, die van het ik en die van het wij, van de materie en van de geest, van het mannelijke en van het vrouwelijke]].

Anna Lemkow boek Het Heelheid Principe
Hoofdstuk 1 HEELHEID: SLEUTEL TOT INZICHT - Een ander idee over de werkelijkheid (p. 36):
Een rapport dat twee decennia geleden aan een groep van geleerden genaamd de “Club van Rome” werd voorgelegd concludeerde bijvoorbeeld dat we moeten ophouden met het zo vol zijn van onszelf, dat we de gewoonte moeten afleren om ten koste van anderen ons eigen voordeel te zoeken, dat we inderdaad een fundamentele verandering van bewustzijn moeten ondergaan. De oplossing voor de dilemma’s van onze wereld is daarom niet gelegen in het vinden van nieuwe wetenschappelijke technieken (hoe nuttig deze ook kunnen zijn), maar in het veranderen
van onze houding, onze waarden en onze doeleinden.
Merk op dat, terwijl Groep I het bestaan van het bewustzijn verwerpt omdat het niet observeerbaar of kwantificeerbaar is, de visie waarop hier gedoeld wordt het bewustzijn van het hoogste belang acht. Er bestaat tegenwoordig in feite een groot en groeiend aantal mensen dat zijn toevlucht neemt tot diverse scholen, kloosters en werkgroepen over technieken die tot doel hebben een verandering van bewustzijn te bewerkstelligen. Deze mensen kunnen voor ons doel geclassificeerd worden als Groep II.
Dit brengt ons tot de derde groep, die in vele gevallen overlapt met Groep II, maar een aparte vermelding verdient. Deze Groep III bestaat uit een aanzienlijk en groeiend aantal wetenschappers, wetenschapsfilosofen, beroepsgroepen en academici, holistische geneeskundigen en anderen, die een holistische wereldvisie aanhangen. Zoals je uit de rijke en uitgebreide literatuur kunt opmaken die deze steeds groter wordende groep voortbrengt, telt deze onder zijn leden goed opgeleide individuen – zelfs beroemdheden – uit een breed spectrum van disciplines, zoals fysica, biologie, neurologie, wetenschapsfilosofie, , economie, politicologie, futurologie, humanistische en transpersoonlijke psychologie, antropologie, enzovoort. (Sommigen van hen komen aan het woord in de citaten in dit boek.)
36/37:De mensen van de gevestigde orde uit Groep I zijn grotendeels onbekend met de gezichtspunten en geschriften van Groep III, of staan er niet welwillend tegenover. Maar we mogen verwachten dat deze tegenstelling zich geleidelijk zal verzachten. De mechanicistische visie kwam voort uit de newtoniaans-cartesiaanse wetenschap. Niet alleen is het mechanicisme tientallen jaren geleden weerlegd door de fysica, maar ook is een heel andere visie naar voren gekomen in de voorste gelederen van een groot aantal wetenschappen. De gevestige orde loopt achter, maar deze kloof zal op den duur overbrugd worden.
Hoofdstuk 2
Onze kenvermogens (p. 77):
In de
Mandukya Upanishad van de hindoe-geschriften wordt over turiya gezegd dat het een vierde toestand van bewustzijn is, voorbij de toestanden die we kennen: “Het is niet de kennis van de zinnen, noch is het relatieve kennis, nog ook afgeleide kennis. Voorbij de zinnen, voorbij het begrip, voorbij alle uitdrukking is turiya (de vierde toestand van bewustzijn).”129
Hoe
buitengewoon diepzinnig is dit oude gezegde! De schrijver had kennelijk een kennis van wat we tegenwoordig epistemologie zouden noemen (de wetenschap van het kennen) en van ontologie (de wetenschap van het zijn). Is een dergelijke uitspraak niet een krachtige herinnering aan het feit dat de eeuwige wijsbegeerte inderdaad sinds mensenheugenis bestaat? Waar komt zij vandaan? Maar ja, waar komt het hele prachtige, aardse schematische proces vandaan? Het schematische proces ging ongetwijfeld vooraf aan de realisatie ervan!

In ‘Getallen’ maakt Colin Stuart je vrolijk wegwijs in de wiskunde (Alexander Rinnooy Kan de Volkskrant 15 december 2023):
Colin Stuart maakt wiskunde toegankelijk met een boek vol wonderlijke weetjes en verrassende inzichten over priemgetallen, het magische getal pi en de oneindigheid zelf.
Een veel groter verhaal
Wie het boek van
Colin Stuart aanschaft, zal zich zeker niet vervelen, maar treft niet meer dan een piepklein stukje aan van een heel wat groter verhaal. Dat verhaal gaat bijvoorbeeld over het raakvlak tussen wiskunde en literatuur, waarover Sarah Hart onlangs het (amusante, zij het tenenkrommend getitelde) boek Once Upon a Prime publiceerde, of over het raakvlak met de moderne natuurkunde dat behandeld wordt in Fantastic Numbers and Where to Find Them van Antonio Padilla. Zij en nog vele andere wiskundigen hebben zich opgeworpen om hun mooie vak toegankelijk te maken voor al degenen bij wie het voornamelijk angstige herinneringen oproept.

'Het christendom is geen godsdienst voor iedereen' (Sander van Walsum interviewt Gerard de Korte de Volkskrant 15 april 2017, p. 14-15):
Zijn er voor u, als katholiek, de laatste jaren ook bemoedigde dingen gebeurd?
Kerkvernieuwer, geestverwant van paus Franciscus en herder. De verwachtingen waren hemelhoog toen Gerard de Korte vorig jaar bisschop van Den Bosch werd. Kan hij die verwachting waarmaken? Een gesprek over zijn kerk, de duivel, de islam en Pasen.
'Zeker: de toenadering tussen de verschillende kerkfamilies. Of, zoals paus
Johannes Paulus II zijn streven naar verzoening tussen Oost en West tot uitdrukking bracht: het christendom ademt met twee longen. In de Nederlandse context gebeurt hetzelfde. De herdenking van het Reformatiejaar (in 1517 verwoordde Maarten Luther in 95 stellingen zijn kritiek op de r.-k. kerk, red.) heeft een sterk oecumenisch karakter. Ik mag schrijven voor het Nederlands Dagblad, oorspronkelijk de krant van de vrijgemaakten. Andries Knevel schrijft in het Katholiek Nieuwsblad. Daar kun je toch alleen positief over zijn? Er wordt vaak gezegd: we gunnen de islam een Verlichting. Ik zou eerder zeggen: we gunnen de islam een oecumene. Want binnen de islam is nu een burgeroorlog gaande, vergelijkbaar met de burgeroorlog binnen het christendom die volgde op de Reformatie.'

Hervorming vieren wekt verlangen naar herstel van eenheid (Martin Los 3 maart 2017):
Met vallen en opstaan
Gelukkig zien we de laatste tien jaar geleidelijk en nieuwe elan ontstaan. Er ligt nu minder nadruk op de uiterlijke eenwording, maar op de geestelijke eenheid. De oorzaak hiervan is dat het oecumenisch gesprek en het verlangen naar eenheid nu niet alleen meer een zaak is van de Rooms-katholiek kerken en de PKN, maar ook van de kleinere kerken en de evangelische gemeenschappen. De gemeenschappelijke erkenning en beleving van Jezus Christus staat nu veel meer voorop dan organisatorische en liturgische eenwording. Dat is denk ik ook de goede en meest vruchtbare volgorde. Uit mijn eigen ervaring in de grootste nieuwbouw plaats van ons land, Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern (Utrecht) kan ik dit beamen.
Hervorming: een blijvende opdracht
Kortom, de herdenking van 500 jaar Reformatie leidt zeker niet tot herneming van de oorspronkelijke standpunten, tevens strijdpunten. Herdenken leidt tot verwondering en dankbaarheid om wat we elkaar vanuit de beide tradities te bieden hebben.
We mogen blij zijn met het hernieuwde enthousiasme van de huidige oecumene in ons land, het onderling vertrouwen, en het gedeelde perspectief van groei naar elkaar toe. Mede onder invloed van de secularisatie die voor alle christenen een uitdaging is. De Hervorming was niet voltooid en ze is niet voltooid. Ze is een blijvende opdracht voor de kerken van de Reformatie en Rome. Echte hervorming betekent immers verlangen naar eenheid.

De Nieuwe Renaissance of (Fokke Obbema Volkskrant 19 november 2016 katern Vonk p. 6-7):
De populistische opstand is eigenlijk niks nieuws. Als je die wilt begrijpen en bestrijden, moet je naar de Renaissance kijken, vindt de Canadese politicoloog Chris Kutarna. Trump als de moderne variant van de 15de-eeuwse Italiaanse monnik Savonarola.
'Waar ik in het boek op uitkwam is, wat ik 'het aanwakkeren van deugden' noem. We kunnen onze inspiratie daarvoor uit de Renaissance halen. De grote humanisten uit die tijd zagen zich ook geconfronteerd met moreel verval om hen heen. Om dat het hoofd te bieden, kozen zij ook voor deugden.
Ik denk daarbij aan sociale normen als beleefdheid, waardigheid, eerlijkheid en dapperheid. Trump kon van de erosie van die gemeenschappelijke normen profiteren. Waarom kunnen wij niet met zijn allen die trend keren? Door sociale normen voor onszelf vast te stellen en daar koppig aan vast te houden.
'En je uit te spreken tegen misstanden. 'Je bent niet alleen verantwoordelijk voor wat je zegt, maar ook voor wat je niet zegt', leerde Luther ons al. We schieten nu tekort als burgers. Voor de humanisten in de Renaissance, en die hadden het weer van de Romein Cicero, was burgerschap het hele punt van het leiden van een deugdzaam leven. 'We leven niet alleen, ook ons land en onze vrienden hebben een deel van ons', schreef Cicero al.

Het rapport ‘E i V’ heeft betrekking op de relatie tussen mens en universum. De mens en het heelal vormen een dialectische eenheid, die met behulp van de ’eeuwige wederkeer’, de lemniscaat tot uitdrukking kan worden gebracht. De mens is het kloppend hart en de weerspiegeling van het heelal. Het rapport plaatst spiritualiteit in de context van de bewustzijnsfilosofie en beoogt aan het gezichtspunt van Ervin Laszlo een steentje bij te dragen. Dit aanvullende inzicht is niet alleen door E-learning tot stand gekomen, maar berust ook op het dualisme, tegenstellingen en de binaire code van machinetalen. Voor het delen van kennis is internet een uniek medium. De binaire code in software maakt gebruik van twee verschillende tekens, gewoonlijk de cijfers 0 en 1. In tegenstelling tot computers werken onze hersenen niet op basis van de digitale, binaire code maar op een analoge manier. Niels Bohr had ‘tegengestelden zijn complementair’, het yin/yang-symbool (De Geheime Leer deel II, p. 630) als wapenspreuk. In de snaartheorie zijn energie en tijd twee complementaire grootheden. In de snaartheorie heeft de ruimte 10 dimensies. Uiteindelijk draait het om hoe definiëren we energie en tijd, het verleden, nu en toekomst.

De vrije kunsten werden weer onderverdeeld in het Trivium van taalvakken en het Quadrivium van rekenvakken. Het Trivium vormde de basis van de universitaire studie; daarna kwam het Quadrivium. De zeven vrije kunsten waren:
• Trivium ('taalvakken' ofwel op het woord betrokken wetenschappen):
1. Grammatica: taalkunde (oftewel het leren van Latijn)
2. Dialectica ofwel logica: logisch redeneren.
3. Retorica: kunst van de welsprekendheid; hoe een betoog op te zetten
• Quadrivium ('rekenvakken' ofwel op het getal betrokken wetenschappen)
1. Aritmetica: rekenkunde (getal)
2. Geometria: meetkunde (ruimte)
3. Musica: harmonieleer (tijd)
4. Astronomia: kosmologie (ruimte in tijd)[8]

Sie wurden in der Tradition von Martianus Capella personifiziert in Form von weiblichen Allegorien und häufig mit folgenden Attributen dargestellt:

  Onderzoeksrapport 'E i V':
• Grammatik –RuteCatharsis (pelgrimage, zelfreinigend vermogen)
• Rhetorik –Tafel und GriffelFilosofie & Ethiek
• Dialektik –Schlange oder HundekopfDialectiek (Reflexief bewustzijn)
• Arithmetik –Rechenbrett oder RechenseilTelling van Pythagoras
• Geometrie –Zirkel oder StaubtafelHermeneutische Cirkel
• Musik –MusikinstrumentCreativethink (Ruimte - Tijd - Beweging)
• Astronomie –AstrolabiumUnificatietheorie en Snaartheorie

Frank kalshoven Wim Kok danst op een vulkaan (23 oktober 1999)
Koks tweede rake opmerking geldt 's lands ondernemers. 'Het speculatieve element vloeit niet voort uit het ondernemen. (...) Er wordt juist te weinig ondernomen.' Er is volgens Kok veel meer kapitaal dan voor ondernemen wordt ingezet. 'Het is juist een groot probleem dat men op dit moment een beetje neerkijkt op het risico van het ondernemerschap en denkt: ik ken een makkelijker manier om geld te verdienen, zonder sores, zonder last van werknemers. Echt ondernemen, nieuwe dingen starten: daar mankeert het op het moment aan.'
Steek daar maar eens een speld tussen. Natuurlijk zijn er sectoren waarin de technologie vooruitschiet en de vernieuwingen elkaar in razend tempo opvolgen. Denk aan telefonie, computers, Internet. Maar daartegenover staat dat in veel sectoren gezapigheid troef is. Een schrikbeeld wilt u? Denk eens aan Océ dat al sinds de jaren zeventig werkt aan een digitale kleurenkopieermachine. Hij werkt niet. Nog erger? Denk dan aan krantenuitgevers. De constatering, van Den Butter, dat innovaties in financiële producten ook een echte bijdrage aan de nationale productie genereren, is op zichzelf juist, maar mist doel.

Als minister van financiën heeft Wim Kok een stringent ombuigingsbeleid doorgevoerd. Al is er ook de keerzijde, die Pim Fortuyn in zijn boek De puinhopen van acht jaar Paars ter sprake brengt. De hamvraag is hoe is het mogelijk dat de PvdA zich aan het neoliberalisme, de neoliberale moraal heeft geconformeerd? Of anders gezegd hoe is het mogelijk dat Wim Kok (zie Joris Luyendijk) over zijn nieuwe boek Dit kan niet waar zijn zich door de leidende financiële elite heeft laten inpakken?

Facebook Frans en de Turkenof De beloftes van 'Facebook Frans' (Dirk Jan Eppink Volkskrant 28 oktober 2015 p. 26):
Frans Timmermans heeft vele kwaliteiten maar ijdelheid is zijn zwakte. Dat is menselijk, maar een slecht eigenschap voor een onderhandelaar. In zijn 'Zondagsbrief' op Facebook, een soort herderlijk schrijven voor zijn volgers, schrijft hij 'goede afspraken' te hebben gemaakt met Erdogan. In 1513 schreef Machiavelli: 'Een man die zich overal en altijd goed betoont, gaat noodzakelijk te gronde temidden van zovelen die niet goed zijn'. Dat geldt nog steeds.
Op 2 september 2014 zei Timmermans, toen minister van buitenlandse zaken, in zijn H.J. Schoo lezing: 'De wereld roept om Realpolitik'. Hij definieerde dat met 'je best doen om het wenselijke met het mogelijke te verenigen'.
Poetin en Erdogan voeren Realpolitik; ze breiden macht en invloed van hun staten uit. Poetin spiegelt zich aan het Tsarenrijk; Erdogan aan het Ottomaanse Rijk. Erdogan wil greep houden op de Turkse diaspora, vooral op de miljoenen Turken in Duitsland. Zij vormen een electoraal machtsblok. In 2002 won bondkanselier Schröder de verkiezingen met 6.027 stemmen verschil. Hij deed een beroep op de 'Turkse stem' door Turkije sneller EU-lidmaatschap te beloven. Met deze hefboom in Duitsland heeft Erdogan een hefboom in Europa. Macht wint altijd van 'goede afspraken'.
Timmermans voert geen Realpolitik maar gevaarlijke beloftepolitiek. Een visumvrije Turkse toegang tot Duitsland maakt de Turks-Iraanse grens tot buitengrens van Schengen. Dat is het einde van Schengen; overal zullen hekwerken en grenscontroles herrijzen. In de meeste EU-landen brokkelt het politiek centrum af. Meerderheden vinden is moeilijk; regeringscoalities worden instabiel. Zie Nederland. Dan komt Timmermans met versneld Turks EU-lidmaatschap. Geruststellend zegt hij dat er nog veel 'voorwaarden en criteria' zijn. Die waren er ook bij het eurosysteem. Ze zijn allemaal geschonden.
Naarmate de EU haar uitbreiding sneller forceert, ontrafelt zij van binnen. Dat resulteert in een explosieve sfeer met opstanden bij de stembus of op straat.
Kiezers zien hun leiders als keizers zonder kleren. 'Facebook Frans', deze keer geen 'vind-ik-leuk'.

Het is al meer dan dertig jaar geleden dat ik met vrienden op paardrijvakantie in de Dordogne de prehistorische grotten van Lascaux bezocht. Kunst en geschiedenis, kunstgeschiedenis leert dat de mensheid zich al heel lang met kunst bezig houdt. In 1940 werden in een grot een groot aantal wandschilderijen waaronder ook met het silhouet van paarden ontdekt. De oudste rotsschilderingen worden gedateerd op 17.000 v.Chr, de jongste op 10.000 v.Chr. De grotten met de originele wandschilderijen waren toen al gesloten voor het publiek. Er konden echter wel grotten met replica's worden bezocht.
Het meesterwerk Guernica van Picasso uit 1937 toont het bombardement op Guernica. Dit beroemde anti-oorlogsschilderij van Picasso symboliseert hoe het paard aan de lans van zijn eigen ruiter ten onder gaat. Van dit schilderij hangt een replica in het gebouw van de Verenigde Naties. Het schilderij brengt net als het schilderij de Toren van Babel (Genesis 11:1-9) van Pieter Breughel, omstreeks 1560, de menselijke hoogmoed, overmoed tot uitdrukking. Toen de Joden in Babel gevangen zaten, hadden ze juist géén behoefte aan zingen en het bespelen van muziekinstrumenten. De ballingen hadden hun harpen aan de wilgen gehangen.

Serie toont dat politiek gaat over creativiteit (Inge Schouten in gesprek met Pieter Hilhorst Volkskrant 31 mei 2017 p. 23):
In Griekse tragedies staan dilemma's centraal en de omgang met het noodlot. In House of Cards wordt de politiek juist weergegeven als een slangenkuil, het is Machiavelli ten top. Dat bevestigt veel mensen in hun cynisme, in hun idee dat politiek niet over moraal gaat, maar over het veroveren van macht.
Mensen houden hardnekkig vast aan hun oordeel. Hersenonderzoek laat zelfs zien dat wij genot ervaren als we een uitweg vinden in een confrontatie met iets dat niet past bij ons beeld van een politieke leider. Mensen kunnen van mening veranderen, maar niet snel door één bepaald gegeven.
Het mooie van House of Cards vind ik de onvoorspelbaarheid van de politiek. Het personage Underwood zegt in de serie: 'Als de tafel op een bepaalde manier gedekt is, kun je het maximale uit de gegeven situatie halen of de tafel omver gooien en alles anders doen.'
Die onvoorspelbaarheid wordt subliem bespeeld. In die zin bevestigt de serie mijn wereldbeeld dat politiek gaat over creativiteit. Het is niet de kunst van het mogelijke, maar de kunst om waar te maken wat onmogelijk lijkt.

Links en rechts staan in de politieke besluitvorming als gelijkwaardig tegenover elkaar. Voor het introduceren van de marktwerking door de overheid hielden de socialistische krachten (these) en rechtse, liberale krachten (antithese) elkaar aardig in evenwicht. Het is aannemelijk dat de liberalisering van de financiële markten, lees deregulering en de hypothese van de great moderation ('grote matiging') de ernst van de kredietcrisis hebben versterkt. De klassieke controverse tussen John Maynard Keynes en Milton Friedman moet daardoor in een ander perspectief worden geplaatst. Door de introductie van de marktwerking heeft het corrigerende mechanisme van het keynesianisme sterk aan kracht ingeboet. Of met andere woorden nu de wal het schip heeft gekeerd zal het herstel middels het keynesianisme moeizamer verlopen.
De door de overheid aangestuurde marktwerking heeft contraproductief gewerkt. Door de schaalvergroting is de bureaucratie bij zorginstellingen, woningcorporaties en het onderwijs sterk toegenomen. Het principe van Evenwicht door Tegenwicht (Checks and Balances) is danig verstoord. Het innovatieve boekhouden is topsport geworden. Om de eigen incompetentie te verhullen zijn politici nu druk in de weer de Checks and Balances aan Europa uit te besteden. Volkskrant 8 februari 2013: Rekenkamer ziet geen verbetering Controle op noodfondsen EU ontbreekt.

In Frankfurt wordt gereld tegen de nieuwe heersers van de wereld (Rolf Bos Volkskrant 19 maart 2015):
De opening van het nieuwe ECB-gebouw leidde tot rellen. Maar de actievoerders staken ook de Grieken een hart onder de riem: 'Ik ben solidair met dat volk.'
'Ik ken als linkse christen mijn Oude Testament, en dat daar is toch gewoon een soort nieuwe Toren van Babel?'
Draghi somber
Toen ECB-chef Mario Draghi woensdag ter opening een blauw lint doorknipte, waren zijn woorden somber: de Europese eenheid staat onder druk.
Door de economische crisis zijn burgers lijnrecht tegenover elkaar komen te staan, zei de Italiaan Draghi. 'Sommigen, zoals de vele demonstranten die nu buiten staan, die denken dat het probleem is dat Europa te weinig doet. Zij willen een verder geïntegreerd Europa met meer solidariteit tussen landen.
'Anderen, zoals de populistische partijen die we in heel Europa zien opkomen, denken dat Europa te veel doet. Zij willen onze economieën renationaliseren. Ik begrijp wat zij bedoelen, waarom ze verandering willen, maar de waarheid is dat beide geen echte oplossing bieden voor de situatie waarin we ons bevinden.'

Pythagoras en Henry T. Laurency (Eric Huysman) Bewustwording van de werkelijkheid (Drie domeinen en de ziel de schakel tussen geest en lichaam):
- Wat is de zin van het leven?
- Waar komen wij vandaan?
- Waar gaan wij heen?
- Bestaat God?
- Is de dood het einde?

De controverse tussen Hegel en Engels is al eerder tussen Pythagoras en Aristoteles naar voren gekomen. De natuurwetenschappen en geesteswetenschappen, fysica en de metafysica zijn complementair. De quintessens, het universele en eeuwige perpetuum mobile van de éne-werkelijkheid wordt met behulp van het 5D-concept en het Ether-paradigma tot uitdrukking gebracht. Het 5D-concept, de verborgen 5e dimensie heeft op de levenskunst, de zingeving van het leven betrekking. Voor de mens is de evolutie geen blind proces zonder enige bedoeling. Door de vergaande individualisering komen de mensen wel steeds losser van de zingeving, het Goede, Ware en Schone en de van oudsher stabiele sociale netwerken in de maatschappij te staan.

Thomas von der Dunk De essentiële tegenstelling tussen morele opvattingen in het Westen en het Midden-Oosten
Mijn oog werd namelijk getroffen door een paar andere zinsneden in het stukje: "De autoriteiten zijn mild voor de ongeveer 350.000 christenen die het land telt. Zij mogen alcohol brouwen voor eigen gebruik. Verkopen mag niet. In Teheran is een Armeens café waar legaal alcohol wordt geschonken. Moslims mogen hier niet komen."
Kortom: de wet geldt niet voor iedereen, aan christenen kan toegestaan zijn wat aan moslims verboden is, en op andere punten vast ook omgekeerd. Dat uitgangspunt, dat kennelijk vanzelfsprekend is in Iran, staat haaks op het hedendaagse westerse rechtsbeginsel dat iedereen ongeacht geslacht of geloof voor de wet gelijk is. Dat verschil illustreert een essentiële tegenstelling tussen de morele opvattingen in het Westen en het Midden-Oosten. En wel op twee cruciale terreinen: die van individu versus collectief, en van de verhouding tussen religie en staat.
Het moderne Westen is uitgesproken individualistisch: je bent niet verantwoordelijk voor wat je familieleden doen (ouders voor hun minderjarige kinderen uitgezonderd). Als je broer de gevangenis indraait of je nicht failliet gaat, kan de staat je daar niet financieel op aanspreken, en de samenleving je niet moreel. Zelden werd dat duidelijker zichtbaar dan na de aanslag op de koninklijke familie in Apeldoorn in 2009: Pieter van Vollenhoven ging daarna bij de ouders van de dader op bezoek. Die konden er ook niets aan doen. Niets oudtestamentische verdoemenis tot in het zoveelste geslacht!
Godsdienst is ook een privé-zaak, irrelevant voor de wet. Dat betekent in beginsel dat iedereen hetzelfde mag, of niet mag. Het is dus niet zo dat een gelovige meer mag dan een ongelovige, of dat iemand iets alleen mag omdat hij op grond van zijn geloof er zélf heel erg van overtuigd is dat hij het mag.
Dat is ook in het Westen niet altijd zo geweest: de gelijkheid van de wet vormt één van de belangrijkste ideologische verworvenheden van de Verlichting (18e eeuw). In de eeuwen vóór de Franse Revolutie (1789-1799) was dat fundamenteel anders. Een edelman werd principieel anders behandeld en anders bestraft dan een burger of boer, om van een horige te zwijgen. Voor dezelfde moord werd de eerste onthoofd en de tweede opgeknoopt. Ook had de eerste het recht om bij gerechtelijke ondervraging van de pijnbank gevrijwaard te blijven. Zelf kiezen of je als edelman of als horige door het leven zou gaan, was er niet bij. Afstamming gaf de doorslag.
Dat is buiten het Westen nog steeds veelal anders. Geen sprake van dat je in Syrië even op eigen houtje van geloof kunt wisselen! In een collectivistische cultuur staat niet het recht van het individu maar de eer van de familie centraal. Waar de vader op de afvalligheid van zijn zoon of op de onzedelijkheid van zijn dochter aangesproken kan worden, wil hij er wat over te zeggen hebben, wat voor patriarchale verhoudingen en grote interne groepsdwang zorgt.

Andreas Burnier 'Oosterse en westerse spiritualiteit
De stichting Andreas Burnier is opgericht om het literaire en wetenschappelijke werk te beheren van Andreas Burnier (pseudoniem van C.I. Dessaur, 1931-2002), de herinnering aan haar persoon levend te houden en projecten die hiertoe bijdragen financieel te ondersteunen. De stichting heeft geen eigen kapitaal en is afhankelijk van subsidies en sponsoren.
Het is evident dat veel hedendaagse westerlingen op zoek zijn naar verlichting en verlossing via het Oosten en dat zeer veel hedendaagse oosterlingen hunkeren naar alle technische en sociale verworvenheden van het Westen, naar onze aardse kundigheden. Van een strikte polariteit tussen oost en west kun je dus allang niet meer spreken, gegeven de intensieve culturele uitwisseling, maar desondanks is er, zo niet aan de oppervlakte dan toch in de diepten van ons onbewuste, sprake van zeer fundamentele, vrijwel polaire verschillen tussen oosterse en westerse mensen.
Het verschil in waardering van het ego (probleem van het ego) is het kernpunt als je oost en west tegenover elkaar wilt stellen. Nog andere verschillen, zoals dat wij kerkelijke mannenhiërarchieën kennen, die door het Romeinse bestuurswezen zijn geïnspireerd, en het Oosten in het algemeen niet, zijn van secundair belang.
Omdat ik binnen een kort bestek bezwaarlijk een cursus westerse en oosterse filosofie kan geven (ik ben trouwens geenszins een expert in de oriëntalistiek), wil ik u hier eerst alleen maar schetsmatig laten zien hoe het denken in oost en west in zeer grote lijnen is verlopen en hoe essentieel anders de ontwikkelingslijn tot dusver is geweest.

OostWest
1 Veden Upanishads1 Het Oude Testament
2 Sankhya-filosofie + yogapraktijk Theravada-boeddhisme2 Grieks-Romeinse wijsbegeerte en rechtsleer
3 Bhagavad Gita3 Het Nieuwe Testament
4 Mahayana-boeddhisme Zen Tantrisme4 Patristiek, Scholastiek, Neoplatonisme
5 Modern syncretisme (Ramakrishna e.a.)5 Moderne filosofie en esoterie

Wat jij, als discipel, moet leren is dat in jouw ego-ervaring en de transformatie daarvan de sleutel ligt tot je verlichting en verlossing. In jouzelf kun je toegang vinden tot dat allerhoogste, ongemanifesteerde goddelijke oerbeginsel, het Brahman, dat men in mensen ook wel het Atman, het hoogste Zelf noemt. In jou is eigenlijk op dit moment al aanwezig de ervaring van het Nirvana, van de hoogste goddelijke al-eenheid, waarin geen grenzen zijn, geen onwetendheid, geen beperkingen, geen duisternis. Het is je kleine alledaagse ego, je kleine zelfbeleven dat je hebt ontwikkeld in interactie met de zintuiglijk waarneembare wereld, dat in stand wordt gehouden door je begeerten, je emoties, maar ook door je intellectuele reflectie, dat je belet de hoogste ervaring, ook wel samadhi, moksha of satori genoemd, nu al te hebben. Transformeer dit ego-beleven, door yoga, door meditatie over de Bhagavad Gita of over de Boeddha, de weg is onbelangrijk. Dan zul je niet alleen de hoogste verlichting bereiken en de totale verlossing van al je aardse kwellingen en beperktheden, maar je zult dan ook beseffen dat je eigenlijk altijd al in die toestand was, alleen kon je haar niet bewust ervaren. Zoals wij overdag de sterren, die toch aan de hemel staan, niet kunnen zien door het licht van de zon, zo kunnen wij samadhi of Nirvana niet ervaren door ons egobewustzijn. Zoals wij niet door een wolkendek kunnen heen kijken, zo kunnen wij niet kijken door de sluier van maya, die onze begeerten en emoties teweegbrengen. Maar als ego Atman is geworden, dan zal het zijn alsof wij overdag ook de sterren en ‘s nachts ook de zon kunnen zien. De verduistering en de afsnoering van je hoogste Zelf die de ego-ervaring teweegbrengt, die kun je opheffen door het Pad te gaan dat ik je zal wijzen.’

Wilma de Rek 'We zijn die neoliberale moraal een beetje zat' (Volkskrant 7 september 2011):
Het kabinet wil dat de burger zichzelf redt, maar kan iedereen dat ook? 'Succes en geluk zijn synoniemen geworden, zegt hoogleraar Trudy Dehue. 'Daardoor komen degenen die niet succesvol zijn, in de problemen.'
'Dit kabinet presenteert zich als liberaal en verwijt links betutteling, maar het is zelf zo moralistisch als wat. De moraal die het hanteert is die van de stoerheid: ga eens harder aan jezelf werken! De overheid spreekt mensen continu aan op hun verantwoordelijkheid. Het gaat veel over wat je allemaal moet doen en laten, er lijkt geen lot meer te zijn dat je mag aanvaarden. Het moet allemaal sneller en beter en hoger en mooier.'
Maar wie creëert al die ideaalbeelden waaraan we moeten voldoen? Dat doet de overheid toch niet? Dat doen we zelf.
'Ja, die ideaalbeelden verspreiden we ook zelf. Maar het komt wel voort uit een kapitalistische moraal die we met zijn allen zijn gaan aanhangen. In het begin van de twintigste eeuw wees de socioloog op de raakvlakken tussen het kapitalisme en het protestantisme met zijn strenge arbeidsmoraal. Nu zie je een soortgelijk verband tussen het kapitalisme en de manier waarop we naar onszelf kijken.
'Volgens de Britse socioloog Nikolas Rose, die ook de kreet 'verplichte vrijheid' bedacht, is er een biologische kapitalistische arbeidsmoraal ontstaan. We zijn ons eigen leven, ons lichaam en onze hersenen als een soort onderneming gaan zien.

Om de waarheid dichter te benaderen maken zowel Amanda Gefter, als Trudy Dehue en Marja de Vries van de metafoor van de olifant gebruik. In de theosofie is het ‘menselijk tekort’ (‘Goed en Kwaad’) juist de grondslag voor de ‘menselijke evolutie’.

In de geglobaliseerde politieke werkelijkheid blijft een ‘vijand’, het waarden en normen mechanisme, op de loer liggen. Op de vrije markt regeren vraag en aanbod, koper en verkoper. Wanneer er knollen voor citroenen worden verkocht, het vertrouwen wordt beschaamd spreken we van slachtoffer en dader. Het gaat volledig mis, er ontstaat een breuk wanneer extremen van het kapitalisme gaan overheersen, de moraal buiten het verkoopverhaal wordt gehouden, het gedrag wordt amoreel. De beide uiterste kwantum en exuberatie liggen op de kwantitatieve as. De synthese ligt in het centrum, op het snijpunt van de kwalitatieve en kwantitatieve as.

Zorg voor het zelf, Westerse - en Oosterse levenslessen maken het mogelijk de Westerse - en Oosterse supermachten daadwerkelijk in evenwicht te houden. Het draait niet om Westerse of Oosterse suprematie, maar om de wederkerigheid, de complementariteit. Er is behoefte aan een nieuw paradigma, een ethisch réveil.

Het Bewustzijns Besturings Model van Jules Ruis maakt van vier gezichtspunten gebruik. De diapresentatie (2.1) laat zien dat van de besturingscyclus ‘Plan – Do – Check – Act’, de behoeftenhiërarchie van Maslow en de Kernkwaliteiten van Daniel Ofman gebruik wordt gemaakt. De Fractal-organisatie (4.) past tevens het cultuurdiagram van Harrison toe. Hoofdstuk 13: De cultuur in een organisatie is het geheel van waarden en normen, opvattingen en gedragingen van de medewerkers. Het betreft tevens de stijl van leidinggeven in een organisatie. In de fractal-organisatie brengen we de cultuur tot uitdrukking in de 'kleur' van de fractal. We onderscheiden in lijn met de indeling volgens Harrison vier dominante culturen: de blauwe machtscultuur, de rode persoonscultuur, de gele rolcultuur en de groene taakcultuur. Het gehele kleurenpallet doorloopt een vaste 'regenboog'.

In essentie behandelt het rapport ‘E i V’ het mechanisme ‘en-en’/‘of-of’ (‘God en Darwin’/’God of Darwin’, ’Eenheid’/‘Gebroken symmetrie’, 'Emergentie'/'Decompositie' ('Emergence'/'Quantum decoherence'), ‘Monade’/’Duade’), de twee kanten van een medaille. Het is de ziel (psyche) die de twee kanten van een medaille met elkaar verbindt. Voor 'God en Darwin' kan ook gelezen worden 'Geloof en Rede'. Zowel Mozes Maimonides (1135 – 1204) als Raymond Lull (1232 – 1315) zijn wetenschappers, die zich al intensief hebben toegelegd op het schijnbaar onoplosbare conflict tussen geloof en wetenschappelijke kennis. Mozes Maimonides (BRES nr. 268) in zijn boek Gids der verdoolden en Raymond Lull in zijn hoofdwerk Ars Generale Ultima.

De stelling wordt verdedigd dat de evolutietheorie van Darwin slechts een van de puzzelstukjes van de wet van evolutie is. Een ander cruciaal puzzelstukje heeft op wat is tijd? betrekking. Het is de schakel tussen 'Geest en Lichaam', die het probleem van het ego en het hogere Zelf, van involutie en evolutie, de neergaande en opgaande boog kan oplossen. In essentie draait het om ‘Levensatoom en Atoom’, ‘Geest en Lichaam’, ‘These + Antithese = Synthese', de kwintessens of met andere woorden de verbeeldingskracht van de mens.

De titel van het boek het CHAOSPUNT de wereld op een tweesprong van Ervin Laszlo wordt als actueel thema gebruikt.
De in hoofdstuk 4 De positieve parameters van transformatie van het boek het CHAOSPUNT besproken transformaties Mythos, Theos, Logos en Holos (p. 66/76) reiken een oplossing aan.

We moeten er wel bewust van zijn dat er een groot verschil zit tussen theorie en praktijk. De kloof tussen theorie en praktijk van Prof. dr. Godfroij spreekt voor zich.

Rens van Tilburg column Het rendement van vertrouwen (Volkskrant 11 maart 2015 p. 26):
En zo komt de ware schuldige van het rendementsdenken in het vizier. Want hoewel het UvA-college een dankbaar mikpunt vormt, heeft het uiteindelijk ook maar te dansen op de muziek van de Haagse bekostigingssystematiek. Pas als Den Haag inziet dat het huidige stelsel van gestold wantrouwen het rendement juist verlaagt, kunnen we ontdekken dat het geven van vertrouwen aan professionals op dit moment de best renderende investering is.

Tobias Reijngoud boek Weten is meer dan meten (een recensie staat in de Volkskrant 23 februari 2012):
Spraakmakende opinieleiders over de
economisering van de samenleving:
Hans Achterhuis, filosoof en publicist * Frank Ankersmit, historicus * Jan Blokker, publicist * Peter Blom, directievoorzitter Triodos Bank * Arnoud Boot, hoogleraar financiële markten * Arjo Klamer, hoogleraar economie van kunst en cultuur * Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist * Grahame Lock, hoogleraar filosofie * Rob Riemen, directeur Nexus Instituut * Abram de Swaan, socioloog * Evelien Tonkens, bijzonder hoogleraar actief burgerschap * Marian Verkerk, hoogleraar zorgethiek * en anderen.
In zijn boek laat
Tobias Reijngoud zien dat het in de kern nog steeds draait om het eerder door Aristoteles onderkende spanningsveld tussen ’Kwaliteit en Kwantiteit’. Of met andere woorden Plato's Ideeën wereld, de Allegorie van de grot is nog steeds actueel: Kenmerkend voor Plato’s idealisme is dat de abstracte wereld van de Ideeën meer realiteit bezit dan de materiële wereld van de tastbare dingen.

Waren het eerder politici die zich voor het karretje van de banken hebben laten inspannen, nu zijn het politici die door de banken worden gegijzeld (Ewald Engelen en Jelle Brandt Corstius). Om het politieke aspect te belichten zie de column Amorele overheid, amorele samenleving van Marcel van Dam.
In de Volkskrant van 11 februari 2015 heeft Peter de Waard een necrologie 'Fusiereus' voelde zich schuldig in een luie stoel over Jaap van Rijn de eerste bestuursvoorzitter van ING geschreven.

Jaap van Rijn werd door een strenge arbeidsmoraal gedreven.

Louise Gunning heeft een zeer indrukwekkende CV. Maar zij is net als in de documentaire van Joris Luyendijk een 'CEO', die uiteindelijk haar eigen koninkrijkje bedient. Zij laat zich meer door haar haar politieke antenne, dan haar intellectuele bagage leiden. In het rapport 'E i V' komt naar voren dat zij zich vrijwel op één kant van de medaille, de kwantitatieve kant concentreert. Net als Wim Kok is zij een verzamelaar van precieuze functies (lucratieve bijbanen). Om de evolutie van de mens te illustreren staat in het rapport 'E i V' de synthese tussen Geestelijke vader (vrouw) + gezondheidszorg = geestelijke gezondheid (mental health) centraal. Er dient wel degelijk met de keerzijde van de medaille, dus met cultural and religious considerations rekening te worden gehouden.

De grootste misser van Bolkestein is de paarse coalitie, die hij tot stand bracht. Zowel de privatisering van zorg, onderwijs en sociale woningbouw in Nederland als de participatiesamenleving van de darwinist Plasterk heeft meer met de tijdgeest en politiek opportunisme, dan met wetenschap van doen. ‘Geprofessionaliseerd’ waar Plasterk het in het begin van zijn artikel 'De overheid kan niet elke grasspriet bijknippen' in de Volkskrant van 20 september 2013 over heeft is een eufemisme voor het immorele gedrag van bestuurders in de publieke sector (semioverheid, quartaire sector) volgens de commissie-Halsema. De Jan Salie mentaliteit, waar Plasterk het in zijn column zondag 8 oktober 2006 over heeft gehad, kun je effectief veranderen door ondernemerschap te bevorderen en niet door wat hij stelt in zijn artikel van 20 september. De visie van de PvdA op ondernemerschap is desastreus voor Nederland. Uiteindelijk gaat het er om een visie te ontwikkelen die de eenzijdige gezichtspunten van de betrokken partijen kan overstijgen.

Om een cultuuromslag te realiseren gaat het uiteindelijk om een integrale denktrant (de samenhang tussen de domeinen van de alfa-, béta- en gammawetenschappers) die het parochiale denken, de symboolpolitiek van het ’eigen koninkrijkje’, de 'bv-Ego' overstijgt. Het probleem daarbij is dat de praktijk leert dat het gedrag van mensen niet gemakkelijk valt te veranderen. Fixatie op één kant van de medaille leidt niet tot een adequate oplossing.

Hoofdstuk 4. Het nut van leiderschap
Kaleidoscopisch leiderschap: politiek, bestuurlijk, ambtelijk (p. 12):
Politiek leiderschap verwachten we vooral van premiers, fractievoorzitters, `zwaargewichten' in politieke partijen en leiders van maatschappelijke organisaties. Bestuurlijk leiderschap draait vooral om patroondoorbreking, knopen doorhakken en zondebokschap. Dat associëren we vooral met ministers, gedeputeerden, wethouders, kortom politiek gekozen of benoemde dragers van bestuurlijk gezag. In de praktijk verenigen bepaalde leidersfiguren beide facetten van leiderschap, of proberen zij dat althans. Dat gaat vaak fout, zoals bij Wim Kok, die een voortreffelijk premier en een mislukt politiek leider was, of bij Hans Wiegel, die een excellent politiek leider was maar tijdens zijn ministerschap politiek verbleekte en bestuurlijk weinig effectief bleek. De vraag is of integratie van politieke en bestuurlijke leiderschapsrollen in een en dezelfde persoon eigenlijk nog wel een haalbare zaak is, in een samenleving die zijn buik vol lijkt te hebben van (vermeend) bestuurlijk falen en die verwacht dat de - vernieuwde, heruitgevonden - `politiek' orde op zaken stelt.

Ir. B. Kessener en Prof. dr. ir. C.J.A.M. Termeer Organiseren van diepgaand leren - VERANDEREN ALS REFLEXIEF BETEKENISGEVEN (Beide werkzaam bij Sioo, Interuniversitair centrum voor organisatie en veranderkunde.)
De omgeving verandert: milieuvervuiling, globalisering, individualisering, digitalisering, vervreemding. Veranderingen volgen elkaar sneller op. Overlevende organisaties passen zich aan, spelen in op ontwikkelingen, hebben tijdig hun antwoord klaar. Het zijn lerende organisaties. Deze zinnen klinken iedereen bekend in de oren. Het klinkt bijna dreigend, gevaarlijk. We strijden om te overleven. Overleven en leren zijn aan elkaar gekoppeld. Het laat echter maar één kant van de medaille zien. Het plaatst organisaties in een reactieve, machteloze positie. Alsof vervuiling, globalisering et cetera los van henzelf ontstaan. Alsof organisaties in een onafhankelijke, zelfstandige omgeving opereren. Deze contingentiebenadering plaatst de organisatie als (lijdend) subject in een objectieve omgeving. Maar bijvoorbeeld actiegroepen zien dit anders.
238: 2. Veranderen als reflexief organiseren
Configuraties sluiten zich als steeds dezelfde mensen, met dezelfde werkelijkheidsdefinities, op dezelfde manieren met elkaar omgaan. De interne homogeniteit van elke configuratie neemt toe en de buitengrenzen verharden. Andere mensen, betekenissen en omgangsregels worden uitgesloten. Er is sprake van een fixatie (Termeer, 1993). Als elke configuratie vasthoudt aan haar betekenissen en daar niet over wil ‘onderhandelen’, spreken we van cognitieve fixaties. Wanneer andere mensen worden uitgesloten of de onderlinge omgangsregels vastzitten, spreken we van een sociale fixatie. Fixaties kunnen zich verbreden, een cognitieve fixatie kan leiden tot een sociale fixatie en andersom. De fixaties stagneren de ontwikkeling en groei, er ontstaat een stagnerend eenheidsdenken (De Moor, 1998).
239: Dus als we organiseren zien als een gezamenlijk betekenisgevingsproces, is veranderen een gezamenlijk reflectieproces (vgl. Weick et al., 2005). Reflecteren is hier meer dat het nogmaals overdenken of evalueren, het is het kritisch onderzoeken en reconstrueren van betekenissen (Kessener, 2001). Diverse auteurs geven aan dat zowel het (onbewuste) betekenis geven als het bewuste reflecteren nodig zijn voor een continu organiseerproces: game en play (Voogt, 1990), maatregelkennis en regelmaatkennis (Wierdsma, 1999). Of zoals Schwandt (2005) aangeeft bestaat managen niet uit het ‘act – make sense – act’ maar ook uit het
'act – make sense – reflect – make sense – act'.
243: Het reflecteren op de achterliggende assumpties verruimt het kader van de ervaren problematiek (Feltmann, 1984). Andere of soms zelfs meervoudige interpretaties van de situatie worden mogelijk. Naast het ‘beter doen’ wordt ook het ‘anders doen’ zichtbaar, het handelingrepertoire wordt groter.
Dit tweede-ordeleren doorbreekt het zelfsluitende mechanisme, het is ingrijpender en lastiger. Argyris en Schön (1982) schetsen een aantal dilemma’s die zo’n tweede-ordeleerproces in gang kunnen zetten:
• incongruentiedilemma – groeiende incongruentie tussen de beleden en de toegepaste actietheorie;
• inconsistentiedilemma – groeiende inconsistentie tussen de verschillende achterliggende assumpties;
• effectiviteitsdilemma – toenemende onbereikbaarheid van eigen waarden door het eigen handelen;
• waardedilemma - toenemende onvrede met de zelf gecreëerde omgeving/wereld;
• toetsdilemma – afnemende mogelijkheden om eigen veronderstellingen te toetsen in de zelf gecreëerde omgeving/wereld.

Krijn Lock Idealisme helpt ons van de wal in de sloot (Volkskrant 10 maart 2015 p. 10 maart 2015):
We kunnen voor onze buitenlandse politiek beter bij Angela Merkel te rade gaan dan bij Von der Dunk.
Nederland Gidsland
Het alom aanwezige Nederland Gidsland vormt sinds de dekolonisatie de kern van het Nederlandse buitenlandbeleid. Nederlandse economische- en veiligheidsbelangen worden wel gediend maar zijn secundair aan het bevorderen van mensenrechten. Ondanks dat mensenrechten inderdaad een belangrijk onderdeel van de westerse beschaving vormen, resulteert dit geregeld in een zucht naar maakbaarheid die totaal niet aansluit bij de realiteit. Etc.
De realpolitik waar Merkel zich op baseert, zorgt voor aanmerkelijk beter resultaat dan de morele zelfgenoegzaamheid in ons land. Dat Duitsland zelf economisch belang heeft bij goede samenwerking met de Russen doet daar niets aan af.

Mels Landzaad Juist de student denkt alleen aan rendement (Volkskrant 10 maart 2015 maart 2015 p. 20):
Laten wij studenten, als rendementsdenkers onder elkaar, ook eens naar onszelf kijken.
De waarde van een Nederlands diploma neemt steeds verder af. Als het academisch onderwijs academischer wordt (en wellicht voor minder mensen weggelegd), moet ook het aanzien van de beroepsopleidingen worden verhoogd. Het doel van het hbo is om beroepsprofessionals op te leiden en het doel van het wetenschappelijk onderwijs is om academici op te leiden. Om het perspectief dat beroepsopleidingen bieden te behouden, mag dat onderscheid niet vervagen.

Nationale identiteit, integratie en inburgering van migranten: kortgeleden nog een racistische afwijking, maar nu inmiddels politiek correct bevonden (Wim Couwenberg Civis Mundi maart 2017):
Van politiek naar cultureel identiteitsbesef
Maar van het Duitse identiteitsbesef maakt behalve een politiek-constitutionele ook een culturele component deel uit. In tegenstelling tot Nederlanders zijn Duitsers wel trots op hun taal en cultuur. Het streven naar Duitse hereniging was er immers ook op gericht de naoorlogse verdeeldheid van Duitsland als cultuurnatie ongedaan te maken. De Duitse taal en cultuur valt in dit verband immers moeilijk over het hoofd te zien als men de Duitse identiteit een meer specifieke inhoud en betekenis wil geven dan de westerse waarden van de liberaaldemocratische basisorde in de grondwet. De ontwikkeling van een hernieuwd politiek en cultureel identiteitsbesef wordt nu niet langer gehinderd door de invloed van langdurig voortlevende schuldgevoelens over het nazi-verleden.
Dit blijkt ook uit het debat over de integratie van vele miljoenen immigranten, waarvan zo’n 6 miljoen moslim zijn. Met het oog op het naziverleden is dat debat jarenlang zoveel mogelijk op een laag pitje gehouden. Maar na de publicatie in 2010 van het boek Deutschland schafft sich ab van Thillo Sarrazin vlamde het plotseling heftig op. Wegens zijn politieke vrijdenkerij werd deze oud SPD-politicus door gevestigde politici aanvankelijk verketterd. Maar toen zijn boek bij zoveel Duitsers aansloeg – het werd een bestseller – sloeg dat snel om. Dat bracht bondskanselier Angela Merkel er spoedig daarop toe op een congres van CDU-jongeren uit te roepen dat het idee om een multiculturele samenleving op te bouwen volstrekt mislukt was en dat het stimuleren van de integratie van allochtonen, in het bijzonder moslims, een van de belangrijkste opdrachten van de komende tijd dient te zijn.
De ‘Vergangenheitsbewältigung’ geldt nu als voltooid. De Holocaust doet niemand ons na, maar haar verwerking ook niet, merkte de Duits-Joodse publicist H. Broder in dit verband eens ironisch op[15]. Zonder die emotioneel geladen verwerking van het naziverleden valt de naoorlogse politieke en culturele ontwikkeling in Duitsland niet te begrijpen. Het is vooral de rebellerende generatie ’68 geweest die daarin een cruciale rol gespeeld heeft.

Het betoog van de dwarsdenker Thilo Sarrazin Europa heeft geen euro nodig en het interview ‘Werk eerst de ongelijkheid weg’ met Diane Coyle in de Volkskrant van 8 december 2012 sluiten nauw aan op het gezichtspunt dat John Gray in het programma Buitenhof van 2 september 2012 naar voren bracht. De euro wordt in een historisch perspectief van het morele kompas 'Goed en Kwaad' geplaatst. Ook het artikel Europa kan de Britten missen als kiespijn van Thomas von der Dunk in de Volkskrant van 6 december 2012 en de John Rawlslezing van Jan Terlouw sluiten naadloos aan.

Thomas von der Dunk: - waar het politieke denken sinds enige decennia ook ter linkerzijde sterk door neoliberaal marktdenken is geïnfecteerd. In geen ander West-Europees land heeft men zo onnadenkend de deregulerings- en privatiseringswaan en het bijbehorende veranderingsporno als ‘modern’ omarmd.

Juist managers in een bureaucratische organisatie zijn vaak gespeend van enig creatief ondernemerschap (4e productiefactor). Het zijn nu in het bijzonder de produktiefactor arbeid en de belastingbetaler die voor het mismanagement van de factor kapitaal mogen bloeden. Het gaat dus niet alleen om aandeelhouderswaarde. Primair draait het niet om het begrotingstekort van 3% van de overheid maar om het ecologische begrotingstekort van 35%. De 'People Planet Profit' aanpak levert langetermijnwinst op voor ondernemers en maatschappij. Anders gezegd gaat het om met de juiste mix van de vier produktiefactoren op basis van het concept cradle to cradle een duurzame samenleving te ontwikkelen.

Het is het zelfbewustzijn waarmee elk levend wezen zijn bestaan inhoud en vorm geeft. In het leven gaat het om het nemen van de juiste keuze op het juiste tijdstip en de juiste plaats, maar daarentegen kan de mens het tijdstip en de plaats waar hij geboren wordt niet kiezen. Elke beslissing vindt in het nu, in een split second plaats. Het leven bestaat alleen in het eeuwige nu. Waar kiezen we, bewust of onbewust, voor in het leven?

In 1929 antwoordde Einstein, op de vraag of hij in God geloofde: ‘Ik geloof in de God van Spinoza, die zichzelf openbaart in de wetmatige harmonie van het heelal, en niet in een God die zich bemoeit met het lot en de handelingen van mensen.’

Candide wilde weten wat de mensen in Eldorado van God afsmeken.
Wij smeken God niets af, zei de goede eerbiedwaardige wijze. Wij hebben hem niets te vragen. Hij heeft ons alles gegeven dat wij nodig hebben.
Wij danken hem onophoudelijk.

Herman van Rompuy heeft gelijk dat het welbevinden van de mensheid centraal dient te staan. Maar de kwintessens van het verhaal is Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te worden. Of met andere woorden er dient ook met de metafysische wereld van Teilhard de Chardin en Jiddu Krishnamurti rekening te woorden gehouden. Om de spanning tussen Oost en West te verminderen biedt het werk van Ulrich Libbrecht en van C.A. van Peursen een belangrijk houvast.

Waarom zijn we op aarde? (4 juni 2017 NPO2):
In de vierdelige serie ‘Waarom zijn we op aarde?’ onderzoeken de gelovige wetenschapper Ard Louis (Natuurkunde, Oxford) en de niet-gelovige filmmaker David Malone gezamenlijk de belangrijkste vragen die er zijn. Waarom zijn wij hier op aarde? Wat is de zin van ons bestaan? Ze ontmoeten voor de serie ‘s werelds slimste fysici, wiskundigen, filosofen, neurowetenschappers en biologen.
Waarom zijn we op aarde? – De werkelijkheid van ideeën (NPO2 11 juni 2017):
Wat drijft onze zoektocht naar de waarheid? En waarom zijn sommige van de meest complexe theorieën ook de mooiste?

De verhalen, die mensen in de loop van millennia aan elkaar hebben doorgegeven toont hun creativiteit. Het is vaak een illustratie om waar te maken wat onmogelijk lijkt. Waartoe zijn wij op aarde? Zo luidde de eerste vraag van de Catechismus waarmee de rooms-katholieke jeugd van na de oorlog vier jaar lang, namelijk van de derde tot en met de zesde klas van de lagere school, geplaagd werd. Het antwoord luidt: Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te worden. Katholieken die ter lagere school gingen vóór de oorlog kunnen daar nog steeds een beetje ontstemd over raken. Zij immers moesten nog leren dat zij op aarde waren om God te dienen en daardoor "in het hiernamaals" gelukkig te worden, en niet "hier".

We spreken van Triade (synthese in drieën) en Tetrade, de complementering van de drievoud met een vierde tegengestelde. Zo is er dan van de drievoudigheid een viervoudigheid. Creëren van één extra dimensie '3=4', tetraëder. De wisselwerking tussen de linker en rechter hersenhelft wordt aan de hand van de Tetrade toegelicht.

De ‘Eenheid in Verscheidenheid’, de eenheid van het leven en het veelvoud van de vormen wordt met behulp van de kubus c.q. bol tot uitdrukking gebracht. In het snijpunt van de kwantitatieve, de kwalitatieve en de verticale as, ofwel de as van resp. de persoon, de feiten en de principes, vinden we de alles samenvattende 6 gezichtspunten van de filognosie, het neutrale centrum waar de synthese en de realisatie plaatsvindt.

H.P. Blavatsky: De Geheime Leer Deel I, Proloog (p. 31):
Vóór zich ziet de schrijfster een archaïsch handschrift – een verzameling palmbladeren die door een bepaald onbekend procédé onaantastbaar zijn gemaakt voor water, vuur en lucht. Op de eerste bladzijde staat een vlekkeloos witte schijf tegen een dofzwarte achtergrond. Op de volgende bladzijde dezelfde schijf, maar met een punt in het midden. De onderzoeker weet dat de eerste de Kosmos in de eeuwigheid voorstelt, vóór het opnieuw ontwaken van de nog sluimerende energie, de uitstraling van het Woord in latere stelsels. De punt in de tot dusver vlekkeloze schijf, Ruimte en eeuwigheid in pralaya, geeft de dageraad van de differentiatie aan. Het is de punt in het wereld-ei (zie Afdeling II, ‘Het wereld-ei’), de kiem er binnenin die het Heelal zal worden, het AL, de grenzeloze periodieke Kosmos. Deze kiem is op afwisselende tijden slapend en actief. De ene cirkel is de goddelijke eenheid, waaruit alles voortkomt en waarnaar alles terugkeert. Zijn omtrek – een noodzakelijk begrensd symbool, gezien de beperking van het menselijke verstand – geeft de abstracte, altijd onkenbare TEGENWOORDIGHEID aan, en het vlak waarin de cirkel ligt, correspondeert met de universele ziel, hoewel deze twee één zijn. Het feit dat alleen de oppervlakte van de schijf wit is en de achtergrond zwart, toont duidelijk aan dat haar gebied de enige kennis is, hoewel nog vaag en nevelig, die de mens kan bereiken. Dit is het gebied waar de manifestaties van het manvantara beginnen, want in deze ZIEL sluimert tijdens de pralaya de goddelijke gedachte, waarin het plan van iedere toekomstige kosmogonie en theogonie verborgen ligt.
Geheime Leer Deel I, Stanza 7 De voorvaderen van de mens op aarde (p. 250):
(a) Deze sloka geeft uitdrukking aan het begrip – zoals elders is verklaard, rechtstreeks afkomstig uit de Vedanta – van een levensdraad, sutratma, die door opeenvolgende generaties loopt.'
263: (b) De slotzin van deze sloka laat zien hoe archaïsch het geloof en de leer zijn dat de mens zevenvoudig van samenstelling is. De draad van het zijn, die de mens bezielt en door al zijn persoonlijkheden of wedergeboorten op deze aarde loopt (een verwijzing naar sutratma), de draad waaraan bovendien al zijn ‘geesten’ zijn geregen – is gesponnen uit de essentie van het ‘drievoud’, het ‘viervoud’ en het ‘vijfvoud’, die al de voorafgaande bevatten.
De Geheime Leer Deel I, hoofdstuk 5 Over de verborgen godheid, haar symbolen en tekens (p. 389/390):
Zoals de Zohar zegt: ‘In het begin was de wil van de koning, vóór elk ander bestaan. . . . Deze (de wil) schetste de vormen van alle dingen die verborgen waren geweest, maar nu zichtbaar werden. En uit het hoofd van Ain-Soph kwam als een verzegeld geheim een nevelige vonk van stof voort, zonder gedaante of vorm. . . . Het leven ontspringt beneden, en de bron vernieuwt zich van boven, de zee is altijd vol en verspreidt haar wateren overal.’ Zo wordt de godheid vergeleken met een oeverloze zee, en met water dat ‘de bron van het leven’ is (Zohar iii, 290).Het zevende paleis, de bron van het leven, is het eerste in de volgorde van bovenaf’ (ii, 261). Vandaar de kabbalistische leerstelling in de mond van de heel kabbalistische Salomo, die in Spreuken ix, 1 zegt: ‘Wijsheid heeft haar huis gebouwd; zij heeft de zeven zuilen ervan gehouwen.’

De Geheime Leer Deel II, Stanza 5 De evolutie en het tweede ras (p. 128):
H, DE QUINTESSENS, ‘ΗΦΛΟΞ, FLAMMA-VIRGO (maagdelijke olie), FLAMMA DURISSIMA, VIRGO, LUCIS AETERNA MATER.
Het eerste mensenras bestond dus eenvoudig uit de beelden, de astrale dubbelgangers van hun vaders, die de pioniers of de verst gevorderde wezens waren van een voorafgaande maar lagere sfeer, waarvan de schil nu onze maan is. Maar zelfs deze schil heeft een groot vermogen, want nadat zij de aarde had voortgebracht, trachtte de schim van de maan, aangetrokken door magnetische affiniteit, haar eerste bewoners, de vóórmenselijke monsters, te vormen (zie boven, Stanza II).
De Geheime Leer Deel II, Stanza 12 Het vijfde ras en zijn goddelijke leermeesters (p. 474):
Er is in de natuur één eeuwige wet, die er altijd naar streeft tegenstellingen te vereffenen en een uiteindelijke harmonie teweeg te brengen. Dankzij deze wet, waardoor de geestelijke ontwikkeling de stoffelijke en zuiver intellectuele verdringt, zal de mensheid worden bevrijd van haar valse goden en zal zij tenslotte DOOR ZICHZELF ZIJN VERLOST.
475: Maar terwijl zij de mens van verstandelijke duisternis bevrijdden, lieten zij hem de martelingen ondergaan van het zelfbewustzijn (Adam en Eva, de spiltijd) van zijn verantwoordelijkheid – het gevolg van zijn vrije wil – en bovendien elk kwaad dat het erfdeel is van de sterfelijke mens en van het vlees. Deze marteling aanvaardde Prometheus voor zichzelf, omdat de menigte daarna één werd met het tabernakel dat voor hen was voorbereid en dat in die formatieperiode nog niet was voltooid.
Omdat de geestelijke evolutie niet in staat was de stoffelijke bij te houden, toen de homogeniteit ervan eenmaal door de vermenging was verbroken, werd het geschenk de belangrijkste oorzaak, zo niet de enige oorsprong, van het kwaad16.
16) De filosofische opvatting van de Indiase metafysica plaatst de wortel van het kwaad in de differentiatie van het homogene in het heterogene, van het ene in het vele.
De Geheime Leer Deel II hoofdstuk 24 Het kruis en het Pythagorische tiental (p. 655):
Het getal 5 was samengesteld uit een tweetal en een drietal; dat tweetal bracht alles met een volmaakte vorm in wanorde en verwarring. De volmaakte mens, zeiden zij, was een viertal en een drietal, of vier stoffelijke en drie onstoffelijke elementen; deze drie geesten of elementen vinden we ook in 5, als deze de microkosmos voorstelt. Deze laatste is een samenstelling van een tweevoud dat rechtstreeks in verband staat met de grove stof, en van drie geesten: ‘want 5 is de slim bedachte vereniging van twee Griekse accenten ‘, geplaatst boven klinkers die al of niet moeten worden geaspireerd. Het eerste teken ‘ wordt de ‘sterke geest’ of hogere geest genoemd, de geest van god, geaspireerd (spiratus) en geademd door de mens. Het tweede teken ’ – het lagere – is de geest van de liefde, die de secundaire geest voorstelt; het derde omvat de hele mens. Het is de universele quintessens, het levensfluïdum of het leven.’ (Ragon.)

Alice Ann Bailey (geboren Alice Ann le Trobe-Bateman) (16 juni 1880 – 15 december 1949) was een Britse schrijfster. Zij wordt door haar volgelingen gezien als de voortzetster van het werk van theosofe Helena Petrovna Blavatsky.
Alice Bailey beschrijft in haar boek De wederkomst van Christus de ‘Avatar of Synthesis’ die zoals zij zegt een ‘nauw metgezel’ is van de ‘de Christus’.
Zij zegt: 'Hij werkt onder de grote natuurlijke Wet van synthese die eenheid en fusie voortbrengt. Zijn functie (in harmonie met de energie van Christus) is het voortbrengen van een spirituele wil in de mensheid, de wil tot het goede.'

Harry Palmer heeft ook een op de innerlijke en uiterlijke werkelijkheid gebaseerde 'techniek' Avatar, de oerbron ontwikkelt. Wat buiten de geest valt wordt als objectieve werkelijkheid gezien en wat binnen de geest wordt ervaren, wordt als subjectieve werkelijkheid gezien.

====

Samenvatting (Evolutionaire kringloop, Hermeneutische Cirkel, Paradigmawisseling)

De relatie tussen ‘Vergankelijk en Onvergankelijk’ berust op reciprociteit en Bijbels-complementarisme (Complementarianism) en wordt door Vyâsadeva in de Bhagavad Gita (hoofdstukken 2a,4,7,8,9,11,13,14,15,18a/b) toegelicht. Het oeuvre van H.P. Blavatsky is op deze relatie gebaseerd en wordt recent door Thich Nhat Hahn in met name zijn boek In de geest van liefde opnieuw aangehaald. In verband met de door Thich Nhat Hahn besproken soetra's, kan ook naar de Kama Sutra, een seksueel kookboek, worden verwezen. In Frankrijk zijn ook nog de gemeenschap van de boeddhistisch monnik Matthieu Ricard en van Roger Louis Schutz-Marsauche actief.

Wie zijn mijn voorouders?
Ook ik ben jarenlang gedrild in het geloof’ (Ianthe Sahadat, Elsberth Stoker en Fleur de Weerd Geschiedenis de Volkskrant 9 maart 2022, p. V8-12):
Welke stempel drukte de
katholieke kerk op de levens van Jeanines tot slaaf gemaakte voorouders in Suriname? En: hoe echode deze geschiedenis na in de autoritaire opvoeding van haar vader?

Sinds de scheiding van kerk en staat in Nederland in 1795 door de Fransen werd ingevoerd heeft de Staat de besturing van Nederland geleidelijk geheel overgenomen. Of met andere woorden de invloed vanuit Rome is geleidelijk door Den Haag en later door Brussel, lees het grootkapitaal overgenomen. In de 21 eeuw komt het verbinden van de twee kanten van één medaille, het bevorderen van de innerlijke harmonie (wet van harmonie) centraal te staan. Om harmonie te bereiken vormt de psychosynthese van Roberto Assagioli als het ware de derde weg tussen de geestesdrift van Carl Jung en de seksuele drift van Sigmund Freud.

Het marktmechanisme belicht slechts een kant en is niet zaligmakend. We voelden ons zo rijk dat het de vraag is wat we allemaal terugkrijgen van het geld dat de banken aan het buitenland hebben uitgeleend. Politici twijfelen steeds meer of al het heil wel uit Brussel komt. Het gaat om de relatie tussen het Oosterse en Westerse denken te leren begrijpen.

Om de financieel economische crisis op te lossen draait het niet om het adagium, de publiek-private samenwerking,het 'en-en', een kongsi, de te nauwe verstrengeling tussen 'Politiek en Bedrijfsleven', maar om het interdisciplinaire 'en-en' denken ‘Neuroeconomie en Ethiek’. Het failliet van de bedrijfsmatige overheid in het onderwijs, de zorg en bij de woningcorporaties is een feit. De nutsfunctie van deze activiteiten is vrijwel verloren gegaan. Door het opportunistische spel ‘u vraagt, wij draaien’ worden de complexe vraagstukken niet opgelost. Economen moeten kleur bekennen en duidelijk maken of zij hun oplossingen, hun maatschappijvisie vanuit een rechtse of linkse, lees de klassieke controverse tussen Milton Friedman en John Maynard Keynes aanreiken.

Door het ‘u vraagt, wij draaien’ van het cliëntelisme, de twee handen op een buik politieke manipulatieve spelletjes kan van een gesloten systeem worden gesproken waarvoor de tweede wet van de thermo dynamica geldt en waarop dus de entropie van toepassing is. Of met andere woorden in een gesloten systeem blijft de kwantiteit, de totale hoeveelheid energie gelijk, maar de kwaliteit van de totale hoeveelheid energie zal na verloop van tijd lager zijn dan ervoor. Maar gelukkig bestaat er ook negentropie.

De eenzijdige focus van politici op de marktwerking en hun functies in lobbynetwerken hebben tot gevolg dat een grotere maatschappelijke tweedeling (degeneratie, desintegratie) is ontstaan.
Illustratief voor de grotere maatschappelijke tweedeling is het boek This is London. Life and Death in the World City van Ben Judah (interview met Ben Judah Buitenhof 7 februari 2016).

Het gaat niet alleen om onze politici en hun functies in lobbynetwerken, maar ook om onze eigen neurale netwerken. Dit komt in publicaties van H.P. Blavatsky en Sjoerd Bonting naar voren.

Fay van Ierland: Over bestuderen van De Geheime Leer, ook De Mahatma Brieven: je moet nieuwe hersenpaden maken. Dat aanmaken van die nieuwe hersenpaden, daarbij wordt een oude manier van denken, op jezelf gericht, vervangen door ontvangend denken. Waarbij je denken iets kan opvangen wat je laat zien, wat je inzicht geeft, in wat zij je aangeven. Zonder die verandering in je denken kun je er eigenlijk niets van begrijpen.

Sjoerd L. Bonting geeft in zijn boek Is Er Leven Na De Dood? een nieuwe visie op BDE. Op p. 72 van dit boek stelt hij: 'Tijdens een BDE is het functioneren van de neuronale netwerken stilgelegd'.

Einstein ontwikkelde zijn theorie van de relativiteit deels op basis van het mislukken van het leveren van een experimenteel bewijs van de ether. Maar de ether bestaat! En Einstein gaf dat later in 1920 ook aan in zijn nieuwe theorie van de ether. Daarin legt hij uit dat de ether de ruimte is met bepaalde eigenschappen. Twee recent over dit thema verschenen boeken zijn het Akasha-veld, Verbinding en geheugen in kosmos en bewustzijn van Ervin Laszlo en een boek dat in de publiciteit minder aandacht heeft gekregen De Ether bestaat! van René Meijer. Ervin Laszlo baseert zijn boek op recent wetenschappelijk onderzoek op het terrein van met name non-lokaliteit, terwijl daarentegen René Meijer teruggaat naar de filosoof der filosofen Vyâsadeva. Het is een thema dat ook uitgebreid in de Geheime Leer van Blavatsky ter sprake komt. Hierbij sluit ik graag aan op wat Louis Tiessen (GAMMA jrg. 15 nr. 2) zegt: Een ander plan dat naast onze wereld bestaat, een onzichtbare krachtige werkelijkheid, namelijk de mythen. De grote religieuze verhalen zijn mythen, bedoeld om een diepere wijsheid over te dragen. Net als poëzie moet je religieuze teksten niet letterlijk interpreteren. Het rapport ‘Eenheid in Verscheidenheid’ is een aanzet om de oude wijsheid of Gupta Vidya, mede op basis van de chaostheorie met nieuwe wetenschappelijke inzichten te verbinden. Bestaat de ether is een vraag die niet zo lastig is te beantwoorden. Akasha, ether staat voor de oerbron, de eeuwige bron van leven. De levensgolf staat voor het Bronbewustzijn, het Oerbewustzijn van Gerrit Teule of wat Sjoerd Bonting Oerchaos noemt. Echter op aarde zal de perpetuum mobile van leven niet worden uitgevonden.

Verscheidenheid en Eenheid in de creatieve evolutie volgens Henri Bergson staat tegenover de drie principes van Darwins biologisch algoritme. Volgens Darwin spelen er binnen het evolutionaire mechanisme drie principes, te weten variatie, selectie en reproductie een rol. De drie principes van Darwins biologisch algoritme hebben in het rapport 'E i V' op verscheidenheid, natuurlijke selectie en analogie (repeterende patronen) betrekking. In essentie draait het om de analyse van ons Mens-, Wereld- en Godsbeeld. De evolutie van het GODSBEGRIP houdt gelijke tred met de verstandelijke ontwikkeling van de mens zelf.

Er is een ommekeer in het denken nodig. Het is wenselijk dat het ‘en-en’-denken, het complementaire denken tussen Oost en West, de interdisciplinaire aanpak, de integrale denktrant meer centraal komt te staan. Zorg voor het zelf, Westerse - en Oosterse levenslessen maken het mogelijk de Westerse - en Oosterse supermachten daadwerkelijk in evenwicht te houden. Het draait niet om Westerse of Oosterse suprematie, maar om de wederkerigheid, de complementariteit. De lemniscaat symboliseert dit transformatieproces. De vraag komt centraal te staan wat kunnen we van elkaar leren? Er is behoefte aan een nieuw paradigma, een ethisch réveil.

Waren het vroeger kerkvaders als St. Augustinus die magie bedreven, het zijn nu de toezichthouders van de ECB en van de Federal Reserve (Federal bank) die het magische denken toepassen. Bij Augustinus lag het accent op de geestkunde. Het is aannemelijk dat de huidige toezichthouders de natuurkunde als vertrekpunt hebben. In de 21e eeuw is het wenselijk beide zienswijzen , de rechter - en linker hersenhelft (‘Voelen en Denken’) beter op elkaar af te stemmen.

Zowel in het boek van Miller als in de kunstwerken van Escher wordt het fenomeen recursie (zelfreferentie) tot uitdrukking gebracht.

Je behoeft geen econoom te zijn om te kunnen constateren dat het zeepbel(casino)kapitalisme geen gezond fundament heeft. Het innovatieve boekhouden is topsport geworden.

Stelling: De werking van het reflexieve bewustzijn laat zien hoe probleem (het lijden, onze schaduw) en oplossing, de zelfreflectie van ‘Microkosmos en Macrokosmos’ met elkaar samenhangen. Het rapport ‘E i V’ beoogt aan de hand van de levensboom (morele kompas), ‘Bewustzijnsschil’ en met name het 5Ddenkraam, ‘5D-concept en Ether-paradigma’ een nieuw paradigma aan te reiken. Of met andere woorden in contact te komen met de innerlijke, leven gevende kosmische geest achter de uiterlijke kant.

Het fragment in het boek van Miller kan ook gelezen worden als een manier om de complexiteit van het recursieve karakter, het Droste-effect te duiden. De gelaagdheid in het boek wordt gecreëerd door verhalen in verhalen te vertellen. De mens speelt een verscheidenheid aan rollen in zijn leven. De theosofie veronderstelt dat de evolutie van de mens, de microkosmos, analoog is aan die van het Heelal, de macrokosmos.

Het iteratief/recursief proces legt de link naar de chaostheorie, lees systeemtheorie. De zelfgelijkvormigheid wordt door de spiegelsymmetrie tot uitdrukking gebracht.

Het Ether-paradigma en het 5D-concept worden naast elkaar gebruikt en passen in het 5Ddenkraam van de Bewustzijnsschil. Het Ether-paradigma heeft als vertrekpunt de materie, elektromagnetisme, de relatieve ether van René Meijer. Het 5D-concept belicht de 5e Dimensie vanuit een filosofisch perspectief. Het is net als met Geest en Lichaam, hemel en aarde, Zo boven, Zo beneden, top down en bottom up, deductief en inductief. Het zijn de twee complementaire kanten van een medaille, die beide de kwintessens (Akasa) tot uitdrukking brengen. Of met andere woorden het Ether-paradigma begint bij 4 en eindigt bij 5 en het 5D-concept begint bij 5 en eindigt bij 4 (‘De slinger van Foucault’).

In het rapport ‘E i V’ staat niet de discussie ‘Geest of Stof’, 'Aristoteles of Descartes', what’ s in a name centraal, maar de (reciprociteit) tussen beide,

Aether (Akasha-veld) staat voor de 5e Dimensie, de kwintessens. In het rapport ‘E i V’ staat niet de discussie ‘Geest of Stof’, 'Aristoteles of Descartes', what’s in a name centraal, maar de wederkerigheid (reciprociteit) tussen beide. Het 'en-en'/'of-of' mechanisme (Dichotomieën, lees Complementariteit) representeert de spirituele dimensie van onze ziel, de kwintessens. Of anders gezegd het in de mens ingebouwde 'en-en'/'of-of'-mechanisme (Alles divergeert en moet ook weer convergeren) heeft op het verschijnen en verdwijnen, de leer van voortdurende vernieuwing betrekking. Voor fotonen geldt hetzelfde als voor neutronen, molecule, synapsen, gedachten en gevoelens ze verschijnen en verdwijnen.
Volgens verschillende religieuze en metafysische theorieën overstijgt het wezen van het bestaan de fysieke wereld. Kennis, het absoluut weten heeft op de categorieën van alles betrekking. Het is mogelijk oude inzichten aan nieuwe inzichten te toetsen. Uiteindelijk blijkt dat er niets nieuws is onder de zon.

In tegenstelling tot Engeland, Denemark, Noorwegen en Zweden heeft Nederland geen staatskerk waar de koning de scepter over zwaait.

Om ether, het ‘en-en’/‘of-of’-mechanisme te duiden wordt in het rapport ‘E i V’ van de begrippen dualiteit, dichotomie en complementariteit gebruik gemaakt. Dichotomieën representeren paren van tegenstellingen. Het thema Egospelletjes en Unificatietheorie komt in de De Bhagavad Gita uitgebreid aan de orde. Er is niets nieuws onder de zon.

Elke medaille heeft twee complementaire kanten, die door de spiegelsymmetrie, het projectiemechanisme tot uitdrukking wordt gebracht. De eenheid der tegendelen is het basisingrediënt in het rapport ‘E i V’. De eenheid der tegendelen brengt echter ook een tegenstelling tussen twee polen, de keerzijde tot uitdrukking.

In verband met de zichtbare en onzichtbare tijdruimten (eonische) spreekt Ervin Laszlo over De ontbrekende massa.

De twee domeinen van de werkelijkheid – het domein van de actuele entiteiten (het ‘ruimtetijddomein’) en het domein van het kosmisch plenum (het ‘velddomein’) correleren met de relatieve respectievelijk absolute ruimtetijd, met de gemanifesteerde en ongemanifesteerde werkelijkheid, met de gebroken symmetrie en de symmetrie.

Marco Iacoboni schrijft in het boek Het spiegelende brein (p. 129):
Samen met de theoretische beschouwingen uit het begin van dit hoofdstuk doen al deze gegevens vermoeden dat spiegelneuronen van belang zijn voor mijn analogie van de medaille met de twee zijden, waarin de ene zijde het zelf is en de andere zijde … eh… de ander.
Het heeft geen enkele zin de twee zijden van een medaille te scheiden.

Voor het ken uzelve staat het natuurlijke zelfreinigende vermogen (zelfregulering) centraal. De regulering van de staat is gebaseerd op wetgeving, daarentegen leggen religies het accent op zelfregulering. Politici die de afgelopen decennia hamerden op derugelering, prediken nu de regulering, bijvoorbeeld splitsen nuts- en zakelijk bankieren.

G.W.F. Hegel: De geschiedenis leert ons uiteindelijk alleen dit, dat de mensen niets uit haar willen leren.
Vrij ben ik, wanneer ik bij mezelf ben.
De moed tot de waarheid is de eerste voorwaarde voor de studie der filosofie.

De illusiecultuur van de aardse trimurti (drie guna’s) is de inverse van de hemelse Trimurti. Banken zorgen voor het scheppen van geld (fractional-reserve banking) en een zakenbank á la Goldman Sachs voor het vernietigen.

De getallen 3 (mannelijk) + 4 (vrouwelijk) = 5 (vijfpuntige ster van leven, Prana). Het pentagram met haar spits naar boven gericht is spiritueel en staat in het occultisme symbool voor de ‘rechterhand’. Discipelen van Pythagoras konden het pentagram in één beweging tekenen. Door de gulden snede-verhouding kun je het symbool tot in het oneindige doortrekken.

Het 5D-concept laat net als de driehoek van Pythagoras , de levensboom en het enneagram zien dat het goede nieuws is dat er een zelfregulerend (zelfgenezend - en zelfeinigend) vermogen in het universum zit ingebakken. Het gaat er om de schijnwaarheden in het leven, de ingebakken clichés te demystificeren.

Maar we moeten er rekening mee houden welk concept of meta-model we ook gebruiken het blijft een onvolledige afspiegeling van de éne werkelijkheid. Of zoals Korzybski stelt: The map is not the territory.

Jan Börger: De Basis van alle cultuur is de ether, d.w.z. de eenheden voorzich gedacht en de eenheden in-een gedacht en dat tegelijkertijd.

Ether herbergt het hele mysterie van onze kleine ziel tot aan de grootste Superziel (anima mundi), ongeacht de religie. Het biedt de mogelijkheid het binaire ‘of-of’ denken te overstijgen. Of met andere woorden het ‘of-of’ denken toont slechts een kant van de medaille. Doordat we voortdurend kiezen zijn we als mens medescheppers (‘trekkermechanisme’) van de werkelijkheid. De samenleving zien als een organisme waar jezelf deel van uitmaakt. De Gulden regel van wederkerigheid door gelijkwaardigheid geldt nog steeds: Wat gij wilt dat u geschiedt doe dat de ander. Dat we kunnen kiezen betekent nog niet dat we alles onder controle hebben. Regeert een politicus als Goddeloze dwaas of als rechtvaardige wijze that's the question.

Universele kennis, de universele wetten zijn complementair aan de natuurwetten.
De belangrijkste Universele Wet is de Wet van Eén, die stelt dat alles in de kosmos met elkaar verbonden is.
De ‘Law of One’ (zoekopdracht: Law) heeft op het verschijnsel karma, de 2e grondstelling van wederkerigheid betrekking.

Lambèrt de Kwant (kies: Artikelen, recensies en links) Loslaten begint al bij de geboorte
Het onderscheid tussen goed en kwaad is volgens Tienke Klein het beeld van de duale wereld waaraan we zo vastzitten en ook moeten loslaten. Door te blijven denken in termen van goed en kwaad en die overtuiging niet los te willen laten, kunnen we soms ook zo verstrikt raken in de waarom vragen. We vinden ook dat het ons eigenlijk niet had mogen overkomen. Maar als we ons meer op onszelf en de essentie richten, overstijgen we die begrippen goed en kwaad.

In de systeemleer staat de ‘4’ voor het terugkoppelingsmechanisme, dat op de invoer, de verwerking en de uitvoer volgt. De hemelse ‘1 2 3’ ontstaat wanneer de aardse ‘4’, het terugkoppelingsmechanisme harmonie creëert. Dit terugkoppelingsmechanisme heeft op de levenskunst, de zin van het leven betrekking. Een tipje van de sluier wordt opgelicht. De driehoek van Pythagoras is nog steeds actueel. De contouren van het ultieme ordeningsprincipe is al millennia bekend.
Tegenover het gemanifesteerde universum, de Tetrade staat de verborgen, ongemanifesteerde zijde, de Triade.

Bij leven gaat het om de entelechie van Aristoteles, de emergente eigenschap zelfgelijkvormigheid. Elke nanoseconde veranderen wij bewust of onbewust de wereld. Door in verbinding te blijven met het zelforganiserend principe, de negentropie, de blauwdruk van het leven is het mogelijk de chaos te bedwingen. In Prigogines ogen was de tijd van de zekerheden definitief voorbij. Meer nog, hij zag onzekerheid als een bron van rijkdom. Daarmee demonstreerde hij een rotsvast geloof in de kracht van de mens. Net zoals Karl Popper noemde hij zich de waarschijnlijk meest optimistische pessimist.

Het transformatieproces, het 5D-concept wordt door de lemniscaat gesymboliseerd. Het creërend vermogen berust op dynamische, universele krachten. Het universele en eeuwige perpetuum mobile, universele krachten zorgen voor balans. De lemniscaat, de band van Möbius verbindt de continu met elkaar afwisselende binnen - en buitenkant met elkaar. Wat binnen is wordt buiten en omgekeerd. De lemniscaat geeft aan dat we niet in een loop (Schizoîdie cq. Schizofrenie) zitten maar met de spirituele energie, de Triade zijn verbonden. Het onmogelijke wordt mogelijk.

Het 5D-concept brengt het niet-weten van Socrates, de 1e grondstelling van de Theosofie tot uitdrukking.

Het artikel Dualiteit in de evolutie: Wanneer deze twee triaden zich verenigen, werken de goden in chaos, de monaden in theos en de atomen in kosmos. Wanneer we iedere triade individueel beschouwen, zien we dat aan de spirituele zijde de goden door de monaden werken, en de monaden door de atomen, terwijl aan de materiële zijde, chaos in theos werkt en theos in kosmos. Het begripsvermogen van de mens verdeelt het gemanifesteerde universum in twee onderling afhankelijke delen: de zonzijde, de geestelijke of goddelijke zijde van de natuur; en de schaduwzijde, het voertuiglijke aspect. De triade van het licht bestaat uit Goden-Monaden-Atomen (De Geheime Leer deel I, p. 606, 675); en de voertuiglijke triade betaat uit Chaos-Theos-Kosmos (De Geheime Leer deel I, p. 373).

We spreken van Triade (synthese in drieën) en Tetrade, de complementering van de drievoud met een vierde tegengestelde. Zo is er dan van de drievoudigheid een viervoudigheid. Creëren van één extra dimensie '3=4', tetraëder. De wisselwerking tussen de linker en rechter hersenhelft wordt aan de hand van de Tetrade toegelicht.

Het volmaakte getal 10 (1 + 2 + 3 + 4) wordt in de metafysische wereld verzinnebeeld door de 4 of de Tetraktys. Het laat zien dat er aan de wereld van de eeuwig wederkerende verschijnselen (Aldous Huxley: ‘perennial’, Friedrich Nietzsche: ‘ewige Wiederkehr’), een eeuwige natuurlijke ordening, een blauwdruk, een bepaalde natuurconstante? ten grondslag ligt. De Triade vormt de natuurlijke eenheid en de Tetrade vormt de natuurlijke selectie. Bij levensprocessen gaat het om de natuurlijke eenheid en de natuurlijke selectie, namelijk om de Weltstoff van Teilhard de Chardin, de memen van Richard Dawkins, de geest-substantie Swabhâva (Mind stuff) in de Theosofie.

Gerrit Teule start zijn gezichtspunt vanuit de hardware. Het rapport ‘E i V’ vertrekt daarentegen ook vanuit de 'mentale software' (Geert Hofstede), het 5D-concept, namelijk de doelmatige ordening van de informatievoorziening.
De Booleaanse logica vormt de basis van de moderne digitale computerlogica. Booleaanse algebra bestudeert algebraïsche structuren met de logische operatoren AND (en), OR (of) en NOT (niet). Deze operatoren zijn direct gerelateerd aan de begrippen doorsnede, vereniging en complement uit de verzamelingenleer.

Pythagoras denkt in klassen, groepen, categorieën, verzamelingen. Pythagoras toont net als Ervin Laszlo en Ken Wilber een integrale denktrant. De unificatietheorie bevat het kader voor de hoofdroute. Het laat zien hoe klasseverschillen in deze tijd kunnen worden opgelost.

De verborgen 5e Dimensie, de verticale as, Axis_mundi, de Staf van Hermes, de staf van Mercurius, Sutratman, draad van Ariadne, Caduceus, Esculaap, de kosmische Lichtzuil en ook de Middenzuil van de levensboom. De Staf van Hermes wordt beschouwd als de sleutel en de weg van persoonlijke (spirituele) ontwikkeling.

Het is mogelijk ons weer met de oerbron te verbinden. Een voorwaarde voor de holos-beschaving is om de artificiële illusionaire geschapen twee-eenheid (Dualiteit), Religie en Wetenschap opnieuw met elkaar te verenigen. Biologen hebben zeker gelijk wanneer ze culturen vergelijken met plantaardige organismen, die opbloeien, rijpen, verwelken en tenslotte afsterven. De fase waarin Nederland zich bevindt begint al duidelijk minder fris te ruiken.

De overlevingsstrategie, survival of the fittest heeft op goed en kwaad, de grondbeginselen van de ethiek die nooit veranderen betrekking. Binnen de zeer lange tijdperken van de mensheid zijn er voortdurend opkomende en neerdalende perioden van wijsheid (dwaasheid). De dwaasheid wint het op dit moment van de wijsheid.

Het Bewustzijns Besturings Model van Jules Ruis maakt van vier gezichtspunten gebruik. De diapresentatie (2.1) laat zien dat van de besturingscyclus ‘Plan – Do – Check – Act’, de behoeftenhiërarchie van Maslow en de Kernkwaliteiten van Daniel Ofman gebruik wordt gemaakt. De Fractal-organisatie (4.) past tevens het cultuurdiagram van Harrison toe. Hoofdstuk 13: De cultuur in een organisatie is het geheel van waarden en normen, opvattingen en gedragingen van de medewerkers. Het betreft tevens de stijl van leidinggeven in een organisatie. In de fractal-organisatie brengen we de cultuur tot uitdrukking in de 'kleur' van de fractal. We onderscheiden in lijn met de indeling volgens Harrison vier dominante culturen: de blauwe machtscultuur, de rode persoonscultuur, de gele rolcultuur en de groene taakcultuur. Het gehele kleurenpallet doorloopt een vaste 'regenboog'.

Zie ook

Externe Links

<< vorige || volgende >>

Categorie: Artikelen | Rapport | Auteurs: Harry Nijhof & Rene PBA Meijer


Deze pagina werd sedert 16 dec. 2007 keer bekeken.