De
drie kwaliteiten met betrekking tot iemands verzaking,
offers en voedsel
(1)
Aily
zei: 'Hij die van zich afzet wat er in de geschriften
staat voorgeschreven maar, wel van geloof zijnde, van
eerbetoon is, bevindt hij zich, Adri, nu in goedheid
of is hij anders van de hartstocht of de
onwetendheid?'
(2) De
man van het geluk zei: 'Het geloof dat de belichaamde
erop nahoudt doet zich, afhankelijk van ieder zijn
geboorte, voor in de drie vormen van de goedheid, de
hartstocht en het niet-weten; verneem van mij ook over
hen. (3) De ontwikkeling van iemands geloof is een
kwestie van bewustzijn31,
o zoon van de Veelendynastie; de persoon is geheel en
al dat geloof en is, met een dergelijk geloof behept,
aldus zeker van zichzelf. (4) Zij die van de goedheid
zijn houden het goddelijke in gedachten, in de
hartstocht is men geneigd voor het demonische te
zwichten en mensen die van niks weten wijden zich aan
de geesten der overledenen en aan spoken en
dergelijke. (5-6) Die personen die, daartoe aangezet
door de dwingende macht van de lust, op het ego
gericht vol van eigendunk bezig zijn met
boetedoeningen die met geweld worden doorgedreven en
die niet in de geschriften staan voorgeschreven, zijn
zonder twijfel van een duistere overtuiging; zij die
het lichaam aantasten in zijn materiële
integriteit hebben het helemaal bij het verkeerde eind
wat betreft mijn persoon die benevens henzelf zich ook
in dit lichaam ophoudt.
(7) Zoals
ook
het voedsel
dat men nuttigt er in drie soorten is, zijn er
eveneens drie soorten van liefdadigheid, offeren en
boetedoening; verneem nu van mij over deze
verschillen.
(8) Voedsel
dat bevorderlijk is voor de levensduur en iemands
wezen zuivert, kracht, gezondheid en bevrediging
schenkt, en dat sappig, rijk, voedzaam en het hart een
genoegen is, is het voedsel waar degenen van de
goedheid de voorkeur aan geven. (9) Bitter, zuur,
zout, te heet, met een luchtje, uitgedroogd en
verbrand is het voedsel van degenen die in de
geaardheid hartstocht verkeren; het maakt ongelukkig,
ellendig en ziek. (10) Dat wat te lang gekookt heeft,
nergens naar smaakt, slecht ruikt, uit elkaar valt,
een kliekje is overgebleven van een voorgaande
maaltijd en waar onzuiverheden in zitten, is het soort
voedsel dat de onwetenden lief is.
(11) Een
offer dat volgens de voorschriften van de heilige
boeken wordt gebracht door zielen die, vrij van
baatzucht, daarin tewerk zijn gegaan met een verzonken
geest, is van de goedheid. (12) Maar dat offer dat
verricht werd uit ijdelheid en met het verlangen naar
een bepaald voordeel o leider van de lijn der Veelen,
ken dat offer als zijnde van de hartstocht. (13) Welk
offeren ook gedaan in weerwil van de regulerende
beginselen, zonder dat er voedsel werd uitgedeeld,
zonder dat er lof gezongen werd, zonder dat er
schenkingen gedaan zijn en zonder geloof uitgevoerd,
moet beschouwd worden als offeren in de geaardheid
onwetendheid.
(14) Als
men in reinheid, oprechtheid, celibaat en
geweldloosheid van respect is voor hen die van God
zijn, voor hen die tweemaal geboren zijn, voor de
leraren van het principe en voor de wijzen, spreekt
men van verzaking in de zin van fysieke handelingen.
(15) Wat betreft de stem bestaat de verzaking, zo zegt
men, uit waarachtige, aangename en goedgunstige
woorden die niet aanvallend zijn en die in een
standvastige praktijk ontleend zijn aan het bestuderen
van de boeken der spirituele wijsheid. (16) Verzaking
van de geest heeft betrekking op een geest die
getraind is in sereniteit, goed is van vertrouwen, en
ernstig zelfbeheerst en van zelfcorrectie
is.32
(17) Deze drievoudige verzaking33
die vrij is van het verlangen naar een zeker
voordeel, wordt opgebracht door mensen met geloof in
het transcendentale en is van de goedheid zo zegt men.
(18) Verzaking die in deze wereld wordt opgebracht om
te worden gerespecteerd, geëerd en aanbeden, en
die aldus ijdel is, is, onstabiel en tijdelijk als ze
is, van de geaardheid hartstocht zo stelt men. (19)
Verzaking die dwaas uitgevoerd wordt met de bedoeling
zichzelf te kwellen of anderen kwaad te doen, is, zo
zegt men, van de geaardheid onwetendheid.
(20) Dat
wat in liefdadigheid wordt geschonken als een gift
zonder er iets voor terug te verwachten, op de juiste
plaats en tijd en aan de juiste persoon, is een vorm
van liefdadigheid die men acht als zijnde van de
goedheid. (21) Maar dat wat gegeven werd met een of
andere tegenprestatie in gedachten en met een bepaald
resultaat op het oog of met een zekere wrok, is een
vorm van liefdadigheid die men beschouwt als zijnde
van de hartstocht. (22) Liefdadigheid zonder respect
en de juiste aandacht, gegeven op de verkeerde plaats,
de verkeerde tijd en aan personen die het niet
verdienen, beschouwt men als zijnde van de
onwetendheid. (23) Met 'AUM, dat,
ware'34,
wordt het drievoudige van het allerhoogste aangeduid;
deze woorden worden sinds mensenheugenis gebruikt door
tweemaal geborenen bij zowel hun offers als bij de
heilige boeken van de gebeden en de lofzangen. (24) Om
die reden duidt de lettergreep Aum altijd het begin
aan van het uitvoeren van de offers, de liefdadigheid
en de boetedoening van de transcendentalisten die
overeenkomstig de voorschriften tewerk gaan. (25) Het
woord 'dat' wordt, door hen die naar bevrijding
verlangen, in dit verband gebruikt ter aanduiding van
het niet op enig resultaat uit zijn met de
verschillende handelingen van het offeren, boeten en
liefdadig zijn. (26-27) Het woord 'ware' wordt
gebruikt om uitdrukking te geven aan de aard van het
allerhoogste zowel als aan de toewijding voor het
allerhoogste in de onderling overeengekomen
handelingen, o zoon van Elles. Zo wordt dan in het
geval van offers brengen, boete doen en liefdadig zijn
het woord 'ware' gebezigd om zowel de handelingen in
kwestie als het absolute van de waarheid aan te
duiden. (28) Als men een of ander offer brengt, op
deze of gene wijze doneert, of als men van een
bepaalde vorm van boete is, is men helemaal verkeerd
bezig als men tewerk gaat zonder er enig geloof aan te
hechten, o zoon van Elles; om op deze wijze te
handelen in ongeloof heeft noch hier, noch in het
hiernamaals enig nut.'