Ego
History / Ego Geschiedenis

OVER
MEZELF
MIJN PERSOON
MIJN MENING
MIJN OVERTUIGING
HOBBY'S
GESCHRIFTEN
MIJN PERSOON
Ik heet Renatus Petrus Bernardus Antonius Meijer,
ookwel gewoon René genoemd. Ik ben geboren
de 23e september 1954 in Breda. Ik ben van het mannelijk geslacht (voor het eerst dat het mijn ouders
lukte, ik had al twee zusjes). M'n vader gaf me als brave katholiek
zoveel voornamen omdat Meijer zo gewoontjes is. Zo zou ik beter
opvallen (mij nog niet opgevallen). Afijn ik mag ook nog eens Drs. voor
mijn naam zetten omdat het me gelukt is de rit van zes jaar aan de
Groninger Universiteit uit te zitten. Ik deed dat natuurlijk wel in een
interessante studierichting: de psychologie. Mijn vader (zaliger) was
kinder-psycholoog, vandaar. Hij zei me in de pubertijd: 'Je kan altijd
nog tekenen (mijn eerste keuze) op latere leeftijd, maar van studeren
komt dan misschien niet veel meer terecht'. Zodoende heb ik maar zo
goed mogelijk m'n tweede keuze voor de psychologie gevolgd i.p.v. mijn
eerste keuze voor het (grafisch) tekenen. Ik had op de middelbare
school alleen maar negens voor tekenen. Ik wilde dus ook naar de kunstakademie. Redde mijn vader mijn gezonde
verstand? Lees hieronder daar verder over!
Over
mijn burgelijke
status kan ik zeggen dat ik
ongetrouwd ben. Ik heb wel een aantal relaties achter de rug, waarvan
één duurzame (7 jaar samengewoond). Van een huwelijk kwam
het nooit vanwege mijn overtuigingen. Mijn leven ontwikkelde zich
dermate dynamisch dat in feite geen vaste partner mij kon volgen. Ik
heb steeds gekozen voor het ontwikkelen van mijn liefde voor de kennis,
i.p.v. mijn liefde voor de materie (sex en geld). Ik deed i.v.m. die
liefde dan ook mee aan allerlei sociale organisaties die een bepaalde
liefde voor de kennis voorop plaatsten. Dat waren de Universiteit, waar
ik in hoofdzaak slechts gestudeerd heb, een vervolgopleiding voor de
zelfstandige praktijk en verdere spirituele en religieuze vormen van
saamhorigheid (ashrama's, kloosters, meditiecentra e.d.). Ik heb vanuit
mijn gedragswetenschappelijke achtergrond altijd veel belangstelling gehad voor
sektarische groeperingen, me
verbazend over de menselijke motivatie erachter. Waarom doen mensen
zoiets, wat mankeert er aan onze samenleving en wat gaat er fout met al
die idealen? Om die reden bezocht ik een aantal spirituele
gemeenschappen indachtig het bijbelse dictum 'onderzoek alles en behoud
daarvan het goede'. Ik maakte deel uit van de Sai Baba-beweging, de
Hare Krsna-beweging en de Rajneesh-beweging en werkte in een New Age
centrum. Steeds ben ik teruggekeerd naar mijn zelfstandige praktijk
waarin ik een combinatie van yoga en westerse overtuigingen huldig. Als
psycholoog ben ik al jaren niet meer psychotherapeutisch aktief. Ik heb dat bewust afgesloten, mezelf meer
geschikt vindend voor de vrije zelfverwerkelijking zoals ik het altijd
de clienten zat aan te raden. Praktiseer wat jezelf predikt. Mensen kunnen nog steeds bij mij op bezoek komen voor de (mijn) Yoga.
Maar ik zeg iedereen die dat wil van te voren dat ik meer geinteresserd
ben in praten dan in gymnastiek. En dan laat iedereen me met rust. Ik
ben eerlijk, zo zij het. Ik heb ook liever dat iedereen tevreden is met
zijn eigen zelfverwerkelijking en niet een ander lastig valt met hoe
dat dan zou moeten. Ik streef naar een wereld waarin iedereen voldoende
is opgevoed, geschoold en geinformeerd om dat zelfstandig als een
volwassene aan te kunnen.
Mijn dienstbaarheid ligt dus op
het creatieve vlak. Ik ontwikkel
allerlei ideeën en toepassingen waar ik zelf goed mee kan leven en
waar een ander ook wat aan kan hebben. Een voorbeeld daarvan is De Orde van de Tijd, een internet-site die fungeert als een
participatie-platform waar iedereen aan kan meedoen met zijn creatieve
inzet, zonder direkt door het ego in de weg te worden gezeten. Ik teken
dus niet als persoon voor De Orde (en een ander, al was het de Heer
zelve, kan zijn stempel er ook niet op drukken), maar wel als vriend. Als De
Orde de wereld regeert, is het niet ik die de wereld regeert, maar dat
waar ik voor sta, tezamen met de mensen die er ook sympathie voor
hebben. Ookal zou ik de enige zijn die inhoud geeft aan De Orde van de
Tijd, dan nog beschouw
ik mezelf niet als degene die het allemaal gedaan heeft. De dienaar van iets kan niet dat iets zelf
zijn. Dat iets kan bestaan dankzij de liefde van in feite de hele
sameleving die dat mogelijk heeft gemaakt. Dus wie moet je dan bedanken?
Economisch besta ik praktisch van wat de regering me doet
toekomen als dank voor mijn
geleverde arbeid. Aangezien ik nogal de vrijheid nodig heb om mijn
eigen weg te kunnen bepalen, leef ik dus doorgaans, tenzij ik een
creatief produkt aan de man breng of gewaardeerd wordt voor andere
diensten, van de sociale zekerheid. Ik zie mezelf niet als werkeloos,
maar als een ambtenaar met een minimale taakstelling en een maximale
inzet. Een grote vrijheid impliceert nog niet een gering
verantwoordelijkheidsbesef. De regering mag mij ter verantwoording
roepen, en ik laat me ervoor betalen. Geld lijkt mij meer een
uitdrukking te zijn voor de mate waarin ik mijn vrijheid heb
ingeleverd. Ik ben voor de bevrijde mens, dus voor de minimale
aanpassingsbeloning genaamd uitkeringen, waarvoor andere normen en
waarden gelden dan voor het z.g. salaris. Ik maak me vaak zorgen over
dit meten met twee maten, maar vanuit de idealen van De Orde van de
Tijd zie ik er toch wel een toekomst in. Je kan nu eenmaal niet
allemaal deeluitmaken van dezelfde Orde, aangezien iedereen in zijn
leven wel eens een alternatief of tegengestelde wil beproeven als
noodzakelijk psychologisch (politiek?)tegenwicht (zonder verschil geen
bewustzijn <of democratie?>). Als de hele wereld In Orde zou
zijn, dan hadden we wel het verschil tussen thuisblijvers en kosmische
reizigers of iets dergelijks. Onderscheid is gevaarlijk, maar toch
levensnoodzakelijk. Dat spanningsveld is voor mij het resultaat van de
noodzaak van bewuste keuze en kontrole.
Wat geld betreft ben ik
dus minimaal gemotiveerd. Het gaat mij niet zozeer om geld
(ruilmiddelen) verdienen als wel om het eren van de peroon. Ik wil dus
wel de persoon recht doen, en niet zozeer het geld voorop. Geld is niet
in mijn belang, omdat ik er geen kontrole op kan krijgen. Ik inversteer
geen energie in zaken die ik nooit kan beheersen. Kredietregelingen
m.b.v. kredietkaarten en voor een bestuur overzichtelijke
krediethandelingen scheppen de mogelijkheiden van bekrachtiging en
konditionering die nodig zijn om tot een goed en rechtvaardig
functionerende sociale orde te kunen komen. Bankgeheimen,
onkontroleerbaar bezit van geld, maakt teveel de misdaad mogelijk. Met
kontroleerbare kredietregelingen kan je niet meer stelen, alleen nog
maar delen. Openheid maakt misdaad onmogelijk, ook computermisdaad. Je
kan nooit meer kredietpunten besteden dan je formeel werden toegekend,
ookal belazer je de boel nog zo veel, de centrale rekening moet
kloppen. Keerzijde is dat openheid dus verplicht tot verantwoording,
daar moet je dan ook nee tegen mogen zeggen.
Ik fantaseer dus voor mezelf
over een geldloze wereld beheerst
door kredietsystemen die b.v. het belang bekrachtigen van een
samenleving zonder alcohol, sigaretten, vleeseten (en ander misbruik
van levende wezens), gokken (en andere nutteloze kredietbeheersingen),
en sexueel misbruik. Maar als je die zwakheden zou verbieden bij de
wet, dan zou mijn leven ook geen zin meer hebben. Al het goud in de
kluizen van de wereld mag wat mij betreft door de wereldregering worden
geconfiskeerd om om te smelten voor gratis trouwringen die in geval van
scheiding weer moeten worden ingeleverd. Misschien dat er meer mensen
normaal willen trouwen als je er niet voor wordt beboet maar beloond.
Misschien kan de regering ook wel een huwelijksfeest-subsidie ter
beschikking stellen om dergelijk normaal en gewenst gedrag te
bekrachtigen. Het belangrijkste produkt van de onderneming De Staat (De
Wereldstaat?) zoals ik die wil zien is orde en het welbevinden en de
vrede van alle deelnemers daaraan. Ik fantaseer dus eigenlijk over een
formele orde die op het nivo van De Staat funktioneert zoals een gezin
funktioneert in de zorg voor haar leden.
MIJN MENING
Wat ik wil is het volgende: ik wil een wereldregering die voldoende verantwoordelijkheid aan de
dag legt om deze planeet van de ondergang te kunnen weerhouden. We zijn
naar mijn inzicht de kontrôle kwijt over onze relatie met de
natuur. De bevolking kan niet eeuwig blijven groeien zolang we op deze
ene planeet zitten en we kunnen niet altijd met oude methoden doorgaan
als er steeds meer mensen moeten worden gevoed en steeds meer
organisatie nodig is. Het klimaat verandert en we doen niet al het
nodige dat er kan worden gedaan omdat de krachten niet worden gebundeld
bij gebrek aan een
gemeenschappelijk idee van orde.
We kunnen ook niet zomaar alle verworvenheden en reeds bestaande orde
over boord werpen. Ik wil wat betreft de chaos in de wereld een democratische wereldregering die bij meerderheidsbesluit
de juiste beslissingen kan nemen. Om de juiste beslissing te kunnen
nemen is er een goede efficiënte en
niet destructieve ideëel gezonde informatiecultuur nodig, zoals het internet, zodat iedere wereldburger de
vrije keuze heeft om zelf de alternatieven in overweging te kunnen
nemen. Wat ik ook wil is: geen belastingen, geen politie en geen legers. In plaats daarvan wil ik een formele orde die een duidelijk krediet-beleid van
bekrachtiging en konditionering voert op een rationele basis met een
duidelijk omschreven doelstelling. In concreto: het leger moet
deeluitmaken van een formele, ook burgerlijke orde van sociale kontrole
(daar komen we niet onderuit, dus zie het onder ogen), waarin duidelijk
omschreven is waar tegen wordt gevochten. Als algemene vijand kan de onwetendheid worden aangewezen zodat de strijd handelt over de vrije
beschikbaarheid van informatie en hoe een dergelijke kultuur moet
worden bevorderd. Dit in het algemeen. In concreto moet de 'vijand' de
vorm aannemen van een probleem dat voor de hele mensheid herkenbaar is
(waar men het democratisch over eens is). Dit kan bijvoorbeeld de
wereld-voedsel situatie zijn, of de woestijnvorming. Je zou b.v. kunnen zeggen: laat de NASA de planeet eerst
maar eens regeren, als was het een ruimteschip, voordat ze op de maan
of op Mars hun gang gaan, en laat al de militairen van de wereld maar
hun personeel zijn. Dus: duidelijk herkenbare formele identiteiten die
gezamenlijk de verantwoording dragen voor de voeding, de kleding, de
behuizing en de
klimaatbeheersing (d.m.v.
vegetatie). Als De NASA de opdracht krijgt systematisch alle woestijnen
te cultiveren en bevolken en daar alle militairen van de wereld voor in te
zetten, zijn we voorlopig wel
even zoet hier op aarde en op de goede weg.
Natuurlijk
moet deze formele orde (b.v. de WASO genoemd, de Wold-Association of
Social Order) wel een gezamenlijke discipline voorstaan om interne en
externe machtsstrijd te kunnen voorkomen. Deze discipline kan alleen
berusten op een vrije
deelname aan die WASO: niemand
kan ertoe worden verplicht, ookal is het dan naar eigen vrije keuze de
baan van je leven. De discipline zelf kan niet vervreemd zijn van de
gemeenschappelijke noemer van alle geestelijke disciplines in de
wereld, m.i.v. de wetenschappelijke disciplines. Dat betekent dat er
sprake moet zijn van een harmoniemodel van vrije toegang en vrije negatie. Dat
harmoniemodel moet
ecologisch bewust zijn, d.w.z.
niet met de natuur in konflikt, maar er op bewuste, creatieve wijze,
mee om gaan (rentmeesteren) zonder het te vernietigen. Klokken b.v.
mogen met de zon, en kalenders met indeling van de klok overeenstemmen,
maar volgens De Bijbel (en de democratie) nooit bij minderheid worden
opgelegd. Ook als minderheid moet iedereen er altijd vrij in zijn om er
ja of nee tegen te zeggen (anders zijn we van 'Het Vierde Beest'
volgens de droom van Daniël- 7:25).
MIJN OVERTUIGING
Ik
ben er niet van
overtuigd dat ik in m'n eentje de wereld kan veranderen. Ik ben er echter ook niet van overtuigd dat
ik die verandering (eventueel ten kwade) in mijn eentje zou kunnen
tegenhouden. Waar ik wel van overtuigd ben is dat ik mijn eigen
verandering in goede banen kan leiden en dat ik creatief me aan
veranderende tijden aan kan passen zonder door de duivel (de woede, de
hartstocht, lust, leugen of bedrog) bezeten te raken. Ik ben er ook van
overtuigd dat ik daarmee een goed voorbeeld kan vormen voor anderen en
dat dat de wereld goed kan doen. Ik ben een gezond mens die er niet in
gelooft een zondaar te zijn (wat ik ongezond of krankzinnig vind). Ik ben wat mij betreft heilig naar mijn eigen maatstaven, maar ik beschouw
mezelf wel als een
profiteur van de samenleving, net
zoals ik ook anderen beschouw als profiteurs. Dat profijt dat ik en de
anderen trekken verplicht mij dan tot het leveren van een wederdienst.
Ik ben ongelukkig of zelfs (geestes) ziek als ik er niet in slaag mijn
dienstbaarheid tot stand te brengen.
Dan voel ik mij een dief en schuldig over alles wat ik bezit of zelfs
maar kan. Ik ben ervan overtuigd dat het een collectief belang van
geestelijke gezondheid is om de waanzin van de oorlog voor te blijven
en ervan te kunnen genezen voor ze als een besmettelijke ziekte (die
net als de Pest in de middeleeuwen iedere dertig jaar uitbrak) de
wereld vernietigt. Ik ben er dus voor om elkaar in een vorm van cultuur systematisch
te waarderen (via de media m.n.,
maar ook echt hoognodig af en toe rechtstreeks). Ik geloof in
één God en stel me daar de almachtige Tijd bij voor die alle levende wezens onderwerpt en
konditioneert als een almachtige, alwetende en alomtegenwoordige Orde
waar niets aan te veranderen valt, welke tijdregelingen je ook
probeert. God is wat mij betreft qua vorm rationeel gewoon
de
macht en werkelijkheid van goede collectieve en individuele
levensgewoonten, waar je gewoon
wel in moet geloven. Niet geloven of twijfelen aan allerlei menselijke gewoonten is natuurlijk ook van
belang, daar gewoonten hoe goed ook genoemd ook gewoon een weerstand
tegen God of de natuurlijke verandering (evolutie?) in kunnen houden.
Het is b.v. een goede gewoonte om nuttige vitaminen d.m.v.
vleescomsumptie tot je te nemen. Maar het is een slechte gewoonte om
bij hoog en laag te beweren dat dat vleeseten daarom noodzakelijk is of
onschadelijk alsof er geen andere, meer gezonde, bron van vitaminen (en
eiwitten) zou bestaan die minder berust op misbruik (niet noodzakelijke
vernietiging) van andere levende wezens. Een ander voorbeeld is seks: het is een goede gewoonte om je sexueel te laten gaan en spontaan te
blijven, maar het is een slechte
gewoonte om te beweren dat dat dus geen regeling in de vorm van een huwelijk of vaste
relatie nodig nodig zou hebben
die de sex met een doelstelling verbindt: namelijk het smeden van een
band voor (b.v.?) het verwekken van nageslacht. Ik geloof dat een zekere toleratie voor
polygamie de samenleving kan
verlossen van veel verwaarlozing van buitenechtelijk onderhouden
sexuele relaties. Als je niet zonder meer overtuigd bent van de noodzaak der
biologische voortplanting en je zelf niet wilt trouwen, hoeft de polygamie van een ander ook geen bezwaar te zijn.
Misschien zijn we wel betere mensen als het niet steeds gaat over de
primitieve notie van de 'hoogste status' van het dierlijk eigenbelang
van de biologische voortplanting en wat erbij hoort, maar als het ook
eens gaat over de 'hoogste status' van het leveren van een kulturele
bijdrage (een wellicht belangwekkender vorm van het leveren van een
'bijprodukt').
Wat
betreft het persoonlijke
aspect van God, De Heer, Zijn
getrouwen en Zijn culturen (religies), ben ik overtuigd van één Heer die
telkens een andere gedaante aanneemt voor verschillende kulturen, tijdperken en klimaten. Dus in
India ben ik een Hindu, in Arabië een Islamiet, in China een
confucianist met taoistisch-boeddhistische neigingen, rond de
middellandse zee een rooms iemand en in de rest van het vrije westen
een gereformeerde grieks/romeins wetenschappelijk gecultiveerde
'gelovige' met een gezonde europese neiging tot de vrije natuur (zon,
bos en zee-aanbidding). Ik zie religie als een leerschool voor de
zelfstandigheid van een unieke zelfverwerkelijking. Ik als Christen ben
b.v. niet meer
kerk-gaand, maar zal Zijn Persoon
ook niet verloochenen (om nog maar te zwijgen van mijn overige
religieuze identiteiten). Qua praktische overtuiging ben ik het liefs
met yoga en de daarbij behorende (geestelijke) discipline(s) bezig. De
toewijding in tempels, kerken en moskeeën zie ik meer als een
bijscholingscursus in geval van oorlog (of meer persoonlijke strijd,
b.v. een machtstrijd binnen een huwelijk). In vredestijd heb ik er niet
zo'n behoefte aan. Psychotherapie als alternatieve lekenzielzorg vindt ik zonder meer nuttig, maar ik denk er net zo over als over de
religieuze zorg: het is belangrijk om er het einde en de beperkingen en bijwerkingen (fanatisme bij gebrek aan
filosofie of droogheid bij gebrek aan toewijding) van in te zien.
HOBBY'S
Ik hou veel van dieren, maar alleen in de vrije natuur. Ik hou veel van planten. Mits ze zichzelf weten te
redden. Ik hou ook veel van mensen
mits ze niet te veel van me eisen of me anderszins lastig vallen (ik
ben niet zo geschikt als psychotherapeut). Ik wil graag aan
verwachtingen beantwoorden, maar dan volgens een systeem van goede afspraken zoals De Orde van de Tijd b.v. voorstelt. Ik hou van lekker, vegetarisch eten en kook (af en toe) ook graag volgens een eigen recept of
volgens de vedische keuken. Ik hou niet van sigaretten, ook niet als
een ander rookt, vlees eten en alcohol en caffeïne-koffie of
looizuur-thee drinken. Ik hou wel van hasjiesh, maar dan alleen als liefdesmedicijn als ik
verliefd ben, anders wordt ik er maar een duf konijn van. Ik hou van vrouwen maar voel me tegenwoordig
iets te oud om er nog serieus achter aan te zitten. Het vijfentwintig
jarig jubileum van dat soort aktiviteiten werd toch geen groot feest.
Dus laat maar met de sexistische motivatie. Ik ben blij mensen op hun
menszijn te kunnen beoordelen zonder ze als sexobject of -concurrent te
zien. Niettemin hield
ik wel van sex
(alleen nog maar duurzaam hetero met een ander i.t.t. het experimentele
verleden) en wilde ik graag nog wel wat kinderen op de wereld willen
zetten als ik er de kans toe zou hebben gekregen voor ze te kunnen
zorgen en een traditie van familie-gebonden eer bij te kunnen hebben
(een vrouw en leven daarvoor heb ik dus nooit gevonden). Maar anno 2005
de vijftig voorbij zijnde acht ik het niet langer verantwoord om zo oud
nog een kind te maken. Mijn kinderen moeten een vader hebben, ook als
ze ouder zijn.
In mijn vrije tijd ben ik het liefst met muziek bezig, ik speelde vroeger tijdens
mijn studie urenlang op de gitaar ter compensatie van de droge
boekenwereld. (Ik ben een voorstander van wat Da Vinci staande hield:
het in evenwicht houden van wetenschap en kunst is de juiste
gezondheidsstrategie voor het laterale brein). Na mijn verliefdheid
werd dat al ras minder en ben ik wat met een digitale piano gaan
experimenteren. In combinatie met een computer heb ik nu een fijne manier gevonden om muziek te kunnen
maken zonder
direkt te moeten zweten voor het beheersen van een instrument (wat naar
mijn zaak de lol van het musiceren bederft). Zingen deed ik religieus graag en voor De Orde heb ik die liefde verder
ontwikkeld.
Verder ga ik graag naar de bioscoop en kijk ik graag naar films en docu's op t.v. (ook wel andere programma's
en zelfs reclame of muziek-clips soms). Soms schrijf ik erover, de films analyserend zoals Freud dromen
analyseerde.
Dansen doe ik ook graag ookal mag ik
niet meer zomaar in een danstent achter de jonge meisjes aanzitten voor
dat soort dingen. Ik hou er niet van om bij mijn leeftijd stil te
staan, maar moet toch wel enige verantwoordelijkheid aanvaarden voor
mijn leeftijd. Wat dansen betreft leef ik me wel uit als ik de kans
krijg. Tijdens een popconcert b.v. of op avonden voor mensen boven de
21.
Qua sport zwem ik graag en deed ik
jarenlang in mijn jeugd aan Judo.
Ook basketbalde ik een blauwe maandag, heb
ik wat getennist, gesquashed en een tijd regelmatig gewandeld. Van al dit soort
sportviteiten komt niet zo veel meer terecht sedert ik de harmonie en
beheersing van mijn lichaam in de yoga heb gevonden (ik ben nu ook een
vegetariër, dus dan kan ik het rustiger aandoen). Ik fiets wel graag nog steeds.
Ondanks mijn studie lees ik
tegenwoordig nog
maar zelden drukwerk
(alleen nog maar internet e-boeken en artikelen). Van stapels papier wordt
ik wanhopig en krijg ik grijs haar. Sedert de computer met internet
weet ik eindelijk wat mijn bezwaren tegen drukwerk zijn: het is een
hopeloos inefficiente, bezitterige en destructieve voodoo-achtige
lustcultuur. Ook luister ik niet veel meer naar platen, ondanks mijn
liefde voor de muziek. Ik verzamel geen platen, boeken of foto's meer
sedert ik alles verkocht om rond te kunnen reizen in de 80-er jaren. Ik
heb de 15 e cakradag als studiedag en ik kijk
normaal s'avonds t.v. (behalve op de 7e en 14e Cakra-dag, dan ga ik de stad in). Wel
luister ik soms wat ter afwisseling naar de radio of een cd. Ik zit hele - werk- dagen
(maximaal 12 uur) voor de computer
zowel voor de lol (maximaal zes uur) als voor
het werk - is het een hobby?(ook maximaal 6 uur). Vroeger in mijn
pubertijd tekende ik veel, vooral veel
grafisch werk. Dat doe ik niet meer behalve dan wat internetgrafiek met de computer. Graag zou
ik veel meer tijd aan het internet besteden, maar heb het doorgaans te druk buiten studiedagen
om. Ik vindt het internet het ideale medium voor creatieve en
kultuurminnende mensen.
N.B.: Zie
ook renown ego's voor een persoonlijke visie op de geschiedenis van het ego:
het ego als een tijd-organizer. De pagina geeft informatie over en legt
verband tussen die historische beroemdheden waarmee ik me mee kan
identificeren en waarvan ik kan zeggen: dat zijn de levens die geleid
zouden kunnen hebben tot het leven dat ik nu leid (ook interessant voor
degenen die in reincarnatie geloven).
naar: GESCHRIFTEN

|