musicbutton





 

 

 

VADERTJE TIJD: DE ANALYTISCHE CONCLUSIE

Een verslag in 1991 uitgebracht aan P. Vroon, Prof. in de experimentele psychologie, over het Tijdsysteem.

Door: Drs. R.P.B.A. Meijer

 

Dit verslag vormde de basis voor het boek 'De Spiegel van de Tijd' en het
bouwen van deze website. Het werd destijds aangeboden aan minister Dales
en ligt in de archieven van het ministerie van Binnenlandse zaken.
Ook werd het gepresenteerd op de
'
International Conference on Health and Spirituality' te Poona, India sept 1992.

 

 

******************************************************************

INHOUD:
HET PROBLEEM

DE FEITEN

DE ANALYSE

BELEMMERINGEN EN OPLOSSINGEN

Economische aspecten

De weerstanden

De media

De gevolgen

SLOT

 

******************************************************************

 

Enschede, 4 juni 1991.

Geachte Professor,

Na lang nadenken heb ik besloten mijn verzet op te geven mij te onthouden van het doen van een schriftelijk verslag. Om u te helpen herinneren, ik ben de psycholoog die u kwam opzoeken i.v.m. de problemen die we zouden hebben met de tijdfilosofie of het tijdsysteem zoals dat nu functioneert. Onze kontakten zijn blijven steken in de verwijzing naar het boek 'Time Wars' van Jeremy Rifkin. Ik hoop dat het u inmiddels bereikt heeft, ookal is het verhaal mijns inziens niet helemaal bevredigend. Een aantal inzichten blijft onbesproken en, zoals zo vaak, ontbreekt een nuchtere conclusie die tot aktie leidt. En wat is dan het nut van onze ondernemingen? Probeemanalyses zonder praktische suggesties zijn niet volgens de leer zoals ik hem begrepen heb. Ookal heb ik een hekel aan eindeloos theoretiseren, het voorbijstreven van het gesproken woord, het toevoegen aan 'heilige' geschriften, en het doen van werk waar anderen reeds voor zijn aangesteld; acht ik het toch noodzakelijk te schrijven. Ik kon het moeilijk accepteren dat u niet mijn bezorgdheid leek te kunnen of willen delen, terwijl in het vis à vis-gesprek u wèl met eigen ideeën kwam. U reageerde toen positief wat betreft de mogelijke voor- of nadelen van een bepaalde positie binnen een tijdzone. Ik hoop dat u zich dit nog kunt herinneren. Maar, no bad feelings, misschien dat u me ermee op dit paard hebt willen zetten. Dus, zo helpe mij God almachtig, zet ik mij aan de taak om met alle goedheid die in me is voor u mijn visie op papier uiteen te zetten.

 

 

I. HET PROBLEEM

Om met de deur in huis te vallen: mijns inziens is de klok verouderd. Er bestaan reeds in Duitsland radiogevoelige horloges die zichzelf op een atoomtijdsignaal corrigeren. Er bestaan ook reeds, zij het nog niet wereldomspannend, navigatiesatellieten. Deze twee zaken op elkaar afgestemd, hetgeen volgens Prof. Bouma van het Nat.-lab van Philips, geen onoverkomelijk technisch probleem vormt, kunnen tezamen zorgen voor een wetenschappelijk verantwoorde tijdmeting. De vraag is: is dit nu nodig? En zo ja, is dit een haalbare zaak? Mijns inziens is het niet alleen technologisch en politiek haalbaar, maar ook noodzakelijk onze samenleving op een zo wetenschappelijk verantwoorde manier als mogelijk is te organiseren. Niet alleen vanwege de noodzaak van de rede en de objectiviteit, maar ook vanwege de noodzaak van validiteit of geldigheid en de waarheid i.h.a.. Per slot van rekening is de liefde voor de waarheid het enige dat onze 'vrije' wereld bijeenhoudt, voor zover het de eer van de, voor ons Koninklijke, Academie der Wetenschappen betreft. Ik zet het woordje vrij tussen haakjes omdat alleen de totale chaos echte vrijheid genoemd kan worden. En daar hoef ik niet voor te pleiten.

Liefde voor de waarheid houdt m.i. liefde voor de natuurlijke orde in. In ieder geval natuurwetenschappelijk zou de zaak toch in orde moeten zijn. De kritiek luidt dat ons huidige systeem, het tijdsysteem, een gepolitiseerde en vercommercialiseerde aangelegenheid is waarin de mens als een verwilderd cultuurbeest, behept met alle denkbare slechte eigenschappen doelloos kan rondwaren. Niet alleen traditionele waarden en gebruiken staan op de tocht, God behoede ons Koninkrijk, maar ook het zelfrespekt van de Academie. We kunnen m.i. niet volhouden dat het voor ieders eigen rekening en verantwoordelijkheid zou zijn als er iemand, of een natie, het slachtoffer is van de 'moderne' tijd. We staan nog altijd samen ergens voor in.

Neen, laten we nu maar eens beweren dat het een, in negatieve zin, ouderwetse tijd is waar we mee bezig zijn. Een lappendeken van compensaties, noodmaatregelen, dwaasheden e.a. al dan niet wetenschappelijke, psychofysiologische complexen waar we zo langzamerhand, de cinema inbegrepen, toch wel op uitgekeken zouden mogen zijn. Eerlijk is eerlijk, we kunnen er niet naar streven het probleem terwille van de studie te handhaven, een materieel begunstigde en beschermde elite alsmaar kleiner te maken of in groei te belemmeren en de chaos, het risico en de vergeestelijking aan de massa's of 'vreemde' volkeren, over te laten.

Het is zo dat natuurlijke entropie steeds weer tot culturele chaos leidt. Maar om met Thomas Kuhn te spreken: het is ook een evolutie van denkmodellen waarin, steeds weer opnieuw, we tot orde komen zoals een slang van huid verwisselt. Ik spreek met opzet niet van een revolutie maar van een evolutie. Het gaat om een natuurlijke ontwikkeling die wij, mensen met een wetenschappelijke verantwoordelijkheid, moeten respekteren. Is het geen drama om 'iedereen' decennia lang, zoniet eeuwen, de revolutie te zien kraaien terwijl de enige ware revolutie concreet, de dynamische beweging van de zich door de ruimte wentelende aarde is? Bij iedere zonsopkomst is er weer een nieuwe revolutie van de aarde 'uitgebroken'. Is het geen drama om de Godganse wetenschappelijke commune zich te zien uitputten in het, terwille van tussenoplossingen, compensaties of gewoon om te concurreren, nieuwdriftig volschrijven van bibliotheken, waar geen mens meer het overzicht over kan houden, of naar behoren respekt voor kan hebben? Iedereen wil graag orde op zaken stellen, maar moeten we niet gewoon eens de trend der modernisering in acht nemen en een verouderd tijdsconcept de laan uitsturen? Me dunkt dat dat heel wat rust zal geven.

 

 

II DE FEITEN

Isaac Newton definieerde de tijd als dynamisch, bepaald door de complexe beweging van onze planeet. Feit is echter dat deze dynamiek nooit naar behoren in de praktijk is gerespekteerd. Tot 1800 liepen de klokken niet bijster nauwkeurig en zal het moeilijk geweest zijn zich bijgevolg van het juiste tijdstip van de ware middag te vergewissen ( zie: D. Draaisma, 'Het Verborgen Raderwerk', voor een korte geschiedsbeschrijving van de klok). In Arabië heeft wel een dergelijke gewoonte opgeld kunnen doen, maar is men nooit verder gekomen dan een gecentraliseerd concept van de zonnetijd, de ware tijd. In Perzië (Iran) en India heeft men ook een eigen centrale tijd, de gemiddelde plaatselijke tijd PT, die afwijkt van de normale zonetijd. Normaal wil zeggen: naar de grilligheid der naties gedeformeerde zones die op het oostelijke halfrond, om mij onbekende redenen, een uur verschoven zijn. Over de tijdmachine is onverschilligheid gaan ontstaan. Het was per slot van rekening ons eerste mechanische zorgenkind, onze eerste trots waar je niet te kritisch over moest zijn.

Er zijn wel wat gebreken in de opvoeding van die machine geslopen. Toen rond 1800 de machine behoorlijk nauwkeurig begon te lopen was de trots zo groot dat het scheen alsof de zon afweek van de klok i.p.v. andersom. Neen, de klok liep absoluut regelmatig, daar was niks mee aan de hand. Er ontstond een hele cultuur van tierelantijnen om het apparaat te verfraaien i.p.v. het te verfijnen en te voorzien van een correctiemechanisme dat de overeenkomst met de objectieve werkelijkheid van de tijd, zoals Newton die gedefinieerd had, zou garanderen. I.p.v. een natuurlijke, natuurwetenschappelijke, gevalideerde tijd, ontstond er een cultureel concept: een rigiditeit (rigide tijd). Het hinkelen op het ene been van de betrouwbaarheid verdrong de waarheid van de noodzaak van het andere wetenschappelijke been: de validiteit. Het wordt echter nog steeds normaal gevonden om de tijd aan te zien voor een regelmatige opeenvolging van objectieve, werkelijke gebeurtenissen. Zo is de halve waarheid ook, maar met de klok betekent dat dus niet een in gelijke partjes verdeelde dode sequentie van 24 uur, zoals de gewoonte werd. Zo werkte het in de praktijk niet, en zo zal het hopelijk ook niet blijven.

De misvatting dat de tijd rigide zou zijn schoot wortel. Met deze veronderstelling sloop er onwaarheid in de communis opinio hetgeen de bestuurlijke consensus en de algemene geestelijke gezondheid, niet ten goede kan zijn gekomen. Een periode van een uur rekt en krimpt subtiel, en met maximaal 14,5 seconde/dag is dit 0.6 seconde per uur, afhankelijk van de tijd van het jaar. Dàt is de waarheid (zie tabel tijdvereffening 'equation of time' in de Encyclop. Britannica, niet te verwarren met die in Brock's Encyclopedie die, geheel typisch voor de verwarring over dit onderwerp, op de kop staat afgebeeld). Het is te vergelijken met het vertragen en versnellen van een pianist die iets voorspeelt. Het tempo blijft - over een jaar - constant maar er wordt 'leven' in gebracht. De tijd is uit praktische overwegingen die nu niet meer gelden een politiek en commercieel concept geworden, gebaseerd op het bevestigen van de valse zekerheid van een gemiddeld middagtijdstip, een rigiditeit of materialistisch concept met een namaakstabiliteit, dat nu weinig meer te maken heeft met de objectieve natuurlijke werkelijkheid van de stand van de aarde t.o.v. de zon. Nu zou je kunnen zeggen: no problem stap eruit zoals je uit je jas, vergeet de machine. Maar dan vergeten we dat het politiek-economisch concept juist voor de mensen met maatschappelijke verantwoordelijkheid de zelfhypnose is waar we niet zomaar uit kunnen stappen. Het is het leidinggevende ego dat voor iedereen de dienst uitmaakt. Resultaat is dat er een zekere onbewuste aversie of 'agressie', met bijbehorende, 'doodsangst en neurose', tegen de klok is ontstaan en we er enorm onverschillig mee zijn gaan sollen, zonder nog te snappen waarom 'leven met de klok' een zo tegennatuurlijke affaire is, een cultuur-natuur konflikt.

Met de twintigste eeuwse onverschilligheid over de klok, vroeger nog geëerd als de representant van God's orde op aarde, zijn een aantal zeer ernstige problemen ontstaan. Er is een soort cultureel 'broeikaseffekt' ontstaan waarin we gevangen zitten en de controle lijken te hebben verloren over onze relatie met de natuur. Met het milieu-technologisch thema van de 90-er jaren, om onze relatie met de natuur te zuiveren, mogen we deze invalshoek wel eens serieus in overweging nemen. Een bespreking van de verschillende socioculturele aspekten van het tijdsconcept vindt u bij Rifkin. We kunnen niet zeggen dat we een bewuste hekel aan de (tijd)machines hebben gekregen. Integendeel, er is een soort dwaasheid ontstaan waartegen ministers, mediapredikanten e.d., ware en wanhopige oorlogsverklaringen opstellen. Maar een systeem zichzelf laten veranderen is niet makkelijk. Systemen bevestigen zichzelf en de objectiviteit ben je gauw kwijt.

 

 

III DE ANALYSE

Ik wil het laten bij een analyse van de psychologische faktoren. Begin van de 18e eeuw begon de klok te dienen als de heerser over de arbeid. Een vorm van vals gezag, en zelfs gezagsmisbruik, waar we nu nog een eenzijdige definitie van het begrip arbeid aan hebben overgehouden. Het gewone natuurlijke burgerleven raakte verstoord. Arbeid of werk bestaat nu politiek uit een salaris krijgen en niet uit zinvol dienstbaar zijn per sé. Integendeel, werken op deze manier zou wel eens zinledig en destructief kunnen zijn. Aldus is er een splijting ontstaan in de psyche tussen geestelijk werk, thuiswerk en vrijwilligerswerk enerzijds en het 'geldcircuit' anderzijds. Dit heeft de maatschappelijke verhoudingen niet veel goed gedaan. Met het verschijnen van de klok in de kerktoren in de 14e eeuw, splitste de kerk alras op met wederzijdse beschuldigingen van vals gezag, en met de industriële revolutie verloor ook de adel goeddeels zijn greep, zodat we alles tezamen met een in politieke groeperingen verdeelde democratische machteloosheid worstelen. Ook de relatie tussen man en vrouw werd door deze splitsing veel geweld aangedaan.

De problemen met de tijdmachine werden pas echt wereldwijd toen eind 19e eeuw de electromagnetische definitie van de tijd (Maxwell) opgeld deed. Door de ontwikkeling van de spoorwegen begon het op te vallen dat de klok de dynamiek van onze cultuur niet kon volgen. Het ding corrigeerde zich niet alleen niet naar de ware middag, ze was ook niet in staat zichzelf te corrigeren als je ermee op reis ging. Dat was lastig en dus werd ons gezaghebbend zorgenkind eventjes aan onze nieuwe en van toen af electromagnetisch bepaalde cultuur aangepast. In 1884 werd Amerika opgedeeld in tijdzones. Later in 1940 kwam Hitler de Hollanders mededelen dat ze de Amsterdamse tijd vergeten moesten i.v.m. de 'handel en het verkeer', en dat ze nu maar de tijd van ± Berlijn op de klok moesten zetten. En zo is dat, in de winter, nu nog zo. In de zomer zitten we zelfs met de plaatselijke tijd van Leningrad [nu Petersburg].

Dat de opkomst van dit electromagnetisch concept van de tijd samenviel met de opkomst van de psychoanalyse en de psychologie, zal niet geheel op toeval berusten. De hogere klasse verloor haar zelfbeheersing. Vrouwen werden hysterisch, want steeds meer deden wilde emoties in de cultuur van de romantiek zich gelden; de klassieke optie was reeds 'verspeeld' of 'verouderd'. Zelfs Freud had last van flauwtes als Jung experimenteel collectief bewust symbolisch en 'alchemistisch' het vaderlijk (...) gezag het hoofd bood. ('Het huwelijk is een vrijbrief voor overspel', was een uitspraak van Jung). Freud klaagde over het opkomend tij van het Es, de brute krachten, over hoerenfantasieën toen hij in Amerika arriveerde, en tenslotte bezweek hij op de vooravond van het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Met de eerste wereldoorlog was de Duitse adel reeds knallend ten onder gegaan, nu moest ook de gegoede burgerij de eer 'verkondigen' en komen zeggen 'hoe laat' het was. Al met al een soort Babylonische spraakverwarring van de tijdmelding dus. Napoleon, de antichrist van de gemiddelde middag (a mean affair) voorop en recentelijk Saddam Hoessein als Nostradamus' vroegtijdig mislukte, derde antichrist van de chronische zomertijd, als sluitstuk. Zo noemen we ons 'spel' het communisme, we noemen het imperialisme; de conclusie is: het is niet je eigen tijd.

In het naoorlogse spreken we van een compensatiecultuur en van decompensatie als de 'wilde natuur' van het 'onderbewuste' de overhand krijgt. De dwangbuis ontwikkelde zich tot een spelletje schaak met de biochemie van het lichaam en zelfs tot een electromagnetische dwangbuis in de vorm van de t.v. Met een wandelingetje op de maan hebben we de limiet der redelijkheid toch wel bereikt zou je zo zeggen. Prof. Duiker vraagt zich in de 'problematische psychologie' af 'wat de aard van deze discipline zou kunnen zijn'. En, inderdaad, laten we ons er eens op bezinnen. De wetenschap is zo langzamerhand rijp voor het theater. De hele wereld een gekkenhuis en God is de direkteur. Zo hoeft het ook niet.

Dus laat ik me houden aan de praktijk van Freud, dat elkaar laten uitspreken terwille van een goede analyse ons de weg zal wijzen. Om in zijn termen te vervolgen: de getiktheid op elkaar te projekteren lijkt op het, met de valse trots en grofheid der technologie, verdringen van wat de eigenlijke waarheid was van ons technisch onvermogen met wat werkelijk getikt is: de vader der machines, de klok zelf die pretendeert de waarheid van de objectieve tijd in pacht te hebben.

De moderne wetenschap der chronobiologie houdt ons het plaatje voor van een natuurlijke werkelijkheid die bestaat uit een ritmische fuga waarin alle leven harmonieert in het licht van de zon - in het donker raken we van slag. Behalve wij dan; noch van de zon, noch van het duister raken we van slag, want wij hebben electrisch licht, een electromagnetische tijd, en zelfs een electroshockbehandeling en de electrische stoel voor diegene die de zelfbeheersing verliest. Het is normaal midden (?) in de nacht naar bed te gaan en het vroege opstaan aan de vogeltjes over te laten. Een mooi zooitje, zou onze overgrootmoeder zeggen.

Om op het thema van de psychiatrie voort te borduren: de oriëntatie in tijd en ruimte wordt als essentieel gezien voor een goede geestelijke gezondheid. Wat betreft de materie is er ook niets anders dan de z.g. tijdruimte. En zonder die tijdruimtelijk gedifferentieerde materie heeft het geestelijke ook niet veel zin. Nu wil het geval dat de mens twee hersenhelften heeft die geneigd zijn zich te specialiseren naar enerzijds ruimtelijke (z.g. parallelle) zaken en anderzijds tijdgebonden (z.g. seriële) zaken. Een heilige zal er niet zo'n last van hebben wellicht maar een normaal mens is geneigd te leven naar een overeenkomstige taakverdeling tussen man en vrouw. Zoals gezegd: het moderne beproeft deze natuurlijke verhouding, deze hemisferische specialisatie nogal. In concreto heeft het culturele tijdsconcept, het z.g. mannelijke in de mens, nog maar weinig van doen met het natuurlijke, objectieve tijdsconcept van de eigen materie van lichaam en bezittingen, het z.g. vrouwelijke in de mens. We zitten dus met een z.g. schizoïde, in de natuurlijke identiteit gestoorde 'cultuurneurotische' mensheid. Verstand is vervreemd van het hart, tijd van plaats, manlijk van vrouwelijk, sociaal van individueel, etc., etc..

Met deze schizoïde toestand van vervreemding zou je kunnen zeggen dat we niet meer echt aanwezig zijn, niet echt goed tot een in de tijd gecoördineerde samenwerking komen. Politiek droogzwemmen dus e.d. We kunnen werken met het idee dat het tijdsconcept de definitie van de werkelijkheid behelst in alle opzichten van de individuele, materiële, nationale, culturele, lokale identiteit van de mens. Willen we nu internationaal politiek hout snijden en onze 20e eeuwse 'identiteitsproblematiek' overwinnen, dan zal het op logische gronden onvermijdelijk zijn de tijdmachine verder te ontwikkelen.

Het bevorderen van een wetenschappelijke tijdidentiteit die de natuurlijke materiële werkelijkheid van de mens tot zijn recht doet komen, is niet in tegenspraak met religieuze voorschriften. Zowel bij de Hindoes als bij de Moslims wordt veel aandacht besteed aan de goddelijke aard van de tijd, het zonlicht en de natuur. Ik zal daar hier verder niet op ingaan om ongewenste prediking te voorkomen. Het christendom heeft een wat terughoudender relatie met de wetenschap ontwikkeld om het 'Romeinse' in ons het hoofd te kunnen bieden. Maar zonder twijfel zal het worden toegejuicht als het valse gezag van de klok in het bijzonder en de hartstocht voor de machine i.h.a. wordt teruggedrongen en op God's natuur wordt afgestemd. Er is gewaarschuwd voor valse profeten en daartoe zou je de klok zelf, en de valse tijdpretentie en dominantie van de t.v. en andere apparaten, ook wel mogen rekenen.

Poëtisch samengevat:

"We hebben de tijd gedood,
We hebben hem verafgood,
nu zeggen ze God is dood,
en dreigt voor ons de goot
het was een hele knal,
het was een diepe val,
en terug naar de natuur dat zal...
de klok moeten voor ons al".

Engels:

We have killed the time,
Idolatry sublime,
They say God is dead and 'mine'
We seem to have to pay the fine.
It was a full big blow,
A deep fall for the show,
And back to nature we know,
The clock must for us go.

Als we ons voor ogen houden dat de bedoelde evolutie van de tijdmachine een nuchtere validering, een verfijning inhoudt, terwille van onze relatie met de natuur, zonder er verder morele lessen aan te verbinden, zal de onderneming slagen.

 

 

IV BELEMMERINGEN EN OPLOSSINGEN

Wat de modernisering van het tijdsysteem betreft zitten we met een aantal moeilijkheden die een belemmering vormen op weg naar een 'nieuwe wereld' of een 'nieuwe mens', waarmee slechts een meer natuurlijke wereld en mens worden bedoeld. Dit zijn

1) De grofheid en het onverstand der economische motieven en verhoudingen,
2) De psychologische/politieke weerstand binnen het bestaande tijdsysteem tegen innovatie.
3) De media.
4) Mogelijke gevolgen voor de samenleving.

Ik zal in het hiervolgende proberen deze problemen nader te omschrijven en proberen duidelijk te maken hoe de beoogde vernieuwing in werking zou kunnen treden.

 

1) De grofheid en het onverstand der economische motieven en verhoudingen.

Tijd is een commercieel geëxploiteerd artikel geworden. Tijd is geld. Deze filosofie bestaande uit economische overwegingen beheerst het moderne denken. Maar het belang van het geld kan niet wegnemen dat de meerderheid van de bevolking niet meer zo hoeft te denken. Met de sociale zekerheid, het 'staatsinkomen', of de 'aanpassingsbekrachtiging', speelt geld zelfs existentieel geen rol meer, het gaat dan meer om de 'zelfrealisatie'. Het is een minderheid, de z.g. beroepsbevolking, die geneigd is zo te denken. Die beroepsbevolking is nergens zonder de back-up van de massa. Het zijn niet alleen de klanten, maar ook de familieleden en geloofsgenoten. Het moet toch luiden: "Rijkdom is de last van de adel en armoe de zaligheid der geestelijken". Het is typisch voor onze moderne visie dat we m.n. internationaal met het geld ietwat megalomaan gestoord zijn geraakt met de teloorgang van het instituut van de adel. De natuurlijke rust der intermenselijke verhoudingen lijkt zoek. Het is een begeertige nieuwdrift die de mens tracht te verleiden en doet voorkomen alsof dit ene opwindende aspekt het hele leven zou zijn: het hele moderne jachtinstinct van hebben, krijgen, veroveren, concurreren etc. De basis is nog altijd de objectieve werkelijkheid van de buiten fluitende vogeltjes die alle tijd van de wereld hebben, gewoon leven dat voor de eeuwigheid de orde van de natuur staat te bloeien. Een psychiater zou zeggen dat we gedreven worden door doodsangst, een drift die ons juist de dood injaagt i.p.v. ons bewust te zijn van het belang van een rustig overzicht. Wanorde en haast behoren niet tot de idealen van het efficiëncystreven. Een organisatie werkt goed en gladjes als alles op orde is en er geen overhaaste besluiten worden genomen. Haast maakt meer kapot dan de drankfles zou willen toegeven. Rustig alles goed opbouwen is nog altijd het degelijke ware werk.

Maar zie nu eens, de dag is 's zomers langer, en ookal konden we eeuwenlang zonder, eind zestiger jaren moest iedereen 's morgens een uur vroeger opstaan in Amerika, en tien jaar later, wij ook. Niet een nieuw idee overigens, van de vooroorlogse crisisjaren was ons deze aanpak reeds bekend. Benjamin Franklin had volgens de Encyclopedia Britannica, in een rancuneus artikel als eerste het voorstel al gedaan. Maar zijn we met die rancune nog wel verstandig bezig? Is het geen vergissing ons met een economisch motief collectief te betrekken op een objectieve leugen en het destabiliseren van ons dagritme? Beseffen we wel het belang van objectieve waarheid en stabiliteit? Is het gesol met de tijdaanduiding niet symptomatisch voor ons onvermogen? Die dwaasheid kunnen we toch met geen mogelijkheid hoog blijven houden als we dat technologisch onvermogen overwonnen hebben? Met het economisch brilletje op ziet het makkelijk: de mensen willen niet graag vroeger opstaan, gaan te laat naar bed in de zomer en moeten dus aangepakt worden. Maar waar is het goede begrip, het gezonde verstand gebleven? Zijn we niet meer zelf verantwoordelijk, hebben we plotseling Vadertje Staat nodig om te zeggen hoe laat we naar bed moeten? Dat menen we toch niet serieus? I.p.v. gewoon per beroepsgroep een zomerschema in te voeren naar behoefte, moet de klok anders. Wat is dit voor een waanzin? Hoe komen we erbij dat de klok anders zou moeten? Mogen we niet meer weten dat we vroeger opstaan? Is het zo leuk jezelf voor de gek te houden? Is het zoveel moeite om zomers 's morgens een extra trein te laten rijden? En waarom in Gods naam moet het aan iedereen worden opgelegd? Wie heeft er nu eigenlijk belang bij de zomertijd? Het is niet meer te begrijpen, je gaat toch vanzelf vroeger naar bed als je vroeger moet opstaan? Een gezin past zich daar toch bij aan? Het opleggen van de zomertijd is een staaltje demagogie en zelfmisleiding dat niets meer te maken heeft met de glorie van de rede. Het is duidelijk een psychologische kwestie. We zijn nu de 20e eeuwse crisisgek geworden met meer vragen dan een wijze kan beantwoorden.

Het economisch argument uit de 70er jaren motiveert de zaak met de term energiebezuiniging. Nog geen reden om de klok te veranderen. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat de mensen een uur vroeger laten opstaan geen noemenswaardige energiebesparing oplevert. Integendeel, mensen winden zich over dit soort zaken al dan niet fascistoïde op en gaan tegenwoordig later naar bed dan ooit. De t.v. weet niet meer van ophouden en het 'kwaad' is alleen maar bevestigd. Het is typisch de valkuil der moralisten. Bedillen van zomertijd leidt tot een aversieve reaktie, net als bij andere morele opleggingen (Vietnam?). We hebben toch niet de zomertijd uit medeleven met de tijdzones van het oostelijk halfrond? Er bestaat een positieve correlatie tussen de gemiddelde afwijking van de zonnetijd en de incidentie van totalitaire systemen als het communisme. Laten we daar even voor oppassen, anders krijgt Nostradamus nog gelijk met zijn voorspelde derde wereldoorlog rond 2000. Al met al lijkt het dus een van de grootste paternalistische grofheden of aantastingen van het recht op zelfbeschikking te zijn van 'deze tijd'. De beste verklaring voor het fenomeen is een natuurkundige. Ieder systeem streeft van nature naar chaos en heft daarmee zichzelf op. En is er eenmaal chaos, zoals na de tweede wereldoorlog in Europa, dan kan er weer orde opbloeien. De zomertijd werd ook na de tweede wereldoorlog afgeschaft. Met de zomertijd leek men de valse diktatuur van de economische (Joodse?) wellust naar zijn graf te hebben gedragen. Maar we bleven in de dertiger jaren en ook nu, door de moedwillige destabilisering, zitten met nog meer strijd, valsheid en chaos; een irrationele, waarheidvrezende of juist - zoekende mechanistische neurose van schijnbaar alleen nog maar in geld, of het tegendeel, ook niet goed, gelovende twistzieke en verloederende republieken. Popmuziek, sekten, de Koude Oorlog, de hele reutemeteut werd de computer ingejaagd als een nieuwe uitdaging voor de moraal. Het 'ethisch reveil' van Holland, nu tien jaar christendemocratie. Prachtig. Maar is het probleem nu opgelost? Zijn we onze krachten niet enorm aan het verspillen? We kunnen toch niet blijven buigen voor de domheid van een natuurkundige verstrooiing (dissipatie). Als we ons vergist hebben in de 60er en 70er jaren, moeten we toch weer op orde komen? Dat was na 1945 toch ook zo? De energiecrisis is met de golfoorlog nu toch wel voorbij zou je zo zeggen. Bovendien, lippendienst aan de christelijke moraal is nog geen garantie voor de praktijk ervan. De uitholling over wars mogen we vrezen (steeds meer cocaïne e.d.).

Waar is: we zijn met de machines flink doorgedraaid en bang voor onze kracht geworden. De religieuze geschriften houden ons voor dat we ons niet zo moeten laten meeslepen door de wisselingen van de seizoenen, we moeten gelijkmoedigheid beoefenen en geen valsheid huldigen. Met onze rancune hebben we onze tijdidentiteit verloren. Tijd is niet alleen geld, neen, tijd is nu ook slecht. En dat is in feite nu al 200 jaar zo, sedert de invoering van de gemiddelde tijd. Typerend was de veranderwoede aangaande het tijdsysteem reeds tijdens de eerste jaren van de Franse revolutie. Alles moest toen anders (zie Rifkin). Men had de klok horen luiden, maar wist niet waar de klepel hing. Men vocht tegen de rigide tijd; er leek geen recht, geen leven meer te zijn met het valse gezag dat zich zelfzuchtig had stukgecompenseerd. En inderdaad, zonder de dynamiek is het verkeerd. Na de dood van Mozart op de vooravond van de Franse Revolutie, werd de muziek, het klassieke met zijn dynamische oefeningen, alleen maar moeilijker, emotioneler, zwaarder, machtiger, chaotischer. En niet alleen de muziek. Lang daarvoor had René Descartes met zijn pleidooi voor de rede, reeds geconstateerd dat de mens als een ingewikkelde machine is. Maar waar bleef de ziel, voor zover we nog wisten over welke zelfherinnering het nou precies moest gaan. Ook Freud, vechtend voor de redelijkheid kon de oorsprong van de neurose niet goed verklaren en het tij niet keren, de analytische conclusie ontbrak.

De ware tijd, de zonnetijd die vóór 1800 zo ongeveer werd gerespekteerd, definiëerde de vitaliteit van de lokale identiteit. Deze kwam in een kwaad daglicht te staan met de antichristelijke oorlogen die je heel goed een effekt van mechanistische induktie zou kunnen noemen. Vóór 1800 was er altijd een overwinnaar, een  nieuwe glorie, een nieuwe koning. Daarna was er vergroving, een verval van de lokale identiteit van de kerk, de adel en de staat signaleerbaar. In de 20e eeuw doemen opeens allerlei goeroe's op om ons met oosterse wijsheid te herinneren aan onze klassieke verplichtingen en verlichtingen. Ze lijken weg te lopen met de overwinning van de koekoeksklok, ons vertellend dat we 'aanwezig' en 'bewust' moeten zijn en valse zekerheden, met inbegrip van hun eigen leraarschap, moeten laten varen. Het leven is de beste leraar; als we goed luisteren betekent dit dat we niet zo tijdgebonden bezig moeten zijn en dat we de voorwaarden moeten herontdekken voor die meditatie.

Met de betrokkenheid van de christelijke monniken bij het ontwikkelen van de klok misten we blijkbaar het zelfvertrouwen om de vanzelfsprekendheid van die waarheden in te zien. Bij mijn weten hebben noch de monniken, noch de Paus, ooit gewaarschuwd tegen een rigide tijdsconcept. Het aanwezig zijn waar de goeroe's op doelen heeft betrekking op het materiële en het bewuste op de kwaliteit van de dienstbaarheid. In concreto betekent dit dat we onze eigen lokale identiteit moeten bevestigen op een deugdzame manier. De paters hebben de samenhang van die waarheden met de werkelijkheid van de klok nooit gerealiseerd en volgen in de kloosters trouw het 'democratisch' gesol met de klok. Als ze geweten hadden dat de mogelijke valsheid van het gezag van de klok tot een verval van de religie zou leiden en in de 20e eeuw goeroe's noodzakelijk zou maken, dan zou hun eigen gezag niet een dergelijke valsheid zijn verweten.

De aan de christelijkheid toegevoegde authentieke schriftuurlijke waarheid van de goeroe's wil zeggen dat, als het ontwikkelen van een betrouwbare klok essentieel was voor de navigatie van zeeschepen en het maken van landkaarten in de 18e eeuw, dan het ontwikkelen van een valide klok, vrij van vals gezag, terwille van een deugdzame bevestiging van de lokale identiteit, wel eens van essentieel belang zou kunnen zijn voor het overleven van de mensheid. Vals gezag is alle gezag dat in strijd is met de waarheid. En de waarheid van de tijd is een dynamische, plaatsgebonden waarheid. Valsheid is zomertijd, tijdzones en gemiddelde tijd. Valsheid brengt vertwijfeling en maakt onzeker. En daar moeten we vanaf. Ieder gezag dat verwijst naar valsheid en niet naar 'de orde van God', ieder gezag dat de ondeugd der valsheid koestert, is vals gezag. Aldus bezien is de tijdkwestie een zaak van groot belang; de kerk, de staat en het bedrijfsleven moeten zich behoeden voor rebellie tegen vermeend vals gezag.

Machines maken ons het leven makkelijker en zouden oude cultuurvormen kunnen doen laten opbloeien omdat we er nu de tijd voor hebben. Met de beheersing van machines hoeven we niet meer bang te zijn voor gewapende konflikten. Eén druk op de knop en de diktatuur is van de kaart geveegd. Allemaal 'o.k.', maar wat we moeten afleren is een slaaf van de machine te zijn. We moeten hem, door hem te verfijnen, van zijn valse gezag beroven en elkaar bevrijd als 'nieuwe' mensen in het gelaat zien. Dit was oorspronkelijk ook de euforie van de verlichting. Nieuwe werelden gingen open. Nu lijden we aan een overgangssyndroom, moeten simpelweg met machines overweg leren gaan, er zelf niet het slachtoffer van zijn, eraan wennen en ze 'opvoeden' met vallen en opstaan. M.n. de zomertijdmanipulaties vormen een grote blunder die niet wezenlijk berust op een praktische noodzaak en niet weg is te praten met morele beschouwingen in de trant van: "oude gehechtheden moeten we overwinnen met nieuwdrift of ontkenning van de eigen identiteit". Boetedoening is traditioneel religieus en strafrechtelijk bij de wet geregeld. Het heeft geen zin dat zomaar iedereen op te leggen. Een kind moet ook een kans krijgen. Wanneer is een modern mens volwassen met de scheefgetrokken verhoudingen? Onrecht moet je kunnen bestrijden, niet, ook ten koste van de adel, de nobele kwaliteiten van de mens, onder een tapijt van kunstgrepen vegen. We moeten traditioneel leren vertrouwen op de natuurlijke werkelijkheid en niet wegvluchten voor plicht en orde in een zelfdestructief cultureel navelstaren en onboetvaardig de schuldenlast naar de volgende, verloren genoemde, generatie afschuiven.

Met de electrificering van het tijdsconcept en de psychologie daaromtrent, vormt de wereldwijde val van de nobele mens, de adel, een ramp. De hogere klasse daarboven, hoog in de zin van dichter bij God moeten leven, de geestelijkheid, is er nog wel, maar zonder de adel van de bestuurlijke klasse, wie moet dan de last der welvaart dragen en ons representeren, het goede voorbeeld geven in liefdadigheid, heldendaden verrichten en de idealen der schoonheid, zuivering en loutering hooghouden? Als een koninkrijk valt door onzuiverheden, wil dat nog niet zeggen dat het instituut van de adel fout zou zijn. En dat is iets van alle tijden. Het verdriet der republieken met hun chaos, jaloezie en verwaarlozende ego-cultuur, mag er niet toe leiden dat we voor de valse eer en schijn deze waarheden verdringen. Over de strijd tussen goede en slechte adel raadplege men verder het meest klassieke epos de Ramâyana.

Zoals Descartes reeds zei, de weg die we met de moderne verworvenheden moeten bewandelen is die van de rede. De machines zijn maar hulpmiddelen. Verder is het niet zo dat de bedoelde innovatie ons echt op kosten zou jagen. Integendeel, zoals vaak met innovaties, we weten dat enige investering besparend werkt en in dezen ten gunste komt van het vermogen tot samenwerking; het verhoogt de zin voor de werkelijkheid en vermindert de onkosten van ziekteverzuim en andere chronische systeemsyndromen. Bovendien stimuleert de dan herwonnen zin voor de natuurlijkheid het klassieke cultuurconcept met haar verworvenheden. Wellicht zijn we dan ook wel gemotiveerd om b.v. te de-urbaniseren.

Even voor de duidelijkheid: een nieuwe klok is alleen nodig voor openbare instellingen, treinen, vliegtuigen en mensen die regelmatig meer dan een 1/4 lengtegraad (1 minuut of ± 17 km in Nederland) reizen - normaal forenzen vormt dus geen bezwaar. De rest heeft gewoon een oud model horloge dat dan maximaal een academisch kwartiertje te vroeg of te laat staat omdat de gemiddelde tijd maximaal zoveel afwijkt van de ware tijd (zie tabel voor de tijdvereffening). Wie precies op tijd wil zijn moet iedere week 002-lokaal bellen of zich anderszins openbaar op de hoogte stellen om ± 2 minuten te corrigeren. En zo ongewoon was het voorheen ook niet om je horloge af en toe bij te stellen. Het is wel even wennen als je een telefonische afspraak maakt, dan moet je zeggen wiens tijd het zal zijn omdat tijd nu eenmaal een lokale identiteit heeft. De paar lieden die beroepshalve interlokaal aktief zijn, b.v. geldhandelaren, kunnen speciale tabellen of handige apparaatjes daarvoor gebruiken, die kunnen dan systematisch zijn, dus eenvoudig in tegenstelling tot de onwetenschappelijke zonetijdverdeling. Voor het gewone burgerverkeer op een paar honderd kilometer afstand komt het doorgaans niet op een kwartiertje. Ook een mooie gelegenheid om van je dwangneurose af te komen. De massa's zullen òf er geen last van hebben dat er een systeem-vernieuwing heeft plaatsgevonden of gewoon respekt moeten hebben voor de natuurlijke werkelijkheid. De wetenschappelijke stem geniet toch nog wel gezag in de wereld en zo niet, dan kan ze daar haar eer alsnog mee hooghouden. Dat niet iedereen van de waarheid houdt is bekend, die lieden mogen echter niet domineren. Democratie wil nog niet zeggen dat we de waarheid zouden minachten, daar zijn we toch geschoold genoeg voor. Laten we daar van uitgaan.

 

2) De psychologische/politieke weerstand.

Tot nu toe luidt het betoog samengevat:

-Als we de objectieve natuurlijke werkelijkheid uit het oog verliezen, ontstaat er steeds meer verdraaiing van de waarheid. Deze verdraaiing levert strijd en onrecht op waardoor 'ongewenste wetenschapsbeoefening ontstaat'.
-Het is de wijsheid niet eigen te klagen en om onnodige strijd te voorkomen zijn we derhalve gebonden aan het streven naar geestelijke gezondheid.
-Dit streven moet ertoe leiden dat we de natuurlijke zintuiglijke werkelijkheid weer leren zien en verdragen zoals deze is.

Dit is in het kort de probleemstelling, geesteshouding en doelstelling van ons betoog. Nu is in dit verhaal een thema van alle tijden te herkennen, niet iets dat specifiek voor onze westerse beschaving zou gelden. Het is een algemeen menselijk probleem. Het is ook van alle tijden om ten strijde te trekken terwille van de waarheid en de rechtgeaardheid. Ik doe, geachte professor, een beroep op u persoonlijk, samen met mij deze strijd op te vatten en met behulp van een gezonde psychologie de duivel van het valse mechanistisch gezag een lesje te leren. We kunnen niet eeuwig boete doen, blijven studeren en ons neerleggen bij de diktatuur van het reduktionisme, de rationalisatie en de compensatie. Samen met de helden aller tijden, ook de tijden van dit moment, verzoek ik u in de lijn van uw eigen studie van tijd- en bewustzijnsverschijnselen mee te doen en de psychologie te verenigen ter wille van deze analytische conclusie en de daarbij behorende juiste aktie.

Terwille van de gezonde geest moeten we karig blijven om met William van Ockham te spreken: Waarom klagen dat het te laat is als we gewoon de klok op tijd kunnen zetten? Dat is ons scheermes. We weten wel dat psychologische weerstand bestaat uit begeerten die door het valse gezag van bezittingen de mensen van het verstand beroven. Compensaties kunnen we niet zomaar afbreken, maar vals gezag wel. Als de klok functioneert zoals een thermometer is de tijdaanduiding niet meer afhankelijk van culturele faktoren en natuurkundig valide. Mensen zijn, zoals gezegd dan minder belast met valse controlesystemen, culturele dwangfenomenen en existentiële moeilijkheden als vergroving, agressie, depressie, angsten, intelligentieverlies, onzekerheden e.a. zaken die gekoppeld zijn aan het culturele tijdsconcept. De onzekerheid over deze laatste stelling hangt samen met een gebrek aan vertrouwen in de verloren zin voor de circadiane (aan de zon gekoppelde), natuurlijke harmonie en de associatie met de middeleeuwen toen er weliswaar naar de zon werd geleefd, maar de christelijke beschaving nog niet zover ontwikkeld was. We kunnen met het terugzetten van de klok niet verwachten terug te gaan in de tijd zelf en te vervallen in een middeleeuwse toestand met haar brute menselijkheid. Angst is een slechte raadgever.

Dan bestaan er ook nog politieke weerstanden die berusten op een gebrek aan zelfvertrouwen. We kunnen zeggen: we zitten nu eenmaal aan dit systeem vast en we hebben afspraken gemaakt met het buitenland. We kunnen niet zomaar India of Iran nadoen en de Amsterdamse tijd, als tussenmaatregel, gaan huldigen. Bovendien heeft de bedoelde innovatie zoveel voeten in de aarde dat we misschien de Verenigde Naties er nooit van kunnen overtuigen omdat of het inzicht niet wil doorbreken of men niet wil of kan investeren in een vernieuwing van het systeem. Als we er een erezaak van maken, kunnen we afgaan of ons vervreemden als we vastbijten. En voorzichtigheidshalve leggen we ons maar braaf neer bij de onwetendheid der massa's.

Maar dat is dus gewoon lafheid en helemaal geen bestuur. Wie de vooruitgang tegenhoudt moet traditioneel het veld ruimen. Incompetentie kan niet standhouden. Bovendien, met de nodige diplomatie, wie niet waagt die niet wint, kunnen we (...) eerst binnenskamers de z.g. Internationale Tijdcommissie van de V.N. bijeenroepen om het politieke terrein naar behoren te verkennen. Juist vanwege de onwetenschappelijke discrepantie binnen het oude tijdsysteem zal de spraakverwarring niet makkelijk te overwinnen zijn. De oostzones hebben een heel andere cultuur ontwikkeld dan de westzones en uitzonderingen India en Iran bevestigen die regel. Niettemin kan deze tijdfilosofie een belangrijke sleutel voor een nieuwe wereldorde vormen. Het modernste souvereiniteitsstreven dat in tegenspraak lijkt met de eenwordingsgedachte wordt hierdoor verklaard. De filosofen hebben altijd al beweerd dat consensus over de objectiviteit van essentieel belang is. Een systematische wetenschappelijke bevestiging van de materiële tijdidentiteit houdt een eenmaking in die tegelijk de verschillen tot hun recht doet komen. Bovendien staat voor Europa in 1992 voor de eenmaking al een herziening van de zomertijdregeling op het programma. Een mooie gelegenheid om dit onderwerp te introduceren. Eventuele invoering zou dan het best in vier fasen kunnen geschieden:

1. Politieke en technologische voorbereiding.
2. Afschaffen zomertijdregelingen en begin van een internationale voorlichtingscampagne.
3. Opheffen zonetijddiscrepantie oost-west.
4. Invoering van het nieuwe tijdsysteem. Voor de eerste drie fasen 2-3 jaar per fase. Invoering in het jaar 2000.

 

3) De media.

Een speciale belemmering wordt gevormd door de mediacultuur, m.n. de radio en de t.v. Door de electrificering van het tijdsconcept maken deze een onlosmakelijk onderdeel uit van de moderne cultuur. Nuchter bekeken vertegenwoordigen de apparaten een soort culturele omnipresentie waarmee we die van de Heer naar de kroon steken. Het is natuurlijk fantastisch zo'n oog en oor op de hele wereld, en zeker niet ondanks deze snelle communicatie zijn we in staat geweest ons een nieuwe wereldorde voor te stellen. Maar, net als bij de klok, er mankeert nog wel iets aan deze cultuur. En dat is het respekt voor de lokaliteit van de kijker zelf, zijn eigen identiteit in zijn eigen omgeving. In George Orwell's 1984 werd de t.v. voorgesteld als het apparaat van de sociale controle. En in werkelijkheid is het nogal een koekoeksjong geworden. Waar vroeger het aquarium was is nu de televisie. We hoeven in 1991 zelfs niet meer zo nodig naar het theater of de bioscoop. Alle aandacht wordt gevangen door 20 kanalen televisie om de kennishonger en de behoefte aan vermaak te bevredigen. Niemand mag ontevreden zijn en alle grieven komen ter sprake. Zoals Ronald Reagan reeds zei: het ligt niet aan de revolver, maar aan de gebruiker. We moeten ook met de t.v. leren omgaan. Zoals gezegd is het voor de radio en t.v. nogal dwingend de valse tijdpretentie hoog te houden, te doen alsof het jouw tijd is, jouw plaats is, is de essentie van haar illusie.

De illusie van de gelijktijdigheid berust op een wetenschappelijke misvatting. Tijd houdt niet alleen verandering, maar ook differentiatie in. Gelijktijdigheid is een in zichzelf strijdige term. Gelijktijdigheid bestaat helemaal niet. Ieder punt in de ruimte heeft zijn eigen driedimensionale tijdidentiteit. Afstanden zijn in tijd uit te drukken. De schadelijke gevolgen van het met praktische argumenten ééndimensionaal rigide kortsluiten en destabiliseren van deze werkelijkheid, zijn niet te overzien. Ik sprak reeds van mechanistische induktie, generalisatie en projektie-effekten, teweeggebracht door een communicatiemiddel in dit geval. Steeds meer kanalen televisie of het alsmaar bevestigen van de schone schijn van de 'sterren'-cultuur - God hebbe hun ziel -, kunnen dit effect niet wegnemen. Nadere bestudering van de programma's en films levert een beeld op dat te vergelijken is met een zich vrij associërende cliënt op de sofa bij Freud, inclusief hysterie, perversiteiten, vaderkonflikten, fantaseren, projecteren en last but not least, de sensatiecultuur van het agressief vergroven. En om in confabulerende t.v.-taal te spreken, we zijn nogal 'Verne' gegaan met Phileas Fogg-around-the-clock in de 'Chaplin'-humor, met de organische eenheid van de fantasie van H.G. Welles en Harold Celluloid, of hoe heet die 'Verhoeven' die wil 'Verstappen' met 'Robocop' reizen in 'Spaceship The Enterprise' op zoek naar 'Les Temps Perdu', door dik en dun met 'Die Twee' op z'n Hollands, de druipende klokken van het surrealisme, 'for the times they are changin' etc. etc. We fantaseren er nogal op los over tijd en machines. Zolang er nog maar een held of antiheld is die doorvecht voor 'recht en orde' is het nog te verdragen, ookal is de hartstocht van de vertoning soms analytisch nog maar moeilijk als de goede wil te herkennen. "Operation Desert Storm nu op video" e.d. Met muziek en religie is het menu dan compleet.

De t.v. is als een 'ghostbusters-catchbox' gaan werken: een doos van Pandora waarin al het kwaad van de wereld is opgesloten. "Voelt u zich niet lekker of gekker, zoek er dan het juiste programma bij en verbeeldt u zich niet dat u de acteur zou zijn". Dat is de werking van de moderne dwangbuis die de huiskamercultuur tot een bak chips lijkt te hebben gereduceerd. Ookal is de t.v. geschikt als meditatie- of studieobject, het koekoekseffect moet worden teruggedrongen door het apparaat van zijn valse tijdpretentie te ontdoen. Een programma begint op een bepaald moment, maar niet op één bepaalde tijd. Dàt is de werkelijkheid. Het moment is gedifferentieerd in de tijd, bestaat uit verschillende tijden. Hetzelfde moment bestaat wèl. Dezelfde tijd is daarmee alleen synoniem als we het over hetzelfde object hebben. We spreken dan van identiteit of een identieke tijd. Een flatgebouw in Nederland ongeveer 300 meter ten westen van mij, ontvangt hetzelfde programma op een later tijdstip (± 1 sec. Later), maar op het zelfde moment. Tijd is materie in relatie, een kwaliteit van de materie en die werkelijkheid moeten we niet onnodig gaan weerleggen. Dat te weerleggen is nog altijd een niet ongevaarlijke religieuze kwestie. Een ander mens is in het zelfde gebouw een onderdeel van een seconde van mij verwijderd. Ter kennisgeving: die tijddimensie van de afstand verhoudt zich noord-zuid anders dan oost-west. De draaiing van de scheve aardas geeft een verandering van de daglengte niet alleen voor onszelf gedurende een jaar, maar ook als we gaan reizen. De verschillende tijd-dimensies zijn discreet, d.w.z. onafhankelijk meetbaar. Het belang van het tijdverschil in daglengte langs de lengtegraad is wezenlijk niet anders dan het belang van het tijdverschil dat we gewend zijn tussen de tijdzones op een breedte- graad. Evenals het belang van de normale geografische hoogte, de derde tijddimensie, die je zou kunnen uitdrukken in de tijd die een object in vrije val nodig heeft om het aardoppervlak te bereiken. Het eendimensionale tijdsconcept zoals we dat nu kennen moeten we, m.n. door de rigiditeit van de gemiddelde middag, de 'kortsluiting' in tijdzones en de instabiliteit in zomertijd ervan, als invalide en primitief beschouwen, gewoon niet geldig of geschikt als aanduiding van persoonlijke, lokale tijdidentiteit of materiële werkelijkheid van de mens. Het oude concept kent slechts een streven naar betrouwbaarheid en moet in zijn reduktionisme als induktiegevaarlijk worden aangemerkt en afgewezen. Het ideale horloge van de toekomst ziet er dan ongeveer uit als een normaal horloge met behalve de datum twee extra digitaal-aanduidingen. Eén geeft dan de hoogte aan. Een aanduiding die voorlopig niet van belang is omdat we ons meestal niet door de lucht voortbewegen. De andere digitaalaanduiding is dan voor de afwijking van de gemiddelde daglengte van 12 uur. + 0.15 b.v. wil dan zeggen: de zon komt 5.45 op en gaat 18.15 weer onder. Een druk op de knop zou met aanduiding van de gemiddelde afwijking van de daglengte de breedtegraad kunnen aangeven. De eventueel analoog 'normaal' weergegeven tijd moet dan de ware zonnetijd aanduiden waardoor alle horloges op dezelfde lengtegraad dezelfde tijd aanduiden. De stand van de techniek bepaalt hoe nauwkeurig en volledig dit concept functioneert. (red.: zie ook het later uitgewerkte ontwerp van een tempometer op deze site)

Voor de media betekent dit loskoppelen of tijd-integer maken van het medium, dat iedere zender dan op z'n eigen zonnetijdstip uitzendt, dus afhankelijk van de studio in kwestie, is er een andere tijd. Deze verschillende tijden hoeven voor de kijker geen probleem te vormen. Ze kunnen in een programmablad systematisch vergeleken worden met de eigen lokale zonnetijd (Z.T.) om uit te maken op welk moment een programma-onderdeel begint. Met een Z.T.-vergelijkende teletekst-pagina of momentwijzer kan door de gebruiker het programmablad worden gefixeerd op zijn eigen lengtegraad. Geen onoverkomelijk probleem dus, het is alleen even wennen.

 

4) Mogelijke gevolgen voor de samenleving.

Een zonnetijdmeter maakt andere tijdvormen overbodig. Geen zomertijd meer, geen tijdzones meer, geen gemiddelde plaatselijke tijd meer. Alle vaandels van de antichrist de prullenbak in. We gebruiken dan eindelijk de klok zoals het hoort: terwille van de natuurlijke werkelijkheid. Wat zijn de gevolgen van zo'n ontwikkeling? Een prediktie als volgt op basis van het reeds bekende lijkt plausibel.

Afschaffing van de zomertijd brengt door stabilisering van het dagritme de sfeer terug, de zelfherinnering. Afschaffen van het verschil tussen de oost-en westzones maakt het idee van de wereldburger werkelijker en bevordert een internationale samenwerking en culturele integratie. Afschaffing van de tijdzones zelf brengt de romantiek weer terug, doet culturele spanningen verminderen en opent de deur naar de klassieke maatschappijstructuur; er is dan meer gelegenheid voor verfijning en een afname van cultuurneurotische verschijnselen. Afschaffing van de gemiddelde tijd verhoogt de zin voor de materiële werkelijkheid en geeft een dynamischer levensgevoel door een meer perfekte harmonie van machine en natuur. Als de machine de natuur volgt, dan zal de mens die de machine volgt minder twijfelen over het gezag ervan, inclusief het gezag van alle maatschappelijke instituten die daarmee verbonden zijn. In eerste instantie een enorme verbetering dus.

Psychologisch kan het verhaal er echter heel anders uitzien. De mensheid heeft nogal wat traumatische ervaringen opgedaan door de grofheid en het valse gezag van de machines, waardoor zich allerlei compensatiemechanismen hebben ontwikkeld. Mogelijk krijgen een aantal mensen daardoor een enorme afknapper te verwerken. Geleidelijke invoering van de vernieuwing moet dan voorkomen dat al die mensen die leefden in de illusies van het oude systeem, plotseling voor de nuchtere werkelijkheid van hun eigen individuele probleem komen te staan. De illusies zijn dan, gedeeltelijk, weg, maar ook de dromen. Men moet over andere dingen gaan dromen. Op afstand met elkaar meeleven, het in gedachten elders zijn, of 'iemand anders' zijn, wordt moeilijker, maar minder paranoïde. Daarom is er mogelijk minder weerstand tegen elkaar ontmoeten, een grotere behoefte daaraan en dus een betere bekendheid met elkaar en minder vervreemding. Het lokale gaat zwaarder wegen, maar kan ook opbloeien.

Verouderde systemen ontwikkelen allerlei chronische ziekten. Met een vernieuwd systeem worden de kaarten opnieuw geschud. Dat maakt het leven interessanter; behoeftenpatronen verschuiven en de gerechtigheid krijgt een nieuwe kans. Zoals gezegd is het te verwachten dat met de de-electrificatie een enorme rust ontstaat. In de kunsten en wetenschappen zou dan de aandacht kunnen verschuiven naar de studie en kennis van de natuurlijke harmonie. Rebellie en aanverwante hartstochten hebben dan niet zo veel zin meer in intellectueel opzicht. De 'post-moderne' tijd van de 21e eeuw maakt het mogelijk dat heel individueel en lokaal eigen cultuurfenomenen kunnen (her-)opbloeien waarmee men echter elders niet zonder meer terecht kan. M.a.w. voor de t.v. zal mogelijk niet meer zo'n dwingende belangstelling bestaan en illusies van alleen en zaligmakendheid zullen met de moderne verworvenheden beter gerelativeerd in de tijd staan.

Wat voorheen een eenheidsstreven was op basis van vervreemding en identiteits (identieke tijds-)crises, wordt dan een eenheidsstreven op basis van herkenning en een nieuw delen van het eigenbelang. Meer souvereiniteitsstreven dus. Een afname van de neurotische ontkenning en toename van kwaliteit hoort daar ook bij. Door een rechtvaardiger kans voor de persoon kan b.v. middeleeuws meesterschap met de daarbij behorende gezelligheid en gilden weer opbloeien, waar voorheen steeds maar weer met de valse eenheidsworst de ziel moest verdwijnen. Sommigen zullen daar het gevaar van inzien. Maar zonder zon is er ook geen schaduw. Uit angst voor zijn schaduw gaat men toch niet in het donker zitten? Dan komt het dus meer aan op persoonlijke deugd, er is een grotere uitdaging en lokale bekendheid. Het zou me niet verbazen als de wetenschap en de religies opnieuw hun eigenwaarde gaan inzien door een betere 'ziel' of zelfherinnering. Deze toegenomen continentie kan iets als de oude adel doen opbloeien voor zover het volk prijs stelt op publiek aanzien en behoren. Het komt dan immers minder aan op machines en apparaten en meer aan op de persoon en zijn natuur. Een goed geweten en een goede naam worden belangrijker als de persoonlijke herkenbaarheid toeneemt. Het valt dan meer op wie sociaal is en wie tegen de regels ingaat, zodat het burgerlijk oordeel, het schandpaaleffect en de sociale controle kan terugkeren. Samen met de klassieke kunsten verschijnt contrasterend natuurlijk ook de liederlijkheid in nieuwe vormen. En dan heeft het ook weer meer zin om boetvaardig in een pij rond te lopen b.v. Want als iedereen, zoals nu min of meer stilletjes in een hoekje zit te treuren over de lege, onpersoonlijke sfeer, zal het in het klooster ook niet veel beter zijn.

De vitaliteit zal dus lokaal toenemen en dus ook het eventuele persoonlijk lijden dat daarbij hoort. Toch kan de schuld dan niet meer zo makkelijk op het gezag of het systeem worden afgeschoven. Er is dan meer morele klaarheid in het leven. Bovendien zal dit allemaal subtiel zijn, niet meer zo grof als in de middeleeuwen, de media en andere moderniteiten zijn niet uitgeschakeld, we zijn dan in het collectief bewustzijn meer integer gemaakt. Tegenover de toegenomen kans op de persoonlijke rekening, een z.g. trip of flip, staat een geringere kans op chronische systeemziekten en mentale stoornissen. Als zekerheid tegen de mogelijk meer natuurlijke bedreiging van acute ziekte en individuele vergroving, staat een mogelijk herstel van het gewicht van de familie, de adel en de geestelijkheid. Als alles meer persoonlijk wordt, wordt persoonlijke protectie ook meer belangrijk in samenhang met dit herstel.

Het is dus, speculatief bezien, geen geringe zaak de ware, natuurlijke tijd te respekteren. Het lijkt enerzijds eng vanwege de vele associaties met mistoestanden van vroeger. Anderzijds krijgen we dan een kans om het met de moderne verworvenheden van communicatiesnelheid, vervoer, sociale zekerheid en medische zorg beter te doen.

 

V SLOT

Voor Nederland ligt er de vraag, waarom zouden wij in deze zaak voorop lopen? Met de geventileerde kritische houding over het verschijnsel republiek zou je kunnen zeggen dat het meer in hun belang is dan in het belang van de koninkrijken. Het antwoord is tweeledig: enerzijds is bij ons de aantasting van de institutionele orde door het oude systeem nog niet zo ver gevorderd. Nu hebben we het Koningshuis en andere instituten van eer en representatie nog. En adel verplicht. We lopen de kans af te glijden als we deze eer niet verdedigen.

Ten tweede kent onze cultuur een zekere nuchtere traditie in relatie tot de tijdfilosofie. De slinger van Huygens kwam bij ons vandaan en Vondel schreef in de Faëton reeds over het belang van de harmonie van de mens in relatie tot de natuur. Je zou een aparte studie kunnen maken van de vele voorbeelden van het nationale lansbreken in deze zaak. Het haast spreekwoordelijk Hollandse, verzuilde beginsel van ieder voor zich en God met allen heeft ons redelijk nuchter gehouden, en doet deze tijdfilosofie voorkomen als een oer-Hollands paradigma. Het wereldnatuurfonds is ook een bijdrage van ons en in het algemeen zijn we niet onverschillig gebleken in het voorvechten van milieu-technische belangen als programma voor de 90er jaren. We zijn nog een gerespekteerd lid van de Verenigde Naties en heel goed in staat de internationale tijdcommissie, zoals reeds gezegd, bijeen te roepen en een nuchter verslag te doen. Ondergetekende stamt uit een geslacht van klokkenmakers en leraren en zal het niet laten afweten als het er op aankomt.

Persoonlijk zie ik in het vernieuwen van de tijdmachine kans voor het opleven van de antieke (universele) geleerdheid, waarin religie en wetenschap harmonieus samengaan. Verder zou ook ik graag verlost zijn van de leegte en het onpersoonlijke van onze moderne tijd. Ik geloof er b.v. niet zo in dat we het gemaakt zouden hebben of dat het zo gezond zou zijn als we op de buis verschijnen. Het lijkt me eerlijk gezegd geen pretje die pottenkijkerij en geef de voorkeur aan een lokale opleving van de cultuur. Persoonlijk leef ik al meer dan een jaar met de ware, zonnetijd op de klok en moet zeggen dat het voor mij een ideaal meditatieobject is geworden. Voor de maatschappelijke aanpassing heb ik een dubbelhorloge waarop ik digitaal de normale 't.v.'-tijd heb ingesteld. Al trekt niemand zich verder iets aan van het bovengenoemde: ik heb voor mijn idee en voor God in dezen mijn plicht gedaan.

 

Hopende u hiermee van dienst te zijn geweest, Hoogachtend, Drs. R.P.B.A. Meijer

 

Dit verslag werd ook gestuurd naar de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken I. Dales (zaliger) die hierop antwoordde dat we reeds UTC, de universeel gecoördineerde tijd hebben en dat er haar inziens verder geen noodzaak was....

Ook met Professor Vroon vlotte de samenwerking niet en kwam er geen verder universitair onderzoek op gang. Professor Vroon leeft inmiddels niet meer.

Sedertdien verscheen van mij in 1992 het boek 'De Spiegel van de Tijd', integraal in te zien op deze website, waarin de ideeën van dit artikel verder zijn uitgewerkt. Daarna is eind negentiger jaren de rest van deze website ontstaan rondom het alleen op deze website beschikbare zelfhulpboek 'De Andere Regels' (1998) en andere artikelen hier weergegeven, evenals een site met vedische literatuur die de historische link vormt naar het alhier gehuldigde tijdsbegrip.

De hoop op politieke aktie die spreekt uit dit artikel is ondertussen nuchtertjes gereduceerd tot de notie dat tijdbeheer hoofdzakelijk een kwestie van individuele zelfverwerkelijking en religie is en dat het wel eens een hele tijd zou kunnen duren vooraleerer er een meerderheid van mensen zou bestaan om in een regering een betere cultuur van de tijd te representeren. In plaats daarvan zou enkel het afschaffen van wettelijke tijdmaatregelen, het 'valse gezag', politiek haalbaar zijn (zie de politiek-afdeling). Per slot van rekening is het tijdsysteem zoals het nu is even zo goed een symptoom van onze manier van leven als onze levensstijl een symptoom is van het systeem.

 

 - Zie verder de Volledige Kalender van Orde - tabel voor de tijdsvereffening, om een klok op de zon in te stellen.

- Tijdlinks

- Ontwerp voor een Tempometer

 

terug naar Tijdwetenschappen         



 

         




 


 

©2001 theorderoftime.com